Verschaft de bijbel een antwoord op onze levensproblemen?
JA, de bijbel biedt een antwoord op de problemen van het leven en helpt ons aan de uitdagingen die het ons stelt, het hoofd te bieden. Hoe?
Ten eerste door ons de bron van het leven aan te duiden. Zo zegt de psalmist: „O Jehovah, . . . bij u is de bron van het leven” (Ps. 36:5, 9). Jehovah God geeft leven. De persoon die de bijbel gelooft, blijft niet zitten met evolutionistische dilemma’s. Noch behoeft hij, na te hebben betoogd dat leven altijd afkomstig is uit een levende bron, te zeggen dat oorspronkelijk het leven uit niets is ontstaan.
Hij die geloof stelt in de bijbel weet wie verantwoordelijk is voor de harmonie en overvloedige schoonheid zowel in het universum als op deze aarde. Hij weet dat een goede liefdevolle God, Jehovah, het aldus heeft gemaakt.
Waarom dieren op dieren jagen
Sommigen zouden hier evenwel tegen kunnen inwerpen dat die harmonie en schoonheid dan toch alleen maar in de verbeelding en niet in de werkelijkheid bestaan, zoals Bertrand Russell, die zich eens liet ontvallen:
„Het is mij onduidelijk waar deze ’schoonheid’ en ’harmonie’ gezocht moeten worden. In het gehele dierenrijk ziet men dieren meedogenloos op elkaar jagen.”
Ja, het is waar dat sommige dieren andere dieren doden en eten. Maar in grote tegenstelling tot de mens doen ze dit niet uit sport of in oorlogen op grote schaal. Dieren doden gewoonlijk omwille van het voedsel. Zelfs hongerige leeuwen lopen niet in het wilde weg door kudden om „meedogenloos” alles te doden wat ze in de weg komt; ze nemen slechts dat waaraan ze onmiddellijk behoefte hebben.
Tevens is het goed in gedachten te houden dat het veronderstelde agressieve gedrag van de zijde van dieren niet zo algemeen voorkomt als in de regel wel wordt aangenomen of beweerd. Men lette slechts op de volgende passage uit een recensie van het boek Geographical Ecology in Scientific American (van juli 1973):
„In de diversiteit der natuurlijke leefmilieus komt een grote soortenrijkdom voor. De strijd om het bestaan gaat altijd aan agressie vooraf; en tenzij een algemeen nuttige hulpbron in het geding is, bestaat er zelfs absoluut geen aanleiding tot vechten. Dit is de hoofdreden waarom agressief gedrag . . . ’een verre van algemeen verschijnsel in het dierenrijk is’.”
Ecologen spreken over een ’evenwicht in de natuur’. Zij zijn onder de indruk van de algemene kringloop van het leven zoals die zich in zijn totaliteit voordoet, de orde en de continuïteit ervan, hetgeen echter geenszins betekent dat alle details van die kringloop nu zo prachtig zijn.
Zo zullen maar weinig mensen twijfelen aan de schoonheid van de majestueuze leeuw. Toch kunnen er uit zijn leger afstotende geuren oprijzen, terwijl zijn uitwerpselen verre van ’prachtig’ te noemen zijn. Het schouwspel van een leeuw die een zebra bespringt, zal voor velen eveneens weinig verheffends te bieden hebben, maar het is de manier waarop de leeuw aan voedsel moet komen. Bovendien wordt zodoende het aantal zebra’s binnen bepaalde perken gehouden. Als ze zich zonder enige verstoring van buitenaf konden voorttelen, zou er evenzo sterfte optreden, maar dan waarschijnlijk wegens gebrek aan voedsel. Wie zou dat ’mooi’ willen noemen? Dat een leeuw een zebra doodt is derhalve nu, op dit moment, nog een noodzakelijk verschijnsel, een onderdeel van een noodzakelijke kringloop.
Maar waarom zeggen we „op dit moment”?
