„Uw wil geschiede op aarde” — Deel 20
In de geïnspireerde droom welke Daniël in het zevende hoofdstuk van zijn profetie beschrijft, beeldt de leeuw de dynastie of lijn van koningen van die Babylonische wereldmacht af, de beer de lijn van koningen van de Perzische wereldmacht, de panter de lijn van koningen van de Macedonische of Griekse wereldmacht en het verschrikkelijke vierde beest de vierde uitdrukking van wereldbeheersing, welke met het Romeinse rijk onder Augustus Caesar begon. Dit rijk werd in politieke regeringsmachten ontbonden welke door de tien horens bovenop de kop van het vierde beest werden afgebeeld. De ’kleine horen’ die tussen hen opkwam en waarvoor drie horens vielen, is de Anglo-Amerikaanse wereldmacht, terwijl de drie horens die voor deze horen — de zevende wereldmacht in de bijbelse geschiedenis — vielen, 1. Spanje, 2. Nederland en 3. Frankrijk waren. Deze symbolische ’kleine horen’ met ogen en een praatzieke mond is een tegenstander van Jehovah God en zijn heiligen.
23, 24. (a) Hoe dacht deze symbolische horen de „tijden” van God te veranderen? (b) Hoe dacht hij Zijn wet te veranderen?
23 Tot op deze dag heeft deze symbolische horen gedacht de „tijden en wet [van God] te veranderen”. In de herfst van 1914 eindigden de „zeven tijden”, of „de bestemde tijden der natiën”, eveneens met betrekking tot de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht. De tijd was toen verstreken waarin het „hemelse Jeruzalem”, dat vrij en de „moeder” van Gods „heiligen” is, vertreden zou worden, daar het tijdstip was aangebroken waarop het beloofde Koninkrijk van God en van zijn Christus als de rechtmatige regeerder van de aarde op de voorgrond zou treden. Voor de koninkrijken dezer wereld, en in het bijzonder voor die der christenheid, was het de juiste tijd zich voor die pasgeboren Nieuwe-Wereldregering neer te buigen en hun soevereiniteit en beheersing van de aarde over te dragen. — Ps. 2:1-12.
24 De Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht dacht anders over de „tijden” en spotte met het feit dat de „bestemde tijden der natiën” in 1914 waren geëindigd.a Ze stortte zich in een wereldoorlog, niet ten einde het koninkrijk van God, dat pas in de hemel was geboren, te ondersteunen, maar om haar eigen politieke heerschappij en commerciële oppermacht te handhaven (Openb. 11:15-18). Gods wet sedert 1914 n. Chr. luidde dat het goede nieuws van de oprichting van het beloofde koninkrijk, waarom was gebeden, door zijn aan hem opgedragen getuigen op de gehele bewoonde aarde tot een getuigenis aan alle natiën gepredikt diende te worden (Matth. 24:14). De Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht heeft de tenuitvoerlegging van die wet door het heilige volk van Jehovah God op opvallende wijze tegengestaan. Hierdoor deed ze de door de engel geuite profetie in vervulling gaan: „Hij zal . . . de heiligen des Allerhoogsten te gronde richten; . . . en zij zullen in zijn macht gegeven worden voor een tijd en [twee] tijden en een halven tijd.” — Dan. 7:25, Lu.
25. Hoeveel tijd bedragen de tijd, tijden en een halve tijd, en wat voor soort van oorlog voerde de symbolische horen tegen Gods „heiligen”?
