Hoe alle natiën in onze tijd worden verbrijzeld door Gods koninkrijk
„In de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk oprichten, dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan, . . . het zal al die koninkrijken verbrijzelen en daaraan een einde maken, maar zelf zal het bestaan in eeuwigheid.” — Dan. 2:44.
1. Waarvan stelde God koning Nebukadnezar in kennis, en door middel waarvan?
JEHOVAH stelde Nebukadnezar er in het tweede jaar van zijn regering als wereldheerser, of in 606-605 v.G.T., van in kennis dat de opmars der wereldmachten, die vanaf de herfst van 607 v.G.T. 2520 jaar lang zou duren, bij hem zou beginnen. God onthulde Nebukadnezar eveneens dat Hij ten slotte alle natiën der aarde door middel van Zijn koninkrijk zou verbrijzelen. Hij deed dit door de koning van Babylon een droom te geven welke hij zich bij het ontwaken niet kon herinneren, hoewel de angst van de vergeten droom hem bijbleef. Hij ontbood de magiërs en andere wijze mannen om de droom uit te leggen. Toen zij hem de droom niet konden vertellen, laat staan hem de uitlegging ervan konden geven, vaardigde de woedende koning een bevel uit dat alle wijze mannen van Babylon verdelgd moesten worden — en hierbij waren Daniël en zijn drie metgezellen inbegrepen. — Dan. 2:1-13.
2. (a) Wat deden Daniël en zijn metgezellen toen zij met terechtstelling werden bedreigd? (b) Wat zei en deed Daniël nadat hij de uitlegging van God had ontvangen?
2 Toen Daniël dit hardvochtige bevel ter ore kwam, vroeg hij aan Arioch, het hoofd van ’s konings lijfwacht, wat de reden hiervan was. Toen ging Daniël naar de koning toe en vroeg om uitstel van executie, opdat hij de droom te weten zou kunnen komen en de koning de uitlegging ervan kon geven. Daniël en zijn drie metgezellen vroegen Jehovah in gebed om hulp. In een nachtgezicht onthulde Jehovah Daniël het geheim, hetgeen Daniël ertoe bracht de naam van God te zegenen en te zeggen: „Hij verandert tijden en tijdperken, zet koningen af en stelt koningen aan, geeft wijsheid aan de wijzen en kennis aan hen die onderscheid kennen” (Dan. 2:14-23, NW). Daniël zocht vervolgens Arioch, de aangestelde beul, op en vroeg voor de koning geleid te worden, die Daniël antwoordde, zeggende: „Zijt gij voldoende bekwaam om mij de droom die ik aanschouwd heb, en de uitlegging ervan, bekend te maken?” — Dan. 2:25, 26, NW.
3, 4. (a) Hoe toonde Daniël aan dat de uitlegging van de droom thans van levensbelang is? (b) Beschrijf de profetische droom.
3 Wat Daniël antwoordde, is thans van het allergrootste belang, want hij zei: „Er [bestaat] een God in de hemel die een Onthuller van geheimen is, en hij heeft koning Nebukadnezar bekendgemaakt wat er in het laatst der dagen”, dat wil zeggen in onze dagen, „zal geschieden” (Dan. 2:28, NW). Daniël ontkende dat hij enige wijsheid van zichzelf bezat terwijl hij nu deze vergeten droom in de herinnering van de koning terugbracht:
4 „Gij dan, o koning, aanschouwde, en zie! er was een reusachtig groot beeld. Dat beeld, dat groot was en waarvan de glans buitengewoon was, stond vóór u, en de aanblik ervan was angstwekkend. Wat dat beeld betreft, zijn hoofd was van gedegen goud, zijn borst en zijn armen waren van zilver, zijn buik en zijn dijen waren van koper, zijn benen waren van ijzer, zijn voeten waren deels van ijzer en deels van gevormd leem. Gij bleeft kijken totdat er een steen, niet door handen, werd uitgehouwen, en die trof het beeld aan zijn voeten van ijzer en gevormd leem en verbrijzelde ze. Terstond werden het ijzer, het gevormde leem, het koper, het zilver en het goud alle te zamen verbrijzeld en werden als het kaf van de zomerdorsvloer, en de wind voerde ze weg zodat er geen spoor meer van werd gevonden. En wat de steen aangaat die het beeld trof, hij werd tot een grote berg en vulde de gehele aarde.” — Dan. 2:29-35, NW.
