-
Wiens naam respecteert u meer — uw eigen naam of die van God?De Wachttoren 1972 | 1 februari
-
-
zou worden of dat naar zijn naam zou worden genoemd (1 Petr. 2:9). Duizenden natuurlijke, besneden joden aanvaardden Jezus als de Messías en werden een deel van dit „volk voor [Jehovah’s] naam”. Nog geen drie en een half jaar later opende Jehovah God de gelegenheid voor de niet-joodse of heidense natiën. Hij zond de apostel Petrus naar het huis van een heiden in Cesaréa om het goede nieuws omtrent Jezus, de Messías, aan Cornelius en zijn vrienden te verkondigen. Wegens hun geloof stortte Jehovah zijn heilige geest op hen uit. Daardoor maakte hij deze gelovige heidenen tot een deel van het „volk voor zijn naam”. Daarna stond de gelegenheid voor alle niet-Israëlitische of heidense natiën open om leden van dit geestelijke „volk voor zijn naam” te worden (Hand. 10:1 tot 11:18). Dit is niet zo omdat wij het zeggen, maar omdat de geïnspireerde discipel Jakobus, de halfbroer van Jezus Christus, het heeft gezegd. Dit was ongeveer dertien jaar na de bekering van de heiden Cornelius en zijn vrienden. Sprekend voor een conferentie in Jeruzalem zei Jakobus:
38 „Simeon [Petrus] heeft nauwgezet verteld hoe God voor de eerste maal zijn aandacht op de natiën heeft gericht om uit hen een volk voor zijn naam te nemen. En hiermee stemmen de woorden van de Profeten overeen, zoals er geschreven staat: ’Na deze dingen zal ik terugkeren en de hut van David, die vervallen is, herbouwen . . . opdat zij die overblijven van de mensen, Jehovah ernstig mogen zoeken, te zamen met mensen uit alle natiën, mensen die naar mijn naam zijn genoemd, zegt Jehovah, die deze dingen doet.’” — Hand. 15:12-18; Amos 9:12.
39. (a) Waarom is Jehovah sinds de verwoesting van Jeruzalem in 70 G.T. niet zonder een „volk voor zijn naam” geweest? (b) Wat voltooit Jehovah thans, waarmee hij negentien eeuwen geleden begonnen is, en welk bewijs hebben wij daarvoor?
39 Toen het oude ommuurde Jeruzalem en zijn tempel in het jaar 70 G.T. werden verwoest en de natuurlijke besneden joden werden verstrooid, was Jehovah dus niet zonder een „volk voor zijn naam”. Hij had het pas gevormde christelijke „volk voor zijn naam”. Waar Jehovah destijds in de eerste eeuw een begin mee maakte, voltooit hij thans in deze twintigste eeuw. Thans, voordat de grootste verdrukking van de gehele menselijke geschiedenis over dit samenstel van dingen losbarst, voltooit hij de bijeenbrenging van dit geestelijke „volk voor zijn naam”, en thans bevindt er zich nog een overblijfsel van hen op aarde. Als dit niet zo is, hoe kunnen wij dan verklaren wat er thans op alle bewoonde continenten en op de eilanden van de zeven wereldzeeën gebeurt? Wat dan wel? Jehovah’s naam wordt op ongekende schaal bekendgemaakt en verheerlijkt zoals nog nooit tevoren is geschied sinds er door de verwoesting van Jeruzalem en zijn beroemde tempel in het jaar 70 G.T. een enorme smaad op de goddelijke naam werd gebracht. Laat niemand zich hierin vergissen: Jehovah heeft thans zijn „volk voor zijn naam” op aarde, en zij bewijzen dit ook te zijn, al vormen zij slechts een overblijfsel.
-
-
„Op jacht”De Wachttoren 1972 | 1 februari
-
-
„Op jacht”
● Op een regenachtige dag stond een rooms-katholieke man in Brazilië op het punt met een bijbel onder zijn jas van huis te gaan. Zijn vrouw vroeg hem waar hij naartoe ging. Hij antwoordde: „Ik ga op jacht”. „Met een das om?”, vroeg zij. Maar hij zei dat hij op jacht ging naar Jehovah’s getuigen. Hij had naar hun korte toespraakjes geluisterd als zij tijdens hun van-huis-tot-huisbediening zijn huis bezochten. Na te hebben nagedacht over wat zij gezegd hadden, kwam hij tot de conclusie dat hun verklaring van de wereldtoestanden zinnig was. Nu ging hij naar hen op zoek. Hij ging naar een huis toe en vroeg of de bewoners Jehovah’s getuigen waren. „Nee,” was het antwoord, „maar mijn zwager die hiernaast woont is een van hen. Wilt u ook een van hen worden?” Hij antwoordde: „Als God het wil.” Twee weken nadat hij de Getuigen had opgespoord, bezocht hij hun vergaderingen. Zijn jacht was succesvol geweest!
-