-
Boodschappers van bevrijdingDe Wachttoren 1964 | 1 mei
-
-
werd gebracht, deze stad niet werd vernietigd of van de aardbodem werd weggevaagd. Ze bestond nog eeuwen nadien, zelfs in de dagen van de christelijke apostel Petrus, die de in verval gerakende stad bezocht en van daaruit op zijn minst één brief — indien het er niet twee waren — schreef (1 Petr. 5:13, NW). Thans is er echter niets van de stad Babylon zelf over dan wat trieste ruïnes, die men in 1899 begon op te graven. Op overeenkomstige wijze is het religieuze Grote Babylon tegen 1919 gevallen, terwijl de algehele vernietiging van deze stad in de toekomst ligt. Wij verwachten echter niet dat haar vernietiging nog eeuwen op zich zal laten wachten. Het zal met het Grote Babylon snel gedaan zijn en wij verwachten in ons geslacht haar vernietiging mee te maken! Wat zal dit voor alle boodschappers van bevrijding een vreugdevolle gebeurtenis zijn!
-
-
De lieflijke voeten van de boodschappersDe Wachttoren 1964 | 1 mei
-
-
De lieflijke voeten van de boodschappers
1. In het bijzonder sinds wanneer zijn de boodschappers van bevrijding uitgetrokken, en over welke parallelle situatie in de dagen van de eerste christenen schrijft Paulus?
SINDS het jaar 1919 zijn er boodschappers van bevrijding uitgezonden. Dit kan op één lijn gesteld worden met de situatie in de dagen van de christelijke apostelen, toen de apostel Paulus zei: „’Een ieder die de naam van Jehovah aanroept, zal worden gered’. Hoe zullen zij echter hem aanroepen in wie zij geen geloof hebben gesteld? Hoe zullen zij vervolgens geloof stellen in hem van wie zij niet hebben gehoord? Hoe zullen zij vervolgens horen zonder dat iemand predikt? Hoe zullen zij vervolgens prediken indien zij niet zijn uitgezonden? Zoals er staat geschreven: ’Hoe lieflijk zijn de voeten van hen die goed nieuws over goede dingen bekendmaken!’” — Rom. 10:13-15, NW, waarin Joël 2:32 en Jesaja 52:7 worden aangehaald.
2. Op welke drie tijdsperioden is de profetie van bevrijding in Jesaja hoofdstuk 52 van toepassing?
2 De apostel Paulus deed onder inspiratie een aanhaling uit de profetie van Jesaja hoofdstuk tweeënvijftig, waarin wij worden ingelicht over de boodschappers die Sion of Jeruzalem het nieuws van bevrijding brengen. Deze profetie was in de eerste plaats van toepassing op de letterlijke, aardse stad Sion of Jeruzalem in de zesde eeuw vóór Christus; het feit dat Paulus de profetie aanhaalt, duidt er evenwel op dat ze in een uitgebreider en vollediger mate van toepassing is op het Grotere Sion, het hemelse Sion, het Jeruzalem dat boven is. Déze toepassing van de profetie was in de dagen van Christus’ apostelen nog niet tot volle ontplooiing gekomen maar bereikt in onze tijd haar volledige en uiteindelijke hoogtepunt.
3. Tot het uitspreken van welk bevrijdingsbevel werd Jesaja geïnspireerd?
3 Alsof wij ons in de zesde eeuw v. Chr. bevonden, horen wij hoe Jesaja’s profetie wordt geciteerd en tot de letterlijke, aardse stad wordt gericht: „Word wakker, word wakker, doe uw sterkte aan, o Sion! Doe uw schitterende gewaden aan, o Jeruzalem, de heilige stad! Want de onbesnedene en onreine zal niet meer in u komen. Schud u vrij van het stof, sta op, ga zitten, o Jeruzalem. Maak voor uzelf de banden om uw hals los, o gevangen dochter van Sion” (NW).
4. Sinds wanneer waren deze woorden op het voorbeeldige Israël van toepassing, en waarom vanaf die tijd en niet daarvóór?
4 In 537 v. Chr. was de letterlijke stad Sion of Jeruzalem nog steeds de ruïne waarin het
-