5. Hoe legde Daniël de droom uit?
5 Verbaasd moet de koning van Babylon de beschrijving hebben herkend, doch wat betekende het allemaal? Daniël verklaarde: „Dit is de droom, en zijn uitlegging zullen wij voor de koning zeggen. Gij, o koning, de koning der koningen, gij aan wie de God des hemels het koninkrijk, de macht, en de sterkte en de waardigheid heeft gegeven, . . . gijzelf zijt het hoofd van goud. En na u zal er een ander koninkrijk opstaan, geringer dan gij; en nog een koninkrijk, een derde, van koper, dat over de gehele aarde zal heersen. En wat het vierde koninkrijk aangaat, het zal sterk als ijzer blijken te zijn.” — Dan. 2:36-40, NW.
DROOM-BEELD HEEFT BETREKKING OP ONZE TIJD
6. Op welke wijze stemmen de geschiedenis en de bijbelse profetie met betrekking tot het droom-beeld en de uitlegging ervan overeen?
6 Hoe nauwkeurig zijn de profetische woorden van Daniël in vervulling gegaan! Het gouden hoofd beeldde de Babylonische wereldmacht, te beginnen met Nebukadnezar, af. Daarna verrees het Medo-Perzische rijk, afgebeeld door de zilveren borst en armen. Vervolgens kwam de Griekse wereldmacht, voorzegd door de buik en dijen van koper. Doch wat vertegenwoordigen de benen van ijzer? Een vierde imperialistisch stelsel, te beginnen met het keizerrijk Rome en daarna overgaand in het Anglo-Amerikaanse wereldrijk. De geschiedenis toont aan dat Groot-Brittannië eigenlijk begon als een uitloper van het Romeinse Rijk, en daarom is de laatste wereldmacht bij het ijzer van Nebukadnezars droom-beeld inbegrepen. Dit wordt ook aangetoond in Daniël hoofdstuk 7 en 8, waar de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht wordt voorgesteld door de kleine horen, die men uit de Romeinse wereldmacht ziet opgroeien.
7, 8. (a) Wat zei Daniël met betrekking tot de voeten van het symbolische beeld? (b) Wat is de betekenis van de tien tenen, en hoe is het beeld zich na het verschijnen van de laatste wereldmacht blijven ontwikkelen?
7 Er was echter nog een laatste of aanvullend gedeelte van het symbolische beeld — zijn voeten, die deels van ijzer en deels van leem waren gemaakt. Hiervan gaf de profeet Daniël de koning de volgende geïnspireerde uitleg: „En zoals gij aanschouwd hebt dat de voeten en de tenen deels van gevormd leem van een pottenbakker en deels van ijzer waren: het koninkrijk zelf zal verdeeld blijken te zijn, maar iets van de hardheid van ijzer zal erin blijken te zijn, . . . En wat de tenen van de voeten aangaat, die deels van ijzer en deels van gevormd leem waren: het koninkrijk zal deels sterk blijken te zijn en zal deels broos blijken te zijn. . . . zij zullen zich niet aan elkaar blijken te hechten, net als ijzer zich niet met gevormd leem vermengt.” — Dan. 2:41-43, NW.
8 Wat zouden de tien tenen kunnen betekenen? Deze beelden alle coëxisterende machten en regeringen af die thans op aarde bestaan, daar het getal tien een bijbels getal is waardoor aardse volledigheid wordt gesymboliseerd. Het droom-beeld heeft dus inderdaad op onze tijd betrekking! Wij dienen in gedachten te houden dat dit beeld niet statisch werd toen de laatste wereldmacht verscheen. Het beeld moest zich blijven ontwikkelen om de verzwakkende invloed van de socialistische en democratische elementen op de imperialistische, dictatoriale machten van deze wereld te kunnen omvatten. Sedert 1914 is de verzwakkende invloed van de democratie en het socialisme, speciaal op dat deel van de ijzeren voeten van het beeld dat wordt vertegenwoordigd door „de koning van het noorden”, steeds groter geworden. De tien tenen van het beeld beelden alle natiën af, niet louter de naties die tot op heden toelating tot de V.N. hebben verkregen. In dit stadium komt de dramatische climax van Nebukadnezars droom. De profeet Daniël gaat verder met zijn uitlegging; zijn woorden hebben een uiterst belangrijke betekenis voor onze tijd:
