Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1985
De theocratische expansie gaat onweerstaanbaar voort!
HET zestigste hoofdstuk van Jesaja’s profetie beschrijft in ontroerende bewoordingen de geweldige expansie die nu onder de Theocratie plaatsvindt. In het bijzonder sedert 1919 is het kleine overblijfsel van de gezalfden in actie gekomen om het Koninkrijk te verkondigen en aan het licht te brengen dat Satan het wereldlijke en het religieuze deel van dit wereldstelsel beheerst. Van menselijk standpunt uit bezien hadden zij geen enkele kans van slagen, maar zij vertegenwoordigden Gods hemelse organisatie, die het specifieke gebod had ontvangen: „Sta op, o vrouw, verspreid licht, want uw licht is gekomen en over u is zelfs de heerlijkheid van Jehovah gaan schijnen.” — Jes. 60:1.
Ja, te midden van de dikke donkerheid en duisternis van Satans wereld zien wij dat heerlijkheid en licht, afkomstig uit de Bron van alle licht en waarheid, steeds helderder zijn gaan schijnen. Er was voorzegd dat dit een krachtige uitwerking zou hebben: „Natiën zullen stellig tot uw licht gaan, en koningen tot de glans van uw schijnen” (Jes. 60:3). Langzaam maar zeker rukte dit trouwe groepje lichtdragers voort en ging een steeds groter gebied bestrijken. Naarmate Jehovah hun activiteiten zegende, traden er duidelijke tekenen van een ongewone toename aan de dag. Mensen uit de natiën kwamen inderdaad tot het licht. De wonderbaarlijke expansie was waarneembaar, zoals zo aanschouwelijk in Jesaja 60:5 beschreven staat: „Dan zult gij zien en stellig stralend worden, en uw hart zal werkelijk sidderen en zich verruimen, want tot u zal de rijkdom der zee zich wenden; zelfs het vermogen der natiën zal tot u komen.”
Wat wij zien, doet ons stellig van vreugde stralen. Ons hart siddert en verruimt zich van opwinding en geluk wegens de wonderbaarlijke theocratische uitbreiding die overal ter wereld plaatsvindt. En dit komt tot stand „’niet door een krijgsmacht, noch door kracht, maar door mijn geest’, heeft Jehovah der legerscharen gezegd” (Zach. 4:6). Nooit zouden mensen bij machte zijn geweest tot stand te brengen wat wij tijdens één mensenleeftijd hebben zien gebeuren.
Jehovah’s legertje van lichtdragers was destijds in 1919 nog maar nauwelijks met hun openbare activiteiten begonnen, of Satans goddeloze organisatie wierp een grote berg van tegenstand tegen hen op. Had de organisatie die door Jehovah werd gebruikt om zijn Koninkrijksbelangen te bevorderen niet de goddelijke bescherming en steun genoten, dan zou ze totaal zijn vernietigd door Satans horden. Zacharia 4:7 spreekt over Satans tegenstand als een „grote berg”, en deze woorden van Jehovah zijn tot zijn vijanden gericht: „Wie zijt gij, o grote berg? Voor het aangezicht van Zerubbábel zult gij tot een vlak land worden. En hij zal stellig de hoofdsteen te voorschijn brengen. Er zullen juichkreten voor hem zijn: ’Hoe bekoorlijk! Hoe bekoorlijk!’”
Ja, Jehovah heeft geweldige dingen ten behoeve van zijn luisterrijke naam en volk gedaan. De enorme berg van tegenstand die Satan heeft opgeworpen, kon de progressieve verwezenlijking van Zijn grootse voornemen niet verijdelen. Voor het aangezicht van degene die door stadhouder Zerubbábel werd afgebeeld, de Krijgsman-Koning Jezus Christus, wordt de grote berg tot een vlak land. De symbolische tempelbouw moet voortgaan, totdat het werk voltooid is en de Hoofdsteen, de Heer Jezus zelf, zijn verheven positie inneemt. De Grotere Zerubbábel zal het herstel van Jehovah’s aanbidding in Zijn geestelijke tempel zegevierend voltooien. Alle tegenstand van de Duivel zal gefaald hebben, en als zij die Jehovah liefhebben vol vreugde het bewijs van de overwinning waarnemen, zullen zij uitbarsten in luide juichkreten van lof: „Hoe bekoorlijk! Hoe bekoorlijk!” De gehele hemel en aarde zullen weergalmen van de lofgezangen. Elk hart zal overvloeien van geluk en blijdschap.
Is de verwachting dat „de rijkdom der zee” en „zelfs het vermogen der natiën” tot het geestelijke Sion zullen gaan, dan te hoog gegrepen? In Jesaja’s glorierijke profetie uit Gods Woord wordt afgebeeld dat Jehovah zijn volk voorspoed zal schenken — iets wat wij nu zien gebeuren — en wij weten dat deze grootse expansie zal voortduren totdat de hele aarde met Jehovah’s heerlijkheid vervuld is.
Gods belofte in Jesaja 60:22 gaat al in vervulling. In veel landen hebben wij ’de kleine tot duizend zien worden’. Van het kleine groepje dat ongeveer 65 jaar geleden met dit werk begon, is de ’geringe een machtige natie geworden’. De opwindende verslagen die van Jehovah’s aanbidders overal ter wereld binnenkomen, bewijzen dat Jehovah ’het werk op zijn bestemde tijd bespoedigt’.
Uit Afrika, geheel Amerika, Azië, Europa, Austraal-Azië en de andere eilanden in de wereldzeeën komen berichten over verbazingwekkende toename. Het stemt ons overgelukkig heel Gods volk het hartverwarmende en aanmoedigende goede nieuws te kunnen doorgeven omtrent de wonderbaarlijke dingen die Jehovah laat gebeuren. Het verbazingwekkende hoogtepunt van 2.842.531 verkondigers in het dienstjaar 1984 is adembenemend. Wereldwijd was er een grootse toename van 7,1 procent in het gemiddelde aantal verkondigers. Bijna elk land berichtte een toename in verkondigers. Het aantal gemeenten, 47.869, is bijna gelijk aan het totale aantal verkondigers die destijds in 1931 actief waren toen wij de „nieuwe naam”, Jehovah’s Getuigen, kregen. Van de 7.416.974 bezoekers van de Gedachtenisviering heeft het overgrote deel nog geestelijk voedsel en hulp nodig om zich aan Jehovah op te dragen en hem toegewijd te gaan dienen. Wat een toevloed zou er zijn indien al deze mensen actieve lofprijzers van Jehovah werden! De theocratische expansie gaat onweerstaanbaar voort! Lees de schitterende berichten in dit Jaarboek 1985 en verhef uw hart en uw stem in jubelende uitingen van vreugde. Laat uw hart sidderen en zich verruimen van opwinding als u ziet wat de Soevereine Heer Jehovah doet, en geef hem de heerlijkheid en lof voor wat er tot stand is gebracht.
Verheugend nieuws over theocratische toename in Afrika
„Wat hebben wij een geweldig jaar gehad!”, jubelen onze broeders in Zuid-Afrika in hun verslag. „Wij bereikten in april een ongekend hoogtepunt van 34.363 verkondigers.” „Voor de eerste keer”, zo vervolgen zij, „hebben onze zwarte broeders toestemming ontvangen om hun eigen Koninkrijkszalen te bouwen. Zij kunnen nu in aanzienlijk betere gelegenheden bijeenkomen, en dit belooft een van de grootste verbeteringen in dat veld te worden.” Het bijkantoor bericht ook het volgende verheugende nieuws:
„Dit afgelopen jaar hebben wij in dit land de eerste congressen gehad waar de rassen volledig geïntegreerd waren. Het grootste ervan werd in Johannesburg gehouden, met 29.073 aanwezigen. Men kon de vergadering van zijn keuze bijwonen — in het Zulu, Sesotho, Portugees, Grieks, Engels of Afrikaans. De multiraciale doop van 343 personen was een opmerkelijk voorbeeld van de eenheid onder Jehovah’s schapen in dit multiraciale land.”
Een jonge vrouw in Soweto, die pas was afgestudeerd als toverdokter, vroeg aan de dochter van een Afrikaanse Getuige: „Is er wel waarheid in de wereld?” Dit leidde ertoe dat de zuster een bijbelstudie met haar begon en zij onmiddellijk de vergaderingen ging bijwonen. Maar haar moeder was woedend en zei haar dat zij het geld dat aan haar opleiding tot toverdokter was besteed moest terugbetalen, en zij zou ook uit huis worden gezet als zij met de Getuigen bleef omgaan. Maar de jonge vrouw verbrandde al haar met het demonisme verband houdende attributen, stemde erin toe haar moeder het geld terug te betalen en bezoekt trouw alle vergaderingen.
„Nog veel meer werk voor ons in Zambia”: Tot deze fijne slotsom kwamen Jehovah’s dienstknechten vanwege de geweldige gebeurtenissen in het afgelopen jaar. Zij waren buitengewoon geestdriftig toen er 393.431 personen naar het Avondmaal des Heren kwamen. Dit opvallende totaal is bijna zevenmaal zo groot als het aantal verkondigers (58.925) in januari 1984. Wat een reusachtig veld gaat daarmee voor Zambia open!
Een broeder vertelt dat toen een groepje terugkeerde uit de velddienst, zij bij een wegversperring kwamen. Na een routinecontrole vroeg een politieagent of zij terugkwamen van de prediking. De broeder antwoordde bevestigend en voegde eraan toe: „Wij hebben met mensen gepraat die de waarheid zoeken.” De politieman nam een exemplaar van De Wachttoren en er werden regelingen getroffen om de tijdschriften naar het politiekamp te brengen, waar de broeder een tijdschriftenroute begon.
„Jehovah bespoedigt de toename”: Zo luidt het bericht uit Ghana. Aanvankelijk, aan het begin van het dienstjaar, bedroeg het aantal verkondigers 22.304, en in april 1984 was het gestegen tot 24.551. Maar wat een vreugde heerste er toen in augustus 27.730 predikers bericht inleverden! In de loop van het veelbewogen jaar werden er zeven nieuwe hoogtepunten bereikt. Een schitterend totaalaantal van 104.151 waarheidszoekers woonde de Gedachtenisviering bij. Dit biedt, zoals ook in zoveel andere landen, een prachtig potentieel voor gestage expansie. De tijd is stellig aangebroken dat Jehovah de toename bespoedigt.
Het bijkantoorverslag vermeldt dat veel mensen de verkondigers om de tijdschriften vragen als zij op straat lopen. Zo vertelt een verkondiger: „Ik was verrast toen een man die gewoonlijk geen lectuur van ons wilde nemen, op mij toestapte en om de tijdschriften vroeg. Hij koos er zes verschillende uit. Toen stelde ik een abonnement voor en hij abonneerde zich onmiddellijk op beide tijdschriften.”
Duizenden in Zaïre op zoek naar de waarheid: Het bijkantoor is blij te zien dat „duizenden mensen op zoek zijn naar de Koninkrijkswaarheid en die binnen Jehovah’s groeiende organisatie vinden”. Het grote nieuws voor hen dit jaar was de aankoop van een stuk land van 2 km2 voor de bouw van een nieuw bijkantoor. De nieuwe gebouwen en verbeterde faciliteiten zullen hen in staat stellen ’alle toegenomen activiteit in hun gebied op te vangen’. Gezien de 139.856 aanwezigen op de Gedachtenisviering weten de 32.208 verkondigers (hoogtepunt in augustus) dat de mogelijkheden voor een prachtige expansie aanwezig zijn.
„Het is een recordjaar geweest”: Dat is de mening van Jehovah’s dienstknechten in Liberia. Hun aanwezigenaantal op de Gedachtenisviering was eveneens opvallend. Met een gemiddelde van 1151 verkondigers kwam het opmerkelijke aantal van 6440 personen naar de Gedachtenisviering, ruim vijfmaal zoveel als het aantal predikers. De gemeenteverkondigers hebben gemiddeld ruim twaalf uur per maand besteed aan het verbreiden van het goede nieuws. Het veld is rijp voor het bijeenbrengen van de zachtmoedigen. Een meisje van drie jaar droeg indirect tot de voortreffelijke toename bij. Blijkbaar was zij bij haar grootmoeder op bezoek geweest, die haar uit het Bijbelverhalen-boek had voorgelezen. Wat het kleine ding hoorde, maakte zo’n indruk op haar dat zij er haar moeder over bleef vertellen, totdat haar moeder de eerstvolgende verkondiger die bij haar aan de deur kwam, vroeg haar te helpen ’ook de bijbel te leren kennen’.
Opleving in Nigeria: Het verslag uit dit land bevat veel grond tot dankbaarheid. Zij hebben hun beste velddienstbericht gehad sinds 1975, met een hoogtepunt van 113.537 predikers van het goede nieuws tijdens het dienstjaar 1984. Nigeria is een van de grootste leden van onze wereldomvattende familie van ijverige getuigen van Jehovah. De voortreffelijke expansie in Nigeria is een bron van bezieling, niet alleen voor onze overige broeders in Afrika, maar ook voor alle anderen overal ter wereld.
