Wie kan nauwkeurig ’s mensen toekomst voorspellen?
DE TOEKOMST kennen betekent er een grotere controle over te kunnen uitoefenen. Iemand die weet wat de toekomst gaat brengen, kan namelijk noodzakelijke wijzigingen aanbrengen die hem later tot voordeel zullen strekken.
Neem als alledaags voorbeeld het weer. Wijlen president Lyndon Johnson heeft eens verklaard dat als het weer slechts vijf dagen van tevoren nauwkeurig zou kunnen worden bepaald, dit zijn land zes miljard dollar per jaar zou besparen, afgezien nog van de ontelbare levens die zouden worden gered.
Op vele andere terreinen bestaat er echter een minstens even grote behoefte om de toekomst te kennen. De gehele mensheid staat voor ernstige problemen met betrekking tot sociale, raciale, militaire, economische en milieuvraagstukken, die de toekomst onzeker maken. Hoe succesvol zijn de mensen geweest die met zogenaamde ’zienersblik’ in de toekomst hebben gezien?
De mens probeert nauwkeurig de toekomst te voorspellen
Het heeft van de zijde van de mens niet ontbroken aan pogingen om de toekomst te voorspellen. Eén man die de roep heeft veel dingen te hebben voorspeld, is Nostradamus, een zestiende-eeuwse Franse astroloog en arts. Maar hoe nauwkeurig waren zijn profetieën? Het volgende voorbeeld geeft daar enig idee van:
„Wanneer de vork wordt ondersteund door twee pilaren, Met zes halve horens en zes open scharen: Dan zal de zeer machtige Heer, erfgenaam van de padden, De gehele wereld aan zichzelf onderwerpen.”
Vindt u dat een duidelijke voorspelling, die een nauwkeurig beeld verschaft van de toekomst? Is ze zelfs wel te begrijpen? Daar Nostradamus er zelf geen uitleg bij heeft verschaft, nodigen wij u uit te lezen hoe een van zijn hedendaagse volgelingen, H. J. Foman, deze ’profetie’ verklaart:
„De eerste twee regels wijzen op een datum. Wanneer de vork, V, wordt ondersteund door twee pilaren, ontstaat er een M, het Romeinse cijfer voor duizend. Zes halve horens zijn CCCCCC, het cijfer voor zeshonderd; zes open scharen, XXXXXX, maken zestig. Met andere woorden, in 1660 zal de grote Heer van Frankrijk, erfgenaam van de Merovingen — wier [wapen] de pad was . . . — de grootste monarch ter wereld zijn. . . . in 1660 trouwde Lodewijk XIV met Maria Theresia van Spanje . . . In het begin van 1661 . . . werd Lodewijk, op tweeëntwintigjarige leeftijd, nagenoeg alleenheerser van Frankrijk, de Grand Monarque van de beschaafde wereld.”
Na deze uitleg gelezen te hebben, merkte een eerlijke schrijver op: „Dat is niet precies wat Nostradamus heeft gezegd, maar nogmaals, wie zal zeggen wat hij heeft bedoeld?” (Saturday Review, 15 januari 1972) De zienswijze die de meeste geleerden er betreffende deze kwestie op na houden, wordt voor ons weergegeven door A. C. Keller van de universiteit van Washington: „Nostradamus’ profetieën zijn vaag en voor velerlei uitleg vatbaar.” Hij heeft niet nauwkeurig de toekomst voorspeld.
In recentere tijd zijn ernstige uitspraken van prominente mannen voor profetieën doorgegaan. Maar hoe nauwkeurig zijn ze gebleken? Was de Amerikaanse president Woodrow Wilson een ware profeet toen hij voorspelde dat de Eerste Wereldoorlog „vrede en veiligheid voor alle naties” zou brengen en „de wereld ten slotte vrij” zou maken?
