-
Hoeveel waarde hecht u aan uw leven?De Wachttoren 1976 | 15 maart
-
-
verdrukking komen [welke het einde van dit samenstel van dingen zal kenmerken]” (Openb. 7:9, 14). Denk u eens in wat het zal betekenen dit gevaarlijke samenstel van het toneel te zien verdwijnen en te mogen leven in een levenschenkend nieuw samenstel waarin mensen, onder Gods toezicht, werkelijk hun persoonlijkheid zullen kunnen veranderen om in vrede en harmonie met elkaar samen te wonen! Wanneer u waarde hecht aan uw leven, is dat stellig een doel om naar te streven.
-
-
’Jehovah gedenkt dat wij stof zijn’De Wachttoren 1976 | 15 maart
-
-
’Jehovah gedenkt dat wij stof zijn’
HOEZEER waardeert elk van ons iemand die begrijpend, bedachtzaam en mededogend is! Jehovah God spant wat dit betreft werkelijk de kroon. Ondanks de zwakheden en tekortkomingen van degenen die zijn wil proberen te doen, laat hij hen niet in de steek. Zelfs wanneer zijn dienstknechten zich aan ernstige overtredingen schuldig maken, ontneemt hij hun niet de gelegenheid berouwvol tot hem terug te keren.
Met Gods handelingen ten aanzien van het Israël uit de oudheid als achtergrond, zei de psalmist David: „Jehovah is barmhartig en goedgunstig, langzaam tot toorn en overvloedig in liefderijke goedheid. Hij zal niet voor altijd aanmerkingen blijven maken, noch zal hij tot onbepaalde tijd gebelgd blijven. Hij heeft ons zelfs niet naar onze zonden gedaan; noch naar onze dwalingen over ons gebracht wat wij verdienen” (Ps. 103:8-10). Niet de aard, noch de grootte van de zonde, maar voornamelijk Gods barmhartigheid en zijn voornemen bepaalden hoe Jehovah de weerspannige Israëlieten behandelde. Zijn overheersende geest jegens hen was dat zijn toorn jegens hen niet voortduurde. — Ps. 30:5.
Elke keer wanneer Jehovah God uiting geeft aan zijn toorn jegens degenen die zijn geboden overtreden, doet hij dit met hun beste belangen in gedachten. Zijn doel is hen tot berouw te bewegen zodat zij een goedgekeurde verhouding tot hem kunnen herwinnen. Dat is het doel van het strenge onderricht dat wordt gegeven. Dit wordt in Jesaja 28:24-29 onder onze aandacht gebracht. Daar wordt het ploegen, eggen, zaaien en dorsen van een boer vergeleken met Gods doelgerichte handelingen. Wij lezen daar: „Is het de gehele dag dat de ploeger ploegt om te zaaien, dat hij zijn grond losmaakt en egt? Is het niet zo dat wanneer hij de oppervlakte ervan effen gemaakt heeft, hij dan zwarte komijn strooit en de komijn uitwerpt, en moet hij er geen tarwe, gierst en gerst in doen op de vastgestelde plaats, en spelt als zijn grens? En men corrigeert hem overeenkomstig dat wat juist is. Zijn eigen God onderricht hem. Want niet met een dorswerktuig wordt zwarte komijn getreden; en over komijn wordt geen wagenwiel gewenteld. Want met een staf wordt zwarte komijn gewoonlijk uitgeklopt, en komijn met een stok. Ja, wordt broodkoren gewoonlijk verbrijzeld? Want nooit blijft men het zonder ophouden treden. En hij moet de rol van zijn wagen in beweging zetten, en zijn eigen rijpaarden, maar hij zal het niet verbrijzelen. Ook dit is uitgegaan van Jehovah der legerscharen zelf, die wonderbaar is geweest in raad, die grootse dingen heeft gedaan op het gebied van doeltreffend werken.”
Het is duidelijk dat de werkwijze van een boer ordelijk en doelgericht is. Het ploegen en eggen is beperkt, het wordt gedaan om de grond los te maken en deze in gereedheid te brengen om zaad te ontvangen. Zo heeft ook Jehovah God zijn ongehoorzame volk niet zonder ophouden streng onderricht en gestraft. Hij gaf hun een tijdlang streng onderricht en beoogde daarmee hen ontvankelijker te maken voor raad en leiding. Zoals de graansoort het dorsgereedschap bepaalt, zo varieerde Gods behandeling van individuele personen al naar gelang van wat in hun geval het beste was, ten einde hen te reinigen.
Op het individuele vlak laat het geval van de
-