Satan is woedend vanwege de voorspoed van de Theocratie, en probeert die dan ook op alle mogelijke manieren te belemmeren. Een broeder vertelt dat leden van een radicale politieke partij zijn huis binnenvielen en probeerden hem tot hun ideeën over te halen. Hij zegt: „Zij vielen mij aan met een knuppel, maar de slag kwam aan als een aai met een veer. Mijn vrouw protesteerde en kreeg een klap. Wij baden tot Jehovah en riepen zijn naam aan. Toen kreeg het gespuis onderling ruzie over ons en ging elkaar te lijf. Sommigen kwamen ons huis binnen om onze eigendommen te vernielen. Maar zij liepen als lammetjes weer naar buiten. Het eind van het liedje was dat wij ongedeerd bleven. Na de beproeving bleek dat onze oudste de andere kinderen bij elkaar geroepen had en hen uit de Schrift had getroost, biddend dat ons niets kwaads zou overkomen. Wij waren gelukkig dat de waarheid zo diep in haar hart was doorgedrongen.” Het bijkantoor merkte op: „Ervaringen als deze geven reden tot optimisme ten aanzien van toekomstige vooruitgang.” Wij zijn er ook zeker van dat Jehovah heel veel liefde heeft voor deze dapperen met hun onverbrekelijke loyaliteit.
Totaal veranderd door de waarheid: In de republiek Guinea begon een speciale pionier een bijbelstudie bij een man die in het Kisi de naam Sengianndo had gekregen, wat „iemand die het oneens is” betekent. Hij deed zijn naam eer aan, want van zijn jeugd af bleek hij vechtlustig, agressief en heel moeilijk in de omgang te zijn. Hij werd alom gevreesd. Maar kort nadat Sengianndo met Jehovah’s Getuigen de bijbel was gaan bestuderen, begon hij ingrijpende veranderingen in zijn leven aan te brengen. Hij vocht niet meer, liet het roken, dronk niet zo veel meer en begon een christelijke persoonlijkheid aan te kweken. Hij werd een zachtaardig, vreedzaam mens. Dit werd wijd en zijd bekend en velen kwamen daardoor diep onder de indruk van de dynamische kracht van Gods waarheidsboodschap.
De invaliden niet over het hoofd zien: Deze ervaring uit Sierra Leone laat zien hoe belangrijk het is de invaliden die wij in de velddienst ontmoeten niet te veronachtzamen: Een zendelinge begon een bijbelstudie met een achttienjarig gebrekkig meisje dat Jay heette. Vanwege haar lichamelijke toestand was zij nooit op school geweest. Het kost haar veel moeite zich te verplaatsen. Met gebruikmaking van houten blokken om haar handen niet aan de grond te bezeren, zwaait zij haar lichaam naar voren terwijl zij haar hele gewicht op haar handen laat rusten.
Door de veelvuldige bezoeken van de zendelinge leerde Jay de bijbelse waarheden kennen en werd zij ook de leeskunst machtig. Hoewel zij zich al die achttien jaar nog maar één keer buiten het kleine erf waar zij woont, had gewaagd, vroeg zij of zij de gemeenteboekstudie in de straat waar zij woont mocht bijwonen. U kunt u wel voorstellen dat haar familieleden hun hart vasthielden toen zij Jay haar veilige huis zagen verlaten om zich op straat te wagen! Zij heeft van een enorme vastberadenheid blijk gegeven om zich de waarheid eigen te maken. Zij woont alle vergaderingen bij, ook al moet zij soms op de bovenbeschreven manier vier of vijf blokken „lopen” om een taxi te krijgen die haar naar de Koninkrijkszaal brengt. Zij spreekt nu met anderen over de waarheid.
Aanmoedigend nieuws van Madagascar: „Tegen het einde van december 1983”, zo vermeldt het bijkantoorverslag, „dienden wij een aanvraag in voor wettelijke erkenning van ons werk, en wij zijn Jehovah dankbaar dat ons verzoek op 24 februari 1984 werd ingewilligd. Dit wil niet zeggen dat het in 1970 uitgevaardigde verbod op ons werk is opgeheven, maar wij konden ons nu laten registreren als een nieuwe plaatselijke vereniging, en de vreugde van alle broeders was groot toen zij het nieuws hoorden. De velddienstactiviteit nam toe, zodat wij in april twee bijzondere hoogtepunten bereikten — 1708 verkondigers leverden bericht in en 8977 personen woonden de Gedachtenisviering bij.”
Andere Afrikaanse landen hebben soortgelijke aanmoedigende verslagen ingezonden. Dat uitgestrekte continent krijgt wel een heel verbazingwekkend getuigenis. Er wonen miljoenen mensen die door huisbijbelstudies geholpen kunnen worden hun leven in harmonie te brengen met Jehovah’s wegen. Gezien de vele problemen en moeilijkheden waarvoor onze broeders in Afrika zich gesteld zien, kan al deze theocratische activiteit alleen bewerkstelligd zijn door Jehovah’s geest. Laten wij nu een blik slaan op de theocratische ontwikkelingen in een ander reusachtig veld, Azië.
Bezielende verslagen uit Azië
Duizenden jaren lang hebben de religies van Babylon de Grote dit bijzonder volkrijke gebied in de diepste geestelijke duisternis en mystiek gehuld gehouden. Nu dringt het licht van de Theocratie echter door die sluier heen en groot is de vreugde van degenen voor wie het licht geworden is. Wij zijn zeer dankbaar dat er zulke prachtige resultaten worden bereikt.
Vooruitgang in Pakistan: Het is zeer aanmoedigend toename in een mohammedaans land zoals Pakistan te zien. Er is nu een hoogtepunt van 231 verkondigers bereikt. Dit kwam tot stand door grotere hulppioniersactiviteit. De familiebanden zijn zo hecht dat het, ongeacht de religie die men belijdt, moeilijk is zich van familietradities los te maken. Door 2 Korinthiërs 6:14-18 aan te halen, slaagde een jonge verkondiger er echter in een andere jongeman te helpen zich los te maken van een pinkstergroepering. Nu prediken die jongeman en zijn vriend ijverig en zij gaan goed vooruit in de richting van de doop. Ook de moeilijkste gebieden dragen bij tot de toename van de Theocratie.
„Resultaten die ons zeer gelukkig stemmen”: Zo beschrijft India het afgelopen dienstjaar. Zij hadden vijf hoogtepunten in verkondigers en hebben een aantal van 6552 bereikt, vergeleken bij 5842 het jaar daarvoor. Dit is voor een groot deel toe te schrijven aan het werk van de broeders die de plaatselijke talen spreken. Er werden bijvoorbeeld zeven congressen gehouden in de inheemse talen, wat de aanwezigen in staat stelde veel meer profijt van de lezingen te trekken. De nieuwe bijkantoorfaciliteiten in India naderen hun voltooiing. Het nieuwe gebouw wordt al in gebruik genomen, en nu men er beter is toegerust, zien de broeders uit naar fijne expansie.
Een jonge student aan een hogeschool kreeg van een van zijn vrienden het Evolutie- en het Jeugd-boek. Deze jongeman — hij was rooms-katholiek — geloofde in evolutie en dacht dat de bijbel niet betrouwbaar was. Het lezen van de twee boeken bracht hem tot andere gedachten. Hij ging inzien dat er een ware God is die een zekere hoop voor de toekomst biedt. Ondanks tegenstand van familieleden bestudeerde hij de bijbel met de Getuigen en woonde vergaderingen bij. Hij gaf ook getuigenis aan zijn medestudenten. Hoewel hij door een paar studenten in elkaar geslagen werd, bleef hij vrijmoedig de bijbelse waarheid verkondigen. Het resultaat was dat hij acht van zijn medestudenten kon begeleiden tot de opdracht en doop. Hij deelde de waarheid ook met zijn familieleden en verscheidenen van hen gingen studeren. Een van zijn vleselijke broers werd gedoopt en zijn moeder wil binnenkort gedoopt worden. Drie nichtjes, van wie er twee katholieke nonnen waren, namen de waarheid ook aan en werden gedoopt. Dit bracht het aantal mensen die de waarheid hebben aanvaard sinds hij vier jaar geleden vrijmoedig en ijverig begon te prediken, op een totaal van 24. Wat een opmerkelijke geschiedenis!
Kleine Susan, die op de lagere school in de tweede klas zit, vertelde de bijbelverhalen zo goed in de klas dat haar rooms-katholieke onderwijzeres zich een exemplaar van Mijn boek met bijbelverhalen aanschafte. De onderwijzeres gebruikt dat boek nu bij haar godsdienstlessen en ook de meeste leerlingen hebben hun eigen exemplaar. Susans moeder was dolblij toen zij zag dat alle eerste prijzen voor godsdienstonderricht op die school exemplaren van Mijn boek met bijbelverhalen waren.
Vooruitgang op Sri Lanka: Het boeddhisme en andere oosterse godsdiensten overheersen op dit prachtige eiland dat ongeveer 32 km uit de zuidoostkust van India ligt. Een jonge zuster die met veel overredingskracht spreekt, staat regelmatig in de hulppioniersdienst. In vijf maanden verspreidde zij 1059 tijdschriften en sloot 185 abonnementen af, wat ongeveer een vijfde is van de abonnementen die dat bijkantoor voor het afgelopen dienstjaar berichtte.
Een rooms-katholieke boer, die de mensen angst inboezemde met zijn opvliegendheid en zijn gedrag, had als hobby hanengevechten. De mensen kwamen uit de wijde omtrek om wel duizenden rupees in te zetten bij de gevechten. Uiteindelijk leerde hij de waarheid kennen en zag in dat zijn hobby Jehovah niet behaagde. In het begin was zijn vrouw tegen de waarheid gekant, maar later volgde zij zijn voorbeeld. En hoewel hem 1500 rupees werd geboden voor zijn beroemde vechthaan, ging deze op een avond de pan in. Nu staan de mensen overal in de omgeving versteld van de veranderingen die zich in het leven van deze man hebben voltrokken, en dit heeft tot een voortreffelijk getuigenis ten gunste van de waarheid geleid.
Opmerkelijke gebeurtenissen in Japan: „Wij zijn Jehovah dankbaar dat hij het werk in ons land blijft zegenen.” Dit zijn de warme gevoelens van onze broeders in Japan, waar zoveel opmerkelijke gebeurtenissen in verband met de theocratische expansie plaatsvinden. Dit land had in augustus 1984 zijn 68ste achtereenvolgende maandelijkse hoogtepunt in verkondigers — 92.022! Het gebied in Japan wordt nu heel intensief, deels zelfs om de zeven of tien dagen, bewerkt. Wat een ijverig volk! Jehovah zegent hun krachtsinspanningen rijkelijk, wat blijkt uit het aantal van 224.696 aanwezigen op de Gedachtenisviering van 1984!
Japan kan nauwelijks voldoen aan alle behoeften die uit de „verkondigersexplosie” voortvloeien. Daarom zijn er nu regelingen getroffen voor de bouw van een ander Bethelhuis, van acht verdiepingen, en een nieuwe zes verdiepingen hoge drukkerij. Als wij bedenken dat hun huidige reusachtige gebouwen pas in mei 1982 ingewijd zijn, vragen wij ons af wat er nog meer in het verschiet ligt.
Een vrouw hoorde over de waarheid via een speciale pionierster, die drie jaar lang geduldig nabezoeken bracht. Toen de speciale pionierster deze dame uitlegde hoe liefde in 1 Korinthiërs hoofdstuk 13 wordt gedefinieerd, raakte zij ervan overtuigd dat dit de waarheid was. Zij was actief geweest in haar vorige religie en had daar veel familieleden voor gewonnen. Nu nodigde zij al deze familieleden uit, vertelde hun dat zij eindelijk de ware religie had gevonden en moedigde hen aan zich in de waarheden van de bijbel te verdiepen. Wat was het resultaat? In vijf jaar tijd zijn meer dan vijftig van haar familieleden Jehovah’s Getuigen geworden. Een van hen was een timmerman die het goede nieuws eveneens met zijn collega’s, familieleden en kennissen deelde. Het resultaat was dat er 24 van hen in de waarheid kwamen. Verreweg de meesten van deze mensen zijn verbonden met drie gemeenten in de prefectuur Tojama. Het vertellen van de waarheid aan personen die nauw aan ons verwant zijn, kan zeker grote zegeningen afwerpen. In heel Japan heerst de pioniersgeest, daar gemiddeld 37 procent van de verkondigers elke maand in de pioniersdienst staat.
Doorgaan in een veelgeplaagd land: Ook het afgelopen jaar in Libanon werd gekenmerkt door oorlog en geweld. Ruim vijf maanden was het luchtverkeer met het land opgeschort en was het moeilijk contact te krijgen met broeders in landen die ook onder de zorg van dit bijkantoor vallen. Veel broeders waren gedwongen hun huis te verlaten en vluchtten naar andere delen van het land. Sommigen raakten gewond, maar geen van hen is omgekomen. De congressen werden in kleine groepen gehouden en in de velddienst werd de methode gebruikt die, al naar gelang de omstandigheden in een gebied, het beste leek. Ondanks dit alles konden de broeders berichten: „Wij hebben altijd het geestelijke voedsel ontvangen dat wij nodig hebben. Daar zijn wij dankbaar voor en wij bidden of Jehovah zijn dienaren hier in staat wil stellen om hem onder alle omstandigheden die misschien nog zullen komen, te blijven dienen.”
