-
Er komt een eind aan onderdrukkingDe Wachttoren 1981 | 1 december
-
-
de aandacht op met de woorden: „Zijt gij beter dan No-Amon, dat aan de Nijlkanalen was gelegen? Water was er overal rondom haar, wier vermogen de zee was, wier muur was vanuit de zee. Ethiopië was haar volledige macht, ook Egypte; en dat onbeperkt. Ja, Put en de Libiërs bleken u tot hulp te zijn. Ook zij was voor ballingschap bestemd; zij ging in gevangenschap. Ook haar eigen kinderen werden verpletterd aan het boveneinde van alle straten; en over haar verheerlijkten wierp men het lot, en haar groten zijn allen met boeien gebonden.” — Nah. 3:8-10.
De Assyriërs wisten heel goed wat No-Amon, of Thebe, was overkomen. Hun legers, aangevoerd door koning Assurbanipal, hadden Thebe met de grond gelijkgemaakt. De „muur” van de stad — haar verdedigingswerken, met inbegrip van de Nijl en zijn kanalen — waren nutteloos gebleken. Zelfs de militaire steun van de Ethiopiërs, de Libiërs en de mannen van Put hadden Thebe niet kunnen redden.
Evenzo zou ook Ninevé niet te redden zijn. De stad had door haar oorlogen en bondgenootschappen zo’n slecht bericht voor zichzelf opgebouwd, dat haar val met gejuich zou worden begroet. „Allen die het bericht over u horen”, schreef Nahum, „zullen stellig over u in de handen klappen; want over wie is uw slechtheid niet voortdurend heengegaan?” — Nah. 3:19.
Als een vervulling van Nahums profetie viel Ninevé in 632 v.G.T. in handen van de geallieerde strijdkrachten van de Babylonische koning Nabopolassar en de Mediër Cyaxares. De Babylonische kronieken vermelden: „Zij voerden de grote buit van de stad en tempel weg en [veranderden] de stad in een puinheuvel.”
In deze tijd is de plaats van het oude Ninevé nog steeds een verlaten ruïne, waardoor de God van ware profetieën, Jehovah, wordt gerechtvaardigd. Evenals het onderdrukkende Ninevé tot niets is geworden, zullen alle onderdrukkers in de snel naderende „oorlog van de grote dag van God de Almachtige” hun einde vinden (Openb. 16:14). Wat zal dit een grootse verlichting teweegbrengen! Mogen wij dan tot degenen blijken te behoren die toevlucht zoeken bij de Allerhoogste Soeverein.
-
-
Een kostbare bijbelschat in LeningradDe Wachttoren 1981 | 1 december
-
-
Een kostbare bijbelschat in Leningrad
HET begon met een gewone toeristische tocht vanuit Finland. Terwijl de bezoeker en zijn vrouw in Leningrad waren, koesterden zij geen hoge verwachtingen iets speciaals met betrekking tot de bijbel mee te maken, want in de instructiebrochure van het reisbureau stond: „Het is verboden religieuze lectuur het land binnen te brengen.” Toch maakte hij in deze stad de sensatie van zijn leven mee betreffende de bijbel als boek.
Er zijn in Leningrad veel kerkgebouwen, maar slechts een handjevol ervan wordt gebruikt voor het doel waarvoor ze
-