Bewees Adolf Hitler niet de absolute onjuistheid van deze profetie toen hij de naties ruim twintig jaar later in de Tweede Wereldoorlog stortte? Op zijn beurt deed ook Hitler profetische uitspraken. Zijn Proclamatie aan het Nazi-Partijcongres te Neurenberg op 5 september 1934 bevatte onder andere de gloedvolle woorden:
„De Duitse levenswijze staat definitief vast voor de volgende duizend jaar. . . . Er zal de volgende duizend jaar geen revolutie in Duitsland meer zijn!”
Hoe correct was deze millennium-profetie aangaande zijn volk? Eén schrijver, die zelf op die bewuste dag in Neurenberg aanwezig was, schreef later:
„Na twaalf jaar, vier maanden en acht dagen . . . kwam het Duizendjarige Rijk aan zijn eind . . . de verdwijning ervan ging zo plotseling in zijn werk en was zo volledig dat ze haar weerga in de geschiedenis nauwelijks of in het geheel niet heeft.” — W. L. Shirer, The Rise and Fall of the Third Reich (1960), bladzijde 1139.
Woodrow Wilson en Adolf Hitler waren geen betrouwbare profeten. In feite kan geen enkel mens, hoe wijs hij ook is, uit zichzelf juiste profetieën uiten. Hoe komt dat? Daarvoor zijn een aantal oorzaken aan te wijzen.
Hoe het komt dat de mens de toekomst niet kan voorspellen
Om te beginnen is de mens vaak niet in staat alle gegevens te verzamelen die op een gegeven situatie betrekking hebben. Hiermee verband houdend, en eveneens fnuikend voor zijn pogingen, is zijn onvermogen de beschikbare informatie juist te interpreteren.
Zo zijn er bijvoorbeeld heel veel factoren die van invloed zijn op het weer, onder andere warmte, wind, bodemgesteldheid, enzovoort. Zelfs als alle of de meeste van deze factoren bekend zijn, is het nog buitengewoon moeilijk om ze zodanig te interpreteren dat men weet hoe ze op elkaar zullen inwerken en welk weertype ze zullen voortbrengen. Vandaar dat weervoorspellers, hoe deskundig zij ook zijn, er vaak naast zitten met hun voorspellingen.
Dit gaat zelfs nog meer op als men tracht grote en belangrijke ontwikkelingen te voorspellen die in de toekomst in de menselijke samenleving zullen plaatsvinden. Politici die trachten de wereldsituatie te interpreteren en aan de hand daarvan de toekomst van de mens te voorspellen, zijn te vergelijken met schaakspelers. Er zijn slechts vierenzestig ruiten op een schaakbord en tweeëndertig stukken. Oppervlakkig gezien lijkt het spel dan ook tamelijk eenvoudig. Maar wist u hoeveel partijen er gespeeld kunnen worden met dit ’eenvoudige’ materiaal? Volgens het tijdschrift Scientific American van juni 1958 minstens 10120, of: een één gevolgd door 120 nullen! In dit tijdschrift werd verder opgemerkt:
„Om enig idee te krijgen van wat dit getal betekent, zullen we veronderstellen dat we over een supersnelle rekenmachine beschikken, die een miljoen partijen per seconde kan spelen (een belachelijke veronderstelling). Het zou de machine 10108 jaar kosten om alle mogelijke partijen af te werken! Geen enkele denkbare machine zou dus een volmaakte partij schaak kunnen spelen door alle mogelijke zetten te beschouwen.” — Blz. 96.
Als de mens niet in staat is alle zetten bij een schaakspel van tevoren te overdenken, hoe zou hij dan in het geval van menselijke aangelegenheden wel vooruit kunnen kijken? De problemen waar het mensengeslacht voor staat zijn niet beperkt tot een klein bord met vierenzestig ruiten en tweeëndertig stukken. Ze zijn veel omvattend en in werkelijkheid ontelbaar, waarbij nog komt dat elk menselijk probleem op vele manieren wordt beïnvloed door de menselijke wil, die van alle factoren de onvoorspelbaarste is. Het is daarom geen wonder dat de geschiedkundige Arnold Toynbee tot de uitspraak kwam:
„Ik voor mij geloof dat op het terrein van menselijke aangelegenheden voorspellingen niet mogelijk zijn. Ik geloof dat de resultaten van menselijk kiezen, streven en proberen van nature onvoorspelbaar zijn, hoe volledig wij misschien ook op de hoogte zijn van de laatste belangrijke feiten.” — Reconsiderations, 1961, bladzijde 4.