9. Welke betrouwbare uitlegging geeft Daniël wat de bestemming van het symbolische beeld betreft?
9 „En in de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk oprichten dat nooit te gronde zal worden gericht. En het koninkrijk zelf zal aan geen ander volk worden overgedragen. Het zal al deze koninkrijken verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal het tot onbepaalde tijden blijven bestaan, aangezien gij aanschouwd hebt dat uit de berg, niet door handen, een steen werd gehouwen, en dat die het ijzer, het koper, het gevormde leem, het zilver en het goud verbrijzelde. De grote God zelf heeft aan de koning bekendgemaakt wat er hierna geschieden zal. En de droom is waarachtig, en de uitlegging ervan is betrouwbaar.” — Dan. 2:44, 45, NW.
HET VERBRIJZELEN VAN HET SYMBOLISCHE BEELD DOOR DE KONINKRIJKSSTEEN
10, 11. Wat wordt afgebeeld door (a) de steen die zonder handen uit een berg wordt gehouwen? (b) de berg? (c) het feit dat het beeld door de steen verbrijzeld wordt?
10 Daniël legde uit hoe hij een steen zag die niet door handen uit een berg werd gehouwen. Hierdoor wordt de oprichting van Gods koninkrijk in de hemelen in 1914 G.T. afgebeeld, hetgeen niet door mensenhanden geschiedde. De berg stelt Jehovah Gods universele soevereiniteit voor. Het koninkrijk is een uitdrukking van Gods universele soevereiniteit. — Dan. 2:34.
11 Deze geboorte van Gods koninkrijk geschiedde „in de dagen van die koningen”. Dat betekent niet alleen de koningen die door de tien tenen worden afgebeeld doch ook de koningen die door het ijzeren, koperen, zilveren en gouden deel van het beeld worden afbeeld, daar fundamentele overblijfselen van die voorgaande wereldmachten in 1914 G.T. nog altijd bestonden. Het symbolische beeld dat in de droom werd gezien, was dus in 1914 compleet. Natuurlijk zijn er sedertdien vele nieuwe natiën tot bestaan gekomen, doch op dat tijdstip maakten zij deel uit van de toen bestaande indeling van de natiën der wereld. De tien tenen beelden alle natiën af. Dat de steen het beeld treft en verbrijzelt, beeldt dus niets minder af dan de vernietiging van alle koninkrijken der wereld van thans door Gods koninkrijk!
12. Welke opdracht haast de Koninkrijkssteen zich ten uitvoer te brengen, en wat wordt erdoor gesymboliseerd dat de steen een grote berg wordt die de aarde vult?
12 Dat koninkrijk zal alle koninkrijken die in het metalen beeld worden afgebeeld, in stukken breken en vernietigen en er in Armageddon voor altijd een eind aan maken! Dat koninkrijk haast zich om zijn opdracht te vervullen. Met Armageddon zal de Koninkrijkssteen het symbolische beeld met verpletterende kracht treffen en elke natie, of het nu een socialistische, communistische of democratische natie is, vernietigen; ook de zogenaamd neutrale natiën zullen erbij inbegrepen zijn. Alle natiën zullen weggevaagd worden! De natiën der aarde zullen tot poeder vermalen worden, en de wind van Gods storm zal het poeder als het kaf op de dorsvloer wegblazen om nooit weer op aarde bijeengebracht te worden. Evenals de steen die het beeld verbrijzelde en die de omvang van een berg kreeg welke onze gehele aarde vulde, zal Gods koninkrijk de regeringsberg worden die de gehele aarde zal vullen en alle aangelegenheden ervan zal beheersen. Daniëls profetieën zijn inderdaad voor onze tijd!
DE HUIDIGE INTERNATIONALE MACHTSSTRIJD
13. Welke zich over een lange tijd uitstrekkende strijd beschrijft Daniël profetisch, en wie worden geïdentificeerd als de ’koningen’ die elkaar in onze tijd bestrijden?