Omdat de bijbel dat zegt. Het eerste hoofdstuk van Genesis maakt ons duidelijk wat God oorspronkelijk de dieren als voedsel verschafte: „En aan al het wild gedierte der aarde en aan elk vliegend schepsel van de hemel en aan alles wat zich op de aarde beweegt, waarin leven als een ziel is, heb ik alle groene plantengroei tot voedsel gegeven” (Gen. 1:30). Plantengroei, niet vlees, was wat God oorspronkelijk voor de dieren tot voedsel bestemde. Is het niet logisch te veronderstellen dat God erop zal toezien dat zijn eigen oorspronkelijke voornemen met betrekking tot de dieren, zal worden uitgevoerd?
Beschouw in antwoord hierop hoe de bijbel de omstandigheden schildert die er in Gods nieuwe ordening, die weldra zal aanbreken, zullen bestaan:
„En de wolf zal werkelijk een poosje verblijven bij het mannetjeslam, en bij het bokje zal de luipaard zelf zich neerleggen, en het kalf en de jonge leeuw met manen en het weldoorvoede dier alle bij elkaar; en een kleine jongen nog maar zal leider over ze zijn. En de koe en de beer zullen weiden; samen zullen hun jongen neerliggen. En zelfs de leeuw zal stro eten net als de stier. En de zuigeling zal stellig spelen bij het hol van de cobra; en op de lichtopening van een giftige slang zal een gespeend kind werkelijk zijn eigen hand leggen. Men zal generlei kwaad doen noch enig verderf stichten op heel mijn heilige berg; want de aarde zal stellig vervuld zijn van de kennis van Jehovah zoals de wateren ook de zee bedekken.” — Jes. 11:6-9.
Al mag dit voor velen moeilijk aan te nemen zijn, toch is het een feit dat dieren waarvan vaak wordt gedacht dat ze elkaars vijanden zijn, zelfs nu onder bepaalde omstandigheden vredig te zamen kunnen leven. In 1968 stond in de New York Times het volgende berichtje uit Bonn (Duitsland):
„Op een weide nabij Mühldorf, vanwaar men uitkijkt op de rivier de Inn, genoten gisteren enkele lammeren het gezelschap van een leeuwin, zo berichtten Beierse politiefunctionarissen.
Het dier, ontsnapt uit een rondreizend circus, dartelde met de lammetjes in de wei en schiep er een kennelijk genoegen in over hun ruggen te springen. De circusmensen lieten haar een tijdje bij de lammeren rusten alvorens haar weer terug naar haar kooi te brengen.”
Niet alleen de dieren, ook de mensen zijn ’uit hun evenwicht’. De bijbel maakt duidelijk dat God man en vrouw volmaakt schiep en hen in een paradijstuin van Eden plaatste. Zijzelf zondigden echter en brachten de dood over het mensenras. Om redenen die in verband staan met zijn goddelijk voornemen heeft God de zonde tijdelijk laten bestaan. — Genesis, de hoofdstukken 2 en 3; Deut. 32:4, 5.
Sinds Adams tijd is de menselijke geschiedenis merendeels een aaneenschakeling van gewelddaden, oorlogen en crisissen geweest. Mensen en ook natiën in hun geheel zijn vaak zeer ’beestachtig’ geweest in hun gedrag. Niettemin hebben sommige mensen die aanvankelijk zo leefden, door het opvolgen van christelijke beginselen na een studie van de bijbel radicale veranderingen in hun leven aangebracht. Als God dat, door middel van zijn Woord, bij ’beestachtige’ mensen tot stand kan brengen, is hij zeker in staat gedurende de nieuwe ordening het oorspronkelijke evenwicht in het dierenrijk te herstellen — Jak. 3:15, 16.
Dit brengt ons direct op een andere zegening die voortvloeit uit geloof in de bijbelse leer.
Geloof in bijbel geeft richting aan leven
In het besef dat de bron van het leven een goede God is, kunnen degenen die in de bijbel geloven voor morele leiding in hun leven vol vertrouwen naar hem opzien. Ja, de oorzaak van ’s mensen zedelijke aard wordt in de Schrift verklaard.
Volgens het scheppingsverslag werd de mens gemaakt ’naar het beeld en de gelijkenis van God’ (Gen. 1:26, 27). Zonder meer is duidelijk dat dit geen lichamelijke gelijkenis met God inhoudt, want „God is een Geest” (Joh. 4:24). In plaats daarvan bezit hij zedelijke eigenschappen of persoonlijkheidskenmerken, zoals liefde en wijsheid, die overeenkomen met die van zijn hemelse Maker. — Vergelijk Kolossenzen 3:9, 10.
