-
Knappe baby’sDe Wachttoren 1980 | 1 juni
-
-
Knappe baby’s
EEN kinderarts-neuroloog aan de Universiteit van Chicago heeft wellicht aanwijzingen gevonden waarom kleine kinderen zo snel leren en er gemakkelijk meer talen bij kunnen leren. Gebruik makend van een elektronenmicroscoop ontdekte Dr. Peter Huttenlocher dat baby’s in de leeftijd van één tot twee jaar ongeveer 50 percent meer synapsen, of verbindingen tussen de hersencellen, in het frontale gedeelte van hun hersenschors (het „denkgebied”) hebben dan volwassenen. Nadat de hoeveelheid synapsen op de leeftijd van twee jaar de hoogste waarde heeft bereikt, neemt deze tot de leeftijd van zestien jaar geleidelijk af waarna ze tot de oude dag ongeveer hetzelfde blijft. Volgens het verslag in Brain Research verklaart dit wellicht waarom de hersenen van een baby „soepeler” zijn en beter van een beschadiging genezen.
Ongetwijfeld zouden ouders meer voordeel kunnen trekken van dit door God geschonken vroege leervermogen. Professor Archil Alkhazishvili van de Academie voor Wetenschappen in Georgië (Sovjet-Unie) zegt bijvoorbeeld dat men kinderen vanaf de tijd dat ze een baby zijn, kan leren lezen, waarbij hij opmerkt dat zijn eigen twee dochters op tweejarige leeftijd begonnen te lezen en tegen de tijd dat zij zeven jaar waren, al veel klassieken hadden „verslonden”. Volgens zijn opmerkingen in het Russische blad Spoetnik dienen ouders „platen aan de muur te hangen met afbeeldingen van letters, woorden en zinnen”. Deze zullen de aandacht van het kind trekken en de ouders kunnen ze zo nu en dan hardop voorlezen. „Het kind zal ze zich onwillekeurig herinneren”, aldus Spoetnik, welk blad beweert dat „een dergelijke verkapte manier van onderwijzen veel doeltreffender is dan wanneer dit met een bepaalde opzet gebeurt”.
Dergelijke bevindingen zijn in overeenstemming met de nadruk die in de bijbel op de waarde van een vroegtijdige opleiding wordt gelegd, zoals in het geval van Timótheüs, over wie werd gezegd: „Gij [hebt] van kindsbeen af de heilige geschriften . . . gekend, die u wijs kunnen maken.” — 2 Tim. 3:15; Spr. 22:6.
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1980 | 1 juni
-
-
Vragen van lezers
● Voordat ik de bijbel begon te studeren, waren mijn vrouw en ik van elkaar gescheiden, niet omdat er immoraliteit in het spel was, maar omdat wij gewoon niet met elkaar konden opschieten. Nu ben ik een christen geworden. Ben ik schriftuurlijk vrij om te hertrouwen?
Of iemand in de door u beschreven situatie vrij is om te hertrouwen, hangt af van het feit of het huwelijk in de ogen van God is geëindigd.
Voordat u een christen werd, was uw huwelijk wettelijk ontbonden, misschien op een wettelijke basis zoals duurzame ontwrichting. Daarmee was het huwelijk van het standpunt van de regering uit bezien geëindigd. U wilt echter terecht graag weten of de Universele Wetgever u en uw vroegere vrouw nog steeds als „één vlees” beziet. — Gen. 2:22-24.
Jezus heeft iets gezegd wat ons hier helpt. Na erkend te hebben dat een echtscheiding op verschillende gronden verkregen kon worden, voegde hij hieraan toe: „Al wie zich van zijn vrouw laat scheiden, behalve op grond van hoererij [Grieks, porneia], en een ander trouwt, [pleegt] overspel” (Matth. 19:9; 5:32). De enige bijbelse basis voor een echtscheiding die iemand de vrijheid geeft om te hertrouwen, is dus „hoererij” of porneia, waartoe overspel en elke andere grove seksuele immoraliteit gerekend kan worden.
Zou uw vrouw zich dus schuldig hebben gemaakt aan overspel, dan zou u een schriftuurlijke basis gehad hebben om van haar te scheiden. Indien u dit had gedaan — of u de echtscheiding nu zou hebben verkregen op grond van overspel
-