Is God de mens vergeten?
ONDANKS de pogingen van de mens om de wereldproblemen op te lossen, blijven de toestanden zich verslechteren. Het is daarom begrijpelijk dat mensen zich soms zullen afvragen: ’Is God de mens vergeten?’ Hebt u zich dit ooit afgevraagd?
Veel mensen geloven heden ten dage dat God de mens inderdaad vergeten is. Zij denken klaarblijkelijk dat God in het begin mensen op aarde heeft geplaatst en hen daarna aan hun lot heeft overgelaten, op de manier van een man die onwettige kinderen verwekt naar wie hij later niet meer omkijkt. Het is begrijpelijk wanneer iemand vindt dat hij zo’n soort van God niet nodig heeft!
Maar heeft onze Schepper dit in werkelijkheid wel gedaan? Stelt u er oprecht belang in dit te weten te komen?
Sommige mensen laten het slechts voorkomen alsof zij het willen weten. Weliswaar zullen zij misschien vragen: ’Als er een God bestaat, waarom laat hij dan toe dat de mens zoveel moet lijden?” maar in plaats van naar antwoord te gaan zoeken, geven zij er de voorkeur aan te geloven dat er geen God bestaat, of dat, mocht hij er zijn, hij de mens vergeten is. En zulke personen zijn vaak te trots om zelfs de feiten aan een onderzoek te onderwerpen.
In de oudheid waren er ook van die personen. Zij hielden er persoonlijke opvattingen over God op na, maar weigerden uit trots na te gaan of ze juist waren. Koning David van Israël zei over dergelijke mensen: „De goddeloze stelt in zijn verwaandheid geen onderzoek in; al zijn denkbeelden zijn: ’Er is geen God.’ Hij heeft in zijn hart gezegd: ’God is het vergeten.’” — Ps. 10:4, 11.
Daar sommigen in deze tijd dezelfde beschuldiging tegen God inbrengen, is het goed haar aan een nader onderzoek te onderwerpen.
Is er werkelijk sprake van vergeten?
Vormt de manier waarop ons lichaam functioneert, zonder dat de mens er controle op uitoefent of leiding aan geeft, er geen aanwijzing voor dat God nog steeds onze levensprocessen in stand houdt? Wij trekken nog steeds voordeel van het prachtige, ingewikkelde genezingsproces, dat heel snel schade aan ons lichaam herstelt als wij ons bijvoorbeeld hebben gesneden. En als wij dan nog denken aan de wonderbare processen als gevolg waarvan de verschillende soorten van voedsel die wij eten, worden omgevormd tot vlees, botten, haren, nagels en andere weefsels waaruit ons lichaam is opgebouwd, kunnen wij ons beslist de vraag stellen of ook maar een van deze processen, die tot ons welzijn blijven functioneren, erop duidt dat God de mens vergeten is.
Denk ook nog aan iets anders: Genieten wij niet van de geweldige schoonheid waarmee de aarde getooid is — de glorierijke zonsondergangen, de met sneeuw bedekte bergen, de prachtige zandstranden, de dalen, de onstuimige rivieren en de kleurrijke, geurige bloemen? Zie eens hoe kleine zaadjes uitgroeien tot een grote verscheidenheid van heerlijke voedingsmiddelen. Is God niet nog steeds de handhaver van de wetten die het bestaan van zonsondergangen en aanrollende brandingsgolven alsook het voedselproduktieproces mogelijk maken? En vindt u niet dat dit alles er een bewijs van is dat God nog steeds aan de mens denkt?
Een verder onderzoek maakt duidelijk dat God in meer dan materieel opzicht voor de mens heeft gezorgd. Hij heeft de mensen ook voorzien van raadgevingen en een morele leidraad in de vorm van zijn Woord de bijbel. Zo voortreffelijk is de wet van God die in de Schrift is vervat, dat de beroemde Engelse rechter Blackstone eens opmerkte: „Geen enkele menselijke wet heeft enige waarde als ze met haar in strijd is; en de wetten die waarde hebben, ontlenen al hun kracht en al hun autoriteit, direct of indirect, aan dit origineel.”
De ervaring heeft aangetoond dat wanneer mensen in overeenstemming met Gods wet leven, dit bevrediging schenkt en hun leven op een hoger plan brengt. De vroegere Amerikaanse president Thomas Jefferson schreef eens: „Een grondig navorsen van het Heilige Boekwerk zal mensen tot betere burgers, betere vaders en betere echtgenoten maken . . . De bijbel maakt personen tot de beste mensen ter wereld.” Deze voorziening van God, zijn Woord de bijbel, is er ook een duidelijk bewijs van dat hij de mens niet vergeten is!