De hulppioniersdienst is voor velen in Libanon een zegen gebleken. Na de dood van haar man schreef een 84-jarige zuster: „Al mijn kinderen waren volwassen en getrouwd en hadden een gezin. Zij verwaarloosden mij niet, maar hun bezoeken wogen niet op tegen het verlies en de eenzaamheid waaronder ik gebukt ging. Toen opperde een van de ouderlingen in onze gemeente het idee de hulppioniersdienst eens te proberen. Ik aarzelde maar besloot ten slotte toch een poging te wagen. Wat een vreugde! Ik had het gevoel dat Jehovah mij deze leeftijd had laten bereiken opdat ik de hulppioniersdienst kon meemaken. Sindsdien heb ik elke maand in de hulppioniersdienst gestaan.”
Israël dankbaar voor toename: Het is altijd heel moeilijk geweest om aan de mensen in dit land getuigenis te geven, maar het bijkantoor is blij te kunnen berichten dat zij eindelijk de mijlpaal van 300 verkondigers hebben bereikt, waarvoor de broeders zeer dankbaar zijn! De familiebanden zijn heel hecht en velen riskeren de tegenstand niet die zij te verduren krijgen als zij de waarheid aanvaarden. Maar sommigen nemen een vastberaden standpunt in. Een jongeman bijvoorbeeld bad tot God om de waarheid en enkele dagen later ontmoette hij in de bus een vriendin; hij werd uitgenodigd om mee te doen aan haar bijbelbesprekingen. Hij maakte goede vorderingen, en ondanks het dreigement van zijn vader dat hij ’hem beide benen zou breken’, ging hij door met zijn bijbelstudie. Hij stond zelfs pal in de neutraliteitskwestie en werd tot cellulaire gevangenisstraf veroordeeld. Ook toen hield hij stand en hij staat nog steeds pal voor de waarheid.
Eveneens in Israël nam een moslem enkele boeken aan de deur, maar de Getuigen kwamen nooit terug voor een verdere bespreking. De volgende keer dat er Getuigen aan de deur kwamen, stond hij er daarom op dat zij terugkwamen, en dat deden zij. Hij ging de bijbel bestuderen en kwam in de waarheid. Dit beklemtoont de noodzaak al het mogelijke te doen om altijd terug te gaan naar iemand die belangstelling heeft getoond.
Thaise broeders blij met dopelingen: Het recente districtscongres in Thailand stemde alle aanwezigen zeer dankbaar omdat er 46 dopelingen waren — ongeveer 4 procent van de 1147 aanwezigen. Steeds meer mensen in Thailand verheugen zich in de hoop op het Koninkrijk. Een lid van de Bethelfamilie in Thailand verspreidde een Bijbelverhalen-boek bij een bibliothecaris op een katholieke school en legde er een traktaat in waarin het Eeuwig leven-boek werd aanbevolen. Later ging een onderwijzeres naar de schoolbibliotheek, op zoek naar een boek dat zij kon gebruiken bij haar lessen over de bijbel. Zij vond het Bijbelverhalen-boek en dat viel zo in de smaak dat zij de zuster opbelde en dertig exemplaren bestelde voor de leerlingen. Toen de zuster deze boeken ging brengen, kon zij ook enkele exemplaren van het Eeuwig leven-boek verspreiden. Dit bracht de zuster op het idee om de bibliothecarissen van de verschillende scholen en universiteiten te bezoeken, waar gewoonlijk cursussen in vergelijkende godsdienst worden gegeven. Op die manier slaagde zij erin 280 boeken en 240 Leven op aarde-brochures te verspreiden en 20 abonnementen af te sluiten.
De Filippijnen gaan met grote stappen vooruit: In het dienstjaar 1984 werd een hoogtepunt van 75.257 verkondigers bereikt, en er was een gemiddelde toename van 8 procent over 1983. Dit is zeer bevredigend en duidt erop dat het werk zich in dat land goed ontwikkelt. Er werden elke maand zo’n 200 aanvragen voor de pioniersdienst ontvangen en zolang die tendens voortduurt, zal ook de expansie in het veld zeker aanhouden. In april was er een voortreffelijk totaalaantal van 13.984 hulppioniers in het land.
Vanwege de beperkte financiële middelen was in een gezin met vijf kinderen alleen de vader van plan het districtscongres in Manila bij te wonen. Hij is visser en de vangsten waren slecht. Toch baden zij om hulp tot Jehovah opdat het hele gezin het congres zou kunnen bijwonen. Vlak voor het congres gingen de vader en zijn zoontje van twaalf uit vissen. Zij baden Jehovah hun krachtsinspanningen te zegenen. Na veel fiasco’s stelde de jongen zijn vader voor het nog één keer te proberen, en zo gezegd, zo gedaan. Zij waren verbaasd toen zij bij het inhalen van hun net bemerkten dat zij een vangst van ruim 500 kilo vis hadden! Door de verkoop hiervan hadden zij meer dan voldoende om met het hele gezin naar het congres te kunnen gaan.
Getuigenis geven in de dodencellen: Al jaren lang bezoeken ouderlingen op de Filippijnen om beurten de Nationale Strafgevangenis van Muntinlupa in Metro Manila en leiden er bijbelstudies bij personen in dodencellen die om een studie hebben gevraagd. Op een keer kwam er, toen er in een cel een bijbelstudie werd geleid, een andere gevangene vlakbij staan om mee te kunnen luisteren. Hij deed dit tijdens verscheidene studies. Op een dag spraken zij over de losprijs en hoe door Jezus’ offer de weg was gebaand voor vergeving van zonden. Hierop vroeg de man die had staan luisteren aan de ouderling: „Wilt u daarmee zeggen dat er zelfs voor mij nog vergeving mogelijk is na alles wat ik heb gedaan?” Hij was ter dood veroordeeld omdat hij een aantal mensen had vermoord.
Onlangs droeg hij zijn leven aan Jehovah op en deed het verzoek gedoopt te worden. Zijn terechtstelling was echter al vastgesteld op een datum vóór de dag dat hij op het tijdstip van de kringvergadering gedoopt zou worden. Dus diende hij een verzoek tot uitstel van zijn executie in en dat werd ingewilligd. Hij werd op 29 juni 1984 gedoopt en verheugt zich ondanks zijn komende terechtstelling over zijn pasgevonden verhouding met Jehovah. Drie andere ter dood veroordeelden werden tegelijk met hem gedoopt in een watertank op het dak van de gevangenis.
Een bijbelstudie die veel vrucht afwierp: In Korea richtte een pionierster een bijbelstudie bij een dame op. Al spoedig kwam er een boeddhistische buurvrouw bij de studie zitten. De pionierster nam er tijdens elke studie tien tot twintig minuten voor af om zich tot de boeddhistische vrouw te wenden met opmerkingen die het verschil duidelijk moesten maken tussen de liefdevolle, barmhartige Schepper, Jehovah, en de boosaardige valse goden die vredig gestemd moesten worden. Zij legde uit dat Satan en de demonen eropuit zijn het geloof van mensen in God teniet te doen. Op een dag vroeg de boeddhistische buurvrouw aan de pionierster wat er met haar en haar gezin zou gebeuren als zij al haar afgoden zou vernietigen en Jehovah zou gaan aanbidden.
Zij werd gerustgesteld en de ouderlingen van de gemeente hielpen haar bij het vernietigen van de vele afgoden die zij in haar huis had. Daarna werd zij door de demonen lastig gevallen, maar zij kende de oorzaak van het probleem en wist dat hier geen overleden voorouders achter staken. Na verloop van tijd werden zeven leden van dit gezin gedoopt — de dame, haar man en vijf kinderen. De moeder en één dochter zijn nu in de gewone pioniersdienst. En hoe staat het met de huisbewoonster bij wie de studie werd begonnen? Zij is gedoopt en vier van haar vleselijke zusters hebben nu studie.
Zulke ervaringen bewijzen dat de krachtige uitwerking van de waarheid nu door de religieuze barrières van Satans wereld heen dringt. Wij zijn beslist in de tijd beland dat mensen uit de natiën beseffen dat „God met ulieden is” en zeggen: „Laten wij toch vooral gaan om het aangezicht van Jehovah te vermurwen” (Zach. 8:20-23). Dit gebeurt ook in Australië en op de eilanden in de Stille Zuidzee, waarop wij nu onze aandacht zullen richten.
Australië en de eilanden in de Stille Zuidzee zijn verheugd over grote toename
„Weer een opvallend goed jaar”: Zo beschreef het Australische bijkantoor het dienstjaar 1984. Voor de eerste maal heeft het aantal verkondigers de 40.000 overschreden, wat ongetwijfeld onder meer toe te schrijven is aan het feit dat de pioniersgeest er opmerkelijk gefloreerd heeft. In april stonden 10.250 predikers in de pioniersdienst, bijna 25 procent van het totale aantal verkondigers. Het werk onder de Aboriginals blijft zich snel uitbreiden. Er wordt een groot aantal bijbelstudies bij deze mensen geleid en flinke groepen van wel 100 personen komen geregeld bijeen. In deze groepen gonst het van de activiteit. Een groot aantal van de inheemse broeders neemt deel aan de hulppioniersdienst.
„Een jaar van groei”: Zo spreekt Nieuw-Zeeland over het dienstjaar 1984. Het dienstjaar begon met het tekenen van een contract voor de aankoop van een stuk land van 6 ha waarop een nieuw Bethelcomplex wordt gebouwd. Honderden broeders en zusters hebben aangeboden bij het werk te helpen. Sinds het dienstjaar 1980 was het aantal gemeenten in dit land op 119 blijven staan, maar dit afgelopen dienstjaar steeg het aantal tot 132. Het gemiddelde aantal verkondigers is met 8 procent gestegen. „Bijzonder opwindend voor ons”, zo vermeldde het bijkantoorverslag, „was dat wij voor de eerste keer de 1000 hulppioniers overschreden.” Het aantal bijbelstudies kwam voor de eerste keer boven de 5000 en 18.066 personen woonden de Gedachtenisviering bij — het hoogste aanwezigenaantal tot dusver!
Een gescheiden vrouw met zeven kinderen had een zeer ongelukkig gezinsleven vol ruzie. Op een dag, bij de begrafenis van haar eigen vader, hoorde zij een van haar volwassen dochters met een andere vrouw over de bijbel praten. Zij ging een week bij deze dochter logeren. Gewoonlijk kibbelden zij en vlogen elkaar in de haren, maar nu was het anders. De dochter was zo kalm en wist zo’n prettige sfeer in het gezin te scheppen, dat de moeder bij zichzelf dacht: ’Kan deze God die zij Jehovah noemt, haat wegnemen?’
Een maand later begon zij te studeren en één voor één werden de dingen die zij verkeerd deed, rechtgezet, en zij werd gedoopt. Zij dient nu als hulppionierster. Drie dochters, één schoonzoon en één zus met haar twee kinderen bestuderen de bijbel. Zij verklaart: „Mijn gezinsleven is nu zo vredig. Dank jullie wel, broeders en zusters. Dank u, Jehovah!” Wat een heerlijk resultaat!
Vreugdevol verslag uit Guam: Dit bijkantoor brengt ons het nieuws dat er op de hoofdeilanden van de Marshall Eilanden en van de eilandengroepen Ponape, Kosrae, Truk, Saipan, Yap, Belau, Kiribati en Nauru een voortreffelijk getuigenis wordt gegeven. Zoals een regeringsfunctionaris op Belau onlangs opmerkte, geniet „de naam Jehovah op deze eilanden grote bekendheid”. Het afgelopen jaar zijn er door ouderlingen en zendelingen pogingen gedaan om de verder gelegen eilanden of atollen te bereiken. Zij reisden er per boot heen, predikten tot de plaatselijke bewoners in hun taal en lieten lectuur achter.
In het dienstjaar 1984 werd niet alleen De Wachttoren in zes verschillende talen uitgegeven, maar kregen de broeders tot hun grote vreugde ook het Eeuwig leven-boek in het Kosraees en het Japees. Koninkrijksnieuws nr. 31 in het Gilbertees was de eerste publikatie die het Genootschap ooit in die taal heeft gedrukt. Dit traktaat werd enthousiast door de bevolking ontvangen en er zijn nieuwe bijbelstudies uit voortgevloeid. Het werd ook vertaald in het Kosraees, Marshallees, Ponapeaans, Truks en Japees. In april stond 37 procent van de 614 verkondigers in de pioniersdienst. Het bijkantoor vertelt de volgende ervaring over een jonge pionierster die gezegend werd wegens haar vastberaden standpunt voor de waarheid ondanks krachtige tegenstand van haar familie.
„In september 1982 ging een twintigjarige zuster in de gewone pioniersdienst. Al spoedig kwam het tot ernstige vervolging, daar haar ouders geregeld hadden dat zij met een ongelovige zou trouwen. Zij hield zich strikt aan de bijbelse raad ’alleen in de Heer te trouwen’ en weigerde daarom met deze man in het huwelijk te treden (1 Kor. 7:39). De daaropvolgende zes maanden was zij vrijwel een gevangene in haar eigen huis.
