Dit tijdperk van geweld vol vertrouwen onder de ogen zien
„De Soevereine Heer Jehovah zelf heeft gesproken! Wie zal niet profeteren?” — AMOS 3:8, NW, herziene Engelse uitgave van 1981.
1. (a) Welk grootse voorrecht hebben wij met betrekking tot Jehovah’s naam? (b) Hoe hebben Jezus en Paulus Jehovah en zijn naam verheerlijkt?
„DE SOEVEREINE Heer Jehovah” — wat een schitterende beschrijving van de Opperste Regeerder van het universum! Alle bedenkingen van sektariërs ten spijt is het een groots voorrecht Jehovah bij zijn naam aan te roepen, in een intieme verhouding tot hem te staan en zijn naam en voornemens aan anderen bekend te maken. Zijn Zoon, Jezus, verklaarde toen hij op aarde was: „Jehovah’s geest is op mij, . . . om de armen goed nieuws bekend te maken.” In gebed tot Jehovah zei hij over zijn discipelen: „Ik heb hun uw naam bekendgemaakt en zal hem bekendmaken.” En de apostel Paulus, die de oude Hebreeuwse profeten citeerde, zei: „Een ieder die de naam van Jehovah aanroept, zal worden gered.” — Lukas 4:18; Johannes 17:26; Romeinen 10:13; Joël 2:32.
2. (a) Hoe verheerlijkte Amos Jehovah? (b) Welke toewijzing ontving Amos, in overeenstemming met de betekenis van zijn naam?
2 Amos was een van die oude profeten. Hij verheerlijkte de naam Jehovah, want de uitdrukking „de Soevereine Heer Jehovah” komt 21 maal in zijn bijbelboek voor. De naam Amos betekent „een last dragend”. En hij droeg beslist een zware lading verantwoordelijkheid — net als de loyale getuigen van Jehovah in deze tijd. Amos was schapenfokker en droeg zorg voor een boomgaard, en hij schijnt geen officiële scholing gehad te hebben voor zijn profetische werk. Toch was hij klaarblijkelijk goed bekend met Gods Woord, en Jehovah’s geest rustte op hem opdat hij zich van zijn moeilijke toewijzing kon kwijten. Welke toewijzing was dat? Hij moest zijn geboorteland Juda verlaten en als buitenlandse zendeling naar het afvallige tienstammenrijk Israël in het noorden gaan. Daar, in Israël, met zijn hoofdstad Samária, moest hij een uiterst impopulaire oordeelsboodschap bekendmaken.
3. Welke actuele „vertrouwelijke aangelegenheid” werd via Amos onthuld?
3 Maakte Amos bezwaar tegen deze toewijzing? In het geheel niet! Het was een tijd van geweldpleging, maar de mensen moesten in gedachte houden dat er een nog ’rampspoediger dag’ naderde. Alles in hun leven draaide om eten en drinken. Lui liggend op hun ivoren rustbedden en luxueuze divans dachten zij niet aan Jehovah en zijn ware aanbidding (Amos 6:3-6). Jehovah besloot hen te straffen, maar eerst moesten zij een profetische waarschuwing ontvangen. In overeenstemming hiermee verklaarde Jehovah zelf: „De Soevereine Heer Jehovah zal niets doen tenzij hij zijn vertrouwelijke aangelegenheid heeft geopenbaard aan zijn knechten, de profeten.” — Amos 3:7, NW, herziene Engelse uitgave van 1981.
Hedendaagse toepassing
4. (a) Waarom zijn de profetieën uit de oudheid bewaard gebleven? (b) Via welk kanaal wordt de betekenis ervan thans duidelijk gemaakt?
4 Heeft deze oude profetie betekenis voor ons in deze tijd? Ja, ze bevat een krachtige boodschap voor ons! Het geïnspireerde Woord van God werd onder goddelijke leiding samengesteld, en het is tot „de tijd van het einde” bewaard gebleven ten behoeve van Gods volk „tot wie de einden van de samenstelsels van dingen gekomen zijn”. De profetische betekenis ervan wordt ons duidelijk gemaakt door bemiddeling van „de getrouwe en beleidvolle slaaf”, de groep gezalfde christenen die thans door de Meester, Jezus Christus, wordt gebruikt om voor heel Gods volk geestelijk ’voedsel te rechter tijd’ te verschaffen. — Daniël 12:4; 1 Korinthiërs 10:11; Matthéüs 24:45-47.
