Het gelukkige gezin van de wonderen verrichtende God
1. Waarom is Gods gezin thans uitermate gelukkig?
ER IS thans één gezin op aarde dat uitermate gelukkig is. Het is het gelukkige gezin van de grote God die „wonderbaarlijke dingen” doet. Hoewel de leden van dit gezin onder alle natiën en volken der aarde zijn verspreid, zijn zij door middel van hun aanbidding van de liefdevolste Vader van het gehele universum, in geluk verenigd. Zij zijn gelukkig omdat hun Vader, Jehovah, het koninkrijk des hemels in de handen van zijn Zoon, Christus Jezus, heeft opgericht en omdat hij hun het wonderbaarlijke vooruitzicht van een rijk gezegend gezinsleven dat tot in alle eeuwigheid zal blijven bestaan, voor ogen heeft gesteld. Zij zijn de gelukkige kinderen van de gelukkige God.
2. (a) Waarom zijn de meeste menselijke gezinnen thans ongelukkig? (b) Wat kan er van de hedendaagse „goden” worden gezegd?
2 De meeste gezinnen onder de mensheid voelen zich thans ongelukkig. Dit komt omdat zij „tegengesteld [zijn] aan de gezonde leer overeenkomstig het glorierijke goede nieuws van de gelukkige God” (1 Tim. 1:9-11, NW). In een weergaloze mate worden menselijke gezinnen door echtscheiding, misdadigheid en liefdeloosheid uit elkaar gerukt. Hoe komt dit? Omdat zij de gelukkige God Jehovah, de enige ware Bron van eenheid en geluk, niet hebben leren kennen. In plaats daarvan hebben de mensen een menigte valse goden voor zichzelf vergaderd. Er bestaan evenveel sektarische „goden” als het aantal sekten van de christenheid, en er bestaan voorouderlijke en nationale „goden”. Als een offer aan zijn communistische „god” heeft Rood-China het gezinsleven opgebroken en de seksen in communes gescheiden. Anderen schrijven redding toe aan de Verenigde Naties. Vele mensen zijn de een of andere „ster” van het immorele firmament van de filmwereld of de een of andere militaire, politieke of sportheld gaan aanbidden. Over de materialistisch gezinde personen van deze moderne eeuw wordt terecht door de apostel Paulus gezegd: „Hun God is de buik, hun eer stellen zij in hun schande, zij zijn aardsgezind” (Fil. 3:19). Zij verkeren in werkelijkheid in blinde slavernij aan Satan, „de god van dit samenstel van dingen” en voelen zich niet gelukkig (2 Kor. 4:4, NW).
3. Waardoor kunnen de mensen thans alleen gelukkig worden gemaakt?
3 De mensen kunnen thans alleen door het „glorierijke goede nieuws van de gelukkige God”, het totaal van de grootse, in zijn Woord de bijbel vervatte boodschap, gelukkig worden gemaakt. Alleen dit goede nieuws omtrent Gods koninkrijk kan mensen uit de duisternis van deze uitzinnige wereld in het glorierijke licht en de glorierijke eenheid waarin Gods gezin zich zowel in de hemel als op aarde verheugt, leiden. Zij die werkelijk geluk zoeken, moeten evenals Paulus de gelukkige God en Vader van alles wat leeft, aanbidden: „Hierom buig ik mijn knieën voor de Vader, naar wie elk gezin in de hemel en op aarde genoemd is”. — Ef. 3:14, 15, NW.
4, 5. (a) Hoe kan de aardse mens de heerlijkheid van Jehovah’s gezin in de hemel leren beseffen? (b) Wat zijn enkele luisterrijke voortbrengselen van Jehovah’s schepping die getuigenis afleggen van zijn majesteit?
4 De mens, die ’een weinig minder dan de engelen’ is gemaakt, kan Gods hemelse gezin niet met zijn menselijke gezichtsvermogen zien. Met de ogen van zijn geestelijke, door Gods geïnspireerde Woord onderwezen onderscheidingsvermogen, kan hij veel van de heerlijkheid van dat gezin en de alles overtreffende heerlijkheid van de Vader ervan, begrijpen. Hij kan dan de draagwijdte bevatten van de vreugdevolle aankondiging van de hemelse seraf: „Heilig, heilig, heilig is de HERE der heerscharen, de ganse aarde is van zijn heerlijkheid vol” (Jes. 6:3). De pracht van Gods scheppingen op aarde weerspiegelt inderdaad iets van de veel grootsere pracht welke Gods onovertroffen schepping van de onzichtbare hemelen vult.
