„Gaat uit van haar, mijn volk”!
Waarom moeten wij vluchten om ons leven te redden? Waarom is dit zo dringend?
DE BEWONERS van Babylon weerspiegelden in 539 v. Chr. het vertrouwen van hun heersers. Hoe zeker voelden zij zich op grond van hun militaire, economische en politieke macht! Was de stad Babylon niet de koningin der koninkrijken, de trots van de gehele wereld? Welke natie zou met haar kunnen wedijveren in kracht? Was ze niet buitengewoon religieus en zou ze daarom niet door haar goden worden beschermd?
De vesting Babylon scheen onneembaar. Wat Jeremia zei, klonk de inwoners derhalve vreemd in de oren. Hij liet de waarschuwing horen: „Vlucht uit Babel, laat ieder zijn leven redden; komt niet om in zijn ongerechtigheid, want dit is de tijd der wrake voor den HERE, het verdiende loon betaalt Hij hem.” Waarop zou deze opzienbarende voorzegging uitlopen? Jeremia vervolgde zijn toespraak met de woorden: „En Babel zal tot steenhopen worden, een verblijf van jakhalzen, een voorwerp van ontzetting en een aanfluiting, zonder inwoner.” — Jer. 51:6, 37.
In het noodlottige jaar 539 v. Chr. gingen deze, lang geleden uitgesproken woorden in vervulling toen de godvrezende Daniël aan Babylons koning het handschrift op de muur verklaarde en zei: „God heeft uw koningschap geteld en er een einde aan gemaakt” (Dan. 5:26). Toen deze schijnbaar ongeloofwaardige woorden in het paleis werden uitgesproken, gingen ze daarbuiten in vervulling, daar de Medo-Perzische horden de rivier de Eufraat — die door Babylon liep — hadden omgelegd en de stad nu over de droge rivierbedding binnenstroomden. „In denzelfden nacht werd Belsazar, de koning der Chaldeeën [Babyloniërs], gedood. Darius, de Meder, ontving het koningschap.” — Dan. 5:30; 6:1.
Wat was dat een schok voor die antieke wereld! Het trotse, machtige Babylon was onverwachts in één nacht gevallen! Wie had zoiets kunnen denken? De Babyloniërs niet. Mannen zoals Jeremia en Daniël waren er echter wel mee op de hoogte.
BETEKENISVOL VOOR ONZE TIJD
Dit alles is wel degelijk van zeer groot belang voor onze tijd. Het Babylon uit de oudheid was de trots en vreugde van Gods tegenstander, Satan de Duivel. Het was zijn organisatie. Zijn onreine werken werden er zo volledig in weerspiegeld, dat het in de bijbel, vooral in het boek Openbaring, een symbool werd van zijn goddeloze wereldorganisatie. Satan de Duivel, „de god van dit samenstel van dingen”, heeft een Babylonische wereldorganisatie opgebouwd welke zich over de gehele aarde uitstrekt. In 1 Johannes 5:19 (OB) wordt gezegd: „De geheele wereld [ligt] in de macht van den booze.” In Openbaring 17:5 lezen wij over de goddeloze invloed van deze wereldorganisatie: „Het grote Babylon, moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde.”
Deze Babylonische wereld pocht op haar militaire macht, politieke ideologieën, economische voorspoed en grote religiën. God heeft echter bekendgemaakt dat het moderne Babylon hetzelfde lot zal ondergaan als zijn tegenhanger in de oudheid, door de waarschuwing te laten horen: „Gaat uit van haar, mijn volk, opdat gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen. Want haar zonden hebben zich opgehoopt tot aan den hemel en God heeft aan haar ongerechtigheid gedacht.” Aan deze onheilspellende aankondiging wordt nog toegevoegd: „Daarom zullen haar plagen op één dag komen: dood en rouw en hongersnood, en zij zal met vuur verbrand worden; want sterk is de Here God, die haar geoordeeld heeft.” — Openb. 18:4, 5, 8.
ONVERSTANDIG WAARSCHUWINGEN IN DE WIND TE SLAAN
De inwoners van het Babylon uit de oudheid beseften te laat dat de waarschuwing juist was geweest. Hun geval vormde echter geen uitzondering. In de loop der geschiedenis hebben mensen en natiën herhaaldelijk waarschuwingen in de wind geslagen omdat zij zich in hun eigen wijsheid en kracht zeker en voldaan voelden. Merk eens op wat deze houding tot gevolg had voor Johnstown, in de Amerikaanse staat Pennsylvanië.