Het probleem van menselijk lijden
Toch komt menselijk lijden zoveel voor dat zelfs een rechtvaardige man er op een bepaald moment toe werd bewogen te vragen: „Is God vergeten gunstig gezind te zijn?” Deze man stelde echter, in plaats van haastig een conclusie te trekken, een grondig onderzoek in, waardoor hij ertoe kwam uit te roepen: „O God, uw weg is in de heilige plaats. . . . Gij zijt de ware God, die wonderen doet. . . . Gij hebt uw volk geleid net als een kudde.” — Ps. 77:9-14, 20.
Maar gezien alle kwaad en menselijk lijden hier op aarde, zouden sommigen zich kunnen afvragen hoe iemand tot een dergelijke conclusie kan komen. ’Hoe zou een goede God, die Almachtig is, dit lijden kunnen toestaan?’ zo vragen zij zich af.
Denk hier eens een ogenblik over na. Als God werkelijk op onverantwoorde wijze zijn aardse kinderen in de steek heeft gelaten, is hij niet langer goed, wel? Toch is het duidelijk, zoals wij hebben gezien, dat God oneindig veel goed doet en heeft gedaan voor de mens! Wijst dit er daarom niet op dat God heel goede redenen heeft om menselijk lijden tijdelijk toe te laten?
Men zou in eerste instantie kunnen denken dat niets de toelating van het lijden dat de mens in de loop der eeuwen heeft ervaren, zou kunnen rechtvaardigen. Maar is het juist overhaast een dergelijke conclusie te trekken? In het geval van goede ouders kunnen zich toch ook omstandigheden voordoen, waaronder zij zullen toelaten dat een geliefd kind van hen tijdelijk lijden ondergaat. Misschien stemmen zij wel toe in een pijnlijke operatie omdat dat voor hun kind noodzakelijk wordt geacht.
De redenen voor het toelaten van lijden
In de eerste plaats moeten wij vaststellen hoe de menselijke moeilijkheden zijn begonnen. Was het te wijten aan de een of andere onachtzaamheid of vergissing van de zijde van God?
Integendeel, Gods Woord laat zien dat de moeilijkheden voor de mensheid hun begin vonden als gevolg van het feit dat het eerste mensenpaar — Adam en Eva — God verliet. Adam en Eva, beiden geschapen met een vrije wil, negeerden opzettelijk Gods wetten, en werden hiertoe beïnvloed door de engel en opstandeling Satan. Er werden een aantal belangrijke kwesties of strijdpunten opgeworpen, zoals onder andere:
Was de mens gemaakt met het vermogen zijn aangelegenheden met succes zonder God te regelen? Kort gezegd, heeft hij werkelijk Gods leiding en bestuur nodig? En ook was er de aanverwante kwestie of er zich onder het nageslacht van het eerste mensenpaar nog enigen zouden bevinden die gehoorzaam aan en loyaal jegens hun Schepper zouden zijn.
Er waren dus morele strijdvragen in het geding, waarbij ook de rechtmatigheid van Gods wijze van heerschappij voeren in twijfel werd getrokken en de vraag naar voren kwam of succes en geluk voor de mens werkelijk afhangen van onderworpenheid aan Gods heerschappij. De strijdvragen hielden geen verband met de vraag of God grotere kracht en macht had, en ze waren ook niet van plaatselijke aard, slechts betrekking hebbend op mensen; nee, zelfs engelen zijn erin geïnteresseerd.
God had natuurlijk Adam en Eva, evenals Satan, direct kunnen verdelgen. Daarmee had hij alle oppositie tegen Hem uitgewist; dat zou ook een eind hebben gemaakt aan de menselijke familie, waarvan u nu een deel bent. Maar de strijdpunten zouden daarmee niet werkelijk zijn opgelost.
Zo zou bijvoorbeeld de kwestie niet zijn opgelost betreffende de vraag of er onder het nageslacht van Adam en Eva nog enigen zouden verkiezen loyaal te blijven aan Gods heerschappij. Noch zou de vraag zijn beantwoord of er onder dat nageslacht wel personen zouden zijn die getrouw konden blijven als zij door Satan aan beproevingen zouden worden onderworpen. Het onmiddellijk uitroeien van de oppositie had daarom twijfels in de geest van toeschouwers kunnen achterlaten, waarbij zij zich hadden kunnen afvragen of er misschien toch niet enige waarheid in de beschuldigingen van Satan school.
Daarom, aangezien de strijdpunten van zo groot belang waren — de juistheid van de wijze waarop God heerschappij voerde werd erdoor in twijfel getrokken en het vertrouwen dat zijn schepselen in hem stelden, werd erdoor aangetast — besloot God dat ze eens en voor al opgelost dienden te worden.
Wat is het resultaat geweest? Zijn de beschuldigingen die Satan tegen God inbracht, bevestigd of vals gebleken?
Het oplossen van de strijdpunten
Wel, wat is uw mening? Hebben de afgelopen 6000 jaar menselijke geschiedenis uitgewezen dat de mens erin is geslaagd zijn aangelegenheden zonder God zelf te regelen? Heeft de mens in een goede regering voorzien tot zegen en geluk van allen op aarde? Of wijst het geschiedkundige verslag uit dat de mens, zoals God ook heeft verklaard, Gods leiding nodig heeft? — Jer. 10:23.