Niettemin blijven mensen, net als schaakspelers, louter en alleen op basis van wat zij onmiddellijk voor zich zien, voorspellingen doen. Als één van de verwachte ’zetten ’op het wereldschaakbord afwijkt van wat men heeft overdacht, is er een geheel nieuwe situatie ontstaan die de voorspelling op losse schroeven zet.
Zo meende bijvoorbeeld Karl Marx, de stichter van het moderne communisme, aan de hand van de industriële toestanden in het Engeland van de negentiende eeuw te kunnen voorspellen dat dit land getroffen zou worden door een revolutie. Maar zijn voorspelling kwam niet uit. Waarom niet? Omdat men in Engeland onvoorziene veranderingen tot stand bracht, met inbegrip van sociale wetten en de mogelijkheid tot het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten om het lot van de arbeiders te verbeteren. Zoals H. W. Spiegel, hoogleraar in de economie, opmerkte, „had Marx deze veranderingen niet verwacht”. En thans is het menselijk element een belangrijker factor dan ooit tevoren; zie maar eens naar het onvoorspelbare gedrag van veel regeringsleiders en de opstandige elementen die zich in hun landen roeren.
Alleen God kan openbaren wat de toekomst voor de mens inhoudt
Maar hoe staat het met God? Kan hij de toekomst voorspellen? Hij kan dit niet alleen, maar hij wil het ook. Hij wenst datgene wat hij over de toekomst weet aan de mens te onthullen. Hij voelt zich zelfs verplicht dit te doen. Waarom zeggen wij dit?
Het lijkt onwaarschijnlijk dat de Schepper de mens in omstandigheden zou laten komen waarin kennis omtrent op zijn allerminst de belangrijkste ontwikkelingen in de toekomst een noodzaak zou zijn en dan alle pogingen om aan die kennis te komen, zou doen mislukken. Als een God van liefde zou Jehovah ertoe worden bewogen de toekomst aan hem te openbaren. Toch is er voor God nog een andere dwingende reden om dit te doen.
Jehovah ontsluiert de toekomst om aan allen te bewijzen dat hij God is. De Ware God dient in staat te zijn vooruit te vertellen wat zijn voornemen is, niet waar? Daarom lezen wij ook hoe God in krachtige bewoordingen verklaart:
„Er [is] geen andere God . . ., noch iets aan mij gelijk, die van het begin af het einde voorspelt, en lang vooruit wat nog niet is. Ik zeg: Mijn raadsbesluit wordt uitgevoerd, en al wat Ik wil volbreng Ik. . . . Zoals Ik heb gesproken, zo zal het gebeuren.” — Jes. 46:9-11, De Katholieke Bijbel.
Als daarom Jehovah’s voorspellingen in verband met zijn voornemen uitkomen, is dat een bewijs van zijn God-zijn. Bovendien geeft Jehovah, door mensen van zijn wil in kennis te stellen, blijk van historische activiteit en van bezorgdheid over de menselijke aangelegenheden; de mens laat hem niet koud of onverschillig.
Het hoeft daarom geen verbazing te wekken dat God bij vele gelegenheden zijn vermogen om te profeteren heeft getoond. Zo voorspelde Jehovah bijvoorbeeld jaren van tevoren de val van Juda en de zeventigjarige woestligging van dat land, tijdens de ballingschap van de joodse natie in Babylon. Ook de omverwerping van Babylon die daarna zou volgen, werd vooruit bekendgemaakt. In het laatste geval werd zelfs de naam van de veroveraar, Cyrus (een Pers), genoemd, meer dan een eeuw voordat hij werd geboren. — Jes. 44:28; 45:1; Ezra 1:1-4; Jer. 25:11, 12.
