Eén vrouw of vele — Is het van belang?
Door Ontwaakt!-correspondent in Nigeria
HET congres in Ibadan (Nigeria) was afgelopen, en blij gestemd — maar moe — gingen de congresgangers op weg naar huis. Een man genaamd Johnson bleef echter met zijn drie vrouwen en tien kinderen nog in het bamboe congrespaviljoen zitten. Hij was bezig regelingen te treffen om zijn polygame huwelijk te beëindigen.
Wat Johnson en anderen op dat congres van Jehovah’s Getuigen hadden gehoord, had hen zo diep getroffen dat zij ertoe werden bewogen afstand te doen van een eeuwenoud facet van het leven in Afrika: polygamie. Wat hadden zij gehoord? Was hun beslissing om deze verandering aan te brengen uitsluitend gebaseerd op praktische overwegingen? Of waren zij er op de een of andere manier van overtuigd geraakt dat polygamie verkeerd is?
Polygamie versus monogamie
Sommige oprechte personen vragen zich wellicht af of Johnson wel juist handelde, en ongetwijfeld komt dit doordat polygamie in vele culturen in en buiten Afrika voorkomt. Velen voeren aan dat polygamie praktische voordelen heeft. Daar waar polygamie onwettig is, komt bijvoorbeeld overspel vaak voor. Het komt er trouwens toch op neer dat mensen meerdere partners nemen — door een echtscheiding te verkrijgen en te hertrouwen. Door een huwelijk met meerdere partners zouden echter losbandige, buitenechtelijke verhoudingen worden uitgeschakeld, zo zegt men. Sommigen beweren zelfs dat polygamie een bescherming vormt tegen prostitutie en geslachtsziekten.
Maar de voornaamste redenen waarom polygamie blijft voortbestaan, zijn van sociale, niet van morele aard. Een polygaam huisgezin met veel zonen schenkt een man maatschappelijk aanzien en zekerheid. Zijn dochters zullen hem een aanzienlijke bruidsprijs gaan opleveren. In plattelandsgebieden verrichten de kinderen en vrouwen werk op de boerderij en vergroten zo de rijkdom van het gezin. Afrikaanse mannen staan dus onder druk om meerdere vrouwen te trouwen. Een Afrikaanse man genaamd Mozes verklaarde bijvoorbeeld: „Ik had besloten slechts met mijn eerste vrouw te trouwen. Maar toen mijn vader zag dat zij mij alleen een dochter baarde, drong hij erop aan dat ik een tweede vrouw zou nemen, en zei hij tegen mij: ’Je kunt toch niet alleen één kind hebben? Een dochter nog wel!’”
Ondanks zulke schijnbaar overredende argumenten kleven er aan polygamie echter ook problemen. Het bezitten van veel vrouwen weerhoudt mannen met immorele neigingen er niet van buitenechtelijke verhoudingen te hebben. Evenmin zijn vrouwen altijd gelukkig met het idee een echtgenoot te moeten delen; sommigen hebben hun toevlucht genomen tot prostitutie. Een polygaam huwelijk biedt daarom vaak weinig bescherming tegen geslachtsziekten.
En er zijn andere nadelen. Mozes herinnert zich: „Mijn vader had vijf vrouwen en veel moeilijkheden omdat de vrouwen constant ruzieden en elkaar trachtten te benadelen.” Dit was aanvankelijk de reden waarom Mozes slechts één vrouw wilde hebben. Met betrekking tot Johnson die in het begin werd genoemd, merkte zijn zoon Rufus verder op: „Gewoonlijk waren er onder de vrouwen van mijn vader ruzies over het koken en ander werk. Zij maakten ook ruzie over het straffen van de kinderen. Dan was er ook nog de kwestie van jaloezie. Zij hadden er een hekel aan hun echtgenoot te moeten delen. Dit maakte het leven voor ons allen erg naar.”
