Wees niet bezorgd
IN ONZE tijd is bezorgdheid verre van ongewoon. De ene crisis is nog niet achter de rug of er meldt zich alweer een volgende, waardoor de mensheid voortdurend in een staat van onrust verkeert.
Niemand kan ontkomen aan de gevolgen van deze tweedracht, want ze is wereldomvattend. In Azië, Afrika en Europa, in Noord- en Zuid-Amerika, overal volgen uitbarstingen van rassehaat, revoluties, guerrillaoorlogen en andere onlusten elkaar in een angstaanjagend tempo op. Men heeft te kampen met voedseltekorten, pestilenties, aardbevingen en de steeds aanwezige dreiging van een wereldbrand door kernwapens.
Het is begrijpelijk dat personen die hun hoop en vertrouwen op dit samenstel van dingen vestigen, ernstig bezorgd zijn, want de voorgestelde remedies van wereldleiders blijken steeds weer te falen. Zoals Jezus Christus heeft voorzegd, worden de mensen overal „mat . . . van vrees en verwachting omtrent de dingen die over de bewoonde aarde komen”. Bestendigheid en zekerheid zijn overal ver te zoeken. — Luk. 21:26, NW.
Toch heeft Jezus christenen, ondanks de steeds verergerende wereldtoestanden, aangemoedigd geen vrees te koesteren, niet bezorgd te zijn. „Als nu deze dingen beginnen te geschieden”, zo zei hij, „richt u dan rechtop en heft uw hoofd omhoog, omdat uw bevrijding nabijkomt.” En de vroeg-christelijke apostel Petrus zei: „Vreest . . . niet het voorwerp van hun vrees en wordt ook niet verontrust. Maar heiligt de Christus als Heer in uw hart.” — Luk. 21:28; 1 Petr. 3:14, 15, NW.
Het is niet gemakkelijk onbevreesd en vrij van bezorgdheid te zijn wanneer iemands bestaansmiddelen of zijn leven worden bedreigd. Daarvoor is een vast geloof in God nodig. Men moet geloven dat Jehovah God bestaat en dat hij zich bekommert om het welzijn van degenen die hem dienen. Slechts met dit vertrouwen in God en Zijn vermogen te beschermen en te verzorgen, kan men kalm en rustig blijven wanneer men beproevingen en moeilijkheden te verduren krijgt.
Er kan niet voldoende worden beklemtoond hoe belangrijk het is dicht bij God te blijven door het gebed, want dat is de sleutel tot het vermijden van bezorgdheid. Let eens op hoe de apostel Paulus dit onder de aandacht bracht van de eerste christenen te Filippi. Hij schreef: „Weest over niets bezorgd, maar laat in alles door gebed en smeking te zamen met dankzegging uw smeekbeden bij God bekend worden, en de vrede van God, die alle gedachte te boven gaat, zal uw hart en uw geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus.” — Fil. 4:6, 7, NW.
Indien u dicht bij Jehovah God blijft door te bidden en door zijn Woord, de bijbel, te bestuderen, zult u gaan inzien waarom de wereldtoestanden een dergelijke keer ten kwade hebben genomen. Uit de feiten zal u duidelijk blijken dat de huidige moeilijkheden een vervulling vormen van Jezus’ profetie betreffende toestanden die kenmerkend zouden zijn voor het einde van dit goddeloze samenstel van dingen. U zult derhalve beseffen dat Gods koninkrijk nu voor de deur staat en dat God spoedig alle sporen van goddeloosheid zal wegvagen en hen die rechtvaardigheid liefhebben een nieuwe ordening van vrede en geluk zal doen binnengaan. — Matth. 24:3-14, 32-34; 2 Tim. 3:1-5, NW; Dan. 2:44; Openb. 21:3, 4, NW.