De verwezenlijking van Gods voornemen is op geen enkele wijze afhankelijk van de onzekere factor van de menselijke wil. Noch kan deze worden gedwarsboomd door machten die sterfelijke profeten niet kunnen waarnemen of misschien zelfs niet eens kennen — de onzichtbare demonen. Jehovah weet dat de demonen de natiën aan het monsteren zijn voor „de oorlog van de grote dag van God de Almachtige . . . Har–mágedon” (Openb. 16:14, 16). Als Voorspeller van de toekomst houdt hij er dus een geheel andere mening op na dan de huidige regeringsleiders die blijvende vrede voorspellen ten gevolge van menselijke inspanningen. Zulke voorspellingen zijn gedoemd om te worden gelogenstraft, daar krachten die buiten de menselijke invloedssfeer liggen, de mensheid naar een laatste oorlog voeren.
Wanneer mensen wel nauwkeurig de toekomst kunnen voorspellen
Waren het evenwel geen mensen die in de bijbel hebben geprofeteerd? Waarom kunnen wij dan zeggen dat hun voorspellingen wel nauwkeurig zijn? Jezus’ apostel Petrus heeft op de reden hiervoor gewezen door te zeggen: „Geen profetie der Schrift [ontstaat] door enige eigen uitlegging . . . . Want nooit werd profetie door de wil van een mens voortgebracht, maar mensen hebben van Godswege gesproken zoals zij door heilige geest werden meegevoerd” (2 Petr. 1:20, 21). Deze profetieën hebben hun oorsprong gehad bij Jehovah God, hoewel er mensen zijn gebruikt om ze uit te spreken of op te schrijven. Ze zijn niet gebaseerd op menselijke interpretaties van de wereldsituatie.
Hebben de bijbelprofeten, zoals Daniël, echter geen gesluierde taal gebruikt? Bevatten de geschriften van Daniël geen symbolische beelden, zoals ’een ram met twee horens’, die een nederlaag wordt toegebracht door ’een geitebok met een opvallende horen’? Wat voor verschil is er tussen deze profetie en de duistere ’profetieën’ van Nostradamus?
Wel, Daniël en andere bijbelprofeten hebben inderdaad symbolen gebruikt, maar naar de betekenis van deze symbolen hoeft niet gegist te worden. Zo legt Daniël zelf uit dat de ’ram met twee horens’ de dualistische wereldmacht „Medië en Perzië” voorstelt. Waarna hij verder gaat met te zeggen: „En de harige bok beduidt de koning van Griekenland; en wat de grote horen aangaat die tussen zijn ogen was, die beduidt de eerste koning”, namelijk Alexander de Grote, die ongeveer twee eeuwen nadat Daniëls profetie was opgetekend, Medo-Perzië veroverde. — Dan. 8:5-7, 20-22.
Bovendien worden sommige gedeelten van Daniëls profetie in andere boeken van de bijbel uitgelegd. (Vergelijk bijvoorbeeld Daniël 11:31 met Matthéüs 24:15.) Weliswaar is er beslist inspanning voor nodig om deze profetieën te begrijpen, maar de sleutel voor het begrip is te vinden op de bladzijden van de bijbel zelf.
De nauwkeurige voorspellingen van Jezus aangaande onze tijd
Van alle mannen die door God zijn gebruikt om te profeteren, is Jezus de markantste. Op grond van zijn woorden, te zamen met die van Daniël en Johannes, hebben Jehovah’s getuigen tientallen jaren van tevorena naar 1914 verwezen als het jaar dat het begin zou kenmerken van „het besluit van het samenstel van dingen” (Daniël 4; Matthéüs 24; Markus 13; Lukas 21; Openb. 6:1-8). Binnen één generatie zouden, zo werd voorspeld, in het oog lopende oorlogen, voedseltekorten, pestilentiën en andere verschrikkelijke toestanden de aarde treffen, voordat God dit samenstel zou vernietigen en door een nieuwe ordening zou vervangen.