Zij was vastbesloten in maart 1983 de Gedachtenisviering bij te wonen. Driemaal vroeg zij haar vader om toestemming, maar hij weigerde haar te laten gaan. Daarop stelde zij haar ouders ervan in kennis dat zij de vergaderingen weer ging bijwonen. Haar vader was woedend en toen zij weer thuiskwam van haar eerste vergadering na zes maanden, zette hij haar het huis uit. Met niets dan haar velddiensttas en de kleren die zij aan had, ging zij naar haar tante, die een van Jehovah’s Getuigen is. De volgende dag ging zij direct opnieuw in de velddienst. Nu gaat zij ijverig als gewone pionierster verder. Zij leidt tien bijbelstudies. Haar ouders hebben hun verontschuldigingen aangeboden voor de manier waarop zij haar zes maanden lang behandeld hadden en haar gesmeekt weer thuis te komen. Zij is teruggegaan op voorwaarde dat niemand en niets haar belemmert in haar dienst voor Jehovah.”
Blijdschap op Papoea Nieuw-Guinea: De broeders hier verheugen zich over de fijne vorderingen tot rijpheid in de geïsoleerde gemeenten. Dit is heel goed en het zal tot nog meer toename bijdragen. Het aantal hulppioniers is met 34 procent toegenomen, wat een verder blijk van rijpheid is, en de Gedachtenisviering werd door 7704 personen bijgewoond, ruim duizend meer dan het vorig jaar — een groot veld voor expansie. Een man die verscheidene jaren geleden contact had met de Getuigen, was verhuisd; hij was naar zijn dorp teruggegaan. Onlangs woonde hij een kringvergadering bij. Na de vergadering stapte hij op de reizende broeders toe en verklaarde dat de dorpsoudsten uit het geïsoleerde gebied waar hij woont, hadden verzocht of de Getuigen naar dat gebied wilden komen om er alle geestelijke belangstelling te behartigen. Ook hier komt men dus de weg naar Sion vragen.
Goed nieuws van Fidji en Hawaii: De broeders in Fidji bereikten zes nieuwe hoogtepunten in verkondigers, het laatste in augustus, met 950 predikers. Velen in Fidji wagen de stap om te gaan pionieren en worden veel produktiever. Ook Hawaii zag uit naar voortreffelijke toename in 1984 en werd daarin niet teleurgesteld. Voor de eerste maal leverden meer dan 5000 verkondigers bericht in en in april had 23 procent van hen zich aangemeld voor de een of andere tak van de volle-tijddienst. Twee gemeenten rapporteerden elk 37 hulppioniers, terwijl in een derde gemeente zich bij de 31 pioniers 46 hulppioniers voegden, wat een totaal van 77 pioniers voor die gemeente in de maand april betekende.
Tahiti’s geestelijke paradijs: Als een van de „paradijseilanden” van de Stille Zuidzee ervaart ook Tahiti de zegeningen van het geestelijk paradijs. De broeders daar bereikten een toename van 14 procent in het aantal verkondigers. Zij hadden een hoogtepunt in bijbelstudies en nabezoeken, waaruit blijkt dat zij goede vorderingen maken met het onderwijzen van iedereen die graag iets over Gods Woord te weten wil komen. De broeders bezoeken ook de verder gelegen eilanden en de resultaten blijven niet uit. Op het eiland Hiva Oa was het nodig te wachten totdat de zes gezinnen klaar waren met hun kerkdienst. Toen namen alle zes de gezinnen de lectuuraanbieding, waaronder een abonnement op De Wachttoren in het Tahitiaans. Het hoofd van de kerk verklaarde dat dit nu juist het soort lectuur was waarnaar hij had gezocht om de bijbel te begrijpen.
Theocratische produktiviteit op de Salomonseilanden: Daar is sprake van een verbazingwekkende vooruitgang. De broeders waren blij met het nieuwe hoogtepunt van 640 verkondigers dat in april werd bereikt, en het aantal aanwezigen op de Gedachtenisviering bedroeg 3210 — meer dan vijfmaal het aantal verkondigers. Het afgelopen jaar zijn drie eilanden voor de eerste maal bewerkt. De Anglicaanse Kerk heeft grote macht op deze eilanden en een speciale pionier werd door de leider van de kerk uitgenodigd om de ongehuwde mannen toe te spreken. Toen hij over Jehovah begon te spreken, werden sommigen echter kwaad en wilden hem in zee gooien. Eén jongeman keerde zich echter naar de groep en vroeg moedig: „Waarom doen jullie dat? Misschien zou het beter zijn als jullie de bijbel uit jullie kerk gooiden!” De anderen keerden zich nu tegen hem maar hij stond zijn mannetje. Hij begon te studeren, bracht zijn leven in het reine en besteedt nu vele uren aan de prediking van het goede nieuws tot anderen.
De enige verkondiger op een van de eilanden vertelt dat een bijbelstudie die Oswald heette voor de ouderlingen en de bisschop van de Anglicaanse Kerk werd ontboden toen bekend werd dat hij met de Getuigen studeerde. „Waarom studeer je met hen?” vroeg de bisschop streng. „Zij leren mij de bijbel, en ik smul ervan”, luidde Oswalds antwoord. „Jarenlang heb ik ernaar gehongerd de bijbel te kennen en wat ik nu leer, zal ik niet opgeven.” Tot verbazing van de anderen keerde de bisschop zich tot hen met de woorden: „Laat hem zijn gang maar gaan! Niemand mag het worden belet de bijbel te leren kennen als hij dat zó graag wil.” Oswald en zijn vrouw smullen nog steeds van de bijbelse waarheid en zij leren er meer over bij hun geregelde studies.
Bevrijd van demonisme: Het bijkantoor in Nieuw-Caledonië heeft het afgelopen dienstjaar een Pioniersschool kunnen organiseren, die door twaalf plaatselijke pioniers werd bijgewoond. Onder hen was een zuster die voordat zij de waarheid leerde kennen zo veel gezinsproblemen had, dat zij naar de guérisseur (toverdokter) placht te gaan. Zij heeft zelfs al die „dokters” die in Nieuw-Caledonië praktizeren, bezocht en wel $1000 per maand uitgegeven, maar zonder resultaat! Toen kwam zij met de waarheid in contact en besefte dat die de enige oplossing voor haar moeilijkheden was. Zij ontdeed zich van al haar boucans (bijeengebonden wortels en bladeren die door een guérisseur ter bescherming worden verstrekt). Nadat zij deze voorwerpen had weggedaan, begonnen de demonen haar lastig te vallen. Zij vertelde dat zij een hele dag tot Jehovah had moeten bidden. Uiteindelijk, na een strijd van 24 uur, verlieten de demonen haar. Wat is deze zuster gelukkig nu zij als pionierster dient en de waarheid die mensen vrijmaakt met anderen deelt! — Joh. 8:32.
Nieuw bijkantoor opgericht: Wij willen deze prachtige oorden niet verlaten zonder te vermelden wat er in West-Samoa is gebeurd. Voor onze broeders daar was de oprichting van een nieuw bijkantoor in Apia op 1 februari 1984 het hoogtepunt van het dienstjaar. Het bijkantoor heeft nu het opzicht over het werk in West-Samoa, Niue, Tonga en Tuvalu. Ook werd er een nieuwe gemeente opgericht in Vavau in Tonga. Hele gezinnen aanvaarden de waarheid, wat betekent dat er een hechtere samenhang in de gemeenten bestaat. Deze fijne ontwikkelingen zijn voornamelijk het resultaat van de grotere pioniersactiviteit. Ouders worden geholpen hun kinderen bij hun studie te betrekken. Een echtpaar werd ruim 25 jaar geleden uitgesloten. Zij beseften waar de waarheid zich bevond maar deden geen moeite om naar de gemeente terug te keren. Zij brachten hun kinderen echter wel de bijbelse beginselen bij, met als resultaat dat hun vier dochters actief werden in de velddienst en in de pioniersdienst gingen. Nu zijn de vader en moeder gelukkig hersteld in de gemeente en tot hun grote vreugde in geestelijk opzicht met hun gezin herenigd. Wat een ongewone maar verheugende afloop! Maar laten wij nu eens aandacht besteden aan de theocratische expansie in het Europese werelddeel.
Hartverwarmend nieuws uit Europa
Net als bij de andere delen van de wereld staat de ruimte ons niet toe meer dan enkele bijkantoorverslagen uit Europa de revue te laten passeren.
Toename in Italië duurt voort: De broeders in Italië, midden in het bolwerk van het katholicisme, zijn daar getuige geweest van een verbazingwekkende kentering. Onder het fascistische bewind tijdens de Tweede Wereldoorlog was het aantal Getuigen in Italië teruggelopen tot ongeveer 100. Nu, veertig jaar later, hebben zij het verbluffende aantal van 116.555 bereikt. Het lijkt wel of het aantal bij elk bericht groeit! De Gedachtenisviering werd bijgewoond door het reusachtige aantal van 250.868 personen, dus de mogelijkheden voor toename worden steeds groter.
Een jonge broeder heeft in verband met een schoolopdracht een wel heel bijzonder voorrecht gehad. De leerlingen moesten een tekening maken over het onderwerp „Het leven gisteren en vandaag”. Ons broertje koos de afbeeldingen op de bladzijden 131 en 150-153 in het Eeuwig leven-boek. Zijn tekening kwam in zijn district als de beste uit de bus en op 2 december 1983 kreeg hij de gelegenheid naar Rome te gaan, waar de president van Italië deelnam aan de prijsuitreiking. De jonge Alessandro had een exemplaar van het Eeuwig leven-boek bij zich en toen de president in zijn buurt kwam, gaf hij het aan hem. De president bedankte de jongen en zei: „Ik vind het een mooi cadeau.” Andere jongens, die zagen en hoorden wat er gebeurde, wilden er meer van weten. Zo kreeg Alessandro nog meer gelegenheid om een goed getuigenis te geven.
Een andere broeder nam zijn exemplaar van het Eeuwig leven-boek mee naar zijn werk op het vliegveld. Het lag open op zijn bureau bij bladzijde 12 en 13 toen er een piloot met twee bemanningsleden langs kwam. Hij keek naar de illustraties en zei: „Wat zou het heerlijk zijn om zo te leven!” Toen vroeg hij de broeder waar hij een exemplaar kon krijgen. Ook de bemanningsleden wilden een exemplaar hebben. Twee dagen later bracht de broeder de drie exemplaren voor hen mee. Na enkele weken kwam de piloot terug en bestelde 37 exemplaren. Een maand daarna kwam de piloot weer bij broeder Alfonso om 48 exemplaren voor andere piloten en bemanningsleden te bestellen. Bovendien zag een collega het boek en vroeg om 31 exemplaren. Tot nu toe heeft broeder Alfonso op deze manier dus 120 van deze prachtige boeken kunnen verspreiden. Het laat zien dat de mensen in Italië snakken naar geestelijk voedsel en waarom zij op het ogenblik zo gunstig op de waarheid reageren.
„Explosie van belangstelling op alle fronten”: Zo beschrijven de broeders in Portugal het dienstjaar daar. Zij barsten op het ogenblik uit hun voegen en moeten nodig ’de plaats van hun tent wijder maken’ (Jes. 54:2). Er zijn verbazingwekkende hoogtepunten bereikt aan verkondigers, pioniers, bijbelstudies, ja, in alle takken van activiteit, tot opwinding en vreugde van Jehovah’s volk in Portugal. „De Koninkrijkszalen”, zo zegt het verslag, „kunnen de recordaantallen bezoekers niet meer verwerken. Meer dan 10 procent van alle gemeenten is bezig met de bouw of de aanschaf van grotere zalen. Op het bijkantoor leggen de afdelingen zelfs al beslag op de eetzaal. Indien Jehovah het wil, hopen wij volgend jaar een begin te kunnen maken met de bouw van een nieuw Bethelcomplex.”
Het bijkantoor laat ons delen in de vreugde van een voorheen gedesillusioneerd man: „Toen ik zag waartoe de religie en de politiek hebben geleid, werd het omverwerpen van de gevestigde maatschappelijke orde mijn levensdoel. Ik sloot mij aan bij een groep terroristen en werd opgeleid in het hanteren van allerlei wapens; ik heb aan heel wat gewapende roofovervallen deelgenomen. Mijn leven was voortdurend in gevaar. Na verloop van tijd werd het duidelijk dat wij voor een verloren zaak streden. Ik was een gefrustreerd mens, overmand door een gevoel van volstrekte hopeloosheid. Toen kwam er een Getuige bij ons aan de deur. Zij vertelde mij over Gods koninkrijk. Ik bleef erbij dat ik mijn tijd stond te verknoeien en stelde voor dat mijn vrouw naar haar zou luisteren. Dat deed zij, en er werd een huisbijbelstudie begonnen. Uiteindelijk stemde ik erin toe de studie bij te wonen. Ik heb geen woorden om de opluchting te beschrijven die ik voelde toen ik begreep wat de stuwende kracht is die de mensheid tot het kwaad drijft. De schitterende belofte van het Koninkrijk heeft mij een hoop en een doel in het leven gegeven die mij staande houden. Mijn vrouw en ik smaken nu de vreugde opgedragen lofprijzers te zijn van Jehovah, de ware Bevrijder van de onderdrukten.”