13 Als wij nauwkeurig in het boek Daniël kijken ten einde nog meer dingen te weten te komen die voor onze tijd werden geprofeteerd, vinden wij Daniëls beschrijving — die hem door Gods engel werd gegeven — van een zich over een lange tijd uitstrekkende oorlogvoering tussen elkaar bestrijdende regeringen die „de koning van het noorden” en „de koning van het zuiden” worden genoemd, een oorlogvoering die vanaf de tijd van het oude Griekenland tot in onze tijd voortduurt. Wie zijn deze koningen echter in onze tijd? De historische feiten als vervulling van deze betrouwbare profetie tonen aan dat de regeringselementen van het totalitarisme, vooral het wereldcommunisme, de laatste „koning van het noorden” vormen, terwijl de regeringselementen van de democratie, vooral de Anglo-Amerikaanse verbintenis, de laatste „koning van het zuiden” zijn. — Dan. 11:1-35.
14. Wat zal „de koning van het noorden” volgens Daniëls zeggen doen, en hoe heeft de geschiedenis aangetoond dat dit zo is?
14 Na stof te hebben besproken die thans geschiedenis is, richt de profetie de aandacht op ons geslacht en concentreert zich vervolgens op de totalitaire „koning van het noorden”. Wat zal deze koning volgens Daniël doen? „En de koning zal werkelijk doen naar zijn eigen wil, en hij zal zich verheffen en zich grootmaken boven elke god” (Dan. 11:36, 37, NW). Heeft hij de godloze politieke staat niet tot een positie verheven die hoger is dan enige god die voorheen door zijn volk werd aanbeden? Hij heeft zich boven elke aardse, door mensen gemaakte „god” grootgemaakt en is zelfs zover gegaan dat hij het bestaan van de Schepper, Jehovah God, ontkent. Toen de Russische astronaut op 6 augustus 1961, tijdens de zeventien banen die hij in zijn door mensen gemaakte satelliet in de ruimte rond de aarde beschreef, „geen God of engelen” zag, meende hij dat hij het absolute bewijs had dat God niet bestond.
15, 16. (a) Aan welke god zou „de koning van het noorden”, zoals Daniël heeft voorzegd, in onze tijd heerlijkheid geven? (b) Wat is de god van „de koning van het noorden” dus gebleken te zijn?
15 Jaren van tevoren voorzei de geïnspireerde profetie dat „de koning van het noorden” de religieuze goden die vroeger door de volken in zijn domein werden aanbeden, zou verwerpen en een andere god zou aanbidden. Merk op hoe nauwkeurig Daniël dit heeft voorzegd: „Maar de god der vestingen zal hij in zijn positie heerlijkheid geven; en een god die zijn vaderen niet gekend hebben, zal hij heerlijkheid geven door middel van goud en door middel van zilver en door middel van kostbaar gesteente en door middel van begeerlijke dingen.” — Dan. 11:38, NW.
16 Wie is de „god der vestingen” in onze tijd? Het huidige, wetenschappelijke militarisme! Technische wetenschap is voor „de koning van het noorden” een god geworden. Toen hij Oost-Duitsland had veroverd, nam hij zoveel Duitse experts op het gebied van raketten en projectielen als hij kon en stelde hen in Rusland te werk om de bouw van raketten en lange-afstandsprojectielen aldaar verder tot ontwikkeling te brengen. Zijn onderwijsinrichtingen specialiseren zich in de wetenschap en in de produktie van ingenieurs met het oog op militaire overheersing van de gehele aarde. Ten einde een groot leger op de been te houden en vorderingen te maken op het gebied van de ruimtetechniek, heeft de communistische „koning van het noorden” zijn volk tal van verbruiksartikelen en materiële gerieven moeten onthouden. Deze begeerlijke dingen worden geofferd op het altaar van de god van het wetenschappelijke militarisme.
17, 18. (a) Hoe beschrijft Daniël het succes van „de koning van het noorden”? (b) Welke historische feiten wijzen op succes voor „de koning van het noorden”?