5 Zie eens een ogenblik naar enkele van deze luisterrijke scheppingen van God. Overal waar de natuur niet door de handen van gevallen mensen is bedorven, ademt ze wijsheid, schoonheid en harmonie. De opeenvolging van de jaargetijden met hun veranderende kleuren, en de oneindige verscheidenheid en lieflijkheid waarmee de menselijke en dierlijke schepping en de schepping der planten is doortrokken, getuigt allemaal van de liefdevolle Schepper, die alles „voortreffelijk [heeft] gemaakt op zijn tijd” (Pred. 3:11). Deze wonderen zijn millennia lang, zelfs voordat de tegenwoordige mens de aarde en de lucht met de bijprodukten van zijn wetenschap en de menselijke geest met zijn atheïstische leringen begon te bezoedelen, overeenkomstig goddelijke wetten bestendigd. De mannen van de atoomwetenschap, die besloten zijn elkaar van de oppervlakte der aarde weg te vagen, zouden er goed aan doen er eens bij stil te staan en eens te bedenken hoe de Schepper, Jehovah, atoomsplitsing reeds miljarden jaren lang voor vreedzame doeleinden heeft aangewend. Jehóvah, de volmaakte Organisator, heeft de atoomoven, de zon genaamd, gemaakt en de aarde in haar baan geplaatst — niet te ver en niet te dicht bij — zodat aardse stervelingen precies de juiste hoeveelheid energie zouden ontvangen die zij voor het onderhouden van hun leven nodig hebben. Evenals David uit de oudheid zijn de gelovige en nederige mensen van deze tijd gedwongen te verklaren: „Als ik de hemelen zie, het werk uwer vingers, de maan en de sterren, die Gij een plaats hebt bereid: Wat is dan een mens, dat Gij hem zoudt gedenken, een mensenkind, dat Gij acht op hem slaat? . . . Jahweh, onze Heer, hoe heerlijk is uw Naam over heel de aarde!” — Ps. 8:4-10, PC.
6. Wat wordt in Daniël 7:9-14 geopenbaard met betrekking tot (a) de heerlijkheid van Jehovah’s hemelse troon? (b) een eeuwig koninkrijk?
6 Jehovah’s naam is waarlijk majestueus op de gehele aarde. Als de volheid der aarde echter reeds zijn heerlijkheid ademt, hoeveel te meer kan dit dan van zijn weergaloze geestelijke schepping worden gezegd! Ook hier zijn wijsheid en organisatie duidelijk kenbaar, alleen op een veel luisterrijker schaal: „Ik zag toe: Toen werden er tronen geplaatst, en een Hoogbejaarde zette zich neer; zijn kleed was wit als sneeuw, zijn hoofdhaar blank als wol. Zijn troon gloeide als vlammen, de raderen er van als laaiend vuur. Een stroom van vuur rolde aan, en golfde voor Hem uit. Duizendmaal duizenden dienden Hem, en tienduizendmaal tienduizenden waren Hem dienstbaar”. Myriaden engelen die in een grootse harmonie dienst verrichten! En nu heeft Jehovah, de „Hoogbejaarde”, in de handen van Christus, ja, „iemand als een mensenzoon . . . heerschappij gegeven, met heerlijkheid en koningschap; alle volken, naties en tongen moesten Hem dienen. Zijn macht is een eeuwige macht, die nooit zal vergaan; zijn koninkrijk is een rijk, dat nooit wordt verwoest”. — Dan. 7:9-14, PC.
7. Wat wordt in Ezechiël 1:4-28 met betrekking tot de kenmerken van Jehovah en Zijn universele organisatie te kennen gegeven? Wat wordt in Openbaring 4:1-8 aangetoond?