Saamhorigheid ontbreekt daarom in polygame gezinnen. De man verhoudt zich tot zijn gezin als een opperheer in plaats van als een echtgenoot en vader. De opvoeding en het strenge onderricht van zijn vele kinderen wordt gewoonlijk overgelaten aan zijn vrouwen met hun tegenstrijdige methoden en maatstaven. Kinderen groeien op in een onsamenhangende en zelfs verwarrende regeling, in plaats van in een warme en vertrouwde sfeer.
Een belangrijker overweging
Velen voeren aan dat zo’n regeling door God wordt goedgekeurd, aangezien hij polygamie onder de Israëlieten in de oudheid toestond. Zeker, de bijbel toont ons dat enkele vooraanstaande dienstknechten van God meerdere vrouwen hadden, maar polygamie vond niet haar oorsprong onder Gods volk. Bedenk dat hij voor de eerste man Adam slechts één vrouw schiep, „als zijn tegenhanger” (Genesis 2:18-24). Pas wanneer de gewelddadige Lamech ten tonele verschijnt, lezen wij in de bijbel over polygamie. Hij nam twee vrouwen. Maar de specifieke vermelding hiervan wijst erop dat het zelfs in die tijd in de mensenmaatschappij iets ongewoons was. — Genesis 4:19-24.
Later waren mannen zoals Noach, zijn drie zonen en Lot monogaam. Maar hoe staat het met Abraham? Op zijn minst totdat hij 85 jaar oud was, beperkte Abraham zijn seksuele betrekkingen tot zijn vrouw Sara. Maar omdat zij geen kinderen baarde, bediende zij zich van een oud gebruik en stelde een vervangende regeling voor. Haar dienstmaagd Hagar zou in haar plaats een kind voor hem baren (Genesis 16:1-11). Er bestaat echter geen aanwijzing dat Abraham verdere betrekkingen met Hagar had nadat hij haar zoon Ismaël had verwekt. Ja, Jehovah bleef uitsluitend over Sara spreken als Abrahams „vrouw”, maar over Hagar als zijn „slavin”. Bovendien zond Abraham Hagar later uit zijn huisgezin weg. — Genesis 17:19; 21:8-16.
Maar polygamie was reeds in veel stammengemeenschappen ingeburgerd geraakt. Toen dan ook later de aan Mozes gegeven wet over polygamie sprak, werd daarmee niet iets nieuws geïntroduceerd. De Wet reglementeerde eenvoudig een bestaande instelling en voorkwam misbruik ervan. Dat gebeurde via regels en beperkingen die erop gericht waren huwelijken met meerdere vrouwen te ontmoedigen (Exodus 21:9-11; Deuteronomium 21:15-17; 1 Samuël 21:3-5; 2 Samuël 11:11). Bijgevolg waren de meeste Israëlieten geen polygamisten. Polygamie werd voornamelijk door de rijken en door de heersende klasse beoefend. Jehovah waarschuwde echter dat de koning „zich geen menigte vrouwen [diende] te nemen, opdat zijn hart niet afwijke” (Deuteronomium 17:17). En Jehovah beschreef het modelhuwelijk consequent in termen van één enkele echtgenote voor een man. — Psalm 128:3; Spreuken 5:18; 31:10-31.
Neen, polygamie werd niet door Jehovah ingesteld. Ze had net zo min zijn goedkeuring als de echtscheidingen die ook onder zijn volk voorkwamen. — Maleachi 2:14-16.
Polygamie en christendom
Jezus merkte op: „Mozes heeft u met het oog op de hardheid van uw hart de concessie gedaan uw vrouw door echtscheiding te ontslaan, maar dit is van het begin af niet zo geweest” (Matthéüs 19:8). Hetzelfde kan van polygamie worden gezegd. Het „is van het begin af niet zo geweest”. „Hebt gij niet gelezen dat hij die hen van het begin af heeft geschapen, hen als man en als vrouw heeft gemaakt en gezegd heeft: ’Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en de twee zullen één vlees zijn’? Zodat zij niet langer twee, maar één vlees zijn. Wat God derhalve onder één juk heeft samengebracht, brenge geen mens vaneen.” — Matthéüs 19:4-6.
