Waar kunnen wij eenheid vinden in deze door strijd verscheurde wereld?

„In eenheid zal ik hen stellen, als schapen in de kooi.” — MICHA 2:12.

1, 2. Waarom is het irreëel van wereldleiders te verwachten dat zij het mensdom zullen verenigen?

HET mensdom verkeert reeds duizenden jaren lang in een tragische toestand van verdeeldheid. Politieke, economische en maatschappelijke verschillen hebben de mensheid in vijandige, oorlogvoerende partijen verdeeld. Onze twintigste eeuw heeft hier de vreselijkste gevolgen van gezien. Zo heeft bijvoorbeeld alleen al de Tweede Wereldoorlog naar schatting 55 miljoen mensenlevens gekost, met als hoogtepunt de verwoesting van Hirosjima en Nagasaki door atoombommen.

² In recente decennia hebben tientallen verdere conflicten nog talloze miljoenen mensenlevens meer opgeëist. Thans vormen de kernwapens van elkaar bestrijdende politieke stelsels een bedreiging voor niets minder dan het leven op aarde. En zoals in het Engelse blad The Guardian wordt opgemerkt, zijn niet alleen de grote maar ook de kleine natiën druk bezig de oorlogsvoorbereidingen, „zowel wat wapentuig als wat geestelijke instelling betreft, krachtig op te voeren”. Het is dus beslist irreëel van wereldleiders te verwachten dat zij het mensdom zullen verenigen.

Het bericht dat de wereldreligie heeft opgebouwd

3, 4. Wat onthult de geschiedenis ons over de wereldse religie als potentiële kracht tot vereniging van de mensheid?

³ Maar kunnen wij verwachten dat de religies van deze wereld de volken zullen verenigen? Boezemt het bericht dat zij hebben opgebouwd, meer vertrouwen in? De geschiedenis antwoordt ontkennend. In een redactioneel artikel in de Chicago Tribune werd gezegd: „Elke grote religie predikt vrede en broederschap en barmhartigheid, maar toch zijn enkele van de wreedste en onverdraagzaamste gevallen van onderdrukking in de geschiedenis, bedreven in de naam van God.” Dagbladredacteur C. L. Sulzberger merkte in dezelfde zin op: „Moeten wij ons, hoe onaangenaam het onderwerp ook mag zijn, eigenlijk niet eens gaan realiseren dat religie naast andere oorzaken — imperialisme, racisme, militarisme — een hardnekkig toenemende bedreiging voor het menselijk leven is gaan vormen?”

⁴ Ja, de geschiedenis is besmeurd met het bloed dat in door religie geïnspireerde of goedgekeurde oorlogen vergoten is. En ook in onze eeuw zijn wij, tijdens de nationalistische wereldoorlogen en andere oorlogen, getuige geweest van de godonterende handelwijze dat een katholiek zijn medekatholiek doodt en een protestant zijn medeprotestant, dat een moslim een andere moslim doodt en een jood zijn eigen geloofsgenoot afslacht. De geschiedkundige feiten wijzen werkelijk duidelijk uit dat de wereldse religie allerminst een kracht is die het mensdom verenigt, maar er daarentegen verantwoordelijk voor is dat de verdeeldheid toeneemt.

5. Waar vinden de verdeelde religies van deze wereld hun oorsprong?

⁵ De verwarde en verdeelde toestand waarin de religies van deze wereld verkeren, toont duidelijk aan dat ze niet Gods steun genieten. Dat is wellicht een verrassing voor hen die menen dat alle religie goed moet zijn zolang ze beweert God te vertegenwoordigen. Maar in Gods eigen geïnspireerde Woord wordt duidelijk gezegd: „God is geen God van wanorde, maar van vrede” (1 Korinthiërs 14:33). Niet Gods heilige geest of werkzame kracht maar een onheilige geest of aandrijvende kracht brengt ’vijandschappen, twist, ruzies, verdeeldheid en sekten’ voort (Galáten 5:19, 20). In Jakobus 3:14, 15 wordt de wijsheid die met deze slechte geest in verband staat, geïdentificeerd als „demonisch”, voortspruitend uit „de god van dit samenstel van dingen”, Satan de Duivel. — 2 Korinthiërs 4:4.