17 Waarop zou dit allemaal uitlopen? Daniël legt uit: „Hij zal stellig succesvol blijken te zijn . . . En hij zal doeltreffend handelen tegen de zeer versterkte vestingen, te zamen met een buitenlandse god. Al wie hem erkenning heeft gegeven, zal hij overvloed van heerlijkheid doen hebben, . . . hij zal stellig de landen binnenkomen en overstromen en doortrekken. . . . En hij zal zijn hand blijven uitsteken tegen de landen; . . . En hij zal werkelijk heersen over de verborgen schatten van het goud en het zilver.” — Dan. 11:36, 39-43, NW.
18 Als wij de wereldgebeurtenissen van de afgelopen paar jaar beschouwen, kunnen wij de verbazingwekkende vervulling van deze woorden voor onze eigen ogen zien! „De koning van het noorden” heeft zich van Polen en vervolgens van Oost-Duitsland en Hongarije meester gemaakt; en tal van andere landen in Oost-Europa zijn onder communistische heerschappij gekomen, evenals het vasteland van China, Noord-Korea en Noord-Vietnam. En „de koning van het noorden” probeert thans ook zeggenschap over Zuid-Vietnam te krijgen. In vele Latijns-Amerikaanse landen moedigt het internationale communisme aan tot politieke onrust en guerrilla-oorlog. Afrika en het Midden-Oosten zijn vol van door het communisme gesteunde revolutionaire elementen, terwijl daar „de koning van het noorden” zijn toezicht over de schatten in tal van landen tracht uit te breiden. Ja, wij zijn er getuige van geweest dat hij het ene land na het andere heeft veroverd. Maar zal hij ten slotte de macht over „de koning van het zuiden” krijgen? Vertelt Daniël ons de afloop van deze internationale machtsstrijd?
19. (a) Slaagt „de koning van het noorden” in zijn uiteindelijke oogmerk „de koning van het zuiden” te vernietigen? Waarom? (b) Noem een van de methoden die Jehovah God zal gebruiken om de twee ’koningen’ in Armageddon uit te roeien.
19 Ja, Daniël vermeldt de uiteindelijke afloop. De laatste woorden van deze profetie zeggen: „Hij zal geheel en al aan zijn eind moeten komen, en er zal geen helper voor hem zijn” (Dan. 11:44, 45, NW). Daniëls profetie onthult dus dat „de koning van het noorden” niet zal slagen in zijn ambitieuze oogmerken de gehele aarde te overheersen en speciaal de vernietiging van „de koning van het zuiden” teweeg te brengen. De vernietiging van „de koning van het noorden” zal echter niet door „de koning van het zuiden” worden teweeggebracht. Integendeel, beiden zullen op Jehovah’s vastgestelde tijd — de strijd van Armageddon — aan hun eind komen. Daniëls woorden (11:40-45) beschrijven de nadering van „de koning van het noorden” in de richting van Armageddon en zijn positie daar te Armageddon, namelijk als tegenstander van het gezalfde volk van God en de „grote schare” medegetuigen. Jehovah God zal „de koning van het noorden” en „de koning van het zuiden” te Armageddon in verwarring brengen en maken dat zowel zij als al hun aanhangers en medestanders op zelfvernietigende wijze tegen elkaar zullen strijden en aldus zelfmoord zullen plegen. Dit wordt zowel in Ezechiël 38:21-23 als in andere schriftplaatsen aangetoond.
MICHAËL STAAT OP TE MIDDEN VAN ZIJN VIJANDEN
20, 21. (a) Wanneer gaat het laatste hoofdstuk van het boek Daniël in vervulling, en wat wordt in vers één voorzegd? (b) Wie wordt als Michaël geïdentificeerd, en waarom? (c) Hoe staat Michaël op, en wanneer?
20 In de tijdsperiode die onmiddellijk voorafgaat aan de strijd van de grote dag van God de Almachtige, gaat het laatste hoofdstuk van het boek Daniël in vervulling. Let nauwkeurig op de woorden die de engel tot Daniël sprak: „En gedurende die tijd zal Michaël opstaan, de grote vorst die ten behoeve van de zonen van uw volk optreedt. En er zal zich stellig een tijd van benauwdheid voordoen zoals er niet is teweeggebracht sedert er een natie is ontstaan tot op die tijd.” — Dan. 12:1, NW.