Toegenomen krachtsinspanningen in het Franse veld: Ook dit land gaat samen met onze andere gelukkige familieleden in Europa voorwaarts. Het gemiddelde verkondigersaantal van 79.568 betekende een toename van 6 procent. Het aantal hulppioniers nam toe met 39 procent! De gemeenteverkondigers bereikten een gemiddelde van zeventien uur per maand in de velddienst.
Jehovah zegent een neutraal standpunt: Nederland is bijzonder aangemoedigd door de groei van de theocratische belangen daar. De broeders melden veel geweldige ervaringen die aantonen hoe mensen reageren op de boodschap van leven. Zo was er een geïnteresseerde wiens werk in de Rotterdamse haven voornamelijk met oorlogsschepen te maken had. Zijn baan stond zijn verlangen zich te laten dopen in de weg. Er waren in de havens honderden ontslagen gevallen en iedereen die werk had, werd als een geluksvogel beschouwd. Toch vroeg deze man zijn werkgever om werk op koopvaardijschepen in plaats van oorlogsschepen. Dit werd niet alleen geweigerd, maar ook dreigde men hem met ontslag. De man naderde in gebed tot Jehovah en ging nogmaals met hetzelfde verzoek naar zijn werkgever. Hij verwachtte dat hij zijn ontslag zou krijgen. Maar hij kreeg wat hij wel het allerminst verwacht had — werk op koopvaardijschepen. Bij de eerstvolgende gelegenheid werd hij gedoopt.
Ierland in opmars: De broeders hier melden een toename van 7 procent in het aantal verkondigers en zijn blij met het Bijbelverhalen-boek in het Iers. Eén gemeente verspreidde er gemiddeld om de tien minuten een exemplaar van. De broeders bewerken nu hun plattelandsgebied en oogsten voortreffelijke resultaten. Op een koude, natte namiddag kwamen zij bij een dame die zo gedeprimeerd was geweest dat zij tot God had gebeden om ’haar weg te nemen of haar te helpen’. De volgende dag al kwamen de verkondigers bij haar! Zij bevindt zich nu veilig binnen de kooi en zegt: „Ik voelde mij als een verdwaald schaap dat eindelijk zijn stal gevonden heeft.”
Bij een man genaamd Martin werd het Eeuwig leven-boek verspreid. Toen er een nabezoek bij hem werd gebracht, had hij het boek nog niet gelezen. Maar dat nabezoek bracht hem ertoe het wel te lezen. Door twee dingen werd zijn hart geraakt. Het ene was de afbeelding van de priester die wapens zegende. Dat was een kwestie die hem al eerder aan het denken had gezet. Het andere punt was de opmerking dat Satan mensen het gevoel kan geven dat zij het te druk hebben om de bijbel te bestuderen. Hij kwam nu tot de conclusie dat hij op zoek moest gaan naar de Getuigen. Terwijl hij de stad inreed, bad hij: „God, als ik hier verkeerd aan doe, laat mij dan de zaal niet vinden.” Maar hij vond hem wel! De volgende dag kwam hij naar de vergadering, toen naar de Gedachtenisviering en nu komt hij regelmatig, samen met zijn twee dochtertjes. Hij moet zijn ernstig zieke vrouw verzorgen, maar hij heeft goede vorderingen gemaakt en gaat in de velddienst. Hij overweegt zich op te dragen.
„Werkelijk een belangwekkend jaar”: Dit is het verslag uit Groot-Brittannië. Zij waren zeer aangemoedigd door de in 1983 in Leicester gehouden jaarvergadering van de Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania. De aanwezigheid aldaar van leden van het Besturend Lichaam en het zien van de minstens 3000 theocratische oudgedienden die deze gebeurtenis bijwoonden, heeft een buitengewoon stimulerende uitwerking op het land gehad. Zij hebben het beste pioniersjaar tot nu toe beleefd en in augustus een hoogtepunt van 97.495 verkondigers bereikt. Er liggen mogelijkheden voor toename, blijkens het aantal van 187.709 aanwezigen bij de Gedachtenisviering.
Een geweldige nieuwe ervaring voor de Britten het afgelopen jaar was de bouw van hun eerste twee Koninkrijkszalen volgens de „snelbouw”-methode. Het bijkantoor bericht: „De eerste zaal, in Northampton, nam vier dagen in beslag. De tweede, in Dolgellau in Wales, verrees in nog geen twee dagen. Deze gebeurtenis heeft in Wales heel veel publiciteit gekregen via de radio, de tv en de kranten. De kop van het artikel in de Cambrian News luidde: ’Duizend bouwers bewijzen dat geloof wonderen kan doen.’ De krant merkte op: ’Reizende bouwploegen hebben in andere delen van de wereld Koninkrijkszalen gebouwd en gaandeweg een techniek ontwikkeld voor een tweedaags project dat door de meeste aannemers voor onmogelijk gehouden wordt.’ Totdat de bouw van de zaal een feit was, weigerden velen te geloven dat zo’n project haalbaar was. Een vrouw die tot de plaatselijke kerk behoorde, riep toen zij tijdens de velddienst aangesproken werd uit: ’Jullie denken dat je die zaal van jullie in twee dagen kunt bouwen? Lieve help, het heeft ons zes jaar gekost om alleen maar de kerkklok gerepareerd te krijgen!’”
Uitbreiding in Oostenrijk: Het bijkantoor meldt zeven hoogtepunten in verkondigers en een absoluut hoogtepunt in hulppioniers. De broeders zeggen: „De pioniersgeest werkt echt aanstekelijk en wij hebben in die tak van dienst vijf achtereenvolgende hoogtepunten gehad.” Zij voegen eraan toe: „Ons uitbreidingsproject voor Bethel schiet goed op. Als het af is, beschikken wij over driemaal zoveel vloeroppervlak als voorheen.” Zij voelen zich gelukkig omdat ook zij een aandeel hebben aan de grootse opmars van de theocratische toename.
„Duidelijk bewijs van een progressieve tendens”: Zo beschrijft het bijkantoor in Noorwegen de meeste aspecten van het Koninkrijkswerk daar, na een lange periode van slechts moeizame toename. De jongere verkondigers leggen een groeiende belangstelling voor het pionierswerk aan de dag en er komen van maand tot maand meer aanstellingen. De belangstelling voor de Koninkrijksboodschap is groter geworden. Er werd een nieuw hoogtepunt van 7670 verkondigers bereikt en de Gedachtenisviering werd door 14.228 personen bijgewoond.
In 1972 ontmoette een zuster die in Noorwegen in niet-toegewezen gebied werkte, een vrouw die verscheidene vragen had en belangstelling leek te hebben. Daarom vroeg de zuster haar adres. Zij schreef twee brieven over het goede nieuws van de bijbel maar hoorde nooit meer iets van de vrouw, totdat de zuster elf jaar later een brief van haar kreeg! De vrouw verklaarde dat haar gezin in diepe rouw gedompeld was, omdat een maand tevoren een zoon van haar vermoord was. Zij en haar man hadden besloten te proberen wat troost te putten uit het lezen van de bijbel. Toen zij haar bijbel opensloeg, vond zij een van de brieven van de zuster. Daarom schreef zij de zuster om hulp te vragen. De zuster nam contact op met een Getuigen-echtpaar dat ongeveer 95 km van dit niet-toegewezen gebied vandaan woonde. Toen zij het gezin een bezoek brachten, werd er een bijbelstudie opgericht. Zij maken nu goede vorderingen en voelen zich vertroost.
„Het geweldigste jaar van allemaal”: Zo beschrijft Luxemburg het afgelopen dienstjaar. Er is gedurende enkele maanden een toename van 8 procent in het aantal verkondigers geweest en er waren 2537 aanwezigen bij de Gedachtenisviering — dat is één op elke 170 personen in het land! Er werd een vijfde Portugese gemeente gevormd. Ja, Jehovah’s Koninkrijksbelangen maken grandioze vorderingen!
Spanje gaat met rasse schreden voorwaarts: Dit land heeft zich nog maar kort geleden aan de onderdrukking door politieke en religieuze machten ontworsteld, maar de theocratische toename blijkt nu wel zonneklaar. Een nooit eerder bereikt aantal van 56.717 verkondigers heeft bericht ingeleverd en de Gedachtenisviering werd door 125.040 personen bijgewoond. De gelederen van de gewone pioniers hebben een toename van 37 procent beleefd.
Het bijkantoor meldt de volgende ervaring van een jonge, standvastige pionierster: Teresa’s vader was pionier, dus toen zij twaalf jaar werd, ging ook zij in de pioniersdienst. Een tijdlang ging alles goed, maar haar moeder werd ziek en stierf, waardoor Teresa een grotere verantwoordelijkheid te dragen kreeg. Maar zij bleef in de pioniersdienst. Toen kwam haar vader bij een tragisch auto-ongeval om het leven, en nu moet zij voor haar jongere zusje zorgen. Maar al deze tragedies hebben haar verhouding tot Jehovah inniger gemaakt, en dus blijft zij in de pioniersdienst en zegt: „Met de hulp van Jehovah en de broeders ga ik door.” Jehovah zal zoveel toewijding beslist rijkelijk zegenen.
Een andere ervaring uit Spanje laat zien dat eerlijkheid een krachtig getuigenis kan zijn. Antonio, een taxichauffeur, werd gevraagd een echtpaar naar een stad op 17 km afstand van de provinciehoofdstad Málaga te rijden. Hij was vastbesloten de tijd te gebruiken om een degelijk getuigenis te geven, en dat deed hij dan ook. Het echtpaar luisterde met respect en stelde zelfs verscheidene vragen. Enige tijd later werd Antonio aangesproken door een man die vroeg of hij hem herkende. Antonio herinnerde zich hem niet. „Maar je bent toch taxichauffeur?” vroeg de man, en beschreef de bovengenoemde rit. Hij legde uit dat er een paar dagen nadat hij naar de uiteenzetting over de bijbel door de taxichauffeur had geluisterd, Getuigen bij hen aan de deur waren gekomen. Zij hadden een bijbelstudie aanvaard en waren nu zelf gedoopte Getuigen! „Maar wat heeft dan in mijn verhaal de meeste indruk op jullie gemaakt?” vroeg Antonio. Het antwoord: „Jij rekende maar 383 peseta’s voor de rit, en alle andere taxichauffeurs vragen 500!”
„Er is toename op alle terreinen”: Zo luidt het bericht uit België, waar het aantal gewone pioniers een toename van 15 procent vertoonde. Ook de hulppioniers en de verkondigers hebben in de loop van het jaar voortreffelijke hoogtepunten behaald. Een gewone pionier werd reeds veertien dagen na zijn aanstelling rijkelijk gezegend. Een dame had God al maandenlang om hulp gebeden en accepteerde daarom een bijbelstudie. Later aanvaardden haar man, daarna haar dochters en de verloofde van de oudste dochter, vijf personen in totaal, de waarheid.
Krachtige verkondiging van Jehovah’s naam: „Dit jaar is Jehovah’s naam krachtiger verkondigd dan ooit tevoren”, zegt het bijkantoor in Finland. Zij bereikten een hoogtepunt van 15.263 verkondigers. Het aantal pioniers blijft stijgen. De tijd besteed aan de velddienst en het aantal huisbijbelstudies nemen ook toe, met de meest opmerkelijke resultaten.
„Een jaar van veel zegeningen”: Het Duitse volk heeft het religieuze denken voor een groot deel laten varen nadat het twee wereldoorlogen had doorgemaakt, maar het bijkantoor in de Bondsrepubliek Duitsland zegt: „Wij kunnen terugzien op een jaar van veel zegeningen.” De voltooiing van het prachtige nieuwe bijkantoorcomplex in Selters vormde het hoogtepunt van de zegeningen in het afgelopen jaar, en nu beschikken zij over hoogst opmerkelijke faciliteiten en een sterk centrum dat tot ver in de toekomst zal kunnen voorzien in de behoeften van het land.
Voortreffelijke vorderingen ondanks tegenstand: Griekenland bericht dat de Grieks-orthodoxe geestelijkheid de broeders door de jaren heen heel wat moeilijkheden in de weg heeft gelegd, maar er komt een kentering in het getij. In september 1983 konden de broeders met de tijdschriften op straat staan, tot grote consternatie van hun tegenstanders. De geestelijkheid blijft gebruik maken van de wet tegen het maken van proselieten. In de loop van het jaar zijn er ongeveer 150 arrestaties verricht. Er zijn minstens 38 zaken voor de rechter gebracht. Daarvan werden er 35 gewonnen terwijl er nog drie zaken in hoger beroep zullen dienen. De priesters hebben hard gevochten om de strijd te winnen, maar lijken aan de verliezende hand te zijn. In één geval stonden er tientallen bussen klaar om demonstranten naar een massabetoging tegen de Getuigen te vervoeren, maar er kwamen nog niet voldoende mensen opdagen om één bus te vullen! Een plaatselijke ambtenaar verklaarde: „De priesters hebben zich goed belachelijk gemaakt.”
Er is nog een overwinning geboekt in de rechtszaal. In de stad Patras werden de inwoners verplicht een bijdrage te betalen voor de bouw van de St.-Andreaskerk. Dat gebeurde door een extra heffing via de elektriciteitsrekening. Toen de broeders weigerden geld voor de kerk te geven, dreigde het elektriciteitsbedrijf hun stroomtoevoer af te sluiten. De zaak kwam voor de rechter. Een krantekop in de Eleftheri Gnomi vatte de uitspraak van het hof samen: „De 118 getuigen van Jehovah hebben de juridische strijd gewonnen — de wet op de verplichte betaling van bijdragen voor de bouw van de Sint-Andreaskerk aan het elektriciteitsbedrijf werd als ongrondwettig gebrandmerkt.” De broeders waren blij dat zij van elektriciteit verzekerd bleven!