Een verdeeld huis

6. Welk door Jezus geuite beginsel is op deze wereld van toepassing?

⁶ De verdeeldheid onder het mensdom doet ons denken aan de woorden van Jezus: „Ieder koninkrijk dat tegen zichzelf verdeeld is, komt tot verwoesting, en iedere stad of ieder huis, tegen zichzelf verdeeld, zal geen stand houden” (Matthéüs 12:25). Daarvan uitgaande moet deze verdeelde wereld ten val komen. Zelfs de natiën zijn het eens met het gezegde: „Verenigd houden wij stand, verdeeld gaan wij ten onder.”

7. Wat is volgens sommige mensen noodzakelijk, willen de pogingen een catastrofe te voorkomen, succesvol zijn?

⁷ In een poging een rampspoedige ineenstorting te voorkomen, roepen sommige vooraanstaande personen om een drastische verandering in de denkwijze van de mens. De atoomgeleerde Harold Urey verklaarde: „Er is geen constructieve oplossing voor de wereldproblemen, behalve in laatste instantie een wereldregering die in staat is voor de hele oppervlakte der aarde wetten uit te vaardigen.” Zo heeft ook Albert Einstein „nadrukkelijk betoogd dat het in het atoomtijdperk alleen mogelijk is de vrede onder de natiën te bewaren wanneer alle mensen onder één mondiaal wetsstelsel samengebracht worden”. Hij drong met klem op het volgende aan: „Wij moeten de afschuwelijke obstakels van nationale grenzen overwinnen.” Ja, veel mensen zien de noodzaak in van een wereldregering.

8. Kan deze verdeelde wereld aan de ondergang ontkomen?

⁸ Is het echter waarschijnlijk dat de natiën van deze wereld hun soevereiniteit zullen prijsgeven? Zo ja, aan wie? Beslist niet aan de organisatie van de Verenigde Naties. De natiën trekken vaak ten strijde in plaats dat zij zich aan de besluiten van de VN onderwerpen. Deze wereld, met haar verdeelde politieke, commerciële, maatschappelijke en religieuze stelsels, gaat daarom de ondergang tegemoet. — Zefanja 3:8; 1 Johannes 2:15-17.

Een werkelijk verenigd volk

9. Hoe waarschijnlijk is het dat er een verenigd mensdom zal komen?

⁹ Betekent dit dan dat er geen sprake kan zijn van wereldeenheid? Beslist niet! Integendeel, wereldeenheid is niet alleen mogelijk, maar zelfs onvermijdelijk! De grondslag voor wereldeenheid is zelfs al gelegd! Er is reeds een volk dat doet wat Einstein heeft gezegd, dat ’de obstakels van het nationalisme overwint’. Er bestaat al een werkelijk verenigd volk over de gehele wereld. Er is al een superieure wereldregering waaraan miljoenen mensen in alle natiën in de eerste plaats trouw zijn.

10. Wat zijn de kenmerken van een echte regering?

¹⁰ Velen zullen misschien van mening zijn dat zo’n zienswijze sterk overdreven is. Zij zullen misschien vragen: ’Hebt u het over een echte regering, met echte wetten en echte burgers? Waar vinden wij zo iets allemaal? Wie zijn erbij betrokken?’ Welnu, wanneer kan men van een regering spreken? Daar zijn verscheidene dingen voor nodig: (1) Ze moet echte, levende leiders hebben, (2) de plaats van waaruit ze regeert moet ook echt zijn, (3) de natie moet echte wetten hebben om de orde te handhaven en (4) ze moet echte onderdanen hebben — mensen. In de Verenigde Staten is bijvoorbeeld een hoogste regeringsleider (de president) die Washington (D.C.) als zetel van zijn regering heeft. Er is een wetgevende macht (het Congres) die wetten maakt. Er is een rechterlijke macht (rechtbanken) die de rechtspraak in het land uitoefent. En er zijn meer dan 230 miljoen onderdanen. Zou iemand willen beweren dat dit allemaal niet echt is?

11. Hoe heeft zelfs de wereldse pers toegegeven dat er thans inderdaad een werkelijk verenigd volk bestaat?

¹¹ Even concreet bestaat er thans een werkelijk verenigd volk! Waar? Welke regering dienen zij? Waarom kunnen wij zeggen dat zij volledig verenigd zijn? In de Braziliaanse krant O Tempo werd als volgt de aandacht gevestigd op dit unieke volk: „Hoewel er in alle delen van de wereld veel indrukwekkende religies zijn met hun propaganda, bestaat er heden ten dage op het hele aardoppervlak geen enkele religie die dezelfde liefde en eenheid aan de dag legt als de theocratische organisatie van Jehovah’s Getuigen.”