Deze kennis zal u helpen niet bezorgd te zijn. Zelfs indien er een andere regering aan het bewind zou komen en elementen die tegen God zijn, de macht in handen zouden krijgen, zult u niet in paniek geraken en tot de slotsom komen dat het beter is naar een andere omgeving te vluchten. U zult beseffen dat er geen letterlijke plaats van ware vrede en veiligheid is, want overal op aarde kunnen er snel moeilijkheden rijzen. U zult daarom voor hulp op God vertrouwen en voortdurend om zijn geest en leiding bidden. Ja, in overeenstemming met de apostolische aanmoediging zult u ’al uw bezorgdheid op hem werpen, want hij zorgt voor u’. — 1 Petr. 5:7, NW; Ps. 55:23 22.
Heeft Jezus, in verband hiermee, echter niet gezegd: „Wanneer men u in de ene stad vervolgt, vlucht dan naar een andere”? (Matth. 10:23, NW) Wordt hierdoor niet te kennen gegeven dat christenen uit streken waar vervolging heerst, dienen te vluchten? Hoe dienen wij deze instructie van Jezus op te vatten?
Jezus betoonde zich hiermee geen voorstander van een vlucht uit angst. Hij had zijn discipelen even eerder gezegd ’het stof van hun voeten te schudden’ en naar een ander huis te gaan wanneer de bewoners hen niet ontvingen — niet uit vrees, maar met het doel personen te bereiken tot wie zij de Koninkrijksboodschap wél konden prediken. In overeenkomstige zin gaf Jezus zijn discipelen de raad naar een andere stad te vluchten wanneer zij in een stad door hen die de boodschap verwierpen, vervolgd werden. Toen Paulus derhalve zag dat zijn leven in Damaskus wegens zijn prediking gevaar liep, verliet hij ’s nachts onopgemerkt de stad; en toen vervolging het Paulus en Barnabas onmogelijk maakte in Ikónium te blijven prediken, vluchtten zij naar andere steden. — Hand. 9:23-25; 13:49–14:6, NW.
Dat Jezus echter niet bedoelde dat christenen met de prediking dienden op te houden uit angst voor wat hun zou overkomen, blijkt uit zijn volgende woorden: „Vreest hen . . . niet . . . Wat ik u in de duisternis zeg, spreekt dat in het licht, en wat gij in het oor hoort fluisteren, predikt dat van de daken. En wordt niet bevreesd voor hen die het lichaam doden maar de ziel niet kunnen doden; doch vreest veeleer hem die én ziel én lichaam kan vernietigen in Gehenna. . . . Vreest daarom niet.” — Matth. 10:26-31, NW.
Rijpe christenen geven hun bediening niet op uit vrees voor mensen die hun fysieke lichaam kunnen doden. Zij zijn niet overmatig bezorgd om hun persoonlijke veiligheid en maken zich er geen ernstige zorgen over of zij wel in hun noodzakelijke stoffelijke behoeften zullen kunnen voorzien. Hun voornaamste zorg gaat veeleer uit naar het behartigen van de geestelijke belangen van hen die zich tegenover God rechtvaardig gezind betonen. Zij zijn ervan overtuigd dat, neen, niet de een of andere letterlijke plaats ergens op aarde, maar „de naam van Jehovah . . . een sterke toren [is]. De rechtvaardige snelt er naar binnen en vindt bescherming”. — Spr. 18:10; Matth. 6:25-34, NW; Ps. 37:25, 40; Jes. 41:10.
Hoe duidelijk is het dat men de bezorgdheid die aan het hart van de mensen knaagt alleen kan overwinnen door een krachtig geloof in God aan te kweken en te bewaren! Vertrouw dus op Jehovah. Blijf door het gebed en door gehoorzaamheid aan zijn geboden dicht bij hem. Blijf Gods Woord der waarheid onbevreesd prediken en zeg „tot hen die bezorgd van hart zijn: ’Weest sterk. Weest niet bevreesd. Ziet! Uw eigen God zal met wraak komen, God zelfs met een vergelding. Hij zal zelf komen en ulieden redden’”. — Jes. 35:4, NW.