-
Goddelijk oordeel tegen de valse profeten van de christenheidDe Wachttoren 1980 | 1 februari
-
-
Jehovah” spreken, terecht met vernietiging zal worden gestraft (Jer. 29:32). Hun vernietiging werd afgeschaduwd door die welke werd toegebracht aan de valse profeet Semaja en zijn nakomelingen, die nooit het „goede” hebben gezien dat Jehovah voor de onderdanige leden van zijn verbannen volk zou gaan doen. Wij hebben dus niet de toewijzing ontvangen om door middel van door mensen uitgewerkte middelen onze eigen onmiddellijke redding te bewerken. Willen wij blijvende redding verwerven, dan moeten wij geduldig en vol vertrouwen wachten totdat Jehovah ons bevrijding zal geven door een „knecht” die groter is dan Koresj, of Cyrus de Pers, namelijk Jezus Christus.
21. Welke houding, zoals Jehovah die in Jeremia 29:12-14 betreffende de onderdanige bannelingen heeft voorzegd, dienen wij thans na te volgen?
21 Indien wij zouden trachten op Jehovah vooruit te lopen, zullen wij nooit de bevrijding ervaren waarnaar wij zo vurig verlangen. In plaats dat wij Jehovah de rug toekeren en hem buiten beschouwing laten, doen wij er goed aan degenen na te volgen die de redding door Jehovah zagen en die op zijn eigen vastgestelde tijd in hun eigen land werden hersteld. Jehovah voorzei hun navolgenswaardige handelwijze met de volgende woorden: „Gij zult mij stellig roepen en komen en tot mij bidden, en ik wil naar u luisteren. En gij zult mij werkelijk zoeken en mij vinden, want gij zult mij zoeken met geheel uw hart. En ik wil mij door u laten vinden.” — Jer. 29:12-14.
22. In overeenstemming met welke hoop voor de toekomst moeten wij thans, nu wij ons nog in Jehovah’s „jaar van goede wil” bevinden, handelen?
22 Wij naderen nu het einde van „het jaar van goede wil van de zijde van Jehovah” (Jes. 61:2). Daarom zijn Jehovah’s woorden, ten gunste van ons, nog steeds op ons van toepassing: „’Ikzelf weet heel goed welke gedachten ik jegens ulieden koester’, is de uitspraak van Jehovah, ’gedachten van vrede, en niet van rampspoed, om u een toekomst en een hoop te geven’” (Jer. 29:11). De toekomst die Jehovah ons heeft toegedacht, en die ons ten deel zal vallen als wij ons aan zijn universele soevereiniteit onderwerpen, is alleszins verkieslijk, namelijk, eeuwig leven met vrede, voorspoed en geluk door bemiddeling van zijn koninklijke Knecht, Jezus Christus. Dit is de hoop die Jehovah ons voorhoudt. Laten wij er met intense waardering in overeenstemming mee handelen.
-
-
Bekend om hun eerlijkheidDe Wachttoren 1980 | 1 februari
-
-
Bekend om hun eerlijkheid
Eerlijkheid is een christelijk vereiste. Het is dan ook passend dat de apostel Paulus schreef: „Blijft voor ons bidden, want wij vertrouwen dat wij een eerlijk geweten hebben, daar wij ons in alle dingen eerlijk wensen te gedragen” (Hebr. 13:18). Een dergelijke eerlijkheid wordt door anderen opgemerkt en is nuttig, zoals blijkt uit de volgende uit Frankrijk afkomstige ervaring.
Een christelijke zakenman ondervond wat problemen door de algemeen heersende economische crisis. Hij verklaarde met betrekking hiertoe:
„Als fabrikant kan ik soms door zakelijke problemen met moeite aan het eind van de maand mijn rekeningen betalen. Zo moest ik eind augustus 1977 een dealer om uitstel van het betalen van een aanzienlijk bedrag vragen. Het betrof een grote buitenlandse firma die er strikt aan vasthield dat rekeningen op tijd worden vereffend. De financieel manager wees mijn verzoek af en vroeg de plaatselijke vertegenwoordiger het bedrag onmiddellijk te innen. Ik had al getuigenis gegeven aan deze vertegenwoordiger, die tegen de manager zei dat hij mij erg goed kende en dat ik te vertrouwen was. Geen enkel argument mocht echter baten.
Toen voegde hij eraan toe dat ik een van Jehovah’s Getuigen was. Het antwoord was: ’Dat verandert de zaak! Verleen hem het uitstel van betaling waarom hij heeft gevraagd.’ Later heeft de vertegenwoordiger mij bezocht en alles van A tot Z verteld. Hij liet mij een fotokopie zien van een brief die de manager naar het hoofdbureau van zijn firma had gestuurd. In de brief stond de volgende opmerking: ’Een van Jehovah’s Getuigen — Geniet ons vertrouwen.’”
Na dit uitstel van betaling vereffende deze Getuige zijn schuld en hij onderhoudt nog steeds uitstekende zakenrelaties met deze firma. Christenen zijn natuurlijk niet alleen eerlijk om zich van materiële voordelen te verzekeren. Maar hun goede reputatie wegens eerlijke woorden en daden blijft niet onopgemerkt.
-