7 Ook in Ezechiël 1:4-28 (AS) wordt een stralend visioen gegeven van de hemelse troon en de schitterende hoedanigheden van de heerlijkheid van Jehovah die zich eromheen bevindt. Hier wordt Jehovah’s loyale hemelse organisatie door „vier levende schepselen” afgebeeld die vierkant in hun volledigheid zijn en altijd klaar staan om Jehovah’s bevelen ijverig ten uitvoer te brengen, want zij „renden en keerden terug als het verschijnen van een bliksemschicht”. Al deze levende schepselen blijken een hoofd met het aangezicht van zowel een mens, een leeuw, een os en een arend te bezitten, waardoor de hoedanigheden worden gesymboliseerd die volmaakt evenwichtig van Jehovah uitstralen, de hoedanigheden waardoor Zijn gehele hemelse en aardse gezin wordt gekenmerkt, namelijk onbegrensde liefde, moedige gerechtigheid, onweerstaanbare macht en ver in de toekomst ziende wijsheid. In Openbaring 4:1-8 wordt een overeenkomstig visioen gegeven van Jehovah’s heerlijke organisatie van heilige schepselen, zijn toegewijde en in alle opzichten wakkere organisatie die voortdurend uitbundig jubelt wanneer ze bekendmaakt: „Heilig, heilig, heilig is de Here God, de Almachtige, die was en die is en die komt”.
8. (a) Hoe verricht Jehovah’s universele organisatie als een toegewijde „vrouw” dienst? (b) Wie komen thans tot een begrip van de heerlijkheid van Jehovah en zijn organisatie?
8 Jehovah’s universele organisatie verricht in een gezinsverhouding als een toegewijde „vrouw” of helpster dienst. Ze is evenals een getrouwe vrouw in een gelukkig menselijk gezin waakzaam, liefdevol en ijverig (Spr. 31:10-31). Jehovah verklaart betreffende deze, op een vrouw gelijkende organisatie, waartoe ook zijn gezalfde, aan God opgedragen kinderen op aarde behoren: „De volken [zullen] uwe gerechtigheid zien, en alle koningen uwe heerlijkheid . . . gij zult eene schoone kroon zijn in de hand des Heeren, en een koninklijke hoed in de hand uws Gods. . . . en gelijk een bruidegom zich verheugt over de bruid, zoo zal uw God zich over u verheugen” (Jes. 62:2, 3, 5, Lu). Zoals in de profetie was voorzegd, sluiten mensen van goede wil uit alle natiën, die de rechtvaardigheid, de heerlijkheid en de schoonheid van Jehovah’s universele gezinsorganisatie zien, zich bij het gezalfde overblijfsel van Jehovah’s door de geest verwekte kinderen op aarde aan. Zij komen uit de duisternis en donkerheid waarin de wereldse natiën zijn gehuld om zich in licht en waarheid te verheugen, want ’Jahwe’s heerlijkheid is over hen opgegaan’. — Jes. 60:1-8, LV.
9. Hoe kan Gods gezin thans geluk en vrede vinden?
9 Verlangt u ernaar het geluk en de vrede te bezitten welke alleen Jehovah kan verschaffen? Sla dan goed acht op het onderwijs dat hij, door middel van zijn op een vrouw gelijkende organisatie geeft, tot wie wordt gezegd: „Al uw kinderen zullen van den HERE geleerd zijn, en de vrede uwer kinderen zal groot zijn”. — Jes. 54:13, SV.
GEZOND ONDERWIJS VOOR GODS GEZIN
10. Hoe stelde Jezus de identiteit vast van het werktuig dat Gods gezin op aarde gezond onderwijs zou geven?
10 In zijn opmerkelijke profetie betreffende de voleinding van het huidige samenstel van dingen, voorzei Jezus de wereldoorlogen, de ellende, de toenemende wetteloosheid — ja, zelfs de valse „god” die verwoesting veroorzaakt, de Verenigde Naties. Hij voorzei ook dat „dit evangelie van het Koninkrijk” op de gehele aarde gepredikt zou worden, en stelde de identiteit vast van het werktuig dat hij hiervoor, en ook voor het geven van gezond onderwijs aan Gods gehele gezin op aarde, zou gebruiken. Hij zei: „Wie is dan de trouwe en verstandige slaaf, dien de heer over zijn dienstvolk gesteld heeft om hun op tijd hun voedsel te geven? Zalig die slaaf, dien zijn heer bij zijn komst zó bezig zal vinden. Voorwaar, Ik zeg u, dat hij hem over al zijn bezit zal stellen”. — Matth. 24:7, 8, 12, 14, 15, 45-47.