De feiten zullen voor iedereen duidelijk zijn. Uit het historische verslag blijkt dat ’s mensen zelfbestuur, onafhankelijk van God, een trieste mislukking is geweest en nog is! Het heeft geleid tot onzegbaar menselijk leed. „De ene mens [heeft] over de andere mens . . . geheerst tot diens nadeel”, zoals de bijbel zegt. — Pred. 8:9.
Hoe zijn de pogingen van de mens volkomen tegenovergesteld geweest aan de orde en precisie die in het universum worden gevonden, dat wordt geregeerd door Gods wetten! Het is duidelijk dat de mens bij het besturen van zijn aangelegenheden Gods leiding nodig heeft, want het veronachtzamen van Gods wetten heeft geleid tot een chaos. Ja, de mens werd geschapen met deze behoefte aan leiding door middel van wetten van God, net als een vis werd geschapen met een behoefte aan water en andere schepselen werden gemaakt met een behoefte aan lucht.
En wat valt er over de beschuldiging van Satan te zeggen dat als hem de gelegenheid gegeven zou worden, hij er volledig in zou slagen alle schepselen van God af te keren? Ook deze bewering is een leugen gebleken, want in de loop der geschiedenis zijn er altijd enige mensen geweest die, ongeacht de omstandigheden, loyaal jegens God zijn gebleven. — Job, de hoofdstukken 1 en 2.
Waarom zo lang?
Iemand zou echter kunnen vragen: ’Waarom heeft God het zo’n lange tijd, bijna 6000 jaar nu, laten duren om deze kwesties op te lossen? Hadden ze al niet veel eerder op bevredigende wijze kunnen worden opgelost?’
Als God lang geleden tussenbeide was gekomen, had de beschuldiging geuit kunnen worden dat de mens niet voldoende tijd had gekregen om een bruikbare regering tot stand te brengen en de benodigde technologie te ontwikkelen om aan allen voorspoed te kunnen verschaffen. Maar nu heeft de mens de tijd gehad elke denkbare regeringsvorm uit te proberen en reusachtige technologische vorderingen te maken, met inbegrip van het beheersen van het atoom en het reizen naar de maan. Wat zijn de resultaten geweest? Een groots nieuw samenstel tot zegen van de mensheid?
Verre van dat! In plaats daarvan zijn er op aarde meer mensen ongelukkig en zijn er meer moeilijkheden dan ooit tevoren. In feite hebben misdaad, vervuiling, oorlog, het uiteenvallen van gezinnen en andere problemen zo’n crisisstadium bereikt dat niets minder dan het bestaan van de mens wordt bedreigd! In het tijdschrift Science van 28 november 1969 werd opgemerkt:
„Bij een blijvende afwezigheid van betere manieren om aan deze meervoudige crisis het hoofd te bieden, zal onze halveringstijd mogelijk niet langer zijn dan 10 of 20 jaar, maar waarschijnlijker 5 tot 10 jaar, of minder. Mogelijk hebben wij zelfs minder dan 50% kans om 1980 te halen.
Deze verklaring lijkt misschien onzeker en overdreven dramatisch. Maar is er één geleerde die na alle verschillende gevaarsbronnen beschouwd te hebben en te hebben gezien hoe ze steeds groter worden, een optimistischer schatting zou geven? De kortheid van de tijd is te wijten aan het exponentiële en groeiende karakter van onze problemen.”
Ja, na bijna 6000 jaar experimenteren met zelfbestuur en na het hoogtepunt van haar wetenschappelijk „kunnen” te hebben bereikt, staat de mensheid op de rand van de ondergang! Hoe duidelijk is het nu dat de mens niet op succesvolle wijze zichzelf, los van God, kan besturen! Noch kan iemand er nu nog over klagen dat God niet genoeg tijd heeft gegeven om deze kwesties op te lossen.
Maar wat heeft God nu gedurende deze afgelopen 6000 jaar gedaan om een eind aan de problemen van de mens te maken? Heeft hij alleen maar stil toegekeken hoe de mensheid heeft geploeterd en geleden? God heeft weliswaar op wonderbaarlijke wijze de wetten en processen die het leven op aarde mogelijk maken, onderhouden, maar zal hij iets doen om de behoefte van de mens aan vrede, gezondheid en geluk te bevredigen?
[Illustratie op blz. 10]
De voorziening die God getroffen heeft in de vorm van zijn Woord de bijbel is er een duidelijk bewijs van dat hij de mens niet vergeten is. Het volgen van de wijze leidraad die de bijbel verschaft, schenkt alle mensen, zowel jong als oud, bevrediging en brengt hun leven op een hoger plan
[Illustraties op blz. 12]
Zoals vissen werden geschapen met de behoefte aan water, en landdieren met een behoefte aan lucht, zo werd de mens geschapen met behoefte aan goddelijke leiding