25 Een tijd, twee tijden en een halve tijd bedragen drie en een halve tijd, of de helft van zeven tijden. De „zeven tijden” die letterlijk over koning Nebukadnezar voorbijgingen toen hij te Babylon krankzinnig was, bedroegen zeven letterlijke jaren. Hiernaar gerekend, komt de helft van „zeven tijden”, of drie en een halve tijd, op drie en een half jaar neer.b Gedurende deze tijd werden de „heiligen” van de Allerhoogste God in de hand van de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht gegeven, en ’die horen voerde strijd tegen de heiligen en overmocht hen’ (Dan. 7:21). Dit geschiedde gedurende de eerste Wereldoorlog, beginnend in 1914, het jaar waarin de zeven „bestemde tijden der natiën” eindigden. Het Britse deel van de dualistische wereldmacht nam op 4 augustus 1914 aan de eerste Wereldoorlog deel en het Amerikaanse deel op 6 april 1917. Zij voerden echter een geestelijke strijd tegen Jehovah’s „heilige natie” van geestelijke Israëlieten, in het bijzonder gedurende de voorzegde drie en een halve tijd.
26. Wanneer begonnen en eindigden die drie en een halve tijd, en hoe?
26 Deze periode van drie jaar en zes maanden komt overeen met de tweeënveertig maanden of twaalfhonderd zestig dagen waarin Jehovah’s „twee getuigen” geestelijk gesproken in zakken gekleed of in een treurende toestand moesten profeteren (Openb. 11:1-3). Deze periode begon in de eerste helft van november 1914 en eindigde op 7 mei 1918. Op deze laatstgenoemde dag werden de president, de secretaris-penningmeester en de schrijvers van de publikaties van de Watch Tower Bible & Tract Society op grond van valse aantijgingen gearresteerd. Zij werden in de federale staatsgevangenis opgesloten om hier negen maanden te blijven totdat er een borgtocht, die hun ten onrechte was ontzegd, kon worden verschaft en zij vrijgelaten konden worden.c Dit optreden was over de gehele aarde op het bijbelse onderwijzingswerk van de getuigen van de Allerhoogste God van invloed.
27. Hoe werd deze oorlogvoering tegen Gods heiligen tot een hoogtepunt gebracht?
27 Ondertussen nam het Britse dominion Canada op 12 februari 1918 de leiding in deze laatste aanval. Op die dag verbood de Canadese minister van buitenlandse zaken namelijk het door het Genootschap uitgegeven zevende deel van de Studies in the Scriptures, getiteld „The Finished Mystery”, en eveneens de van dit Genootschap afkomstige serie traktaten getiteld „The Bible Students Monthly”. Wie een der verboden boeken in zijn bezit had, stelde zich bloot aan een boete van ten hoogste $5000 (ƒ 19.000,–) en vijf jaar gevangenisstraf. In Amerika verklaarde het ministerie van justitie te Washington, D.C., reeds de volgende maand, of op 14 maart 1918, dat de verspreiding van het zevende deel der Studies in the Scriptures een schending van de spionagewet was. Het bovengenoemde optreden van de Canadese en Amerikaanse regering had verbeurdverklaring van lectuur, huiszoeking bij Jehovah’s volk en inbeslagneming van boeken tot gevolg, terwijl vele aanbidders van de Allerhoogste God bovendien werden gearresteerd. In de daaropvolgende maanden werden vooraanstaande vertegenwoordigers van de Watch Tower Bible & Tract Society gearresteerd, aan een schijnverhoor onderworpen en in de gevangenis opgesloten.
28. Welk bericht blijft bestaan, ook al zijn de zaken na de oorlog in het reine gebracht, en tot wat wordt de profetie hierdoor bestempeld?
28 Hoewel de verboden lectuur na de eerste Wereldoorlog door de regering werd teruggegeven en de in de gevangenis opgesloten bestuursleden en schrijvers van het Genootschap door de rechtbank, die hier op grond van het recht wel toe genoopt was, werden vrijgesproken, werd het bericht dat hierdoor was opgebouwd inzake het strijden tegen de God des hemels, wiens wil op aarde door zijn dienstknechten werd gedaan, niet uitgewist. Bovendien wordt door dit schandelijke bericht de profetie als waarachtig bestempeld, terwijl het ons eveneens de verzekering geeft dat de rest van Daniëls visioen in vervulling zal gaan.
GODDELIJK OORDEEL BETREFFENDE DE WERELDHEERSCHAPPIJ
29. Welk hemelse visioen ziet Daniël vervolgens, en wie is de oude van dagen, welke kwestie moet worden berecht, en wat wordt door de geopende boeken onthuld?
