-
De naam van Jehovah — een sterke torenDe Wachttoren 1962 | 1 augustus
-
-
Schepper ten aanzien van het Koninkrijk afleggen en zijn rechtvaardige beginselen hooghouden. Tot al diegenen zegt de apostel: „Verblijdt u in den Here te allen tijde! Wederom zal ik zeggen: Verblijdt u!” — Fil. 4:4.
-
-
„Uitzien naar werk”De Wachttoren 1962 | 1 augustus
-
-
„Uitzien naar werk”
IN DENEMARKEN verkeren predikanten in moeilijkheden: zij bemerken dat zij meestentijds voor lege kerkbanken preken. Dominee Jörgensen, die de „last van voortdurend lege kerkbanken” niet langer kon verdragen, bond hiertegen op een tamelijk ongebruikelijke wijze de strijd aan. In de plaatselijke kranten plaatste hij de volgende advertentie: „Predikant solliciteert naar de betrekking van geestelijke verzorger in Süder-Kongerslev, Norder-Kongerslev en Komdrup. Ik ben geoefend in het uitleggen en verklaren van de bijbel (zevenjarige opleiding), en weet hoe ik moet uiteenzetten wat het christelijke geloof voor de moderne mens omvat. Zijn er niet minstens 10 of 12 families die van mijn diensten gebruik zouden kunnen maken? Wij zouden in particuliere woningen of in de pastorie, al naar men wil, kunnen bijeenkomen. Graag spoedig antwoord. De plaatselijke zieleherder.” — Schleswiger Nachrichten, 29 december 1960.
Hoe komt het dat predikanten geen werk hebben, terwijl Jezus zijn discipelen vertelde, dat ’de oogst wel groot is, maar er weinig arbeiders zijn. Bidt daarom den Heer van den oogst, dat Hij arbeiders uitzende in zijn oogst. Gaat heen’? Zou dit misschien het geval kunnen zijn doordat de predikanten niet het door Jezus gestelde predikingsvoorbeeld hebben opgevolgd en niet zijn ’heengegaan’? Hoe kunnen Gods ware dienstknechten over te weinig werk klagen, terwijl Jezus’ gebod voor onze tijd luidt: „Dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn”? — Luk. 10:2, 3; Matth. 24:14.
-
-
De kerken „egocentrisch”De Wachttoren 1962 | 1 augustus
-
-
De kerken „egocentrisch”
● In het boek Saints on Main Street verklaart P. Day, redacteur van het tijdschrift Living Church, dat de gemiddelde kerk in zijn omgeving „egocentrisch” is. Hij zegt dat geestelijken zich veel meer op „kerkelijk werk” concentreren, dan op „het werk van de kerk” naar buiten. Betogend dat vele kerken er maar weinig aan denken om anderen te dienen, schrijft hij: „Kerkelijke gemeenten en parochiën maken thans een tijd van grote voorspoed mee. De meeste hiervan groeien in elk opzicht succesvol. Hun lidmaatschap stijgt, de zondagsscholen knappen uit hun voegen, oude schulden worden afbetaald, men kan gemakkelijk geld opnemen voor grootscheepse nieuwe bouwprojecten, in allerlei kerkelijke verenigingen verrichten mannen en vrouwen actief dienst, de financiële bijdragen nemen toe, en de mensen bidden, studeren en werken harder dan ooit tevoren. De gehele onderneming heeft echter een eigenaardige introverte hoedanigheid. Hierbij is wel typerend, dat een kerkelijke gemeente of parochie haar vooruitgang niet afmeet naar de norm van het dienen van de gemeenschap en de wereld, maar overeenkomstig de norm van eigen grootte en financiële kracht. Op soortgelijke wijze wordt de bruikbaarheid van haar lidmaten niet afgemeten naar hun dienst tegenover de mensheid, maar naar hun dienst jegens de gemeente zelf.”
-
-
Een „Nicodémus” wordt een „Jeremia”De Wachttoren 1962 | 1 augustus
-
-
Een „Nicodémus” wordt een „Jeremia”
Nicodémus kwam ’s nachts naar Jezus toe, want hij schaamde zich voor zijn belangstelling voor diens woorden. Jeremia probeerde te zwijgen, maar móest wel spreken. Een man in Brits Honduras wiens gezinsleden getuigen van Jehovah waren, terwijl hij er fel tegen gekant was, legde achtereenvolgens de kenmerken van beide personen aan de dag. Een toevallig lezen van een artikel in De Wachttoren wekte echter zijn belangstelling op, zodat hij een Getuige uitnodigde in het geheim met hem te studeren, zodat niemand er wat van zou merken. Al gauw kwam hij de Getuige echter vragen om hem te helpen met een onderwerp dat hij met anderen had besproken. „Weet u”, zo zei hij, „ik kan het niet langer voor mij houden. Ik móet er gewoon over spreken.” Hij is nu een opgedragen Getuige en leidt vier bijbelstudiën met anderen.
-