Maar zou een dergelijke voorspelling omtrent oorlog en de rampzalige bijverschijnselen van oorlog niet voor alle perioden van de menselijke geschiedenis kunnen worden gedaan? Neen, niet voor alle. Waren bijvoorbeeld precies in 1914 de wereldtoestanden rijp voor het ontstaan van een wereldoorlog en de daaruit voortvloeiende rampen zoals deze in de profetieën stonden aangegeven? Beschouwt u de volgende uitspraken eens:
„Met de Eerste Wereldoorlog eindigde de langste periode van algemene vrede in de Europese geschiedenis (43 jaar). . . . Er bestond vóór 1914 een stroom van nieuwe gedachten en een universeel geloof in voortdurende vooruitgang. . . . De gouden eeuw in Europa’s geschiedenis eindigde abrupt.” — Encyclopædia Britannica (1959), Deel 8, bladzijde 869.
„Nergens, zelfs niet in de zomer van 1914, had men ook maar weloverwogen, vooraf besloten een wereldomvattende oorlog te beginnen.” — J. Remak, The Origins of World War I.
De beschouwers van de wereldaangelegenheden verwachtten in 1914 geen grote oorlog, laat staan een wereldoorlog. Maar toch kwam er zo’n oorlog. En ondanks de huidige technologische en medische vooruitgang, zijn er tevens massale voedseltekorten, pestilentiën en daarmee verband houdende ziekten waar te nemen. Dit werd eeuwen geleden nauwkeurig in de bijbel voorspeld.
Jezus profeteerde echter ook dat er ten tijde van het „besluit van het samenstel van dingen” een herstel zou zijn van het ware christendom, en wel na een lange periode van afval die, naar werd voorzegd, zou intreden na de dood van de apostelen. — Matth. 13:24-30, 36-43 ; Hand. 20:29, 30; 2 Petr. 2:1-3.
Hebt u ook dit heden ten dage niet in vervulling zien gaan? De kerken in het algemeen lijken weliswaar steeds verder van de bijbel af te drijven, doordat ze onschriftuurlijke theorieën als de evolutieleer aanvaarden en allerlei vormen van immoraliteit goedkeuren, maar hebt u ooit een onderzoek ingesteld naar de huidige christelijke gemeente van Jehovah’s getuigen? Zie voor uzelf hoe zij vasthouden aan de ware christelijke onderwijzingen. En neemt u ook niet waar hoe het goede nieuws van Gods koninkrijk over de gehele aarde gepredikt wordt, precies zoals Jezus dat voor onze tijd heeft voorzegd? Zijn Jehovah’s getuigen niet met deze boodschap bij u aan de deur gekomen? (Matth. 24:14) Hoogstwaarschijnlijk zal ook hun voortreffelijke gedrag, gelijkend op dat van de vroege christenen, bij u in de plaatselijke pers besproken zijn. De manifestatie en bloei in deze tijd van het zuivere en onvervalste christendom is ook een vervulling van profetieën.
Ja, alles wijst erop dat Jehovah, hij die alleen duidelijk in de toekomst kan zien, zijn voornemen in de bijbel heeft geopenbaard. Hij heeft nu een volk verwekt om dat voornemen rechtstreeks aan de mensen bekend te maken. Wees verstandig door de hulp te aanvaarden die zij u aanbieden om uw eeuwige welzijn in de toekomst zeker te stellen.
[Voetnoten]
a Zie bijvoorbeeld de Bible Examiner, Deel XXI, No. 1 (geheel No. 313), oktober 1876, de bladzijden 27, 28.
[Illustratie op blz. 6]
Als schaakspelers doen mensen alleen voorspellingen op basis van wat zij voor zich zien