slotte een ieders hand tegen zijn naaste zal zijn. — Ezech. 38:21, Authorized Version (1611).

57. Hoe zal het dan geschieden dat ’de koning van het Zuiden in de eindtijd met hem in botsing zal komen’?

⁵⁷ Van dit standpunt uit bezien, kunnen de volgende woorden van Jehovah’s engel worden gelezen: „Maar in den eindtijd zal de koning van het Zuiden met hem in botsing komen, en de koning van het Noorden zal op dezen aanstormen met wagens en ruiters en vele schepen; en hij zal de landen binnenvallen, en als een overstroming steeds verder om zich heen grijpen” (Dan. 11:40). Tot aan de „eindtijd” te Armageddon zal er een wedijverende coëxistentie tussen de „twee koningen” bestaan. Op de een of andere wijze moet de koning van het zuiden — preventief of beschermend — handelend optreden. In de verwarde strijd welke de „twee koningen” als krankzinnige vijanden van Jehovah God en zijn koninkrijk tegen elkaar zullen voeren, zullen zij gelegenheid en aanleiding vinden om al hun diverse soorten van verschrikkelijke, dodelijke wapens tegen elkaar te beproeven en te gebruiken.

58. Waarom moeten wij begrijpen wat het „Sieraadland” in deze tekst betekent, en waar bleek het in onze beschouwing van Daniël 11:16 op te duiden?

⁵⁸ Betreffende datgene wat de koning van het noorden in de toekomst zal doen, zegt de profetie: „Ook het Sieraadland zal hij binnenvallen, en velen zullen struikelen [vele landen zullen worden omvergeworpen, JPS]; maar aan zijn macht zullen ontkomen: Edom, Moab en de keur der Ammonieten [de voornaamste der kinderen van Ammon, JPS]. En hij zal zijn hand uitstrekken tegen de landen en het land Egypte zal niet ontkomen, maar hij zal de schatten bemachtigen van goud en zilver en alle kostbaarheden van Egypte; en Libyërs en Ethiopiërs zullen in zijn gevolg zijn” (Dan. 11:41-43). Het „Sieraadland” dat hier door de koning van het noorden wordt binnengevallen, is de sleutel waardoor wij worden geholpen dit optrekken van de koning in zijn „eindtijd” te Armageddon op de juiste wijze te verstaan. Toen Jehovah’s engel in het vroegere gedeelte van deze profetie (Dan. 11:16) over het „Sieraadland” sprak, voorzei hij dat de koning van het noorden in de persoon van de Syrische koning Antiochus III de Grote in het letterlijke land Juda, het land van Jehovah’s volk, vaste voet zou krijgen en het volledig in bezit zou nemen.

(Wordt vervolgd)

Mijn doel in het leven nastreven

Zoals J.R. Cooke dit heeft verteld

TOEN ik in augustus 1927 mijn vakantie in Frankrijk doorbracht, zat ik op een dag aan het strand, terwijl mijn gedachten thuis in Broadstairs, Engeland, verwijlden. Ik was veertien jaar en kende de waarheid al zes jaar doordat mijn moeder mij erover vertelde. Die dag nam ik een belangrijke beslissing — wanneer ik weer thuis zou zijn, zou ik de vergaderingen geregeld gaan bijwonen en deze „waarheid” ernstig beginnen te onderzoeken. Ik voerde mijn plan uit en gaf me al gauw uit eigen beweging voor het van-huis-tot-huis-werk op. In die tijd waren de methoden nog primitief. Op een koude, winterse dag ging ik voor het eerst de dienst in; men gaf mij een paar brochures en wees me een straat toe die ik in mijn eentje kon gaan bewerken. Ik verspreidde echter twaalf brochures zodat ik blij en aangemoedigd huiswaarts keerde. Toen werd ik gewaar dat het onder