11. Hoe heeft de „slaaf” getoond met betrekking tot Koninkrijksvoorrechten klaarwakker te zijn?
11 Deze slaaf is heel anders dan de wachters der christenheid, die niets liever doen dan sluimeren (Jes. 56:10). De „slaaf”, namelijk het samengestelde lichaam van het overblijfsel van Jehovah’s thans op aarde levende gezalfde, aan God opgedragen zonen, is klaarwakker met betrekking tot zijn Koninkrijksvoorrechten en gehoorzaamt zijn Meester, Christus Jezus, ijverig. Toen de Meester in 1918 alle belijdende christenen kwam oordelen, was hij verheugd hem te begroeten. Ten tijde van deze inspectieperiode verklaarde de Meester: „Wèl gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer” (Matth. 25:21). Daar deze „slaaf”-organisatie over veel — ja, over al ’s Meesters Koninkrijksbelangen op aarde — is aangesteld, volgt hij bij het publiceren van bijbelse onderwijzingen, het ’voedsel ter rechter tijd’, getrouw de leiding van Jehovah’s Woord en geest, waarbij hij er op toeziet dat dit in steeds toenemende mate tot de uiterste einden der aarde stroomt.
12. Welke wonderbaarlijke organisatie is er voor het geestelijke voeden van Gods gezin, in het leven geroepen?
12 Door middel van de vreugdevolle dienst van de „getrouwe en verstandige slaaf” ontvangen alle leden van Gods gezin op aarde hun juiste voedsel. Dit is voor hun geestelijke opbouw van levensbelang. Daar men, ten einde in geestelijk opzicht vreugdevol en gezond te blijven, geregeld van het gezinsmaal moet gebruiken, heeft de „slaaf” over de gehele aarde in meer dan 19.000 gemeenten opzieners aangesteld. Dezen zien erop toe dat er vier- of vijfmaal per week geschikte vergaderingen voor gezond onderwijs worden georganiseerd en dat allen in het gemeentegezin worden geholpen aanwezig te zijn en aan Gods dienst deel te nemen. Op deze wijze „doen [zij] wat goed is voor allen, maar inzonderheid voor onze geloofsgenoten” (Gal. 6:10). Dit gezin, dat zich tot in 175 natiën en gebieden uitstrekt, terwijl alle delen ervan in volledige eenheid met elkaar samenwerken, is stellig het wonderbaarlijkste gezin dat ooit op de oppervlakte van deze aarde zal verschijnen. Het is het hedendaagse ’huisgezin Gods’. — Ef. 2:19, OB.
13. In welke opzichten is goddelijk onderwijs superieur aan wereldlijk onderwijs?
13 Het is thans van het grootste belang van de gelukkige God gezond onderricht te ontvangen. In deze in verwarring verkerende wereld doen velen er echter moeite voor zich op het een of andere wetenschappelijke, filosofische of culturele terrein te ontwikkelen. Zij kunnen tijdens hun korte levensduur hoogstens hopen zich op een beperkt terrein te specialiseren. Het terrein van het goddelijke onderwijs, dat thans door Gods gezin van de Nieuwe-Wereldmaatschappij wordt betreden, is veel uitgestrekter en opwindender. Dit onderwijs is niet tot een tien of meer jaren durende wereldlijke opleiding, noch tot een mensenleven van zeventig of tachtig jaar beperkt. Het houdt niet met een diploma-uitreiking op en zal ook niet eindigen wanneer de grote mannen van de hedendaagse wetenschap met hun vernietigingswerktuigen te Armageddon door datgene wat God ten aanzien van hen doet, worden verpletterd. Het blijft eeuwig doorgaan, terwijl het zich op verschillende tijden in verschillende studiën specialiseert. — Pred. 3:1.