Op 31 mei 1889 werd de stad door een van de verschrikkelijkste catastrofes verwoest waarvan de geschiedenis ooit melding heeft gemaakt. Door een vloed uit een doorgebroken reservoir werd de stad, met inbegrip van omliggende steden, weggevaagd; duizenden personen vonden de dood. De inwoners, die gedurende die dag herhaaldelijk waren gewaarschuwd, hadden zich niet aan deze waarschuwingen gestoord! Halverwege de middag snelde een ingenieur door de vallei en riep iedereen toe te vluchten om zijn leven te redden, maar het was al te laat. Onmiddellijk achter hem stortte een reusachtige watermuur van ruim 9 meter hoog en 800 meter breed zich met een snelheid van 240 kilometer per uur op de stad. Johnstown werd verpletterd. De stad had de waarschuwing in de wind geslagen!
Hoe goed kwam dit overeen met wat de bewoners der wereld in Noachs tijd overkwam! Toen zij voor de komende vloed werden gewaarschuwd en werden uitgenodigd in een plaats van veiligheid toevlucht te zoeken, weigerden zij hierop in te gaan. In Genesis 6:5, 11 wordt aangetoond waarom dit zo was: „De HERE zag, dat de boosheid des mensen groot was op de aarde en al wat de overleggingen van zijn hart voortbrachten te allen tijde slechts boos was. De aarde nu was verdorven voor Gods aangezicht, en de aarde was vol geweldenarij.” Hun ontzetting moet wel zeer groot zijn geweest toen de vloed neerstortte! Evenals de inwoners van Babylon en Johnstown beseften zij te laat dat zij er beter aan hadden gedaan naar de waarschuwing te luisteren.
HET TEGENWOORDIGE HANDSCHRIFT OP DE MUUR
Op het ogenblik kan men het handschrift op de muur in het moderne Babylon, Satans wereld, duidelijk waarnemen. Sinds het begin van de eerste Wereldoorlog in 1914 is deze wereld haar voorzegde „tijd van het einde” binnengegaan, waarvoor Jehovah’s hedendaagse getuigen gedurende meer dan tachtig jaar getrouw de waarschuwing hebben laten weerklinken. Wij zien bijbelprofetieën thans tot in de kleinste bijzonderheden in vervulling gaan. Vele vooraanstaande mannen zijn met een angstig voorgevoel over de toekomst vervuld.
Dean Acheson, de voormalige minister van buitenlandse zaken van de Verenigde Staten, verklaarde dat onze tijd „een periode was van ongeëvenaarde onstabiliteit, ongeëvenaarde gewelddaad en revolutionaire veranderingen”. Hij zei: „Ik weet genoeg van wat er zich in de wereld afspeelt om u te verzekeren dat het, voordat er nog 15 jaar zijn verstreken, te gevaarlijk zal zijn om in deze wereld te leven.” Hij gaf ook commentaar op de apathie welke de mensen met betrekking tot zulke waarschuwingen aan de dag leggen, door te zeggen: „Er kan ons worden verteld dat er van alle mogelijke dingen kunnen gebeuren, maar wij geloven dit pas wanneer het zover is. Dan is het te laat om er maatregelen tegen te treffen.”
De rubriekschrijver D. Lawrence zei: „Wanneer is de wereld in een zogenaamde ’vredes’-tijd meer in beroering gebracht dan thans? Van bijna alle delen der aarde komen berichten binnen over menselijke gewelddaad.” Dit is voor het tijdperk sinds 1914 zo kenmerkend geworden, dat de uitgever van The New Cambridge Modern History zijn twaalfde deel, waarin een samenvatting wordt gegeven van de gebeurtenissen in onze tijd, de titel gaf „Het tijdperk van geweld”. In een commentaar hierop werd in de London Daily Telegraph and Morning Post van 27 mei 1960 het volgende gezegd: „Wat leven wij in de 20ste eeuw in een schrikbarende tijd vergeleken bij de beschaafde mensheid met zijn hoop op een onbegrensde, alzijdige vooruitgang van de 19de eeuw. Wij hebben te midden van het barbarisme geleefd van twee wereldoorlogen, vernietiging en verwoesting, het verlies van miljoenen kostbare levens; de opkomst van onmenselijke machten zoals het Russische communisme en het Duitse nationaal-socialisme, met hun moedwillige afslachting van nog meer miljoenen; het bloedbad dat onder de joden in Europa is aangericht, waardoor zij daar praktisch zijn uitgeroeid; de uitvinding van de atoomsplitsing om aan alles een eind te maken, zonder dat hiermee een toename van menselijke wijsheid of politiek verstand gepaard gaat om dit te verhinderen. Hoewel wij ons tijdens onze spelen vermaken, dringt zich bovenal het onverkwikkelijke gevoel aan ons op dat wij ons op de rand van de afgrond bevinden.”
