-
’Noch zal er meer pijn zijn’De Wachttoren 1960 | 15 april
-
-
geneest”. „En geen inwoner zal zeggen: ’Ik ben ziek’”. — Openb. 21:4; Ps. 103:1, 3; Jes. 33:24.
Wanneer zal dit allemaal gebeuren? In onze tijd. De vervulling van bijbelprofetieën toont aan dat wij aan het einde van het oude samenstel van dingen leven en op de drempel staan van de nieuwe hemelen en de nieuwe aarde waarin rechtvaardigheid zal wonen; een wereld zonder zonde, zonder dood en zonder pijn. — 2 Petr. 3:13.
Laten wij allen hier dus troost en hoop uit putten. Bid liever tot God in plaats van tegen hetgeen u heeft te verduren in opstand te komen en vraag hem om kracht om geduldig en blijmoedig te blijven volharden, vooruitziende naar de gezegende dag dat er geen pijn meer zal zijn.
-
-
Waarom gelooft u in de drieëenheid?De Wachttoren 1960 | 15 april
-
-
Waarom gelooft u in de drieëenheid?
EEUWENLANG hebben miljoenen mensen in de leerstelling der drieëenheid geloofd, welke luidt: „In de eenheid van de Godheid zijn Drie Personen, de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest, en deze Drie Personen zijn waarlijk van elkander onderscheiden. In de Geloofsbelijdenis van Athanasius wordt het aldus onder woorden gebracht: ’De Vader is God, de Zoon is God, en de Heilige Geest is God, nochtans zijn er geen drie Goden, maar één God’” (The Catholic Encyclopedia). Gelooft u deze leerstelling? Waarom?
Vele mensen denken dat de drieëenheid een op Gods Woord de bijbel gebaseerde christelijke leerstelling is. Vroege rooms-katholieke schrijvers aarzelden echter niet toe te geven dat de drieëenheid niet bewezen kan worden als men alleen maar de Schrift als basis neemt. Zo heeft kardinaal Hosius eens gezegd: „Wij geloven de leerstelling van een drieënige God, omdat wij haar via overleveringen hebben ontvangen, hoewel ze in de bijbel in het geheel niet wordt genoemd” (Conf. Cathol. Fidei, hoofdst. XXVI). Anderen verklaren even vrijmoedig dat de drieëenheid van heidense oorsprong is. Arthur Weigall schrijft in zijn boek Paganism in Our Christianity: „Jezus Christus heeft nooit over een dergelijk verschijnsel gesproken en nergens in het Nieuwe testament komt het woord ’Drieëenheid’ voor”. Hij zegt dat het idee van een onderling gelijkwaardige drieëenheid „pas driehonderd jaar na de dood van onze Heer door de [Rooms-Katholieke] Kerk werd aangenomen; de oorsprong van dit begrip is volkomen heidens”.
Op bladzijde 198 van zijn boek geeft Weigall een korte beschrijving van de geschiedenis van de drieëenheidsleer en zegt dan: „In de vierde eeuw voor Christus schreef Aristoteles: ’Alle dingen bestaan uit drie, en alles is drieledig: en laten wij dit getal bij de aanbidding van onze goden gebruiken; want zoals de aanhangers van Pythagoras zeggen, zijn
-