Laten wij ons nu gaan verdiepen in de verslagen uit andere delen van de aarde.
Landen waar ons werk aan beperkingen onderhevig is
Aangezien de Heer Jezus voorzegd heeft dat de wereld zijn ware volgelingen zou haten, is het niet te verwonderen dat Jehovah’s werk in sommige delen van de aarde aan verbodsbepalingen onderhevig is (Joh. 15:18, 19). In die landen werken de Koninkrijksverkondigers onder de meest uiteenlopende omstandigheden en moeten zij van een goed oordeel des onderscheids blijk geven en Jehovah’s leiding zoeken ten einde wegen te vinden om het goede nieuws te prediken.
De uitdaging van geïsoleerd gebied: Informeel getuigenis geven is in veel van deze landen een bijzonder belangrijke methode om mensen te bereiken, maar waar mogelijk wordt ook stelselmatiger gepredikt. In één land waar het werk verboden is, hebben de broeders bijvoorbeeld tijdelijke speciale pioniers uitgezonden in een poging geïsoleerd gebied te bewerken. Het betekende een uitdaging voor hen om kleine plaatsen te bewerken, want binnen de kortste keren weet iedereen in zo’n stadje dat er vreemdelingen aanwezig zijn. Daarom gingen de pioniers direct na aankomst een bezoek brengen aan de plaatselijke politiebeambten om hun getuigenis te geven, hoewel dat in zulke landen niet gebruikelijk is (Matth. 10:18). Het resultaat? In veertien plaatsen wilden de politiebeambten de broeders geen toestemming geven om te prediken, maar in 75 plaatsen had men geen bezwaar. Sommigen van de politiefunctionarissen boden de pioniers zelfs onderdak in het politiebureau! Dus konden de broeders onder die omstandigheden rechtstreeks van daaruit hun prediking verrichten — zonder tegenstand. De pioniers hebben bij sommige politiebeambten nabezoeken gebracht!
Attent op mogelijkheden voor informeel getuigenis: In een Europees land waar het werk verboden is, meldt een Getuige deze ervaring: „In een stationswachtkamer zag ik een jonge vrouw die bitter zat te huilen. Ik sprak haar aan en vroeg wat er aan de hand was. De tranen stroomden nog rijkelijker, maar na een poosje vertelde zij mij dat haar man haar het huis uitgegooid had omdat hij belangstelling had opgevat voor een andere vrouw. Zij hadden jarenlang samengeleefd en hadden twee kinderen — en nu had zij besloten er voorgoed een eind aan te maken en was zij naar het station gekomen om zelfmoord te plegen. Ik heb een hele tijd met haar gepraat. De boodschap van hoop voor alle gebrokenen van hart had een kalmerende uitwerking op haar. Wij beëindigden ons gesprek op het adres waar zij nu woonde. Na enige tijd kwam er zelfs verbetering in haar gezinsomstandigheden zodat zij naar huis terugging. Zij heeft de bijbelse hoop in haar hart, een hoop die haar voor zelfmoord heeft behoed.”
Ditzelfde land meldt een toename in het hulppionierswerk. „Dit betekent dat zich de afgelopen vijftien jaar een grote verandering in de denkwijze van de verkondigers voltrokken heeft”, zegt het verslag. „Er zijn ook enkele gewone pioniers in ons land, een hele prestatie als je bedenkt hoe de bediening verricht wordt — zoeken naar gelegenheden om getuigenis te geven en elke keer een risico lopen.”
Vluchtelingenkampen in Mozambique: „Er zijn nog ongeveer 10.000 verkondigers in de acht kringen die de kampen in Milange aan de oostgrens van Malawi bestrijken”, bericht het bijkantoor van Zimbabwe, „terwijl er verspreid over het westen van Mozambique nog meer gemeenten liggen; ze worden door twee reizende opzieners bediend. Ons contact met de kampen in Milange is dit jaar belemmerd door een gebrek aan goede communicatie. Uit de weinige berichten die ons hebben bereikt, krijgen wij echter de overtuiging dat onze broeders in Mozambique net als onze broeders elders, ’niet tot het soort behoren dat terugdeinst, wat tot vernietiging leidt, maar tot het soort dat geloof heeft, wat tot het in het leven behouden van de ziel leidt’.” — Hebr. 10:39.
Rechtschapenheid ondanks wrede vervolging: In een land waar het werk verboden is, belanden tientallen van onze broeders in de gevangenis wegens hun christelijke neutraliteit. Een verslag zegt: „Zij worden hevig afgeranseld, gegeseld en op alle mogelijke manieren onder druk gezet om hun christelijke geweten geweld aan te doen. Dikwijls volgt de ene gevangenisstraf op de andere. Toen in een bepaald geval meedogenloze aframmelingen de rechtschapenheid van een broeder niet vermochten te verbreken, smeedden sommige soldaten een complot om hem te vermoorden. Een hogere officier, die van hun samenzwering hoorde, kwam persoonlijk tussenbeide en liet hem in het geheim naar een andere stad overplaatsen, waardoor hij hem het leven redde. (Vergelijk Handelingen 23:12-35.) Het afgelopen jaar hebben veertien broeders het leven gelaten omdat zij weigerden ten aanzien van hun christelijke neutraliteit te schipperen.” Er zouden nog veel meer ervaringen te vertellen zijn waaruit blijkt dat onze broeders getrouw volharden onder vervolging, maar wij richten onze aandacht nu op Latijns-Amerika.
Grote vooruitgang in Latijns-Amerika en West-Indië
Uit Latijns-Amerika en West-Indië bereiken ons berichten die al net zulke opvallende resultaten van de bekendmaking van het goede nieuws laten zien. Er vinden opwindende gebeurtenissen plaats nu Jehovah het bijeenbrengen van zijn met schapen te vergelijken personen bespoedigt.
„Nog nooit zo’n schitterend jaar gehad”: Dat was de uitroep van een broeder in Brazilië die al veertig jaar in de volle-tijddienst is. Wat een waar woord! In de loop van het jaar werden zeven nieuwe hoogtepunten, met als hoogste 160.927 verkondigers, genoteerd, terwijl de Gedachtenisviering werd bijgewoond door het verbazingwekkende aantal van 474.450 personen. Brazilië is een van de „grote broers” geworden in Jehovah’s wereldomvattende familie van toegewijde personen.
Al vroeg in het jaar kregen alle verkondigers een persoonlijke brief waarin zij werden uitgenodigd de hulppioniersdienst voor april te overwegen. Het resultaat was dat in sommige gemeenten het hele lichaam van ouderlingen en alle dienaren in de bediening zich opgaven als hulppionier. In totaal namen 37.404 verkondigers in die maand deel aan de hulppioniersdienst. „De pioniersgeest”, zo zei het verslag, „werkte zo aanstekelijk dat de Koninkrijkszalen gewoonweg gonsden van de ervaringen en aanmoedigende woorden.”
Een moeder van elf kinderen raakte ontmoedigd omdat zij er maar niet in slaagde een huisbijbelstudie op te richten. Een broeder stelde haar echter voor het eens met de hulppioniersdienst te proberen, en dat deed zij. Nu is zij niet meer ontmoedigd, want zij heeft vier huisbijbelstudies!
Ja, er gebeuren verbazingwekkende dingen in Brazilië. Een speciale pionier bracht een bezoek aan een stad in de omgeving en verspreidde 41 boeken. Toen hij de volgende maand nabezoeken ging brengen, liet de hotelhouder hem weten dat de priester hem wilde spreken. De priester vertelde hem dat hij het Bijbelverhalen-boek gezien had en er meer exemplaren van wilde hebben voor zijn jeugdvereniging. Toen zei de priester dat hij bij de volgende mis bekend zou maken dat er voor iedereen exemplaren van het boek te krijgen waren. De speciale pionier ging tot vier keer toe terug en verspreidde in totaal 220 exemplaren van het Bijbelverhalen-boek en 170 pocketboeken. Hij leidt nu een aantal huisbijbelstudies bij de geïnteresseerden. Zulke ervaringen tonen aan wat een vruchtbaar veld er in Brazilië ligt, en dat land zal beslist de ene grootse toename na de andere te zien geven.
Wettelijke erkenning in Argentinië: Een van de gelukkigste bijkantoren op dit ogenblik is Argentinië, want in 1984 zijn de broeders daar grote overwinningen ten deel gevallen. Minstens 33 jaar lang werden er verbodsbepalingen en wetten tegen hen gehanteerd, maar zij zetten moedig door en ten slotte schonk Jehovah onze broeders in Argentinië een daverende overwinning. Op 9 maart 1984 kregen zij bericht dat hun eindelijk de bevoegdheid werd verleend om als wettelijke religie te functioneren. Nog een reden tot vreugde was dat de kinderen van Jehovah’s Getuigen, gezien de erkenning van onze status als religieuze organisatie en uit respect voor de vrijheid van aanbidding, vrijgesteld werden van deelneming aan patriottische ceremoniën. — Zie voor bijzonderheden de Ontwaakt! van 8 maart 1985, blz. 27.
Het enthousiasme van de broeders werd weerspiegeld door een toename van 10 procent in het gemiddelde aantal verkondigers, dat van 43.815 in 1983 steeg tot 48.282 in 1984. In april had 19 procent van de verkondigers een aandeel aan het pionierswerk en de Gedachtenisviering gaf in totaal 109.140 aanwezigen te zien. Het aantal gemeenten neemt toe en in de eerste tien maanden van het dienstjaar zijn er 52 nieuwe geformeerd. Er wordt een nieuwe Congreshal gebouwd voor Buenos Aires en omgeving. De bijkantoorfaciliteiten zijn te klein om alle nieuwe ontwikkelingen te behartigen en daarom is er een nieuw pand aangekocht in de vorm van een grote fabriek, die zal worden verbouwd tot kantoren en een drukkerijruimte. Er vlak naast bouwt het bijkantoor een nieuw Bethelhuis. „Alles gaat geweldig”, zegt het verslag. Iedereen staat versteld maar is werkelijk gelukkig over de dingen die Jehovah doet.
Twee jonge verkondigers voegden zich bij een groep anderen die besloten hun vakantie aan de hulppioniersdienst te besteden. Zij gingen naar een geïsoleerd gebied, dat misschien nog nooit eerder getuigenis had gekregen. Tranen van vreugde sprongen hun in de ogen toen zij vertelden hoe het gezicht van hun toehoorders oplichtte van enthousiasme op het zien van de prachtige afbeeldingen in de lectuur. Stadsbestuurders, schoolautoriteiten, rechters en politiemensen luisterden naar de boodschap, en het gebed van deze ijverige vakantiegangers steeg op tot Jehovah met het verzoek de wasdom te schenken aan het zaad dat zij hadden uitgezaaid. Wat een verrukkelijke manier om de vakantie door te brengen!
Bolivia opgetogen over hun bericht: Wat waren de broeders in Bolivia opgetogen te kunnen berichten dat zij vergeleken met het gemiddelde van het jaar daarvoor, een toename van 18 procent in het aantal verkondigers hadden bereikt! De gemeenteverkondigers werkten gemiddeld bijna twaalf uur per maand en meldden één huisbijbelstudie per verkondiger. In totaal woonden 17.671 met schapen te vergelijken personen de Gedachtenisviering bij — dat is meer dan viermaal het aantal verkondigers! De situatie is heel gunstig voor verdere groei. De gewone pioniers nemen voortdurend in aantal toe.
Een gewezen commissaris van politie en zijn vrouw, die altijd weigerden naar de waarheid te luisteren, begonnen naar charismatische bijeenkomsten te gaan. Hij schafte zich een katholieke bijbel aan en sloeg deze toevallig open bij Jesaja 43:10. Hij riep zijn vrouw erbij en deelde haar mee dat zij niet meer naar dat soort bijeenkomsten zouden gaan. Na veel moeite vonden zij de Getuigen en nu zijn beiden gedoopt en bijzonder ijverig. Zo ziet Jehovah erop toe dat allen die hem oprecht zoeken hem zullen vinden.
Op zoek naar een Bijbelverhalen-boek: Toen een verkondiger in Guatemala een man in een agrarisch gebied een Bijbelverhalen-boek aanbood, zei de man: „Ik heb alle boekhandels afgezocht naar dit boek! Er is een kind hier dat een exemplaar mee naar school neemt en het aan haar klasgenoten uitleent tegen 15 centavo’s per week.” Gretig aanvaardde de man het boek en er werd een bijbelstudie opgericht.
