Wat is de zienswijze van de bijbel?
Is Jezus met Kerstmis geboren?
THANS is de viering van Kerstmis voor velen louter een gewoonte geworden. En zij slaken een zucht van verlichting wanneer de kersttijd voorbij is, want deze wordt meer door een handelsgeest dan door een christelijke geest overheerst, ook al wordt aangenomen dat de datum van dit feest is gebaseerd op de datum van Jezus’ geboorte.
Van welke geestelijke waarde is de viering van zo’n gebeurtenis als het louter een formalisme is, of welke verdienste heeft het dan ten aanzien van God? Die vraag wordt nog des te klemmender wanneer zou blijken dat de oorsprong en beoefening ervan niet eens in het christendom wortelen. Wat dit laatste betreft is het interessant de onderstaande opmerking te lezen die in de New Catholic Encyclopedia staat:
„Volgens de hypothese . . . die thans door de meeste geleerden wordt geaccepteerd, werd de geboorte van Christus vastgesteld op de dag van de zonnewende in de winter (25 december op de Juliaanse kalender [23 december op onze huidige Gregoriaanse kalender] . . .), omdat op die dag, als de zon zijn klim aan de noordelijke hemel weer begon, de heidense aanbidders van Mithra de dies natalis Solis Invicti (geboortedag van de onoverwinnelijke zon) vierden. Op 25 december 274 riep Aurelianus de zonnegod uit tot voornaamste beschermheer van het rijk en wijdde hij op het Marsveld een tempel aan hem. Kerstmis ontstond in een tijd dat de cultus van de zon in Rome bijzonder sterk leefde.” — Deel 3, blz. 656 (tussen vierkante haken geplaatste noot van ons).
Bovendien wordt algemeen door bijbelgeleerden erkend dat 25 december niet de datum is van Christus’ geboorte. De bijbel spreekt in feite helemaal niet over de datum van Jezus’ geboorte maar geeft ons wel inlichtingen waaruit valt op te maken dat ze niet in het winterseizoen viel. Lukas, de schrijver van het derde evangelie, verschaft de volgende informatie:
Christus’ voorloper, Johannes de Doper, was van de priesterlijke familie van Aäron uit de stam Levi (Luk. 1:5, 13). Daarom moet hij op de leeftijd van dertig jaar met zijn bediening zijn begonnen (Num. 4:3). Johannes was zes maanden ouder dan Jezus (Luk. 1:24, 26, 35, 36). En aangezien ook Jezus zijn speciale werk begon toen hij „ongeveer dertig jaar” was, zal Johannes ongeveer zes maanden gepredikt hebben voordat Jezus naar hem toekwam om gedoopt te worden. — Luk. 3:23.
Johannes begon zijn werk „in het vijftiende regeringsjaar van Tiberius Caesar”, de Romeinse keizer (Luk. 3:1, 2). De historische berichten tonen aan dat Tiberius op 17 augustus in het jaar 14 van onze jaartelling (volgens de Gregoriaanse kalender) begon te regeren. Aangezien volgens de Romeinse berekening het eerste regeringsjaar van Tiberius liep vanaf de datum waarop hij zijn macht aanvaardde, 17 augustus in het jaar 14, tot 17 augustus van het jaar 15,a zal zijn vijftiende jaar hebben gelopen van 17 augustus in het jaar 28 tot 17 augustus in het jaar 29. Daarom zal, zelfs al zou Johannes zijn werk dus onmiddellijk op 17 augustus in het jaar 28 zijn begonnen, Jezus, die ongeveer zes maanden later naar Johannes toe kwam, op zijn vroegst in februari van het jaar 29 kunnen zijn gedoopt. Dienovereenkomstig zou Jezus’ geboorte, dertig jaar eerder, in het jaar 2 vóór de gewone jaartelling zijn gevallen, en niet in 4 of 6 vóór onze jaartelling, zoals sommigen berekenen.
Hier zal wellicht de vraag rijzen hoe er kan worden gezegd dat Jezus in het jaar 2 vóór onze gewone jaartelling geboren is, terwijl de jaartelling toch met de geboorte van Christus begint. De New Catholic Encyclopedia vermeldt hierover dat Dionysius Exiguus, een katholieke monnik, levend in het begin van de zesde eeuw, „de eerste was die het christelijke tijdperk bij de geboorte van Christus liet beginnen, maar hij maakte een fout van 4 tot 7 jaar”. In werkelijkheid blijkt het dus echter een fout van iets meer dan een jaar te zijn.
In welke tijd van het jaar 2 vóór de gewone tijdrekening werd Jezus geboren? Het is onwaarschijnlijk dat Johannes bij het begin van het vijftiende jaar van Tiberius Caesar is begonnen te dopen, zodat de zes maanden van zijn werk in de regenachtige, koude wintertijd zouden zijn gevallen; logischer is dat Johannes in het voorjaar begon te dopen en dat Jezus’ doop in de herfst plaatsvond.