5. Hoe dienen wij op Jehovah’s uitspraak in Amos 3:8 te reageren?
5 Beschouwen wij de „vertrouwelijke aangelegenheid” uit Amos’ profetie als van ondergeschikt belang, als iets waaraan wij als het ware in een verloren uurtje aandacht kunnen schenken? Welnu, hoe zouden wij reageren als wij helemaal alleen in het open veld waren en de stilte plotseling werd verscheurd door het gebrul van een leeuw? Zouden wij in die levensgevaarlijke situatie niet onmiddellijk tot actie overgaan? Wij zouden geen seconde verliezen! Dienen wij dan niet net zo op Jehovah’s profetische uitspraken te reageren? Jehovah verklaart zelf: „Er is een leeuw die heeft gebruld! Wie zal niet bevreesd zijn? De Soevereine Heer Jehovah zelf heeft gesproken! Wie zal niet profeteren?” (Amos 3:8, NW, herziene Engelse uitgave van 1981) Het is daarom van het allergrootste belang dat wij deze profetie en de betekenis ervan aan anderen bekendmaken. Maar hoe?
„Ga, profeteer”
6. In welke opzichten lijkt de christenheid op het oude Samária?
6 Jehovah’s gebod aan Amos luidde: „Ga, profeteer tot mijn volk Israël” (Amos 7:15). Dat afvallige koninkrijk Israël heeft zijn hedendaagse parallel in de christenheid, die een materialistische levensopvatting heeft, voor overleving afhankelijk is van geweld of de dreiging met geweld en zich vijandig opstelt tegenover de Soevereine Heer Jehovah, wiens naam door haar wordt gehaat. De titel „christelijk” wordt door de christenheid slechts als etiket gedragen, want ze is tegen Christus’ pasopgerichte Koninkrijk van rechtvaardigheid gekant. Jezus zelf beschrijft de aanhangers van de religies der christenheid als „werkers der wetteloosheid”. — Matthéüs 7:21-23.
7, 8. (a) Hoe is in de loop der jaren de ondergang van de christenheid op progressieve wijze ’verkondigd’? (b) Welke „vrijheid” is er voor „gevangen genomenen” uitgeroepen, en met welk resultaat?
7 Sinds het Koninkrijk in 1914 in de hemel is opgericht, hebben Jehovah’s Getuigen, als de hedendaagse Amosklasse, Jehovah’s dag van wraak in de gehele christenheid bekendgemaakt. Van 1919 tot 1939 in het bijzonder is er in de landen van de christenheid een grondige waarschuwing gegeven, en deze waarschuwing weerklinkt tot op de huidige tijd. De jaren van de Tweede Wereldoorlog, 1939-1945, zijn voor Jehovah’s Getuigen een tijd van vervolging, maar ook een tijd voor reorganisatie geweest. In 1943 begon de Wachttoren-Bijbelschool Gilead zendelingen voor dienst in het buitenland op te leiden, en tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog werden zij naar allerlei landen gezonden om het Koninkrijksgetuigenis uit te breiden. Het werk in het rijk van de christenheid groeide daardoor, in het bijzonder in Italië, Portugal, Spanje en het uitgestrekte gebied van Latijns-Amerika.
8 „Ga, profeteer”, luidde de oproep! Toegewijde gezinnen trokken weg uit Canada, de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Europa en Austraal-Azië om zich aan te sluiten bij de zendelingen in nieuwe gebieden waar grote behoefte aan predikers bestond. Vol vertrouwen maakten zij bekend wat ’de Soevereine Heer Jehovah zelf had gesproken’. Jehovah’s geest heeft op zijn getuigen gerust om hen in staat te stellen op wereldomvattende schaal Gods „dag der wraak” voor de christenheid bekend te maken en ook „vrijheid” uit te roepen tot degenen die door de valse religie ’gevangengenomen’ waren (Jesaja 61:1, 2; Zacharia 4:6). Dit heeft tot resultaat gehad dat er in een tijdsbestek van veertig jaar een verbazingwekkende toename is geweest in het gemiddelde aantal Getuigen die maandelijks het Koninkrijk prediken: van 109.794 in 1943 tot 2.501.722 in 1983.