In de Sun van Clearwater, Florida, van 6 juni 1960 kon men lezen: „30 jaar lang is het ontsluiten van een nieuw decennium als het ontsluiten van een doos met duivels geweest.” Dit is precies de situatie welke volgens Openbaring 12:12 sinds 1914 op deze aarde zou bestaan: „Wee de aarde en de zee, want de duivel is tot u nedergedaald in grote grimmigheid, wetende, dat hij weinig tijd heeft.”
Voeg hier nog de morele achteruitgang van onze tijd aan toe. Een hooggeplaatste ambtenaar verklaarde: „Iedereen die de snelheid opmerkt waarmee onze gevangenissen vol raken, kan zien dat er iets verkeerd is.” Een Zuidafrikaanse krant, de Eastern Province Herald, berichtte hierover: „De tegenwoordige morele achteruitgang dient als een gevaarlijke waarschuwing te worden beschouwd. In de loop van de gehele geschiedenis is de instorting van rijken en beschavingen altijd door een buitengewoon lage moraal voorafgegaan.”
Er is nog een ander deel van de Babylonische wereld dat de mensen heeft verdeeld en verwarring heeft veroorzaakt met betrekking tot hun kennis van God, namelijk het vals-religieuze element. Let eens op de volgende verklaringen in de pers: „De kerken hebben gefaald.” „Onze kerken beoefenen een christendom zonder Christus; onze bedienaren van het evangelie staan toe dat zij van hun ware doel worden afgebracht.” Een van hen gaf toe: „Wij zijn oneerlijk geweest tegenover God, tegenover onze naasten en tegenover onszelf. Van God hebben wij ons wederrechtelijk heerlijkheid toegeëigend . . . wij hebben het licht der waarheid gedoofd.”
In een commentaar dat in The Scotsman van 23 november 1959 verscheen, werden de volgende zienswijzen opgesomd: „Mijns inziens hebben de bestaande kerken . . . weinig of geen macht overgehouden om onbewuste campagnes in bedwang te houden welke onze verschrikkelijke oorlogen en krankzinnige bewapeningswedloop veroorzaken.” De schrijver zei dat hij het niet kon helpen te geloven „dat onze gehele beschaving een gevaarlijke crisis tegemoet gaat”.
VERLAAT HAAR THANS!
Al deze dingen behoren tot het grote teken der tijden dat Jezus heeft gegeven en waardoor te kennen wordt gegeven dat het einde van deze wereld nabij is. De volledige verwoesting van het tegenwoordige Babylon met zijn nadelige politiek, handel en valse religiën komt snel naderbij, ja, zal nog in ons geslacht komen!
De natiën worden thans door God geoordeeld. Het waarschuwingswerk van Jehovah’s getuigen neemt elke dag een grotere omvang aan. Sla er met het oog op uw eigen veiligheid gedurende de komende universele oorlog van Armageddon acht op. Wat u dient te doen? Bestudeer Gods Woord om u van zijn wil en voornemens te vergewissen. Scheid u vervolgens, wanneer u uw geest met zijn wil in overeenstemming brengt, van de goddeloze praktijken en plannen van deze wereld af en stel uw hoop en vertrouwen op Gods opgerichte koninkrijk.
Binnenkort zullen Gods uitvoerende strijdkrachten handelend optreden om Openbaring 18:21 in vervulling te doen gaan, waarin wordt voorzegd: „Een sterke engel nam een steen op als een groten molensteen en wierp hem in de zee, zeggende: Zó zal Babylon met geweld geworpen worden, de grote stad, en zij zal nooit meer gevonden worden.” Red, zolang er nog tijd voor is, uw leven door uit het tegenbeeldige Babylon te vluchten!