Een herfstdatum voor zijn geboorte wordt ondersteund door de feiten in verband met zijn werk en zijn dood. Hij stierf op de veertiende Nisan, de dag van het Pascha, in overeenstemming met het feit dat hij het werkelijke „pascha” was, „het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt!” (1 Kor. 5:7; Joh. 1:29) Na op ongeveer dertigjarige leeftijd met zijn werk begonnen te zijn, duurde zijn predikings- en onderwijzingswerk drie en een half jaar, zoals blijkt uit het feit dat de evangelieverslagen aangeven dat Jezus in die tijd vier pascha’s heeft bijgewoond (Joh. 2:23; 5:1; 6:4; Luk. 22:14-18). Dit is bovendien in harmonie met de profetie in het boek Daniël, waarin staat dat de Messías na zijn verschijning zijn offer zou brengen in het midden van een „week” van zeven jaar. De profetie luidt: „Op de helft van de week zal hij slachtoffer en offergeschenk doen ophouden.” De helft van een week van jaren komt neer op drie en een half jaar. Christus’ offer was de basis om de dierlijke slachtoffers en offergeschenken te doen ophouden. Het verschafte de werkelijke bevrijding van zonde (Dan. 9:25, 27). Zijn dood zou volgens deze berekening drie en een half jaar na de herfst van 29 G.T. of in het voorjaar van 33 G.T. plaatsvinden. Sterrenkundige berekeningen tonen aan dat de 14e Nisan van dat jaar overeenkomt met 1 april van de Gregoriaanse kalender. Telt men „de helft van een week” terug, dan komt men voor de verschijning van Jezus als de Messías (toen hij werd gedoopt en gezalfd met heilige geest) in de herfst van 29 G.T., en voor zijn geboorte, dertig jaar eerder, in de herfst van 2 v.G.T.
We hebben dus duidelijke aanwijzingen omtrent de datum van Jezus’ dood, zowel wat het jaar als de dag betreft, terwijl we wat de datum van Jezus’ geboorte betreft, aanwijzingen hebben met betrekking tot het jaar en het seizoen (de herfst). Maar omtrent de precieze datum zijn geen exacte gegevens bekend. Is er een reden waarom deze datum niet in de bijbel staat vermeld?
Kennelijk wel. Jezus gaf een definitief gebod met betrekking tot de dag van zijn dood; deze moest elk jaar herdacht worden. Hij zei: „Blijft dit tot een gedachtenis aan mij doen” (Luk. 22:19). Maar aangaande de datum van zijn geboorte bestaat geen herdenkingsgebod. Ware christenen dienen in deze tijd niet naar Jezus op te zien als naar een baby maar als naar een machtig geestelijk persoon in de hemelen, in positie onmiddellijk volgend op zijn hemelse Vader. Thans is hem over de aarde de macht als Koning gegeven, en spoedig zal hij zijn duizendjarige regering van vrede over de gehele aarde brengen. — Openb. 11:15.
Ware christenen vieren derhalve geen enkele datum als de dag van Christus’ geboorte. Dit is in overeenstemming met de verklaring in Prediker 7:1: „Een naam is beter dan goede olie, en de dag des doods dan de dag dat iemand geboren wordt.” De dag van Christus’ dood was stellig beter dan de dag van zijn menselijke geboorte. De apostel Paulus spreekt over zijn loopbaan van getrouwe rechtschapenheid tegenover God en zijn offerandelijke dood als volgt: „Door middel van één daad van rechtvaardigmaking [loopt het er] voor alle soorten van mensen op uit dat zij rechtvaardig worden verklaard ten leven. Want zoals door de ongehoorzaamheid van de ene mens [Adam] velen tot zondaars werden gemaakt, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van de ene persoon velen tot rechtvaardigen worden gemaakt.” — Rom. 5:18, 19.
Aangezien de geboorte van Jezus dus naar alle waarschijnlijkheid in oktober en niet in december is gevallen, en aangezien de bijbel aantoont dat zijn dood — en niet zijn geboorte — moet worden herdacht, heeft Kerstmis voor ware christenen in het geheel geen betekenis, en wordt ze, vooral ook vanwege de heidense oorsprong en gewoonten ervan, volledig door hen gemeden.
[Voetnoten]
a Hoewel Tiberius al reeds eerder in compagnonschap met Augustus regeerde, begon hij pas bij de aanvang van zijn alleenheerschappij als caesar te regeren. Het vijftiende jaar van Tiberius Caesar moet derhalve het vijftiende jaar van zijn werkelijke regering zijn geweest.