Naar de dorpen der Maya-Indianen: „Een van de hoogtepunten van de activiteiten in dit afgelopen dienstjaar”, zo bericht het bijkantoor in Belize, „was de jaarlijkse velddienstreis naar de dorpen van de Maya-Indianen in het zuiden van het land. Om deze afgelegen dorpen (twaalf in getal) te bereiken, moet men 182 km oerwoudpad bewandelen. Een groep van twaalf broeders trok eropuit, bepakt met rugzakken en boekentassen waarin alles zat wat zij voor tien dagen nodig zouden hebben. Tot hun uitrusting behoorden ook een kleine zesvolts diaprojector en motoraccu’s. Voor het eerst vertoonden zij kleurendia’s in deze afgelegen dorpen. In totaal 568 personen bezochten de voorstellingen waarin verteld werd over het wereldomvattende predikingswerk van Jehovah’s Getuigen. Deze moeilijk te bereiken, nederige mensen kregen zo een beter begrip van de Koninkrijksprediking.”
Per rivierboot prediken in Suriname: Het bijkantoor in Suriname vertelt ons: „Het afgelopen jaar is er veel in de binnenlanden gewerkt. Aangezien er weinig wegen zijn, vindt het vervoer in hoofdzaak per boot over de rivieren plaats. Aan de meeste grote rivieren zijn speciale pioniers druk aan het prediken, en dit jaar zijn wij begonnen met het werk diep in het zuiden aan de Boven-Surinamerivier. Vijf speciale pioniers zijn aan dat gebied toegewezen en drie van hen zijn helemaal tot de Pikien Rio gegaan, waar de Granman (het hoofd van het hele riviergebied) woont. Hij was erg vriendelijk en heeft enige tijd met de drie broeders gesproken. Hij zorgde voor een huis voor hen en vroeg alle dorpshoofden de Getuigen hun medewerking te verlenen. De speciale pioniers bouwden hun eigen boot en hoewel zij daar slechts kort geweest zijn, hebben zij een aantal goed lopende bijbelstudies opgericht; sommige geïnteresseerden verkondigen er nu het goede nieuws.”
Costa Rica deelt in de toename: Dit land heeft een hoogst opvallend jaar van theocratische activiteit beleefd. De verkondigers zijn voor het eerst de mijlpaal van 8000 gepasseerd. Een van de redenen is ongetwijfeld dat zij ongeveer 9000 huisbijbelstudies leiden. Overal waar de nadruk op die tak van dienst wordt gelegd, leidt dat tot grote toename. Ook de pioniers hebben het erg druk gehad. Zij zijn in aantal verdubbeld en de gelederen van de hulppioniers geven een toename van 45 procent te zien. Er is dringend behoefte aan grotere bijkantoorfaciliteiten en er werd een prachtig terrein van 6 ha aangekocht in een van de mooiste landbouwgebieden van het land. Het ligt 11 km van San José.
Een broeder vertelt dat hij een betere functie toegewezen kreeg op het kantoor waar hij werkte, maar een andere werkneemster vond dat zij er gezien haar dienstjaren veel meer recht op had. Zij kreeg de opdracht de broeder voor deze positie op te leiden maar zij maakte het hem zo onaangenaam mogelijk. Een van de andere collega’s sprak de broeder aan en zei dat hij het niet moest nemen dat hij zo behandeld werd. Hij kreeg de raad naar de chef te gaan en haar op het matje te laten roepen, maar dat weigerde hij. Uiteindelijk werd de vrouw minder vijandig en begon zij zelfs af en toe een vriendelijk gesprekje met hem. Later nam zij lectuur van hem aan en nu studeert zij regelmatig en maakt vorderingen in de waarheid. Wat was die christelijke handelwijze veel beter dan haar tegen zich in het harnas te jagen en geen kans te zien haar met de waarheid te bereiken!
„Explosie van verkondigers”: De opwindende gebeurtenissen in Mexico worden in hun verslag betiteld als een „explosie van verkondigers”. Verheugd berichten zij een toename in verkondigers van 16 procent, waardoor het hoogtepunt nu 151.807 bedraagt. De broeders schrijven dit voornamelijk toe aan een stijging van 26 procent in het aantal huisbijbelstudies, dat in juni de 202.132 bereikte. Dank zij deze studies komen er hele gezinnen in de waarheid. De Gedachtenisviering werd bijgewoond door het verbazingwekkende aantal van ruim 695.000 personen!
De vlaggegroetkwestie is in Mexico hevig aan de orde en de kranten en de tv maken veel ophef van de situatie. In Ciudad Juárez hebben verscheidene personen contact opgenomen met een legerfunctionaris in een poging hem zover te krijgen dat hij maatregelen tegen de Getuigen zou nemen. Naar verluidt heeft hij tegen hen gezegd: „U moest eigenlijk maar eens heel goed kennismaken met Jehovah’s dienaren. Als alle mensen in Ciudad Juárez Jehovah’s Getuigen waren, zouden er geen problemen meer zijn.” Sommige kranten hebben ook de School-brochure aangehaald, met het gevolg dat er een voortreffelijk getuigenis gegeven is.
Onze broeders in Mexico zeggen: „Jehovah is het afgelopen jaar werkelijk goed voor ons geweest.” En daarmee zijn wij het allen van harte eens. Het veld in Mexico is beslist ’wit om geoogst te worden’, en naarmate de Meester van de oogst meer werkers in dat produktieve gebied stuurt, zal de „explosie van verkondigers” steeds groter worden, tot heerlijke verrukking van allen die Jehovah liefhebben. — Joh. 4:35; Matth. 9:37, 38.
Voorwaarts gaan ondanks gewelddadige tijden: Wat kunnen onze broeders in El Salvador doen, waar geweld en wetteloosheid hoogtij vieren? Zij antwoorden: „Met Jehovah’s hulp willen wij Jehovah graag hier dienen.” Er waren dan ook in weerwil van alle moeilijkheden die eraan vastzaten, 49.344 aanwezigen bij de Gedachtenisviering — bijna viermaal het gemiddelde aantal verkondigers! Zij hebben een voortreffelijk hoogtepunt van 13.427 verkondigers bereikt, die ruim 20.000 huisbijbelstudies leiden. Er zijn nu plannen voor de bouw van een nieuw bijkantoor in San Salvador. In San Miguel, in het hartje van een gebied vol geweld, maar met ook een voortreffelijke toename in het Koninkrijkswerk, is een nieuwe congreshal gekocht, waar zonder ernstige moeilijkheden grote vergaderingen worden gehouden.
De volgende verbazingwekkende ervaring illustreert de macht die Jehovah heeft om voor zijn volk te zorgen. In een bepaalde tamelijk grote gemeente is het omliggende gebied nu eens in handen van de regeringstroepen en dan weer in handen van de guerrillastrijders. Op een verkiezingsdag werden de gemeentevergaderingen gehouden zoals gewoonlijk. Sommigen van de broeders gingen na afloop van de vergaderingen haastig naar huis, maar anderen bleven achter. Daar verscheen een groep guerrillero’s. Zij bevalen de broeders de bijeenkomst bij te wonen die de guerrillastrijders gingen houden. De broeders zochten elkaars gezelschap en toen het commando kwam om politieke leuzen aan te heffen, deden zij er het zwijgen toe. Zij moesten meer dan een uur blijven staan en toen werd iedereen gevraagd 25 centavo’s bij te dragen voor de zaak van de guerrilla. Er werd met de pet rondgegaan maar in plaats van geld deden zij er hun tijdschriften in. Dat was een verrassing voor de guerrillastrijders, maar zij stonden de broeders toe tot 10 uur in de avond tot hen te prediken. Ten slotte mochten de broeders naar huis, verheugd omdat zij hun loyaliteit jegens Jehovah gehandhaafd hadden.
Voortreffelijke vooruitgang in Chili en Colombia: Chili is op 4 juni begonnen met de bouw van een nieuw bijkantoor. „Ondanks de uitzonderlijk hevige regenval”, zo zei het verslag, „vordert het werk, en de ijver die door gewillige werkers aan de dag wordt gelegd, is er niet minder om.” De ijver van de broeders wordt ook weerspiegeld door een toename van 14 procent in het aantal verkondigers. Er komen steeds meer bijbelstudies. In totaal 75.029 personen woonden de Gedachtenisviering bij. Het aantal hulppioniers vertoonde een verbazingwekkende stijging van 50 procent! In Colombia is de pioniersactiviteit eveneens voortdurend toegenomen, met als resultaat dat het aantal verkondigers groeit. In de stad Bogotá wordt iedere maand een nieuwe gemeente opgericht en het aantal verkondigers is omhoog gevlogen tot 23.117, een prijzenswaardige toename van 22,7 procent over het gemiddelde van 1983.
Verbazingwekkende groei in Venezuela: Dit land bericht vol enthousiasme dat het aantal verkondigers in sommige maanden een toename van 19 procent liet zien. De pioniersgelederen bleven het hele jaar door toenemen. Het aantal aanwezigen bij de Gedachtenisviering — 12.165 meer dan in 1983 — bedroeg 93.263.
Een zesjarig meisje slaagde erin een huisbewoonster aan te tonen dat Gods naam Jehovah is, hoewel het kind nog niet eens kon lezen. De dame was zo onder de indruk dat zij het kleine meisje niet alleen omhelsde en kuste, maar ook een afspraak maakte voor een bijbelstudie, en nu bereidt zij zich op de doop voor.
De voorzitter van de Venezolaanse vereniging voor de kankerbestrijding was zo onder de indruk van het artikel over roken in de uitgave van 15 juni 1981 van La Atalaya (Spaanse editie van De Wachttoren), dat hij 500 exemplaren van deze uitgave bestelde. Nu ontvangen alle leerlingen die voor hun medische lessen een verhandeling moeten houden over kanker en roken, deze uitgave bij hun overige studiemateriaal.
„Opwindend en aanmoedigend”: Zo beschreef Trinidad hun ervaringen in het dienstjaar 1984. Van januari tot april hadden zij achtereenvolgende hoogtepunten in verkondigers, en zij waren buitengewoon gelukkig met de 2082 hulppioniers in april. Dat was 54 procent van de verkondigers die in die maand bericht inleverden! Eén broeder leest gewoonlijk tijdens zijn lunchpauze voor uit de publikaties. Dit had zoveel belangstelling onder zijn collega’s tot gevolg, dat hij besloot hun abonnementen op de tijdschriften aan te bieden. „Omdat zij zo verbaasd waren over de lage prijs”, zo zegt hij, „kon ik in de maand januari 36 abonnementen afsluiten.” Ook kon hij 107 exemplaren van het Eeuwig leven-boek verspreiden. Hij probeert nu alle belangstelling die gewekt is, verder te ontwikkelen.
Gestage vooruitgang in de Dominicaanse Republiek: Verduistering en rellen hebben het werk in dit land wel enigszins belemmerd, maar de broeders hebben voor het eerst een totaal van 8192 verkondigers bereikt. De Gedachtenisviering werd bijgewoond door 23.000 personen meer dan hun verkondigersaantal, zodat zij van mening zijn dat er heel wat werk voor hen ligt om al deze mensen te helpen vorderingen te maken. Een kringopziener nodigde een gemeente van 21 verkondigers uit met hem in het plattelandsgebied te gaan werken. Tot zijn verrassing kwamen er 41 mensen opdagen, want alle zusters hadden hun kinderen meegenomen. Onnodig te zeggen dat zij een hoogst ongewone en genoeglijke tijd op het platteland hebben doorgebracht.
„De Koninkrijkstoename is hier in volle gang”: Dat gevoel hebben de broeders op Guadeloupe. Zij bruisen van vreugde vanwege het toegenomen bijbelstudiewerk, dat is uitgegroeid tot gemiddeld één studie per verkondiger, en zij noteerden een jaartoename van 9 procent in het aantal verkondigers. Bijna 10.000 personen woonden de Gedachtenisviering bij. Een huisvrouw die al tien jaar niet had willen luisteren, nodigde zonder hier een bepaalde reden voor te hebben een verkondiger binnen. Ook de dochter luisterde en na een wat traag begin werden zowel moeder als dochter gedoopt; nu zijn beiden ijverige verkondigsters van de waarheid.
Veranderende houding op Grenada: De machtsstrijd die in oktober 1983 losbarstte, heeft de gemakzuchtige houding van velen verstoord. Iedereen is nog danig van streek over het gebeurde. Velen hebben het vertrouwen in politieke beloften verloren en beginnen meer belangstelling voor de waarheid te tonen. Er kwamen in totaal 1175 personen naar de Gedachtenisviering — driemaal het aantal verkondigers, dus zij hopen op een voortzetting van de toename in activiteit en op goede resultaten.
Wij zouden graag nog meer vertellen over de theocratische expansie in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, maar wij moeten verder naar Noord-Amerika.
Noord-Amerika gaat met sprongen voorwaarts
Het hoge noorden overwint vooroordelen: De broeders in Alaska hebben een toename in verkondigers van 16 procent over het gemiddelde van 1983 en bereikten in maart een hoogtepunt van 1748. De Gedachtenisviering werd door 4397 personen bijgewoond. Er kunnen dus nog heel wat meer mensen geholpen worden zich tot Jehovah’s ware aanbidding te keren. Zij doen hun best om het toendragebied te bewerken. Toen de broeders in een geïsoleerd toendradorpje kwamen, kregen zij van een lid van de dorpsraad te horen: „Het spijt mij, maar u mag niet in ons dorp komen.” Zij lieten hem de prachtige afbeeldingen in het Eeuwig leven-boek zien en legden hem uit dat zij de mensen graag wilden vertellen wat de Grootse Schepper voor hen in petto had. Daarop zei de ambtenaar: „U bent welkom in ons dorp.”