14. (a) Waarom is het thans noodzakelijk zich in goddelijk onderwijs te specialiseren? (b) Hoe dient men wereldlijk onderwijs te beschouwen en binnen de perken te houden?
14 Op het ogenblik specialiseert het goddelijke onderricht zich in de wonderbaarlijke waarheden over Jehovah’s opgerichte koninkrijk. Vandaar dat het voor alle leden van Gods gezin belangrijk is eerst aan hun persoonlijke bijbelstudie en aan het regelmatig bezoeken van hun plaatselijke Koninkrijkszaal aandacht te schenken, terwijl zij hun uiterste best doen als door God goedgekeurde werklieden, ’die zich nergens over behoeven te schamen’, bekwaam te worden (2 Tim. 2:15, NW). Een goede, fundamentele wereldlijke opleiding is voor de leden van Gods gezin eveneens belangrijk. Met welk doel zullen zij deze echter ontvangen? Om in deze wereld vooruit te komen? Neen, deze opleiding is alleen maar belangrijk in zoverre ze hen toerust en in een achtergrond voor hun taak als bedienaren van het evangelie voorziet. Zorg ervoor dat u uw wereldlijke opleiding binnen de perken houdt. Zij die zich voor hoger wereldlijk onderwijs interesseren of die aan „karakterontwikkeling” doen door van de ene vorm van cultuur naar de andere te dwalen, kunnen zeer gemakkelijk in de filosofie van deze wereld verstrikt geraken (Kol. 2:8). Allen dienen zich thans enkel en alleen maar ten doel te stellen tot de komst van Gods nieuwe wereld te volharden. Later zal er ruimschoots gelegenheid zijn in overeenstemming met de door God hiervoor bestemde tijd en het goddelijke voornemen andere dingen te bestuderen.
15, 16. (a) Welke onbegrensde mogelijkheden zijn er op het gebied van het onderwijs voor de mensheid in de nieuwe wereld weggelegd? (b) Welke de moeite lonende krachtsinspanningen dienen allen thans te doen?
15 Fysiologen hebben aangetoond dat de mens thans slechts een klein gedeelte van zijn hersenen gebruikt.a In zijn artikel „De ongekende vermogens van uw hersenen” zei Bruce Bliven: „Het prestatievermogen van de hersenen is nagenoeg onbegrensd”. Waarom zouden wij ons inspannen om in het tijdelijke najagen van wereldlijke kennis een gedéélte van de hersenen te gebruiken wanneer de mens in de nieuwe wereld, wanneer alles weer tot volmaaktheid is hersteld, al zijn door God verschafte geestvermogens kan aanwenden om de glorierijke, oneindige terreinen van kennis te betreden waar hedendaagse intellectuelen nog niet eens het bestaan van weten! De mogelijkheden van wat er in de nieuwe wereld allemaal bereikt kan worden, zijn onbeperkt. De grote meesterwerken op het gebied van wereldlijke kunst en muziek en de bijzondere wetenschappelijke uitvindingen van deze eeuw zullen vergeleken bij de grootse artistieke kwaliteiten van de kunstwerken welke in de nieuwe wereld zullen worden voortgebracht, als zeer middelmatig en onbetekenend in het niet verzinken. Dan zal de mens zich niet meer voor hebzuchtige of oorlogszuchtige doeleinden aftobben, maar zullen al zijn verrichtingen tot vrede en Jehovah Gods eeuwige heerlijkheid bijdragen. — Ps. 104:24, 31; Jes. 65:22-25.
16 Wat zal het heerlijk zijn wanneer wij in de nieuwe wereld in een volmaakte geest, die de ontvangen inlichtingen vasthoudt, kennis kunnen blijven opnemen! Stellig loont het de moeite om thans, hoe moeilijk het sommigen ook lijkt, de goddelijke woorden en gezonde leringen die tot eeuwig leven leiden, in onze onvolmaakte geest op te nemen! — Joh. 6:63, 68.
GEZINSONDERRICHT TEN LEVEN
17, 18. (a) Welke ernstige verantwoordelijkheid rust er thans op ouders? (b) Hoe wordt deze verantwoordelijkheid door de huidige crisis onderstreept?