21 Dat betekent dat Michaël koning in de hemel wordt. Michaël staat op om tijdens het conflict tussen „de koning van het noorden” en „de koning van het zuiden” te regeren. Vandaar dat hij te midden van zijn eigen vijanden opstaat. Wie is Michaël? De eerste maal dat de naam in Daniël voorkomt, is in het tiende hoofdstuk, waar Michaël wordt beschreven als „een der voornaamste vorsten” die een mindere engel te hulp kwam die door de „vorst van het koninkrijk der Perzen” werd tegengestaan (Dan. 10:13, 21). Er zijn schriftuurlijke bewijzen waaruit de gevolgtrekking kan worden gemaakt dat Michaël de naam van Jezus Christus was voordat hij de hemel verliet, alsook na zijn terugkeer. Michaël is de enige van wie wordt gezegd dat hij de „aartsengel” is, hetgeen hoofdengel of voornaamste engel betekent. Dat de uitdrukking in de bijbel alleen in het enkelvoud voorkomt, schijnt erop te duiden dat er slechts één leider of hoofd over de engelenschaar is. In de enige andere schriftplaats behalve Judas 9 waar melding wordt gemaakt van een aartsengel wordt definitief over de uit de doden opgewekte Heer Jezus Christus gesproken (1 Thess. 4:16). Na een periode van wachten staat Michaël of de Heer Jezus Christus dus op, waarbij Daniël uitlegt dat deze uitdrukking „opstaan” betekent macht opnemen en als koning beginnen te regeren. (Dan. 8:22, 23; 11:2, 3, 7, 20, 21; vergelijk Hebreeën 1:13; 10:12, 13.) In 1914 werd Jezus Christus in de hemel aan Gods rechterhand verhoogd, en als de „mensenzoon” werd hij voor de troon van de Oude van dagen gebracht en ontving hij heerschappij, heerlijkheid en een koninkrijk.
22. Waarom vereist het feit dat Michaël opstaat een ongeëvenaarde tijd van moeilijkheden?
22 Dat Michaël opstaat om in het midden van zijn vijanden te regeren en te midden van hen te gaan onderwerpen, vereist een oorlog zoals er nog nooit eerder is geweest, een tijd van moeilijkheden die benarder is dan ooit is voorgekomen. Dit moet niet alleen zo zijn omdat de oorlog die in 1914 uitbarstte wereldomvattend was, maar ook omdat deze moeilijkheden op aarde zelfs de vloed van Noachs dagen zullen overtreffen. — Matth. 24:21-39.
23. Wat overkwam Jehovah’s volk in 1918, en welke grootse belofte werd er ten aanzien van de toekomst gegeven?
23 Dit is ook een tijd van rampspoed voor Jehovah’s heilige volk geweest, vooral in 1918, toen zij uitgeput waren door vervolging en hun predikingswerk als gevolg van de door de oorlog krankzinnig geworden natiën praktisch tot zwijgen was gebracht. Doch zelfs deze toestand hield een belofte in voor een grootse toekomst voor Jehovah’s volk. Let zorgvuldig op de woorden van de hemelse metgezel van Michaël als hij met beide handen ten hemel geheven zweert: „Zodra er een eind zal zijn gemaakt aan het verpletteren van de macht van het heilige volk, zullen al deze dingen een einde nemen.” — Dan. 12:7, NW.
24. Wat toont de geschiedenis als vervulling van Daniël 12:7 aan?
24 De geschiedenis toont aan dat sinds mei en juni 1918, toen de macht van Jehovah’s volk werd verpletterd, Gods volk niet nog eens is verbrijzeld. Zijn getuigen doorstonden de Tweede Wereldoorlog en bleven bestaan. Denkt u zich eens in! Zij doorstaan thans de communistische periode in al haar bloei en Jehovah’s volk is nog altijd niet verpletterd, en dit zal ook niet gebeuren door de aanval van Gog van Magog welke voor de deur staat, omdat de verplettering van Jehovah’s volk destijds in 1918 haar hoogtepunt bereikte en nooit meer met succes zal worden herhaald. Wat zou Daniël zich hebben verheugd als hij deze profetische woorden had begrepen!