Een van de hoogtepunten van het jaar brak aan toen 230 broeders helemaal uit Californië naar Metlakatla in het reservaat van de Chimmesyan-Indianen kwamen om in twee dagen een Koninkrijkszaal te bouwen. De gemeenteraad had zich tien jaar lang tegen de bouw verzet, maar gaf nu eindelijk toestemming. In 32 uur verrees een prachtig gebouw van 9,8 x 15,8 m. Vrijwel het hele dorp kwam kijken, en sommigen zeiden: „Zo werkten wij vroeger als volk ook samen.” In Wasilla, 80 km ten noorden van Anchorage, werd eveneens in twee dagen een zaal gebouwd.
„Wij blijven geweldig groeien”: Zo denken de broeders in Canada over het dienstjaar 1984. Tegenstanders in Canada hebben de leugen verkondigd dat het Genootschap uiteenvalt, maar het bijkantoor wijst verheugd op de 80.939 verkondigers, wat een toename van 10,7 procent betekent over het gemiddelde van 1983. Bijna 23 procent van alle verkondigers was in april in de pioniersdienst. Met zoveel ijver zullen er nog meer schitterende resultaten volgen.
De Koninkrijkszalen in Canada barsten uit hun voegen en daarom hebben de broeders in de loop van het dienstjaar het verbazingwekkende aantal van 22 „tweedaagse” Koninkrijkszalen gebouwd. Er zijn aanvragen ingediend voor nog negen zalen.
Joseph, een jezuïetenpriester, kwam uit Tsjechoslowakije naar Canada en kreeg een exemplaar van de Nieuwe-Wereldvertaling in handen. De zuster die bij hem aan de deur kwam, merkte toevallig op dat Petrus nooit in Rome was geweest. Hij geloofde oprecht dat Petrus daar als hoofd van de Katholieke Kerk had gefungeerd. Maar toen hij een onderzoek instelde, werd hem duidelijk dat Petrus zijn groeten zond uit Babylon en niet uit Rome. Hij bezocht de plaatselijke Koninkrijkszaal en was verbaasd dat er geen onderscheid gemaakt werd tussen geestelijken en leken. Ook zag hij in dat de leerstelling van de transsubstantiatie niet deugde. Later trok hij zich ondanks grote druk terug uit de orde der jezuïeten en nu is hij een gelukkige Koninkrijksverkondiger.
„Een topjaar van theocratische activiteit”: Zo luidt het verslag uit de Verenigde Staten. Er werden vijf nieuwe hoogtepunten in verkondigers bereikt, in augustus een totaal van 690.830, een verbluffende toename van 20.435 ten opzichte van het hoogtepunt in juli, dat 670.395 verkondigers bedroeg. In april werd het absolute hoogtepunt van 93.990 hulppioniers bereikt. Het aantal gewone pioniers steeg in april tot 29.098, en dat betekent dat er die maand 123.442 personen als pionier dienden!
Het aantal huisbijbelstudies is gestegen tot 450.658 en het forse aantal aanwezigen bij de Gedachtenisviering bedroeg 1.611.310. Wat een enorme mogelijkheden voor toekomstige expansie! Er werd gemiddeld om de twee à drie dagen een nieuwe gemeente gevormd, met een totaal van 159 nieuwe gemeenten in het dienstjaar 1984. Het aantal abonnementen ligt 3,9 procent hoger dan in 1983 en het totale aantal tijdschriften 11,8 procent hoger. Dit land beleeft werkelijk theocratische expansie.
In Californië richtte een pasgeïnteresseerde verpleegster een bijbelstudie op bij een van haar patiëntes in een herstellingsoord. De patiënte was 100 jaar oud en had jaren geleden het Photo-Drama der Schepping gezien. Naarmate deze dame de bijbelse waarheden in zich opnam, begon zij met anderen over Gods Woord te spreken. Dit lokte tegenstand uit van de kant van de kapelaan en anderen in het tehuis. In het geheel niet uit het veld geslagen ging de honderdjarige met het jonge hart door met prediken, droeg haar leven aan Jehovah op en werd in de hoge ouderdom van 102 jaar gedoopt! Jehovah’s geest kan wonderen tot stand brengen.
„KONINKRIJKSTOENAME”-DISTRICTSCONGRESSEN
Als alle 117 „Koninkrijkstoename”-districtscongressen in de Verenigde Staten op één plaats waren gehouden, zou daar het reusachtige aantal van 1.159.898 gelukkige personen zijn bijeengekomen. Zij zouden ook opgetogen zijn geweest te zien dat er 10.625 nieuwe broeders en zusters werden gedoopt. Werkelijk, de naam „Koninkrijkstoename” was hoogst toepasselijk voor deze enorme menigte die op 65 verschillende plaatsen in het land samenkwam voor het congres.
Wat een vreugde bij de vrijgave van de nieuwe Reference Bible (Verwijsbijbel)! En wat waren de broeders blij met het nieuwe boek Overleving en daarna een nieuwe aarde en de uitstekende brochure waarin Jehovah’s naam wordt verheerlijkt! Bij de vrijgave van de Goddelijke naam-brochure in Finland riepen de broeders uit: „Dit is precies wat wij nodig hebben.” „Daar zaten wij gewoon op te wachten.” „Zo gaan de muren van de kerken nog voor Jehovah getuigen!”
Voor de Britse broeders waren deze districtscongressen een geweldige bron van aanmoediging. Het totale aantal van 136.524 congresbezoekers betekende een nieuw hoogtepunt voor hen, en er waren 934 dopelingen. Onder de vele verheugende congreservaringen was er die van een broeder en zijn vrouw die op weg waren naar Cardiff toen hun auto het begaf. Er kwam een boer naar buiten om te vragen waarmee hij hen kon helpen. Zij vertelden hem dat zij naar het congres gingen. Toen hij vernam dat zij Getuigen waren, zei hij: „In de hoek van het erf daar staat een auto. Pak die maar, geniet van uw congres en dan brengt u hem op de terugweg maar weer hier.” Het echtpaar plukte de vruchten van de hoge achting die de boer Jehovah’s volk toedroeg.
NOG MEER AANMOEDIGENDE THEOCRATISCHE ONTWIKKELINGEN
In de behoeften van het veld voorzien: Om te helpen voorzien in alles wat Jehovah’s leger van getuigen nodig heeft voor hun dienst in het veld, heeft het Genootschap het aantal Bethelfamilieleden met 9,9 procent verhoogd, zodat het wereldtotaal nu 7233 bedraagt. Stel je eens voor: deze nijvere werkers hebben in het dienstjaar 1984 het verbazingwekkende aantal van 59.188.650 bijbels, boeken en brochures vervaardigd! Daarnaast zijn er in 102 verschillende talen 503.500.555 exemplaren van De Wachttoren en Ontwaakt! geproduceerd. Ook zijn er miljoenen en nog eens miljoenen strooibiljetten, traktaten, enzovoort gedrukt.
Jehovah’s dienstknechten werken energieker dan ooit om, zoals in Jeremia 23:3-6 werd voorzegd, de met schapen te vergelijken mensen te voeden. Overal ter wereld hebben de broeders persoonlijk grote bedragen — in dollars, marken, peso’s, ponden, guldens, enzovoort — uitgegeven voor de prediking van de Koninkrijksboodschap. Het Wachttorengenootschap heeft in de loop van het dienstjaar 1984 ook in totaal $19.437.938,73 uitgegeven voor de ondersteuning van het veld door in de behoeften van duizenden speciale pioniers, reizende opzieners en zendelingen te voorzien. Jehovah’s volk heeft beslist ervaren hoe waar de woorden in Handelingen 20:35 zijn: „Het is gelukkiger te geven dan te ontvangen.”
Ontwikkelingen op computergebied: In het afgelopen jaar heeft Jehovah ons beter toegerust dan ooit tevoren om het goede nieuws snel tot aan de uiteinden der aarde te prediken. Een belangrijke bijdrage daartoe wordt geleverd door de MEPS (Multilanguage Electronic Phototypesetting System, ofte wel veeltalig elektronisch fotozetsysteem) en de MEPS-zetter. MEPS is een computer die door de broeders is ontworpen en gebouwd als hulpmiddel voor de verkondiging van het goede nieuws aan alle natiën en alle taalgroepen. MEPS vertaalt niet maar maakt het mogelijk dat reeds vertaalde teksten worden ingebracht en gecorrigeerd. De tekst wordt elektronisch opgemaakt tot bladzijden, die vervolgens naar de MEPS-fotozetter gaan om de bladzijden op film vast te leggen.
MEPS wordt tevens gebruikt voor de verwerking van abonnementen, lectuurbestellingen en andere administratieve werkzaamheden die op een bijkantoor aan de orde zijn. Op het ogenblik is MEPS in gebruik in Brooklyn en de volgende negentien bijkantoren met een drukkerij: Australië, Brazilië, Canada, Colombia, Denemarken, de Filippijnen, Frankrijk, Griekenland, Groot-Brittannië, Italië, Mexico, Nederland, Nigeria, Oostenrijk, Spanje, West-Duitsland, Zuid-Afrika, Zweden en Zwitserland. Het is de bedoeling dat wij deze uitrusting in nog veel meer landen plaatsen. Er zijn broeders en zusters van bijkantoren opgeleid om deze apparatuur te bedienen en te onderhouden. MEPS is in staat talen als Arabisch, Grieks, Hindi en Koreaans te verwerken. Op het ogenblik zijn de broeders bezig de capaciteit van MEPS uit te breiden met Chinees en Japans. Dit alles draagt ertoe bij dat het maken van discipelen van mensen uit alle natiën wordt bespoedigd.
Simultane publikatie: Een van de meest opwindende ontwikkelingen in het dienstjaar 1984 is de overgang geweest naar simultaan publiceren van dezelfde stof in De Wachttoren in meer dan twintig verschillende talen. In de meeste gevallen is dit mogelijk gemaakt door de installatie van het door het Genootschap ontwikkelde MEPS-computersysteem. De kopij voor de Engelstalige Wachttoren wordt naar de bijkantoren gestuurd en vertaald. Dan wordt de vertaalde kopij ingebracht en opgemaakt met behulp van deze uitrusting. Zo zijn er al een aantal talen over de hele wereld waarin elke uitgave van De Wachttoren niet alleen dezelfde voorplaat heeft, maar waarin ook de inleidende artikelen en de hoofdartikelen hetzelfde zijn.
Dit blijkt een schitterende verenigende kracht onder Jehovah’s volk te zijn. Naar verwachting zullen begin 1985 minstens 2.500.000 van degenen die waar ook ter wereld aan de Wachttoren-studie deelnemen, in dezelfde week dezelfde stof bestuderen. Allen zullen verenigd zijn in de aanbieding van dezelfde boodschap in het veld door middel van het tijdschrift De Wachttoren. Het opent ook mogelijkheden om via dit tijdschrift belangrijke aankondigingen gelijktijdig over de hele wereld te doen. Dit alles maakt deel uit van de grootse actie die Jehovah op het ogenblik voert om zijn volk hecht te verenigen. — Ef. 1:9, 10.
JUBELEN OVER DE THEOCRATISCHE EXPANSIE
Het is uitermate moeilijk geweest te besluiten wat er in dit uitzonderlijke wereldbericht over 1984 zou worden opgenomen. Er is lang niet voldoende ruimte om alles te vertellen wat Jehovah het afgelopen jaar via zijn volk heeft gedaan. Wat echter in het oog springt, is de geest van enthousiasme en vreugde bij onze broeders overal ter wereld.
Satan is er altijd op uit geweest tweedracht te zaaien onder Jehovah’s volk, en hij heeft enkele personen ertoe bewogen pogingen in het werk te stellen om de vrede en eenheid onder de loyalen te verstoren. Die ontgoochelden putten geen geluk uit hun levenslot en op dit ogenblik jammeren zij wegens hun „verbreking des geestes”. — Jes. 65:13-15.
Noch zij noch al Satans horden kunnen de expansie van Jehovah’s belangen op aarde verhinderen. Zijn in Jesaja 54:2-4 te vinden gebod tot de gehoorzamen luidt: „Maak de plaats van uw tent wijder. . . . Houd niet terug. . . . Wees niet bevreesd, want gij zult niet beschaamd worden.” Nee, zeer beslist niet! Terwijl Satans wereld en al zijn goddeloze handlangers in doodsnood verkeren, jubelen Jehovah’s dienstknechten. Dit dienstjaar 1984 heeft met zijn totaal aan resultaten alle vorige jaren overtroffen.
De tijd is nabij dat Jehovah’s koninkrijk Satans hele goddeloze samenstel zal „verbrijzelen en er een eind aan [zal] maken” (Dan. 2:44). Die rechtvaardige Koninkrijksheerschappij moet blijven groeien en toenemen tot ze de hele aarde vult. Niets kan dit geweldige voornemen van Jehovah tegenhouden. Laten daarom allen die Jehovah liefhebben, jubelen over de enorme „theocratische explosie” die thans plaatsvindt, en hem eenstemmig verheerlijken, loven en danken.
[Tabel op blz. 24-31]
BERICHT OVER HET DIENSTJAAR 1984 VAN JEHOVAH’S GETUIGEN OVER DE HELE WERELD
(Zie publicatie)