De bijbel verschaft gelovigen de beste morele maatstaf om naar te leven. De mens wordt door zijn Schepper gezegd praktijken als overspel, hoererij en homoseksualiteit te vermijden (Hebr. 13:4; Rom. 13:9, 10; 1 Kor. 6:9, 10). Dit is voor ’s mensen eigen welzijn. Zij die het geloof in de bijbel verwerpen, hebben maar al te dikwijls de frustraties, ziekten en gevoelens van onzekerheid ervaren die daarvan het gevolg kunnen zijn. — Rom. 1:20-32.
Waarom de verslechterende wereldtoestanden?
Het is ook slechts de bijbel die duidelijk maakt waarom de menselijke omstandigheden voortdurend slechter worden. Bertrand Russell constateerde: „Vanaf 1914 maakt iedereen die ook maar enigszins op de hoogte is van de tendenties in de wereld zich diep ongerust over wat een noodlottige, voorbeschikte mars naar een nog grotere ramp lijkt.”
Volgens de evolutie zou de mens zich moeten verbeteren. Waarom hebben zich in plaats daarvan dodelijke nucleaire wapens opgestapeld, waarmee het gehele mensenras van de aardbodem zou kunnen worden weggevaagd? Om nog maar te zwijgen van de toenemend slechter wordende geld-, voedsel- en arbeidssituatie en de zich toespitsende morele, raciale en sociale problemen. Waarom dit alles?
De bijbel antwoordt: Niet alleen zonde is hiervoor verantwoordelijk, maar tevens een onzichtbaar goddeloos persoon, die in de bijbel Satan de Duivel wordt genoemd en die de toestand waarin de onvolmaakte, hebzuchtige mens zich heeft gebracht, nog heeft verergerd. Nadenkende mensen wijzen het idee van een Duivel niet spottend van de hand. Er is een goede onzichtbare God; waarom zou er dan geen onzichtbare slechte persoon, een Duivel, kunnen zijn? De doorlopende reeks zwarte bladzijden die wij in het geschiedenisboek der mensheid aantreffen — ondanks de altijd bij het merendeel van de mensen bestaand hebbende wens een rustig en kalm leven te mogen leiden — vormt een duidelijk bewijs van zijn aanwezigheid.
Maar waarom zijn de omstandigheden thans zo slecht? De bijbel maakt duidelijk dat wij momenteel in de „laatste dagen” leven. Lees wat Jezus en zijn eerste-eeuwse volgelingen voor deze tijd voorspelden, en wel in Matthéüs 24 en 25; Markus 13; Lukas 21; 2 Timótheüs 3; Openbaring 6 en 11. De verschrikkelijke toestanden op aarde sinds 1914 vormen een vervulling van deze profetieën.
In het jaar 1914 begon Jezus Christus, onzichtbaar, over „het koninkrijk der wereld” te regeren. Een van zijn eerste daden bestond in het reinigen van de hemelen van Satans aanwezigheid, met als gevolg: „Wee de aarde en de zee, want de Duivel is tot u neergedaald, en hij heeft grote toorn, daar hij weet dat hij slechts een korte tijdsperiode heeft.” — Openb. 11:15; 12:9-12.
Conclusie: alleen de bijbel geeft gefundeerde antwoorden op de problemen en uitdagingen waarmee de mens wordt geconfronteerd. Alleen de bijbel duidt de Bron van het leven aan. Dit boek verschaft degenen die er geloof in stellen de hoogste morele maatstaf om naar te leven. De bijbel verklaart waarom er verdorvenheid bestaat en ook waarom deze nog bij voortduring groter wordt. De nauwkeurigheid waarmee de bijbel onze huidige crisissituatie heeft voorspeld, vormt voor ons een verzekering dat de gebeurtenissen die er voor de nabije toekomst in zijn voorzegd, eveneens zullen uitkomen.
Maar wat zegt de bijbel over de toekomst? Hoe staat het met degenen die aan de evolutietheorie blijven vasthouden?