25. Welk verzoek deed Daniël, en wat gaf Gods engel hem ten antwoord?
25 Daniël wist echter niet wat al deze dingen betekenden en hij is er nooit achter gekomen, hoe intens hij er ook belang in stelde: „Wat mij nu betreft, ik hoorde, maar ik kon het niet begrijpen, zodat ik zei: ’O mijn heer, wat zal het laatste zijn van deze dingen?’” Op die woorden zei de hemelse metgezel van Michaël vervolgens: „Ga, Daniël, want de woorden worden geheim gemaakt en verzegeld tot de tijd van het einde. En wat uzelf betreft, ga naar het einde toe; en gij zult rusten, maar gij zult opstaan tot uw bestemming aan het einde der dagen.” — Dan. 12:8, 9, 13, NW.
26. (a) Wat wordt ermee bedoeld dat Daniël ’opstaat tot zijn bestemming’? (b) Wat zal voor Daniël van groot belang zijn als hij in de opstanding terugkeert?
26 Daniël moest dus heengaan en in Sjeool, het gemeenschappelijke graf der mensheid, gaan rusten en vervolgens ’aan het einde der dagen opstaan tot zijn bestemming’. Daniël had reeds schitterende voorrechten en ervaringen gehad. Nu had hij iets anders waarnaar hij kon uitzien. Hoewel Daniël de volledige vervulling van zijn visioenen en de zojuist voorzegde gebeurtenissen niet heeft kunnen meemaken, hebben wij dit voorrecht wel. Die getrouwe profeet heeft veel om naar uit te zien. Zijn „bestemming” betekent hier niet noodzakelijkerwijs de vorstelijke positie die hij onder het Messiaanse koninkrijk zal krijgen, hoewel ze die wel zou kunnen omvatten. Zijn „bestemming” betekent zijn deel op aarde in de Nieuwe Ordening van dingen na Armageddon. Daniël zal stellig wel wat veranderd vinden als hij in de opstanding terugkomt. En hij zal inlichtingen willen hebben over het opstaan van de grote Vorst, Michaël. Jehovah’s volk zal in de opstanding dus naar hem uitzien en zij zullen vele details van hem willen vernemen. Enkele dienstknechten van Jehovah zullen wellicht de inhoud van het boek „Uw wil geschiede op aarde” met hem willen bespreken, welk boekwerk een gedetailleerde uiteenzetting van vele van Daniëls profetieën bevat. Het zal hem zeer veel belang inboezemen te vernemen hoe zijn wonderbaarlijke profetieën, tot Gods heerlijkheid, zijn uitgekomen. Wij zullen belang stellen in zijn reacties en ons met hem in zijn bestemming verheugen. Ondertussen hebben Jehovah’s getuigen werk te verrichten!
27. Welk werk heeft Gods engel voor de ware volgelingen van de Messiaanse Vorst Michaël voorzegd? Waarmee moeten wij dus bezig zijn?
27 Ja, de hemelse metgezel van Michaël heeft op een groots werk voor de ware volgelingen van de Messiaanse Vorst Michaël in deze „tijd van het einde” gewezen. Hier volgt de profetie: „Zij die inzicht hebben, zullen stralen als de glans van het uitspansel, en degenen die de velen tot rechtvaardigheid brengen, als de sterren tot onbepaalde tijd, ja, voor eeuwig” (Dan. 12:3, NW). Hierin is dus het werk voor ons in deze tijd voorzegd. Geestelijk verstandige personen moeten met hemels licht schijnen. Jehovah’s getuigen hebben met het goede nieuws van het pas opgerichte koninkrijk van God geschenen als de zon, die over het gehele rond der aarde niets voor haar hitte verborgen laat. In de middernachtelijke duisternis van deze wereld moeten wij als lichtende sterren zijn ten einde nog vele „andere schapen” te helpen zich tot rechtvaardigheid te wenden, hetgeen de aanbidding van en dienst voor de grote God, Jehovah, is. Daar wij, sedert Michaël de Grote Vorst in de hemel is opgestaan, in deze „tijd van het einde” leven, bevinden wij ons in een meer begunstigde tijd dan die van Daniël. Daniëls boek is geopend. Gezegend zijn zij die in overeenstemming met Daniëls woorden voor onze tijd handelen!
[Illustratie op blz. 497]
Dat het beeld door de symbolische steen getroffen en verpletterd wordt, beeldt af hoe Gods koninkrijk in onze tijd alle koninkrijken der wereld zal vernietigen