-
Deel 23: Uitbreiding ten gevolge van de opleiding in de bedieningDe Wachttoren 1957 | 1 februari
-
-
En zij zullen al uw broeders uit alle heidenen [natiën, AS] . . . brengen . . . naar Mijn heiligen berg toe, naar Jeruzalem [Gods organisatie], zegt de HERE [Jehovah].” — Jes. 66:19, 20.
Jezus wees zijn getuigen het gebied toe, toen hij zeide: „De akker is de wereld” (Matth. 13:38, NW). Sinds 1945 is dit letterlijker dan ooit tevoren verwezenlijkt. In deze ’akker der wereld’ moeten de christelijke getuigen geen strijd voeren tegen vlees en bloed, maar tegen de geest der mensen (2 Kor. 10:4, 5). Satan is duizenden jaren bezig geweest om verschillende geestesgesteldheden in de mensen aan te kweken, wier denken alle tegen Jehovah en zijn nieuwe wereld is gericht. De hedendaagse denkwijze van wereldse mensen is in de grond het produkt van heidendom, leugenachtige overleveringen, begeerten van het vlees, leerstellingen van demonen en elke wind van theorie van het moderne materialisme. Jehovah’s getuigen zijn dagelijks tegen deze machtige krachten van goed verschanste denkwijzen ten strijde getrokken door met miljoenen mensen met wie zij in contact komen en tot wie zij prediken, te redeneren. Zij zijn voorstanders van de christelijke denkwijze der Nieuwe Wereld, de denkwijze van Jezus Christus, die negentienhonderd jaar geleden verscheen als de voorvechter van de geest, de wil en het voornemen van de Grote Soeverein van het universum, Jehovah God (1 Kor. 2:16). Er moet een verzoening met God bewerkstelligd worden waarvoor de mensen hun denkwijze moeten veranderen om deze te laten overeenstemmen met de juiste en heerlijke denkwijze van hun Maker, Jehovah God. Door zulk een hervorming van hun denkwijze worden zij met de Almachtige God en zijn op een gezin gelijkende organisatie verenigd. — Rom. 12:2.
Dit heeft eveneens geleid tot een wereldomvattende strijd om het hart en de geest van de mensen van goede wil. De verschillende plaatselijke denkwijzen op de vijf continenten zijn alle gezwicht voor de macht van het Woord Gods, de bijbel, en hebben daardoor vrucht afgeworpen, namelijk, de bevrijding van duizenden uit de Babylonisch religieuze denkwijze tot het zonlicht der waarheid en christelijke vrijheid. Nog iets opvallends is, dat de gehele wereld met al zijn verschillende religiën in de laatste dagen aan dezelfde wereldomvattende crisis het hoofd moet bieden. Daarom is de gehele wereld met haar vele natiën en volken terzelfder tijd rijp geworden voor de wereldomvattende geestelijke oogst. Deze wereldomvattende oogst der „andere schapen” neemt in deze laatste dagen voor de universele strijd van Armageddon snel toe.
(Wordt vervolgd)
-
-
Het wonderbaarlijke gedrag der vissenDe Wachttoren 1957 | 1 februari
-
-
Het wonderbaarlijke gedrag der vissen
● Geleerden ontdekken steeds weer nieuw bewijsmateriaal voor het vreemde en wonderbaarlijke gedrag van vissen. In Schotland leverde W.M. Shearer het bewijs dat zeeforellen niet alleen naar de heldere waterstromen terugkeren waarin zij werden voortgebracht, maar zelfs naar dezelfde rustige, kleine kreek, zelfs naar dezelfde kiezelbank. Shearer ontdekte dit door in de vele kreken van de Dee zeeforellen te vangen, te merken en weer te laten zwemmen. Een jaar later ving hij zes van deze vissen, elk in dezelfde kreek waar hij oorspronkelijk was gevangen. John Briggs van de universiteit van Florida in de Verenigde Staten had eveneens iets nieuws ontdekt. Hij kon bewijzen dat de gedachte dat de eerste vis welke de kuitschietplaatsen weer bereikte, naar de verste grens daarvan zwom, waar was. Waarom de vis dit doet? Wel, om later aankomenden plaats te geven. Dat is nog eens even je verstand gebruiken! Het ligt voor de hand dat wij er niet mee zijn dit alles aan de vis toe te schrijven, want de God-vrezende man Job zei: „Maar vraag toch het gedierte, en het zal u onderrichten; het gevogelte des hemels, en het zal u inlichten. Of spreek tot de aarde, en zij zal u onderrichten; en laat de vissen der zee het u vertellen. Wie onder deze alle weet niet, dat de hand des HEREN [van Jehovah] dit doet; in wiens hand de ziel is van al wat leeft.” — Job 12:7-10, NBG.
-