Jezus bevestigde aldus de oorspronkelijke maatstaf voor het huwelijk (Matthéüs 19:3-8). De bijbel laat ons verder zien dat een opziener in de christelijke gemeente, indien hij getrouwd is, „de man van één vrouw” moet zijn. Evenzo moest de „weduwe” de „vrouw van één man” zijn geweest. Dit is een verder bewijs dat een monogaam huwelijk de maatstaf vormt voor alle christenen. Opzieners kunnen er als „voorbeelden voor de kudde” geen aanspraak op maken dat hun positie van opzicht hun recht geeft op een maatstaf voor het huwelijk die verschilt van die waaraan alle anderen in de gemeente moeten voldoen (1 Timótheüs 3:2; 5:9; 1 Petrus 5:3). De keuzemogelijkheden van een christen zijn dus ofwel ongehuwd te blijven of een monogaam huwelijk te sluiten. Beide zijn volkomen aanvaardbaar voor God (1 Korinthiërs 7:8, 9). Polygamie is echter volkomen uitgesloten.
Deze goddelijke maatstaf geeft zowel mannen als vrouwen waardigheid. Getrouwde vrouwen hoeven niet angstig bezorgd te zijn dat hun echtgenoten met bijvrouwen zullen thuiskomen. Evenmin zal een ongehuwde christelijke vrouw overwegen iemands bijvrouw te worden — zelfs wanneer er plaatselijk weinig ongehuwde mannen zijn. Zij wacht totdat zij „haar eigen man” kan hebben (1 Korinthiërs 7:2). Ja, huwelijkspartners behoren elkaar werkelijk toe. Zij kunnen er eensgezind voor zorgen dat hun kinderen een gezond en evenwichtig gezinsleven hebben. — 1 Petrus 3:7; Efeziërs 5:21-31; 6:1-4.
De christelijke maatstaf
Deze fundamentele feiten bewogen Johnson er in 1947 toe drastische veranderingen in zijn leven aan te brengen. Zijn zoon Rufus herinnert zich: „Mijn vader zond twee van zijn vrouwen naar hun ouders terug. Hij voorzag in hun levensonderhoud maar liet geen mogelijkheid open die hem in de verleiding zou kunnen brengen zijn leven met hen te hervatten. Hij wilde Gods vereisten gehoorzamen.”
Het was niet gemakkelijk voor Johnson om zijn polygame leven op te geven. Hier waren ernstige morele, emotionele en culturele aanpassingen mee gemoeid. Er was meer bij betrokken dan een keuze tussen twee maatschappelijke stelsels. Het was een kwestie van God gehoorzamen en de vrijheid verwerven hem te dienen. Hoewel Johnsons polygame huwelijksregeling hem en zijn vrouwen wellicht bepaalde materiële voordelen zou hebben gebracht, zouden allen door daaraan vast te houden buitengesloten zijn van het verwerven van Gods goedkeuring.
Velen hebben Johnsons moedige handelwijze gevolgd. Théodore bijvoorbeeld zegt: „Ik bezocht de vergaderingen van Jehovah’s Getuigen en wilde gedoopt worden. Maar ik had acht vrouwen. Hoe kon ik daar zeven van wegzenden? Ik leefde vijf jaar in die situatie terwijl ik tot Jehovah bad om mij uit de moeilijkheden te helpen. Ik ging ermee voort de bijbel te bestuderen en met Jehovah’s Getuigen om te gaan. Geleidelijk aan vond ik in mijn toenemende kennis van Gods Woord en mijn verlangen hem te behagen de kracht om de juiste beslissing te nemen. Ik legde mijn vrouwen uit dat volgens de bijbel mijn eerste vrouw de ’vrouw van mijn jeugd’ was en dat ik alleen met haar getrouwd diende te blijven (Maleachi 2:14-16). Vervolgens zond ik de zeven jongere vrouwen van mijn huis weg en zorgde voor gescheiden woonruimten voor hen en hun twaalf kinderen. Op deze wijze bracht ik mijn leven in harmonie met christelijke maatstaven en verwezenlijkte ik mijn verlangen Jehovah te dienen. Mijn gewezen vrouwen waren nu ook vrij om Jehovah op aanvaardbare wijze te dienen en te hertrouwen indien zij dat wensten.”