29 Toen de profeet Daniël zijn ogen van het verschrikkelijke vierde beest, dat uit de zee was opgekomen, afwendde, kreeg hij een visioen van een hemels tafereel. „Terwijl ik bleef toekijken, werden tronen opgesteld, en een Oude van dagen zette Zich neder; zijn kleed was wit als sneeuw en zijn hoofdhaar blank als wol; zijn troon bestond uit vuurvlammen, de raderen daarvan uit laaiend vuur; en een stroom van vuur welde op en vloeide voor hem uit; duizend maal duizenden dienden hem en tien duizend maal tien duizenden stonden vóór hem. De vierschaar zette zich neder en de boeken werden geopend” (Dan. 7:9, 10). De Oude van dagen is Jehovah, Degene die van onbepaalde tijd tot onbepaalde tijd God is (Ps. 90:2, NW). „Maar God is rechter, Hij vernedert dezen en verhoogt genen” (Ps. 75:8). De zaak die door de Allerhoogste God berecht moet worden, betreft de heerschappij van de aarde. 2520 jaar lang hebben de wereldse natiën der aarde er zonder inmenging van de Schepper der aarde de heerschappij over gevoerd. Nu de herfst van 1914 (n. Chr.) echter is aangebroken, zijn de „bestemde tijden der natiën” afgelopen. De boeken — of de berichten die de natiën gedurende de „zeven tijden” hebben opgebouwd — worden geopend. Een beestachtig bericht staart de grote Rechter in het gezicht. De natiën verdienen het niet om nog langer de soevereiniteit over de aarde uit te oefenen.
30. Wat ziet Daniël met het vierde beest en de andere dieren gebeuren, wie wordt voor de Rechter geleid, en wat wordt hem gegeven?
30 Zie daar eens! Er wordt iemand voor de goddelijke Rechtbank ontboden. Daniël zegt: „Toen keek ik toe vanwege het geluid der grote woorden welke de horen sprak; terwijl ik bleef toekijken, werd het dier gedood, zijn lichaam werd vernietigd en prijsgegeven aan den brand van het vuur. Ook aan de overige dieren werd de heerschappij ontnomen, en hun werd een levensduur gegeven tot tijd en wijle [maar hun leven werd voor een stonde en een tijd verlengd]. Ik bleef toekijken in de nachtgezichten en zie, met de wolken des hemels kwam iemand gelijk een mensenzoon; hij begaf zich tot den Oude van dagen, en men leidde hem voor dezen; en hem werd heerschappij gegeven en eer en koninklijke macht [een koninkrijk], en alle volken, natiën en talen dienden hem. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet zal vergaan, en zijn koningschap is een, dat onverderfelijk is.” — Dan. 7:9-14, RS.
31. Wie is degene die op een mensenzoon gelijkt, wanneer verschijnt hij in het Gerechtshof, en waarom vraagt hij de Rechter?
31 Toen Jezus Christus op aarde was, sprak hij herhaaldelijk over zichzelf als de Zoon des mensen (Matth. 16:13; 25:31). Toen het Sanhedrin of het Hooggerechtshof van Jeruzalem Jezus onder ede stelde om te zeggen wie hij was, zei hij: „Doch Ik zeg u, van nu aan zult gij den Zoon des mensen zien, gezeten aan de rechterhand der Macht en komende op de wolken des hemels” (Matth. 26:59-64). Degene die in Daniëls hemelse visioen met de wolken des hemels kwam en voor de Oude van dagen werd geleid, is derhalve de uit de doden opgewekte, verheerlijkte Jezus Christus. Met hém heeft Jehovah, de Oude van dagen, een verbond voor een koninkrijk gesloten, zoals werd afgebeeld door het verbond voor het koninkrijk dat met koning David — die een profetisch beeld van Jezus Christus is — werd gesloten. Bij monde van de geïnspireerde koning David had Jehovah zijn Zoon Jezus Christus, profetisch laten uitnodigen Hem te juister tijd de natiën als zijn erfdeel en de einden der aarde als zijn bezitting te vragen (Ps. 2:7, 8; Hand. 4:24-26). De tijd is het einde van de „bestemde tijden der natiën” in 1914. Nu — op de tijd waarop Jezus Christus in de hemel had gewacht — verschijnt hij in het gerechtshof van de Oude van dagen. Hij vraagt de Rechter om datgene wat hem volgens het verbond voor het koninkrijk over de gehele aarde toekomt. Zowel door alle zichtbare als alle geestelijke aanwijzingen wordt bewezen dat hem, als een vervulling van Daniëls visioen, de heerschappij over alle bewoners der aarde werd gegeven.
