Vragen van lezers
● In sommige landen is het de gewoonte over iemands dood te rouwen door verscheidene maanden of zelfs jaren, hetgeen afhangt van degene die in de rouw is, zwarte kleding te dragen. Is dit juist voor iemand die in de waarheid is? — O.R., Cuba.
In Jezus’ dagen was vasten een teken van rouw. Zekere personen merkten op dat Jezus’ discipelen niet vastten en vroegen Jezus de reden hiervan. Hij antwoordde: „De vrienden van de bruidegom hebben geen reden tot treuren zolang de bruidegom bij hen is, niet waar? De dagen zullen echter komen dat de bruidegom van hen weggenomen zal worden, en dan zullen zij vasten” (Matth. 9:15). Terwijl Jezus dus nog bij zijn discipelen was, bestond er voor hen geen reden om als een teken van rouw te vasten. Toen Jezus van hen werd weggenomen, hadden zij enigszins reden tot treuren en vasten, doch sedert Christus’ opstanding uit de doden, en in het bijzonder sinds hij in Koninkrijksmacht op de troon is geplaatst, hebben zijn dienstknechten stellig geen enkele reden meer tot treuren en in het bijzonder niet om over de doden te rouwklagen. Het voorbeeld van Christus’ opstanding geeft ons de hoop dat onze geliefden uit de doden zullen opstaan; wij hoeven daarom niet bedroefd te zijn zoals degenen die zonder hoop in de wereld leven: „Bovendien broeders, wij willen niet dat gij onwetend zijt betreffende hen die in de dood slapen, opdat gij niet bedroefd zult zijn evenals de overigen, die geen hoop hebben. Want indien ons geloof is, dat Jezus is gestorven en wederom is opgestaan, zo ook zal God hen die door Jezus in de dood zijn ontslapen, met hem brengen.” — 1 Thess. 4:13, 14.
Redelijkerwijs mogen we daarom veronderstellen, dat een christen die tot een rijp begrip van deze aangelegenheden is gekomen, geen behoefte gevoelt rouw te bedrijven en in uiterlijk vertoon hiervan speciale kleding te dragen. Zelfs wanneer sommigen wel gingen vasten, mochten zij dit niet met uiterlijk vertoon van droefheid doen, zoals door Jezus werd gezegd: „Wanneer gij vast, houdt er dan mede op een somber gezicht te gaan tonen zoals de huichelaars, want zij misvormen hun gelaat opdat het de mensen mag toeschijnen dat zij vasten. Voorwaar ik zeg u: Zij ontvangen hun beloning reeds ten volle. Maar zalft gij uw hoofd wanneer gij vast en wast uw gelaat, dat mag blijken dat gij vast, niet voor mensen, maar voor uw Vader die in het verborgene is; dan zal uw Vader, die in het verborgene ziet, het u vergelden” (Matth. 6:16-18). Christenen dienen daarom niet met uiterlijk vertoon rouw te bedrijven en in het openbaar hun verdriet te kennen te geven zoals zij die geen hoop hebben. Wanneer deze punten en schriftuurlijke feiten onder iemands aandacht zijn gebracht, dient hij inzake het bedrijven van rouw en het in het zwart gekleed gaan als een openbaar bewijs hiervan, echter naar eigen geweten te handelen.
● Zowel Jeremia 25:33 als Ezechiël 39:12 maken gewag van degenen die te Armageddon zijn gedood; toch staat er in de ene tekst dat de doden niet begraven zullen worden, terwijl er in de andere wordt gezegd dat dit wel het geval zal zijn. Hoe kunnen deze twee teksten met elkaar in overeenstemming worden gebracht? — W.B., Canada.
Jeremia 25:33 (NBG) luidt: „En zij die door den HERE geveld zijn, zullen te dien dage liggen van het ene einde der aarde tot het andere, zij zullen niet beklaagd, noch bijeengezameld worden; tot mest op den akker zullen zij wezen.” Zij die door Jehovah zijn geveld of gedood, zullen door de overlevenden van Armageddon niet worden bijeengezameld en op formele wijze worden begraven; evenmin zal er een begrafenis worden gehouden welke met rouw en geklaag gepaard gaat. Er zullen geen gedenkstenen worden geplaatst ter aanduiding van de plek waar hun stoffelijke overschot ligt of als een symbool van een hoop op een opstanding voor hen. Hun vroegere bestaan wordt niet in Jehovah’s herinneringsvermogen bewaard op grond waarvan hij hen uit de doden zou opwekken, en evenmin zullen deze goddeloze doden door Jehovah’s dienstknechten die de strijd van Armageddon zullen overleven, met enige eerbiedige rouw herdacht worden. Hun beenderen zullen door de wilde vogels en andere beesten, die door goddeloze mensen zo lang zijn mishandeld, worden schoongepikt. — Ezech. 39:4, 17-24; Openb. 19:17-21.
Toch zullen de overlevenden wan Armageddon de aarde niet met verbleekte beenderen bezaaid laten liggen, maar zij zullen ze begraven ten einde het land te reinigen, zoals in Ezechiël 39:12 staat geschreven: „Het huis Israëls zal hen begraven, om het land te reinigen, zeven maanden lang” (NBG). De Mozaïsche wet verklaarde iemand die een dood lichaam aanraakte, zeven dagen lang onrein en het land zou derhalve eveneens door zulke overblijfselen worden verontreinigd. Een terechtgestelde misdadiger aan het gezicht blootgesteld te laten, was een verontreiniging van het land; ten einde dit te voorkomen eiste de wet dat hij werd begraven (Num. 19:11; Deut. 21:23). Thofeth van het Dal van Hinnom werd verontreinigd doordat het een plaats werd waar afval en dode lichamen werden neergeworpen (2 Kon. 23:10). Mettertijd zullen daarom de beenderen van hen die te Armageddon worden gedood, begraven moeten worden, maar alleen ten einde het land te reinigen en niet om hun bestaan te gedenken of de hoop op een opstanding te kennen te geven.
[Zie dezelfde vraag in De Wachttoren van 15 april 1954, blz. 127.]