Resultaten ondanks tegenstand
Zulke veranderingen leverden vaak sterke tegenstand van familieleden en buren op. Warigbani’s ervaring is hier een voorbeeld van: „Ik was de tweede van de beide vrouwen van mijn man en ik had hem twee kinderen gebaard. Toen ik vernam dat de eerste vrouw de rechtmatige vrouw is in de ogen van de Schepper, werd ik geconfronteerd met deze vragen: Zou ik mijn man moeten verlaten? Als ik dat deed en de kinderen mocht meenemen, waar zouden zij en ik dan van moeten leven? Zou ik mijn geweten moeten sussen en mijzelf beroven van deze grote vreugde de ware religie gevonden te hebben? Ziet u, ik was bezig met Jehovah’s Getuigen de bijbel te bestuderen. Ik bad tot Jehovah om hulp.
Toen ik mijn man vertelde dat ik moest weggaan en de kinderen met mij mee wilde nemen, werd hij heel erg boos en weigerde naar mij te luisteren. Ten slotte kreeg ik toestemming om met de kinderen te vertrekken, maar zonder enige financiële ondersteuning — ik kreeg zelfs geen reisgeld.
Vervolgens moest ik het hoofd bieden aan de toorn van mijn eigen familie. Zij zeiden dat ik waanzinnig was. Mijn broer lachte mij uit. Maar ik bleef tot hen prediken, en na enige tijd begonnen enkelen van hen de bijbel te bestuderen. Nu hebben vijf van deze familieleden zich bij mij aangesloten in het dienen van Jehovah. Zeker, ik moest het stellen zonder veel dingen die ik gewend was te hebben. Ik moet hard werken om mijzelf en mijn kinderen te kunnen onderhouden. Maar de vreugde de waarheid te kennen en daaraan gehoorzaam te zijn, overtreft alle materiële dingen. Rijkdom is niet te vergelijken met het behagen van Jehovah.”
Mozes kwam tot een soortgelijke conclusie: „Nu verheug ik mij in een reine, harmonieuze gezinsverhouding. Mijn kinderen zijn opgegroeid tot opgedragen, getrouwe aanbidders van Jehovah. Dit heeft mij heel gelukkig gemaakt.”
Nadenkend over de voordelen die de door Johnson genomen stappen afwierpen, zegt zijn zoon Rufus: „Er waren geen ruzies meer in huis en mijn vader was in staat ons goed te begeleiden en ons op te voeden in harmonie met de bijbelse leer. Hij is bijna twintig jaar lang pionier [volle-tijdprediker] geweest, en bleef Jehovah trouw tot aan zijn dood twee jaar geleden.”
Wilt u meer te weten komen over Gods maatstaven? Wij nodigen u uit Jehovah’s Getuigen te vragen de bijbel met u te bestuderen. Zij zullen u graag vertellen over de komende paradijsaarde waarin Gods maatstaven door iedereen zullen worden nageleefd! — Jesaja 11:9.
[Inzet op blz. 22]
In een polygaam huwelijk moet een vrouw haar huwelijkspartner met anderen delen
[Illustratie op blz. 23]
In een monogaam huwelijk behoren huwelijkspartners elkaar werkelijk toe en zij kunnen er eensgezind voor zorgen dat hun kinderen een gezond gezinsleven hebben