-
Welke liefde leidt tot leven?De Wachttoren 1965 | 1 juli
-
-
in vleierij en verwenning; de mogelijkheid zou bestaan dat wij ons door anderen zouden laten overhalen tot daden die niet juist zijn en die geen van beiden ten goede komen, daden die God te schande maken en waardoor wij onze medemens nadeel berokkenen. Maar „de liefde [agape] berokkent de naaste geen kwaad”. — Rom. 13:10, NW.
20. Hoe is Gods uiting van vriendschap voor ons een gids bij het sluiten van vriendschappen?
20 Zelfs bij het kiezen van vrienden en het aankweken van vriendschappen dienen wij ons in feite door op beginselen gebaseerde liefde te laten leiden. Wat ontroerd moeten Jezus’ discipelen zijn geweest toen zij Jezus hoorden zeggen: „De Vader zelf heeft genegenheid [phileo] voor u!” Waarom viel hun van Gods zijde deze eer echter te beurt? Jezus’ volgende woorden geven ons het antwoord: „Omdat gij genegenheid voor mij hebt gehad en hebt geloofd dat ik als de vertegenwoordiger van de Vader ben uitgegaan” (Joh. 16:27, NW). Ja, God koestert slechts genegenheid voor of schenkt zijn vriendschap slechts aan hen die deze verdienen (Jak. 2:23, NW). Het is dan ook niet zonder reden dat ons de waarschuwing wordt gegeven: „Al wie daarom een vriend [philos] van de wereld wil zijn, maakt zich tot een vijand van God.” Onze vrienden dienen wij in de eerste plaats te zoeken onder hen die Gods vrienden zijn en hem liefhebben. — Jak. 4:4, NW.
21. Waarom wil dit niet zeggen dat wij slechts tegenover enkele personen liefde ten toon mogen spreiden?
21 Wordt ons hierdoor een beperking opgelegd, wordt onze tentoonspreiding van liefde erdoor aan banden gelegd? Neen, want op terreinen waar de genegenheid [philia] zich wellicht niet zal wagen of waartoe ze zich zelfs niet aangetrokken voelt, kan en moet de op beginselen gebaseerde liefde [agape] zich wél begeven. De beloning van eeuwig leven is niet voor hen die slechts liefde en toewijding ten toon spreiden tegenover hun huwelijkspartner, gezinsleden of intieme vriendenkringetje. Jezus zei: „Want als gij liefhebt die u liefhebben, wat voor beloning hebt gij dan? Doen ook de belastinginners niet hetzelfde? En als gij alleen uw broeders groet, wat voor buitengewoons doet gij dan? Doen ook de mensen der natiën niet hetzelfde? Gij moet daarom volmaakt zijn, evenals uw hemelse Vader volmaakt is” (Matth. 5:46-48, NW). Het staat dus onomstotelijk vast dat wij zelfs personen kunnen liefhebben op wie wij niet gesteld zijn. Ja, ons leven hangt daar zelfs van af.
22. Welke vragen zijn het waard door een ieder van ons ernstig overwogen te worden?
22 Sta hier nu eens even bij stil en vraag u af: Hoe is het met mijn liefde gesteld? Is ze op beginselen gebaseerd of komt ze neer op louter sentiment? Koester ik slechts liefde voor personen naar wie mijn liefde van nature uitgaat: voor mijn huwelijkspartner, mijn ouders, mijn kinderen of vrienden met een karakter dat ik aantrekkelijk vind? Is zelfs de liefde die ik voor hen koester werkelijk gericht op hun eeuwige welzijn, of is ze louter een uiting van genegenheid wegens de voldoening die mijn omgang met hen mij schenkt? Hoe echt is mijn liefde? Naar uw antwoorden kan de waarde van uw gehele leven worden afgemeten. — 1 Kor. 13:1-3, NW.
-
-
ProduktiviteitDe Wachttoren 1965 | 1 juli
-
-
Produktiviteit
● In 1959 trad een van Jehovah’s getuigen in dienst bij een man die een nieuwe autobumper-verchroominrichting begon. Weldra was hij in staat zijn broer (eveneens een Getuige) daar een baantje te bezorgen. Naarmate het werk zich uitbreidde, werden steeds meer mensen in dienst genomen. De beide Getuigen konden, door op geschikte tijden aan hun collega’s getuigenis te geven, vijf mensen helpen Gods waarheid te leren kennen en aan te nemen. Momenteel ontvangt een van hen samen met zijn gezin huisbijbelstudie en bezoeken zij de vergaderingen. Wanneer de Getuigen een congres wensen bij te wonen, gaat de werkgever na wanneer zij met verlof zullen zijn, sluit de zaak en gaat met vakantie.
-