17 Ten einde met de waarachtige God en zijn gelukkige gezin te wandelen, moeten allen zich in hun respectieve gezinnen van hun verantwoordelijkheden kwijten. Heeft u kinderen? Indien dit het geval is, stelt u dan al het mogelijke in het werk om hen in de goddelijke beginselen te onderwijzen? Of bent u er tevreden mee hen met de wereld te laten optrekken, terwijl u de teugels laat vieren totdat er een „gunstiger gelegenheid” voor goddelijk onderwijs komt?
18 Deze wereld staat tegenover haar grootste crisis, een soortgelijke crisis als die waaraan Juda ten prooi viel en welke tot Jeruzalems verwoesting in 607 v. Chr. leidde. De joden waren in die tijd geheel door het materialisme en de valse religie overspoeld. Sommigen brachten zelfs hun kinderen in de vlammen van de heidense god Moloch ten offer (Jer. 32:35). Hoe gruwelijk dit misschien ook klinkt, toch vindt er op het ogenblik iets overeenkomstigs plaats, want de christenheid heeft zich van de gezonde bijbelse leer afgewend en heeft toegestaan dat haar kinderen door het hedendaagse materialisme en misdadigheid worden opgeslokt. Moge dit nooit met kinderen van de Nieuwe-Wereldmaatschappij gebeuren! Laten ouders altijd waakzaam zijn en hun kinderen in liefde en overeenkomstig goddelijke beginselen leiden. — Ef. 6:1-4; Spr. 22:6.
19. Hoe beschermt de verstandige ouder in deze tijd zijn kinderen?
19 De verstandige ouder houdt zijn kinderen thans dicht bij zich. Hij heeft belangstelling voor hen en bestudeert thuis geregeld de bijbel met hen. Hij volgt bij de juiste opvoeding die hij zijn kinderen geeft, alle verstandige raad van Gods Woord op. Wanneer het tijd wordt om naar de vergaderingen te gaan, beseft hij dat het er niet om gaat de kinderen te vragen: Zou je willen meegaan? of het denkbeeld te opperen: Ben je vanavond te moe, m’n kind? Ook neemt hij hen niet louter en alleen mee omdat er niemand thuis is om op hen te passen. Hij laat de kinderen niet thuis uit vrees dat ze tijdens de vergadering te luidruchtig zullen zijn, maar neemt de kleintjes mee naar de vergadering, of zij dit nu willen of niet, en als zij zich niet goed gedragen, wijst hij hen terecht, niet door hen met snoepgoed om te kopen, maar door hen, als dit nodig is, een flink pak slaag te geven. Zij zullen er gauw achter zijn dat zij op de vergadering zijn om te luisteren en te leren. — Spr. 13:24; 23:13, 14; Deut. 4:9, 10.
20. (a) Welk waardige voorbeeld wordt ons door de handelwijze welke Juda onder de getrouwe koning Josafat volgde, gegeven? (b) Welke belangrijke beslissing moeten ouders voor hun afhankelijke kinderen nemen?
20 Naarmate de crisis op aarde toeneemt, wordt de behoefte voor ouders hun kinderen te beschermen, groter. Toen Juda onder de getrouwe koning Josafat voor een overeenkomstige crisis stond, kwamen de leden van deze stam bijeen om de raad van Jehovah te weten te komen. Wie kwamen bijeen? Alleen maar de volwassenen? Het bericht luidt: „Ja, men kwam uit al de steden van Juda om den HERE te zoeken. Geheel Juda stond voor het aangezicht des HEREN, zelfs hun kleine kinderen, hun vrouwen en hun zonen” (2 Kron. 20:4, 13-17). Bij die gelegenheid zagen alle gezinnen van Juda, „zelfs hun kleine kinderen”, de redding waarmee Jehovah hen zegende. Ouders, het betekent bescherming en leven voor uw kinderen wanneer u hen te zamen met u de vergaderingen laat bezoeken, en dit niet slechts zo af en toe, wanneer zij er zin in hebben, maar altijd, overeenkomstig het ijverige, theocratische voorbeeld dat u hen geeft. Totdat zij de leeftijd van persoonlijke verantwoordelijkheid hebben bereikt, is dit een van de belangrijke beslissingen die u voor hen neemt. — Deut. 6:4-7; 27:10-13.