Een wereldomvattend patroon
9, 10. (a) Op welke schaal werd de bekendmaking in Amos’ tijd gedaan, en waarmee komt dit thans overeen? (b) Hoe zijn, zoals door Amos’ profetie was afgeschaduwd, zogenaamde heidenen de christenheid gaan bezien?
9 Hierin wordt het patroon gevolgd uit Amos’ tijd, toen de aankondiging van de ondergang ook in Asdod moest klinken — het heidense centrum van aanbidding in het nabijgelegen Filistea — en helemaal tot in Egypte. De Soevereine Heer Jehovah had namelijk gezegd: „Verkondigt het op de woontorens in Asdod en op de woontorens in het land Egypte, en zegt: ’Vergadert u tegen de bergen van Samária, en ziet de vele ongeregeldheden in haar midden en gevallen van afzetterij binnen in haar. En zij hebben dat wat recht is niet weten te doen,’ is de uitspraak van Jehovah, ’zij die geweldpleging en gewelddadige plundering opstapelen in hun woontorens.’” — Amos 3:9, 10.
10 Evenzo heeft de hedendaagse bekendmaking dat Jehovah’s wraak aan de christenheid voltrokken zal worden, zich ver buiten haar rijk verbreid — in geheel Afrika, op de eilanden in de wereldzeeën en in veel delen van de Oriënt. Egypte wordt in de bijbel als een symbool van de gehele goddeloze, van God vervreemde wereld gebruikt, en zo is de boodschap van de ondergang van de christenheid op wereldomvattende schaal bekendgemaakt. (Vergelijk Jesaja 19:19, 20.) In veel van de zogenaamd heidense natiën is men zich terdege bewust van de ’ongeregeldheden, afzetterij, oneerlijkheid, geweldpleging en gewelddadige plundering’ in de christenheid. In de loop der eeuwen heeft men daar gezien hoe de zendelingen van de christenheid een aandeel hadden aan ideologische oorlogen en revoluties en als façade dienden voor de internationale handel in wapens en narcotica. Als een Wachttorenzendeling met een boeddhist begint te praten, hoort hij vaak de tegenwerping: ’Maar kijk eens naar de morele toestand die er onder christenen bestaat; wij boeddhisten hebben een veel betere moraal, dus waarom zouden wij moeten veranderen?’ De zendeling moet uiteenzetten dat de religie van de christenheid sterk verschilt van het christendom van de bijbel. Pas dan zal men naar hem beginnen te luisteren.
11. Met welke huidige situatie komt de corruptie in Samária overeen?
11 Evenals in het oude Samária hebben de politici en functionarissen in de christenheid, zowel groot als klein, „dat wat recht is niet weten te doen”. Bovendien worden de straten in de meeste zogenaamd christelijke landen door geweld en wetteloosheid onveilig gemaakt (Matthéüs 24:3, 12). Dit steekt sterk af bij de vrediger toestanden in veel „niet-christelijke” landen.
12. Hoe ’stapelt de christenheid geweldpleging en gewelddadige plundering op’?
12 Ook worden er internationaal op schokkende schaal plannen gemaakt voor „geweldpleging en gewelddadige plundering”. Het is nog niet voldoende geweest dat de natiën van de christenheid tot het voeren van de twee wereldoorlogen hebben aangezet, waardoor op hen de bloedschuld rust voor het afslachten van ongeveer 69.000.000 mensen. Nu neemt de christenheid actief deel aan de strijd tussen de twee supermachten, „de koning van het zuiden” en „de koning van het noorden”, als gevolg waarvan haar natiën meedoen aan het stationeren van dood en verderf zaaiende kernwapens op hun grondgebied.
