De dag der beslissing
Wat is de dag der beslissing? Waarom dienen u en uw gezin zich hierom te bekommeren? Waardoor zal het einde van deze dag gekenmerkt worden?
DE PERIODE sinds 1914 is in de geschiedenis van het menselijke geslacht een kritieke tijd. In deze periode is men getuige geweest van twee wereldoorlogen, die wat vernietiging van menselijk leven en bezit betreft vernietigender zijn gebleken dan alle voorgaande oorlogen. Men heeft gezien hoe atoomwapens, met de spectaculaire vernietiging van twee moderne steden, op het wereldtoneel zijn verschenen en opgemerkt hoe deze wapens zelfs zover in vernietigende macht zijn toegenomen dat alle aardse leven erdoor wordt bedreigd. Men heeft aanschouwd hoe de wereld in twee hevig tegen elkaar gekante kampen werd verdeeld, waarvan elke zijde klaar staat en bereid is een algehele atoomoorlog te voeren.
Voor de meer dan twee en een half miljard mensen die de aarde bewonen, is deze korte spanne in de grote stroom des tijds verre van aangenaam geweest. Ze heeft hun geen geluk, vrede of een gevoel van zekerheid gebracht. Ondanks de gedurende deze periode door de wetenschap gemaakte vooruitgang voelt de mens zich onzekerder omtrent de toekomst dan op enig ander tijdstip in het verleden.
Jezus Christus had deze woelige periode meer dan 1900 jaar geleden voorzien en erover geprofeteerd. Wat hij voorspelde, gaat thans in vervulling. Hierdoor wordt deze periode als de tijd van het einde van deze huidige wereld of dit samenstel van dingen gekenmerkt. In deze tijd zal een grote verandering plaatsvinden. Daar het een van God afkomstige verandering zal zijn, betekent dit voor de mensheid een verandering ten goede. De profeet Daniël sprak erover toen hij zei: „In de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk oprichten, dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan, en waarvan de heerschappij op geen ander volk meer zal overgaan: het zal al die koninkrijken verbrijzelen en daaraan een einde maken, maar zelf zal het bestaan in eeuwigheid”. — Dan. 2:44.
Dat koninkrijk zal dit huidige goddeloze samenstel van dingen tot een einde brengen en een nieuw samenstel van dingen, dat aan deze door oorlogen verscheurde planeet eeuwigdurende vrede en zekerheid zal brengen, inluiden. Dat wij nu in de periode leven waarin deze verandering ten goede moet plaatsvinden, houdt in dat wij ons nu in een dag van beslissing bevinden. Iedereen moet beslissen of hij in dat nieuwe samenstel van dingen onder de regering van Gods koninkrijk wil leven of zich aan dit oude samenstel van dingen wil vasthouden, waardoor hij ermee ten onder zal gaan.
Dit is geen fantastische droom maar de nuchtere werkelijkheid. Beschouw het als een waarschuwing die tot uw welzijn wordt gegeven. Het lag in Gods voornemen besloten dat zijn waarschuwing in deze dag van beslissing over de gehele aarde bekendgemaakt zou worden. Hij geeft de talrijke aardbewoners ruimschoots de tijd om te beslissen of zij onder de regering van zijn koninkrijk willen leven of niet.
GELIJK NOACHS DAGEN
De toestand in deze periode sinds 1914 vertoont opvallend veel overeenkomst met die in de laatste dagen van de wereld van vóór de grote Vloed. Die wereld was eveneens een goddeloos samenstel dat slechte vruchten voortbracht. De periode dat Noach voor de vloed waarschuwde, was haar dag van beslissing. Gedurende die periode waren de mensen vrij om over hun eigen lot te beslissen. Zij konden kiezen zich van die wereld af te scheiden om de wil van God te doen, of zij konden haar blijven aanhangen en ermee ten onder gaan. Slechts acht personen namen de verstandige beslissing. Zij waren degenen die het einde van dat samenstel van dingen overleefden.
Christus vergeleek die vroegere dag van beslissing met die waarin wij thans leven. Hij zei: „Gelijk het geschiedde in de dagen van Noach, zó zal het ook zijn in de dagen van den Zoon des mensen: zij aten, zij dronken, zij huwden, en zij werden ten huwelijk genomen tot op den dag, waarop Noach in de ark ging en de zondvloed kwam en allen verdelgde” (Luk. 17:26, 27). De mensen in deze moderne eeuw leggen dezelfde onverschilligheid jegens de goddelijke waarschuwing aan de dag als de mensen in de eeuw voor de Vloed.
Door deze hedendaagse waarschuwing, alsmede door de bekendmaking van het goede nieuws dat Gods koninkrijk onder Christus thans vanuit de onzichtbare hemelen regeert, worden alle aardbewoners in de gelegenheid gesteld de noodzakelijke kennis te verwerven op grond waarvan zij de juiste beslissing kunnen nemen. Zij worden er in werkelijkheid door in twee groepen gescheiden, evenals de prediking van Noach twee groepen tot gevolg had. De ene groep schenkt aandacht aan de waarschuwing en verheugt zich over het goede nieuws van de oprichting van het Koninkrijk en dat Christus in de onzichtbare hemelen op de troon is geplaatst, en de andere groep verwerpt de bekendmaking en slaat deze in de wind. Zij reageren dus op precies dezelfde wijze als de mensen in Noachs tijd op Noachs boodschap reageerden.