21, 22. (a) Hoe kan de geest van een jeugdig persoon reeds vanaf de prilste jaren gevormd worden? Hoe heeft een jonge moeder hier op schitterende wijze een begin mee gemaakt?
21 Naar verluidt hebben de jezuïeten gezegd: „Geef mij een kind van zes en ik maak het tot een katholiek”.b Zij zijn zich ervan bewust dat iemands gehele leven gedurende die prille jaren gevormd kan worden. In Gods grote gezin dienen ouders ten opzichte van hun kinderen zelfs nog ijveriger te zijn. In plaats dat zij de jeugdige geest van hun kinderen in overeenstemming met een sektarisch geloof modelleren, vormen zij deze in overeenstemming met de ’gezonde leer van het glorierijke goede nieuws’, hetgeen tot eeuwig leven leidt. Wanneer deze vorming in de eerste jaren begint, zullen de vroegste vragen van het kind Jehovah en zijn voornemens betreffen. Zelfs lang voor de kleuterschool-leeftijd zullen de beschermende beginselen van de bijbelse leer in dat jonge hart wortel schieten. Vanaf zijn prilste jaren kan hij aan de gezinsbespreking van de dagtekst deelnemen. Wanneer hij later leert lezen, kunnen godvrezende ouders hem niet alleen door middel van zijn eigen geregelde studie onderrichten, maar ook door hem te helpen zich voor deelname aan de vergaderingen voor te bereiden.
22 Er is in Hongkong een speciale pionierster die een baby heeft. Vanaf de tijd dat deze baby twee weken oud was, heeft hij in zijn reiswiegje verscheidene malen per week regelmatig de vergaderingen bijgewoond. Door de spontane samenwerking van familieleden heeft de moeder sinds de baby een paar weken oud was, 150 uren per maand aan de Koninkrijksdienst kunnen besteden, en de baby gaat — wanneer het kan — mee de dienst in. Welnu, wie zal beter in de gelegenheid zijn om tot een rijpe en ijverige evangeliebedienaar van God op te groeien: de baby van die jonge Chinese moeder, of het „moderne kind” dat aan zijn lot wordt overgelaten om zijn eigen zin te doen?
23. Hoe kunnen gehuwde mannen hun ongelovige vrouw helpen en gehuwde vrouwen hun ongelovige man?
23 Hoe gezegend is de omgang van broeders en zusters in Gods zich over de gehele wereld bevindende gezin van Jehovah’s getuigen, en hoe vreugdevol is het vooruitzicht om gezamenlijk tot in Gods nieuwe wereld van rechtvaardigheid te blijven leven! Hoeveel vreugdevoller is het echter nog wanneer letterlijke gezinnen in het grotere gezin van Gods volk zijn verenigd! Gehuwde mannen, helpt uw vrouw! Gehuwde vrouwen, helpt uw man! Wanneer u uw huwelijkspartner kunt helpen te zamen met u de glorierijke hoop van de zo nabije nieuwe wereld te verwezenlijken, is dit alle tact die u bij het maken van uw plannen en bij uw gesprekken aanwendt, ten volle waard. Sommigen hebben wat dit betreft door mensenvrees en gebrek aan geloof een prachtige gelegenheid voorbij laten gaan. Daar zij er bang voor waren wat hun man zou kunnen zeggen of doen wanneer hij bemerkte dat zij voor Jehovah getuigenis aflegden, lieten zij hem er onkundig van. De bijbel zegt: „Er is in liefde geen vrees, maar volmaakte liefde werpt vrees buiten, want vrees legt een beperking op” (1 Joh. 4:18, NW). Vertel uw huwelijkspartner over het glorierijke goede nieuws van het Koninkrijk. Geef hem de gelegenheid met u de waarheid te aanvaarden. Vertrouw erop dat Jehovah de aangelegenheid zal leiden.