12. Welke in een Belgische krant gepubliceerde zienswijze stemt overeen met een realiteit die door Jehovah’s Getuigen wordt erkend?

¹² In België kwam de krant La Nouvelle Gazette uit met de volgende kop: „Amerikaanse deskundigen hebben maar één oplossing gevonden om een atoomoorlog binnen 25 jaar te voorkomen: die van Jehovah’s Getuigen!” Volgens het artikel zou de enige remedie „een radicale verandering in de levensstijl van de mensheid [zijn] . . . ten gunste van een wereldregering”. De publikatie concludeerde dat deze zienswijze nauwkeurig overeenkomt „met de stelling die Jehovah’s Getuigen poneren”. En welke „stelling” is dat dan wel? Die welke Jezus tot het hoofdthema van zijn onderwijs maakte: Gods nieuwe regering voor de gehele aarde, Zijn hemelse koninkrijk met Christus als heerser. Die regering is Gods remedie, de enige remedie tegen de kwalen van de gehele mensheid, met inbegrip van haar verdeeldheid. Jezus leerde mensen als volgt om die regering te bidden: „Uw Rijk kome, uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel” (Matthéüs 6:10, katholieke Willibrordvertaling). En volgens de weergave in deze zelfde bijbelvertaling van de profetie in Daniël 2:44, zal die regering van God binnenkort „al die [voorgaande] rijken verpletteren . . . maar zelf zal het in eeuwigheid blijven bestaan”.

Ware liefde en eenheid ten toon spreiden

13. Wat is er sinds 1914 gebeurd met betrekking tot een wereldregering die de mensen zal verenigen?

¹³ De wereldgebeurtenissen die een vervulling vormen van bijbelse profetieën, tonen aan dat Gods hemelse regering in 1914 aan de macht is gekomen. God installeerde toen zijn beproefde Koning, Jezus Christus, als regeerder (Matthéüs 24:3-14; 2 Timótheüs 3:1-5; Openbaring 12:10). Die regering heeft superieure wetten en beginselen, die staan opgetekend in het heiligste van alle documenten, Gods geïnspireerde Woord, de bijbel (2 Timótheüs 3:16, 17). En sinds 1914 heeft de Voortreffelijke Herder, Jezus Christus, de burgers van Gods Nieuwe Ordening bijeengebracht. Dus wordt thans het fundament van die nieuwe aardse maatschappij gelegd! Ja, dit alles is zeer reëel en echt. Het is niet slechts een droom. — Matthéüs 25:31-46; Johannes 10:14-16; 2 Petrus 3:13.

14. Welke verdeeldheid veroorzakende factor hebben Jehovah’s Getuigen overwonnen?

¹⁴ Als burgers van de Nieuwe Ordening schenken Jehovah’s Getuigen in elk land hun trouw in de eerste plaats aan Gods hemelse Koninkrijksregering. Wanneer Jehovah’s Getuigen het gebod van Jezus lezen dat zij ’elkaar moeten liefhebben zoals hij hen heeft liefgehad’, vatten zij dat dan ook letterlijk op en brengen het op wereldomvattende schaal in praktijk (Johannes 15:12). Het resultaat is, dat zij de belemmerende banden van kleingeestig nationalisme werkelijk verbroken hebben. Zij zijn in staat ware liefde voor de gehele mensheid ten toon te spreiden, ongeacht iemands ras, stam of nationaliteit.

15, 16. Hoe erkennen anderen dat Jehovah’s Getuigen het nationalisme hebben overwonnen?

¹⁵ In het Italiaanse kerkelijke tijdschrift Andare alle genti schreef een rooms-katholieke non in dit verband het volgende over Jehovah’s Getuigen: „Zij verdienen onze bewondering om de wijze waarop zij elke vorm van geweld afwijzen en zonder in opstand te komen de vele beproevingen verduren die hun wegens hun geloofsopvattingen worden aangedaan . . . Wat zou de wereld er anders uitzien als wij allemaal op zekere ochtend wakker werden met het vaste besluit om net als Jehovah’s Getuigen geen wapens meer op te nemen, ongeacht de kosten of het waarom!”