SCHAPEN EN BOKKEN
Christus gaf een illustratie waarin werd voorzegd hoe de aardbewoners door hun houding ten opzichte van het goede nieuws van het Koninkrijk en de bekendmakers ervan gescheiden zouden worden. Hij zei: „Wanneer dan de Zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid en al de engelen met Hem, dan zal Hij plaats nemen op den troon zijner heerlijkheid. En al de volken zullen vóór Hem verzameld worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, zoals de herder de schapen scheidt van de bokken, en Hij zal de schapen zetten aan zijn rechterhand en de bokken aan zijn linkerhand” (Matth. 25:31-33). De twee groepen die als gevolg van de wereldomvattende prediking van het goede nieuws van het opgerichte Koninkrijk zijn ontstaan, zullen aldus aan Christus’ rechterhand van goedkeuring en aan zijn linkerhand van afkeuring worden gesteld.
Dit scheidingswerk moet verricht worden terwijl het oude samenstel van dingen met zijn zee van gemengde volkeren nog in werking is. Het is niet iets wat vlug gedaan kan worden; er is een tijdsperiode voor nodig, evenals Noachs prediking tijd vergde. Daar Christus in zijn illustratie openbaarde dat hij, de Koning, over het scheidingswerk toezicht zou uitoefenen, moet hij op de tijd dat het zou plaatsvinden in Koninkrijksmacht regeren. Hij zou derhalve gedurende een periode regeren waarin zijn vijanden nog macht zouden uitoefenen, en dit is nu precies wat hij sedert de laatste dagen van dit samenstel van dingen, die in 1914 begonnen, heeft gedaan.
De scheiding van de aardbewoners door het goede nieuws van het Koninkrijk is nu reeds vele jaren aan de gang, maar ze zal niet langer blijven duren dan de levensduur van hen die leefden toen hier kort na 1914 een begin mee werd gemaakt. Jezus maakte dit duidelijk toen hij zei: „Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, voordat dit alles geschiedt” (Matth. 24:34). Hij bedoelde het geslacht dat zou leven wanneer de wereldgebeurtenissen waarvan hij voorzei dat ze de laatste dagen zouden kenmerken, zouden plaatsvinden.
Evenals het onmogelijk is om getrouw twee meesters te dienen die vijanden van elkaar zijn, is het ook onmogelijk om de Koning, Christus Jezus, en tegelijkertijd de belangen van deze verdorven wereld te dienen. De bijbelschrijver Jakobus zei hierover: „Wie dus een vriend der wereld wil zijn, wordt metterdaad een vijand van God”. — Jak. 4:4.
Een ieder moet beslissen of hij zich aan de zijde van Gods koninkrijk onder Christus wil scharen en als een van Gods „schapen” Zijn belangen wil dienen of zich aan de zijde van deze corrupte wereld zal scharen, haar zelfzuchtige belangen zal dienen en tot de „bokken” gerekend zal worden. Het is een ernstige beslissing die men niet uit de weg kan gaan.
OORDEELSVOLTREKKING
Christus voorzei: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt om alle natiën een getuigenis te geven, en dan zal het volbrachte einde komen” (Matth. 24:14, NW). Zolang deze prediking voortduurt, worden de aardbewoners door de Koning geoordeeld, maar wanneer ze eindigt, zal zijn beslissing definitief zijn. Zijn oordeel zal dan worden voltrokken. Betreffende hen die zich ten slotte in de klasse der bokken aan zijn linkerhand zullen bevinden, heeft God door bemiddeling van zijn profeet Jesaja voorzegd: „Ik zal u voor het zwaard bestemmen en gij zult allen moeten neerknielen om geslacht te worden, omdat gij niet geantwoord hebt, toen Ik riep, en niet gehoord hebt, toen Ik sprak, maar gedaan hebt wat kwaad is in mijn ogen en verkozen hebt wat Mij mishaagt”. — Jes. 65:12.
Deze voltrekking van het goddelijke oordeel door bemiddeling van de Koning, Christus Jezus, zal met de komst van de strijd van Armageddon geschieden. Op dat tijdstip zal Gods Koning dit goddeloze samenstel van dingen en allen die eraan blijven vasthouden, vernietigen. Dan zullen Henochs woorden in vervulling gaan: „Zie, de Here is gekomen met zijn heilige tien duizenden, om over allen de vierschaar te spannen en alle goddelozen te straffen voor al hun goddeloze werken, die zij goddeloos bedreven hebben, en voor al de harde taal, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben”. — Judas 14, 15.
Hoe staat het echter met hen die zich aan des Konings rechterhand bevinden, die hij als zijn schapen oordeelt? Christus vertelt ons in zijn illustratie: „Dan zal de Koning tot hen, die aan zijn rechterhand zijn, zeggen: Komt, gij gezegenden mijns Vaders, beërft het Koninkrijk, dat u bereid is van de grondlegging der wereld af” (Matth. 25:34). Daar zij de juiste beslissing hebben genomen, wordt over hen een gunstig oordeel uitgesproken.
De periode waarin wij leven, is niet alleen kritiek wegens de dreiging van een atoomoorlog, maar omdat alle mensen voor Gods op de troon geplaatste Koning terechtstaan. Zij leven in een oordeelsperiode waarin hun leven op het spel staat. Daarom is deze dag van oordeel voor iedereen van levensbelang.
„Want zoals het was in de dagen van Noach, zo zal de komst van den Zoon des mensen zijn. Want zoals zij in die dagen vóór den zondvloed waren, etende en drinkende, huwende en ten huwelijk gevende, tot op den dag waarop Noach in de ark ging, en zij niets bemerkten, eer de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van den Zoon des mensen zijn.” — Matth. 24:37-39.