13. Hoe hebben de politieke voorstanders van geweld een aandeel gehad aan de vervulling van Daniël 11:40 en Lukas 21:25?
13 Tijdens een bezoek aan Japan verklaarde de belangrijkste woordvoerder van „de koning van het zuiden”: „De enige waarde van het bezit van kernwapens is hierin gelegen dat men ervoor zorgt dat ze niet gebruikt kunnen worden — nooit.” Maar waarom hebben zij ze dan eigenlijk? Omdat Satan, de god van deze wereld, de natiën in de strik van een dilemma heeft gelokt waaruit ze niet kunnen ontsnappen. Als reactie op het feit dat „de koning van het zuiden” in „botsing” komt met „de koning van het noorden” kondigde de belangrijkste woordvoerder van laatstgenoemde „koning” aan dat kernwapens voor de middellange afstand op het grondgebied van de Verenigde Staten gericht zouden worden door ze ’in de oceaan en de zeeën te stationeren’. Dit alles vormt een vervulling van Jezus’ profetie over „radeloze angst der natiën, die vanwege het gebulder der zee en haar onstuimigheid geen uitweg weten”. — Daniël 11:40; Lukas 21:25; Openbaring 12:9, 12.
14. In welke opzichten herinnert deze situatie en de afloop ervan ons aan gebeurtenissen in Noachs tijd?
14 Sinds de dagen van Noach heeft de mensheid nog nooit voor zo’n „gewelddadige plundering” en voor de dreiging van nog meer geweld gestaan. Het historische verslag over Noachs tijd luidt: „Jehovah [zag] dat de slechtheid van de mens overvloedig was op de aarde en dat elke neiging van de gedachten van zijn hart te allen tijde alleen maar slecht was. . . . En de aarde werd verdorven in de ogen van de ware God en de aarde werd met geweldpleging vervuld.” Wegens die slechtheid en geweldpleging verdierf Jehovah de goddelozen door middel van de Vloed. Ook thans is hij voornemens „te verderven die de aarde verderven”. — Genesis 6:5-13; Openbaring 11:18; Lukas 17:26, 27.
De christenheid geplunderd
15. Hoe zorgde Jehovah ervoor dat „een tegenstander” het oordeel voltrok aan Samária?
15 Waar zal de confrontatie tussen de supermachten van de wereld op uitlopen? Jehovah merkt hier iets over op, zoals wij in Amos 3:11 lezen: „Daarom, dit heeft de Heer Jehovah gezegd: ’Er is een tegenstander zelfs rondom het land, en hij zal stellig uw sterkte van u neerhalen, en uw woontorens zullen werkelijk geplunderd worden.’” Wie is deze „tegenstander”? In Amos’ tijd was de „tegenstander” de Assyrische wereldmacht. Assyriës machtige leger werd door Jehovah gemanoeuvreerd en door hem als een symbolische „roede” gebruikt om het oordeel te voltrekken aan het afvallige Samária, zoals in Jesaja 10:5, 6 wordt beschreven: „Ha, de Assyriër, de roede voor mijn toorn, en de stok die in hun hand is voor mijn openlijke veroordeling! Tegen een afvallige natie zal ik hem zenden, en tegen het volk van mijn verbolgenheid zal ik hem bevel geven, om veel buit te nemen en om veel roofgoed te nemen en om het tot een plaats van vertrapping te maken gelijk het leem der straten.”
16. (a) Hoe beschrijft Openbaring 17 een overeenkomstige confrontatie in deze tijd? (b) Welke ontwikkelingen geven te kennen dat de ondergang van de christenheid nabij is?