24. Hoe kunnen wijsheid en de Schrift voor de redding van andere gezinsleden worden gebruikt?
24 Wees, wanneer u tot zulke leden van het gezin spreekt, verstandig in het uitkiezen van de onderwerpen waarover geconverseerd zal worden. Lok geen tegenstand uit door eerst geschilpunten te berde te brengen. Praat veeleer over de grote waarheden betreffende de liefdevolle en alwijze Schepper en God, het glorierijke vooruitzicht van de paradijsachtige aarde, de wonderbaarlijke liefde en eenheid die in de Nieuwe-Wereldmaatschappij heersen en de hoge morele beginselen welke er in ere worden gehouden. Bouw waardering op voor de prachtige organisatie die Jehovah over de gehele aarde in het leven heeft geroepen. Wanneer er toch geschilpunten worden opgeworpen, wees er dan met een logische, schriftuurlijke bewijsvoering op voorbereid, en redeneer vriendelijk maar met overtuiging. Bedenk dat „het woord Gods . . . levend en krachtig” is (Hebr. 4:12; 2 Kor. 10:3-5). Maak er, zowel voor de redding van anderen als van uw gezin, een goed gebruik van.
25. Welk beeld dienen wij met betrekking tot de wonderbaarlijke structuur en eenheid van Gods gezin voor ogen te houden?
25 Gelukkig zijn allen die hun plaats in Gods universele gezin vinden en zich getrouw van de hiermee gepaard gaande verantwoordelijkheden kwijten. Dit gezin is stellig een buitengewoon wonderbaarlijke schepping van de wonderen verrichtende God! Vóór Jehovah’s heerlijke, hemelse troon blijven „tienduizendmaal tienduizenden” hem in grote eenheid dienen. Als hoofdstad en als „nieuwe hemelen” hierboven verheven, bevindt Gods koninkrijk zich in de handen van Christus Jezus, terwijl de opgestane leden van zijn „kleine kudde”, de 144.000, bij hem zijn. Als het aardse deel van dit universele gezin ontvouwt zich thans voor onze ogen „een nieuwe aarde”, de Nieuwe-Wereldmaatschappij van Jehovah’s getuigen, welke de aardbol met loftuitingen aan het adres van de grote God vervult. Zie eens welk een menigte naar dat gezin toestroomt! O, welk een eenheid bestaat er onder alle leden van Gods gezin! Het is de soort van eenheid waarover Jezus sprak toen hij met zijn discipelen op aarde was: „Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen, die door hun woord in Mij geloven zullen. Opdat zij allen één zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt”. „Ik heb nog andere schapen, die van dezen stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen; en zij zullen Mijn stem horen; en het zal worden één kudde, en één Herder”. — Joh. 17:20-22; 10:16, SV.
26. (a) Welke betekenis ligt er nu in de verzekering van Jehovah’s beloften opgesloten? (b) Wat dienen zij die waarheid en rechtvaardigheid liefhebben, thans te doen?
26 Terwijl deze wankele, oude wereld van Satan, te zamen met haar valse religie en haar „uitzinnige” natiën, zich opstelt om in Armageddon vernietigd te worden, verschaft Jehovah de bezielende hoop in zijn belofte van de eeuwig vredige nieuwe wereld die hierop zal volgen. Hoe liefdevol en edelmoedig zal hij zich als de vriendelijke Vader van zijn gehele universele gezin blijven betonen! Welk een betekenis ligt er nu in de verzekering van zijn beloften opgesloten: „Zie, Ik maak alle dingen nieuw”. „Schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig”. „Ik zal den dorstige geven uit de bron van het water des levens, om niet” (Openb. 21:1-7). Laten allen die waarheid en rechtvaardigheid liefhebben thans veel van het water des levens drinken, opdat zij hun plaats in het gelukkige gezin van de grote God die ’wonderbaarlijke dingen doet’ eeuwig mogen behouden. Laten zij evenals David ’met geheel hun hart’ tot de Vader bidden: „Gij zijt God, gij alleen. Onderricht mij, o Jehovah, over uw weg. Ik zal in uw waarheid wandelen. Verenig mijn hart om uw naam te vrezen”. — Ps. 86:10, 11, NW.
[Voetnoten]
a Reader’s Digest van oktober 1956, blz. 59; The Saturday Review van 13 oktober 1956, blz. 26.
b Bladzijde 43 van My Conversion or Why I Left the Church of Rome, door Bozhidar Milosevich.