-
Zachtaardigheid — kracht of zwakheid?De Wachttoren 1976 | 15 december
-
-
echter tevens respectvol en zachtaardig betoonde. Abigaïl zei tegen David:
„Laat mijn heer alstublieft zijn hart niet zetten op deze nietswaardige man Nabal, want zoals zijn naam is, zo is hij. Nabal is zijn naam, en onverstand is bij hem. . . . En nu, mijn heer, zo waar Jehovah leeft en zo waar uw ziel leeft, Jehovah heeft u ervan weerhouden in bloedschuld te geraken en uw éigen hand tot uw redding te laten komen. . . . Omdat Jehovah aan mijn heer het goede jegens u zal doen overeenkomstig alles wat hij heeft gesproken.” — 1 Sam. 25:23-35.
Ook Gideon gaf een zacht en van wijsheid getuigend antwoord aan de leden van de stam Efraïm, die ruzie met hem zochten. Gideon had van God niet de opdracht ontvangen een inter-stammenoorlog te voeren en hij wilde geen moeilijkheden met Efraïm. Zijn zachte antwoord ontwapende hen totaal. Hij antwoordde: „Wat heb ik nu gedaan in vergelijking met u? Zijn de nalezingen van Efraïm niet beter dan de wijnoogst van Abiëzer [of, de Abiëzrieten, Gideons medestrijders]? In uw hand heeft God Midians vorsten Oreb en Zeëb gegeven, en wat heb ik kunnen doen in vergelijking met u?” Als resultaat „bedaarde hun geest tegenover hem”. Ware zachtaardigheid brengt van de zijde van anderen zachtaardigheid voort. — Recht. 8:1-3.
Als iemand onder normale omstandigheden geen zachtaardigheid ten toon spreidt, kan dit op hoogmoed van zijn zijde duiden. Ware zachtaardigheid gaat met nederigheid gepaard, want de Schrift moedigt christenen ertoe aan „met volledige ootmoedigheid des geestes en zachtaardigheid” te wandelen. — Ef. 4:2.
Zachtaardigheid wordt van allen in de gemeente geëist. Ouderlingen moeten ’met zachtaardigheid onderrichten’ en dwalenden met zachtaardigheid herstellen (2 Tim. 2:25; Gal. 6:1). Nieuwelingen en jongeren moeten ’met zachtaardigheid de inplanting van het woord aanvaarden’ en zich er niet tegen verzetten. — Jak. 1:21.
En hoewel de mannen in de gemeente in gebed voorgaan, vanaf het podium spreken en de gemeente onderwijzen, kunnen de vrouwen hun deel doen om de geestelijke gezindheid en het welzijn van de gemeente op te bouwen. Hoe? De apostel Petrus zegt dat zij dit kunnen doen door ervoor te zorgen dat hun versiering „de verborgen persoon van het hart [is] in de onverderfelijke tooi van de stille en zachtaardige geest, die van grote waarde is in de ogen van God” (1 Petr. 3:4). Ja, letterlijke kleding kan schitterend zijn wanneer ze nieuw is. Toch slijt ze, gaat ze in kwaliteit achteruit en raakt ze zelfs uit de mode. Een zachtaardige geest is echter „onverderfelijk”, en God zal degene bewaren die zo’n geest heeft.
-
-
Het wandelen dat uitermate heilzaam isDe Wachttoren 1976 | 15 december
-
-
Het wandelen dat uitermate heilzaam is
● Iemand die in prachtige parken en bossen wandelt, kan hier werkelijk vreugde uit putten, terwijl de lichaamsoefening bovendien heel heilzaam voor hem is. Velen scheppen er behagen in om samen met intieme vrienden of gezinsleden te wandelen. De beste metgezel om mee te wandelen, is echter de Allerhoogste God. Maar hoe kan men met de onzichtbare God wandelen?
De bijbel zegt: „Zullen er twee samen wandelen tenzij zij elkaar volgens afspraak ontmoet hebben?” (Amos 3:3) Hoe is dit van toepassing op ons wandelen met God? De Almachtige heeft de mensen uitgenodigd als zijn goedgekeurde dienstknechten en vrienden met hem te wandelen. Iemand aanvaardt die uitnodiging of maakt een „afspraak” met God om met Hem te wandelen door er moeite voor te doen in een goede verhouding tot God te komen. Vanaf dat tijdstip dient hij zich in de dagelijkse aangelegenheden van het leven zo te gedragen als was hij in de letterlijke tegenwoordigheid van God. Men dient van hem te kunnen zeggen dat hij leeft overeenkomstig de bijbelse vermaning: „Hetzij gij daarom eet of drinkt of iets anders doet, doet alle dingen tot Gods heerlijkheid” (1 Kor. 10:31). Wanneer wij zo wandelen, moeten wij bescheiden zijn (Micha 6:8). Dit betekent dat wij Gods wegen als superieur aan de onze moeten erkennen en onze wegen derhalve nederig met de Zijne in overeenstemming moeten brengen.
Door met God te wandelen, kunnen wij verzekerd blijven van zijn voortdurende leiding en hulp. Waarlijk, met God te wandelen, werpt de allerbeste resultaten af.
-