16 Op overeenkomstige wijze zal Jehovah een zwaar bewapende hedendaagse Assyriër als zijn „roede” en „bijl” gebruiken om de afvallige christenheid terecht te stellen. Ja, het gehele wereldrijk van valse religie, Babylon de Grote, zal dan door kwaadaardige „horens” — gemilitariseerde politieke machten die thans reeds lid-staten van de VN zijn — worden verwoest (Jesaja 10:15; Openbaring 17:5, 16, 17). Het gerommel van die naderende confrontatie kan men vaak in het dagelijkse nieuws horen. In U.S. News & World Report werd onlangs bijvoorbeeld het volgende gezegd: „Het katholicisme en communisme schijnen niet alleen in Polen op een confrontatie aan te sturen. Sinds de in Polen geboren Johannes Paulus II in 1978 paus is geworden, is de wrijving tussen de kerk en communistische regimes in heel Oost-Europa voortdurend toegenomen. Er is onder de rooms-katholieke bisschoppen in het sovjetblok een nieuwe strijdlust kenbaar. . . . De onwrikbare houding waarmee de paus de katholieke zaak verdedigt, heeft tot de confrontatiesfeer bijgedragen. . . . De communistische regeringen maken er geen geheim van dat zij de paus met argwaan bezien.”
17. Wat wordt in het boek Amos, alsook in andere profetieën, over de plundering van de valse religie gezegd?
17 Het zal dan ook precies zo gaan als Jehovah in Amos 3:15 heeft laten optekenen: „’En de ivoren huizen zullen moeten vergaan, en veel huizen zullen tot een eind moeten komen’, is de uitspraak van Jehovah.” De rijkdom en het materialisme van de christenheid zullen worden verwoest, te zamen met die van het gehele rijk van de valse religie. — Ezechiël 7:19; Openbaring 18:15-17.
18. (a) Tot welke door trots ingegeven actie zal de „Assyriër” vervolgens overgaan? (b) Waar zal dit op uitlopen, en met welk resultaat voor Jehovah’s volk?
18 Zal dit echter betekenen dat Jehovah’s loyale dienstknechten onmiddellijk bevrijd worden — van de smaad, de vervolging en de onderdrukking die Satans wereld over hen brengt? Nog niet! De politiek gezinde „Assyriër” — „de roede” en „de bijl” die Jehovah gebruikt om het oordeel aan de afvallige christenheid te voltrekken — zal zich namelijk trots tegen Jehovah verheffen door zich tegen zijn getrouwe getuigen hier op aarde te keren. Maar tevergeefs! (Jesaja 10:15-19) Zoals de apostel Johannes in een visioen zag, zullen „de koningen der aarde”, de politieke machten van het VN-’wilde beest’, zich verzamelen om oorlog te voeren tegen Gods op de troon geplaatste „Koning der koningen en Heer der heren”. Dat zal het signaal zijn voor Har–mágedon, „de oorlog van de grote dag van God de Almachtige”. Deze oorlog zal de vernietiging betekenen van al Satans strijdkrachten op aarde, en redding voor „een ieder die de naam van Jehovah aanroept”. — Openbaring 16:14, 16; 19:11, 16, 19-21; Romeinen 10:13.
19. Welk vertrouwen dienen Amos’ voorbeeld en de vervulling van zijn profetie tegen Samária ons in te boezemen?
19 Hoe treedt u dit tijdperk van geweld derhalve tegemoet? Ongetwijfeld met het vaste vertrouwen dat Jehovah zijn profetische Woord zal rechtvaardigen! Ook zult u ongetwijfeld net zo resoluut zijn als Amos, die een impopulaire oordeelsboodschap predikte tot een afvallig volk! Maar hoe kunt u zelf in leven blijven en de vreugde smaken de grootse Nieuwe Ordening binnen te gaan die de Soevereine Heer Jehovah in gereedheid brengt voor degenen die hem liefhebben? Die vraag zal in het volgende artikel worden beantwoord.
Vragen ter herhaling:
□ Hoe vormde Amos een schitterend voorbeeld voor ons door zijn houding in een tijd van geweldpleging?
□ Welke „vertrouwelijke aangelegenheid” mogen wij nu ’verkondigen’?
□ In welke opzichten schaduwt het Samária uit de oudheid de christenheid af?
□ Hoe zal er een eind komen aan dit tijdperk van geweld, en waaruit blijkt dat dit einde nabij is?
[Illustratie op blz. 9]
De Soevereine Heer Jehovah zond de schaapherder Amos om een impopulaire boodschap te verkondigen
[Illustratie op blz. 12]
Het ’teken aan de wand’ voor Babylon de Grote