¹⁶ In de Italiaanse krant Il Corriere di Trieste werd opgemerkt: „Jehovah’s Getuigen verdienen bewondering wegens hun standvastigheid en hechte band. In tegenstelling tot andere religies belet hun eenheid als volk hen om in de naam van dezelfde Christus tot dezelfde God te bidden of hij de twee strijdende partijen in een conflict wil zegenen, of om politiek met religie te vermengen ten einde de belangen van staatshoofden of politieke partijen te dienen.”

17. Hoe wordt in 1 Johannes 3:10-12 en Johannes 13:35 getoond welk onderscheid er tussen Gods kinderen en Satans kinderen bestaat?

¹⁷ Merk op hoe nauwkeurig dit overeenstemt met 1 Johannes hoofdstuk 3, de verzen 10 tot 12. Daar staat: „Hieraan zijn de kinderen van God en de kinderen van de Duivel kenbaar: Een ieder die geen rechtvaardigheid betracht, spruit niet uit God voort, evenmin als hij die zijn broeder niet liefheeft. Want dit is de boodschap die gij van het begin af hebt gehoord, dat wij liefde voor elkaar moeten hebben; niet zoals Kaïn, die uit de goddeloze voortsproot en zijn broer vermoordde.” Nee, Gods kinderen vermoorden hun broeders niet. Het zijn de kinderen van Satan die dat doen. — Johannes 13:35.

18. Wat gebeurt er met mensen onder wie vroeger verdeeldheid bestond, wanneer zij Jehovah’s Getuigen worden?

¹⁸ Wanneer Arabieren, joden en naamchristenen in Israël en Libanon Jehovah’s Getuigen worden, verenigen zij zich dan ook in een onverbrekelijke band van liefde en eenheid. Zo ook gewezen katholieken en protestanten in Noord-Ierland. Zo ook zwarten en blanken in de Verenigde Staten. Zo ook leden van verschillende Afrikaanse stammen die elkaar vroeger haatten en bestreden. Het Britse tijdschrift New Society schreef in dit verband: „De Getuigen hebben misschien meer succes dan welke andere groepering ook in de snelheid waarmee zij stammendiscriminatie onder hun eigen nieuwe leden de wereld uit helpen.”

Bron van eenheid

19. In welke twee uiterst belangrijke opzichten zijn Jehovah’s Getuigen buitengewoon?

¹⁹ Waarom kunnen Jehovah’s Getuigen zo’n liefde en eenheid ten toon spreiden? Komt dat door hun wereldse opleiding, hun hoge positie of rijkdom, of doordat zij zo goed bij de tijd zijn? Neen, zij zijn maar gewone mensen. Maar in twee belangrijke opzichten zijn zij buitengewoon. In de eerste plaats aanvaarden Jehovah’s Getuigen de hele bijbel als het geïnspireerde Woord van God en doen zij hun uiterste best om ernaar te leven. De apostel Paulus zei in dit verband: „Toen gij Gods woord hebt ontvangen, hetwelk gij van ons hebt gehoord, hebt gij het niet als het woord van mensen aangenomen, maar, wat het ook inderdaad is, als het woord van God, dat ook in u, gelovigen, werkzaam is” (1 Thessalonicenzen 2:13). In de tweede plaats nemen Jehovah’s Getuigen hetzelfde standpunt in als Jezus’ apostelen, die tot de regeerders zeiden: „Wij moeten God als regeerder meer gehoorzamen dan mensen.” — Handelingen 5:29.

20. Wat is de werkelijke bron van eenheid onder Jehovah’s Getuigen?

²⁰ Wat gebeurt er met een volk dat de gehele bijbel als Gods Woord aanvaardt, ernaar leeft en God in alles als hun Regeerder gehoorzaamt? In Handelingen 5:32 wordt gezegd dat God zijn krachtige heilige geest of werkzame kracht geeft „aan hen die hem als regeerder gehoorzamen”. Dat is de bron van kracht die Jehovah’s Getuigen in staat stelt een voor anderen onmogelijk te bereiken wereldomvattende eenheid tot stand te brengen en die te bewaren.

21, 22. (a) Wie vervullen derhalve de profetie in Jesaja 2:2-4? (b) Welke profetieën zien Jehovah’s Getuigen thans ten aanzien van zichzelf in vervulling gaan?