32. Wat moet met de horens van het vierde beest gebeuren, en in het bijzonder met de horen die ogen en een mond had, en waar zal dit gebeuren?
32 De Zoon des mensen, die in 1914 als de koning der nieuwe wereld in de hemelen op de troon is geplaatst en de symbolische beesten van Daniëls visioen kunnen niet in een toestand van duurzame vrede naast elkaar bestaan. Het symbolische vierde beest, namelijk, de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht en de andere tien „horens” of „koningen” die uit het Romeinse rijk zijn voortgesproten en nog steeds aanspraak op soevereiniteit maken en zich op aarde handhaven, moeten volgens het visioen worden vernietigd. Ze moeten verdwijnen alsof ze in een vuurpoel die van zwavel brandt, worden geworpen (Openb. 19:19, 20). In het bijzonder met betrekking tot de symbolische horen met ogen en een mond zei de engel: „Dan zal de vierschaar zich nederzetten, en men zal hem de heerschappij ontnemen en hem verdelgen en vernietigen tot het einde” (Dan. 7:26). Deze volkomen vernietiging zal op het slagveld van Armageddon, in de „oorlog op den groten dag van den almachtigen God”, op bevel van de grote Rechter, de Oude van dagen, ten uitvoer worden gebracht. — Openb. 16:14-16.
33. Wat gebeurde in het visioen met de andere drie beesten, en hoe is dit in vervulling gegaan?
33 Wat de andere drie symbolische beesten, Babylonië, het Medo-Perzische rijk en het Macedonische (Griekse) rijk betreft, toen deze in de oudheid werden omvergeworpen, werden hun nationale fundamenten niet volledig verwoest. In 483 v. Chr. nam Babylon bijvoorbeeld de wapens op tegen de Perzische regerende macht, en Xerxes I kon het pas na een maandenlang beleg veroveren, waarna hij het plunderde. Alexander de Grote stierf in 323 v. Chr. in Babylon. Overgeheld naar de Babylonische kant, had hij Babylon tot de hoofdstad van zijn rijk willen maken, maar Gods besluit was tegen Babylon. Ook Perzië heeft sinds Alexanders dood tot op het hedendaagse koninkrijk van Iran een ononderbroken geschiedenis gehad. Alexanders opvolger, generaal Seleucus Nicator, die in 280 v. Chr. stierf, verplaatste zijn hoofdstad van Babylon naar Seleucia in Syrië, een nieuwe stad die hij had gebouwd. Griekenland is tot op deze tijd blijven bestaan, en het koninkrijk Irak omvat het gebied van het Babylon uit de oudheid.
34. Hoe zijn de overblijfselen van die drie antieke wereldmachten en de horens van het vierde beest in deze tijd verenigd, maar wanneer zal hun verlengde leven eindigen?
34 De overblijfselen van die antieke beestachtige wereldmachten, tezamen met de symbolische horens van het verschrikkelijke vierde beest, worden thans verenigd met andere natiën over de gehele aardbol in de internationale organisatie die als de Verenigde Naties bekend staat en in de bijbelse geschiedenis de achtste wereldmacht wordt genoemd, aangetroffen (Openb. 17:11). In het aan Daniël gegeven visioen was terecht voorzegd dat de heerschappij aan de wereldmachten Babylon, Medo-Perzië en Griekenland zou worden ontnomen, maar dat hun leven ’gedurende een stonde en een tijd werd verlengd’. In Armageddon zal Gods koninkrijk, gelijk de steen die het beeld in Nebukadnezars droom aan de voeten trof en het vervolgens tot poeder vermaalde, alle overgebleven sporen van die symbolische beesten uit de oudheid, met inbegrip van het vierde beest, vernietigen.
35. Zal Degene die op de mensenzoon gelijkt, in zijn heerschappij en koninkrijk alleen zijn, en hoe geeft Daniëls visioen ons het antwoord?
35 Degene die op een mensenzoon gelijkt, zal in zijn eeuwige heerschappij en onvernietigbare, hemelse koninkrijk niet alleen zijn. Gods „heiligen” zullen met de verheerlijkte, op de troon geplaatste Zoon des mensen in diens koninkrijk zijn verbonden. Ter ondersteuning hiervan zei Daniël: „Ik zag, dat die horen strijd voerde tegen de heiligen en hen overmocht, totdat de Oude van dagen kwam en recht verschaft werd aan de heiligen des Allerhoogsten en de tijd naderde, dat de heiligen het koningschap in bezit kregen.” De engel die de uitleg hiervan gaf, zei tot Daniël: „Dan zal de vierschaar zich nederzetten, en men zal hem de heerschappij ontnemen en hem verdelgen en vernietigen tot het einde. Maar de heerschappij, het gezag en de macht over de koninkrijken onder de ganse hemel zullen gegeven worden aan het volk, aan de heiligen van den Allerhoogste. Hun rijk zal een rijk zijn voor eeuwig, en alle machten zullen hen in gehoorzaamheid dienen” (Dan. 7:21, 22, 26, NBG; vs. 27, PC). Jezus Christus is de voornaamste van de „heiligen des Allerhoogsten”. — Hand. 3:14; 4:27, 30.
36. Wat vormen zij die in het Koninkrijksverbond zijn opgenomen, en hoe komen zij in hun regerende positie, en waar?
36 Degenen die Jezus Christus met zich in het Koninkrijksverbond opneemt, vormen echter een „heilige natie”, een natie van zijn geestelijke „broeders”, allen „geroepen om heiligen te zijn” (1 Petr. 2:9; Hebr. 2:11; Rom. 1:7, NW). Overeenkomstig het verbond voor het Koninkrijk ontvangen zij, wanneer zij in getrouwheid zijn gestorven, een opstanding uit de dood en worden zij met Jezus Christus in zijn regering op de hemelse berg Zion verenigd. — Openb. 2:10; Hebr. 12:22-28.
37. Hoe worden zij die worden opgewekt om die positie op de berg Zion te bekleden, genoemd, en omdat zij wat hebben verduurd, zullen zij met de Zoon des mensen regeren?
37 De apostel Johannes, die een van deze heiligen was, zei in het visioen dat hij kreeg: „Ik zag en zie, het Lam stond op den berg Sion en met Hem honderd vier en veertig duizend, op wier voorhoofden zijn naam en de naam zijns Vaders geschreven stonden.” Ook: „Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding: over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, die duizend jaren” (Openb. 14:1; 20:6). Deze 144.000 volgelingen van het ten slachtoffer gebrachte Lam hebben gedurende de verdorven wereldheerschappij van het symbolische vierde beest met zijn horens met hem lijden verduurd. Als beloning hiervoor wordt hun de belofte gegeven dat zij „ook met Hem als koningen [zullen] heersen” (2 Tim. 2:11, 12). Zij zullen heersen opdat de wil van de hemelse Vader zowel op aarde als in de hemel zal geschieden.
(Wordt vervolgd)
[Voetnoten]
a Zie De Wachttoren van 1 juli 1959, blz. 410 (par. 28) tot en met 414; ook De Wachttoren van 15 juli 1959, blz. 441.
c Zie The Watch Tower van 1 maart 1918, de bladzijden 77 en 78, onder het opschrift „Religieuze onverdraagzaamheid”.