²¹ Wie vervullen derhalve, gezien het bewijsmateriaal, de profetie in Jesaja hoofdstuk 2, de verzen 2 tot 4? Sprekend over de tijd waarin wij leven, zegt die profetie dat de ware aanbidding van Jehovah onder de Koninkrijksheerschappij stevig bevestigd zou worden en dat velen zouden zeggen: „Komt, en laten wij opgaan naar de berg van Jehovah, . . . en hij zal ons onderrichten omtrent zijn wegen, en wij zullen stellig zijn paden bewandelen.” Ook zegt de profetie: „Hij zal stellig richten onder de natiën en de zaken rechtzetten met betrekking tot vele volken. En zij zullen hun zwaarden tot ploegscharen moeten slaan en hun speren tot snoeimessen. Natie zal tegen natie geen zwaard opheffen, en zij zullen de oorlog niet meer leren.”

²² Wie hebben God en zijn Woord de gelegenheid gegeven ’de zaken recht te zetten’ onder hen? Wie hebben werkelijk gevolg gegeven aan Gods gebod om ’de oorlog niet meer te leren’? Wie hebben in onze tijd liever in totaal duizenden jaren in gevangenissen en concentratiekampen doorgebracht dan dat zij hun naasten doodden? Wie tonen respect voor de bijbel als Gods geïnspireerde Woord en gehoorzamen God als Regeerder? Wie geven blijk van een internationale broederschap die in deze door strijd verscheurde wereld uniek is? Het antwoord kan niet anders zijn dan: Jehovah’s Getuigen. En nu worden de „andere schapen”, honderdduizenden van hen, als metgezellen van de overgeblevenen van de gezalfde „kleine kudde” bijeengebracht (Johannes 10:16; Lukas 12:32). Zij trekken ook voordeel van de vervulling van een profetie die in Hosea’s tijd werd uitgesproken. Hierin werd voorzegd dat al Jehovah’s dienstknechten ’stellig tot een eenheid bijeengebracht zouden worden’ onder één Hoofd, Jezus Christus, in Koninkrijksmacht (Hosea 1:11). De eenheid die er onder hen bestaat, zien zij ook als een vervulling van Jezus’ woorden toen hij tot God bad of zijn volgelingen ’één mochten zijn evenals wij één zijn’ (Johannes 17:20-22). God heeft jegens hen dus zijn lang geleden uitgesproken belofte gehouden: „In eenheid zal ik hen stellen, als schapen in de kooi.” — Micha 2:12.

Kunt u zich de volgende punten herinneren?

□ Waarom moeten wij tot de conclusie komen dat de wereldse religie niet Gods steun geniet?

□ Hoe worden degenen die werkelijk verenigd zijn in deze door strijd verscheurde wereld, in 1 Johannes 3:10-12 geïdentificeerd?

□ Wat is de werkelijke bron van kracht die Jehovah’s dienstknechten in staat stelt wereldeenheid te handhaven, en waarom bezitten zij die bron van kracht?

□ Welke schitterende profetieën over de eenheid van Gods dienstknechten zien wij thans in vervulling gaan?

[Illustratie op blz. 12]

De grondslag voor wereldeenheid is al gelegd!

Wijsheid nodig

„De kennis is er wel, maar ze gaat niet altijd vergezeld van wijsheid. Wij weten dat oorlogen verschrikkelijk zijn, maar de mensheid gaat door met zijn krankzinnige, op broedermoord neerkomende wedloop.” Aldus een redactioneel artikel van Agustin Saavedra Weise in El Diario van La Paz (Bolivia).

Señor Weise klaagt dat hoewel de 20ste eeuw „een formidabele hoeveelheid menselijke kennis op elk gebied van het leven heeft opgeleverd: op het gebied van de wetenschap, technologie, geneeskunde, oorlogstoebereidselen, literatuur, architectuur, enzovoort,” er echter geen vergelijkbare toename in wijsheid is geweest. Het gevolg? „Gedurende de afgelopen jaren zijn wij getuige geweest van de meest barbaarse en primitieve vormen van agressie, volkenmoord en geweld”, zegt Weise.

Maar hoe komt het dat er ondanks al die kennis zo’n gebrek aan wijsheid bestaat? Omdat mensen Jehovah hebben verlaten en zich hebben gericht op wetenschap, geld, genoegens en andere surrogaat-„goden”. Aldus hebben zij de Bron van ware wijsheid de rug toegekeerd. Inderdaad, wanneer mensen Gods Woord verwerpen, „wat voor wijsheid hebben zij dan?” — Jeremia 8:9.