Een juk dat weldadig en een last die licht is
„Komt allen tot mij die zwoegt en zwaar beladen zijt, en ik zal u verkwikken. Neemt mijn juk op u en wordt mijn discipelen.” — Matth. 11:28, 29.
1. In welke toestand bevindt de wereld zich thans, en welke vragen kunnen er gesteld worden?
WAAR u in deze tijd ook heengaat, overal ziet u mensen die moe zijn. Niet alleen komen zij moe thuis van hun werk en gaan zij weer moe naar bed, maar zij staan ’s morgens moe op en gaan moe naar hun werk. Zij hebben kringen onder hun ogen van uitputting en hun lichaam is vaak gebogen als gevolg van de zware lasten die zij dragen. Zelfs kleine kinderen, jongens, meisjes en tieners, klagen over vermoeidheid. Waarom zijn de mensen in deze tijd zo moe? Wat kunnen zij doen om verkwikking voor hun ziel te vinden?
2, 3. (a) Noem enkele redenen waarom de mensen thans moe zijn. (b) Hoe beschrijft de bijbel „de gehele schepping”, en waarom?
2 De ouderen en jongeren reageren op de ondraaglijke druk van onze tijd. Op sommige plaatsen is het een uitputtende toer om alleen al naar het werk toe te gaan. Het vroege ochtendverkeer in de steden is een gevaar op zichzelf. Op die tijd van de dag komt het bijna niet meer voor dat iemand een heer in het verkeer is. De treinen zijn gewoonlijk stampvol, terwijl de bussen en trams vol zitten met zuur kijkende mensen. De ontmoeting met de op produktie ingestelde baas, die goed is op het punt van efficiëntie en zwak op het punt van empathie, is beslist niet inspirerend. Dan is er de gehele ongezonde atmosfeer van mededinging en wedijver op het bedrijf of van spraakgewoonten die immoreel en ontaard zijn geworden of de inspanning om met mensen om te gaan die zonder aarzeling liegen en elkaar bedriegen en bestelen. Voeg dit nog bij de lasten van de hoge kosten van het levensonderhoud, de belastingen die elk jaar hoger worden en de spanningen die worden teweeggebracht door vrees — de vrees beroofd of verkracht te worden of op enigerlei wijze letsel te ondervinden, de vrees dat men zijn betrekking of zijn bezittingen verliest of de vrees dat men ziek wordt zonder door iemand verzorgd te worden — en u krijgt een idee van de enorme druk van onze tijd, de last die op de mensheid drukt.
3 Dit is echter nog niet alles. Voeg hierbij het gewicht dat wordt teweeggebracht door de immorele, ontaarde en corrupte praktijken van de politieke stelsels, de militaire en de commerciële stelsels, hun oorlogen, revoluties en ongerechtigheden. Voeg dit bij de zware lasten van de wereldreligie, de kosten om aftandse, waardeloze, traditionele stelsels en lege kathedralen in stand te houden en van geloof gespeende geestelijken te onderhouden. Voeg bij de lasten die door de eigenzinnige jeugd worden teweeggebracht, de misdaad, gewelddaad en relletjes van onze tijd, en men begint te begrijpen waarom de mensen zo moe zijn. De bijbel zegt dat „de gehele schepping . . . te zamen zucht en te zamen pijn lijdt” omdat „de gehele wereld . . . in de macht van de goddeloze” ligt (Rom. 8:22; 1 Joh. 5:19). De mensen zijn moe van het reusachtige octopusachtige stelsel waarin zij verstrikt zijn geraakt en dat hen geleidelijk aan tot stikkens toe verplettert (Openb. 13:16-18). Wat kunnen zij hier echter aan doen? Hoe kunnen zij onder het stelsel vandaan komen en verkwikking voor hun ziel vinden?
DE GROOTSE UITNODIGING
4. Welke oplossing deed Jezus aan de hand voor degenen die zwoegen en zwaar beladen zijn?
4 Toen de Zoon van God, Jezus Christus, ruim negentienhonderd jaar geleden op het aardoppervlak wandelde, waren er onderdrukte mensen op aarde, evenals dit thans het geval is. Jezus besefte hun toestand en deed een oplossing aan de hand. De oplossing die Jezus gaf, bestaat in de grootse uitnodiging om naar hem te komen voor verkwikking van de ziel. Jezus zei: „Komt allen tot mij die zwoegt en zwaar beladen zijt, en ik zal u verkwikken. Neemt mijn juk op u en wordt mijn discipelen, want ik ben zachtaardig en ootmoedig van hart, en gij zult verkwikking vinden voor uw ziel. Want mijn juk is weldadig en mijn vracht is licht” (Matth. 11:28-30). In deze prachtig gekozen woorden ligt de oplossing opgesloten. Maar tot wie werd deze grootse uitnodiging gericht? En wat betekenen deze woorden voor ons, die in deze twintigste eeuw leven?
5. (a) Tot wie werd de uitnodiging van Jezus in zijn tijd gericht? (b) Was de Mozaïsche wet op zichzelf een last?
5 De uitnodiging wordt gericht tot allen die zwoegen en zwaar beladen zijn. In Jezus’ tijd hadden deze woorden speciaal betrekking op degenen die verplicht waren de Mozaïsche wet te houden. In Handelingen 15:10 zei de christelijke apostel Petrus tot de oudere mannen van Jeruzalem: „Waarom stelt gij God . . . op de proef door de discipelen een juk op de hals te leggen dat noch onze voorvaders noch wij hebben kunnen dragen?” Petrus doelde op de Mozaïsche wet als een juk dat hun de verplichting oplegde een ondraaglijke last te dragen. Niet dat de wet op zichzelf een last was; dit was ze niet. De wet was „heilig en rechtvaardig en goed” (Rom. 7:12). De onvolmaakte mens beschouwde haar echter als een last omdat hij niet aan de volmaakte maatstaf ervan kon voldoen. Christus verloste allen die aldus onder het juk van deze verplichting gebukt gingen. — Gal. 3:13.
6-8. Tot wie werd Jezus’ uitnodiging nog meer gericht?
6 De grootse uitnodiging om ’tot mij te komen, allen die zwoegt en zwaar beladen zijt’, werd ook tot degenen gericht die onder de ijdele traditionele stelsels van die tijd gebukt gingen. Toen Jezus het over de schriftgeleerden en Farizeeën had, die deze tradities in het leven hadden geroepen, zei hij: „Zij binden zware vrachten samen en leggen die op de schouders der mensen, maar zelf willen zij ze met hun vinger niet verroeren” (Matth. 23:4; Mark. 7:2-5). Door zo pietluttig te zijn in verband met onbelangrijke details, zagen de Farizeeën de belangrijkere zaken van gerechtigheid, barmhartigheid en getrouwheid totaal over het hoofd. Jezus bevrijdde de mensen van zulk een in slavernij brengende traditie, welke een nutteloze aanbidding was. — Matth. 15:1-9.
7 De uitnodiging werd ook gericht tot degenen die het verpletterende gewicht van Caesars heerschappij en belastingen voelden en tot degenen die zich „gestroopt en heen en weer gedreven . . . als schapen zonder herder” voelden (Matth. 9:36; 22:17-21). De toepassing van Jezus’ oplossing zou ook deze mensen verkwikking schenken.
8 Jezus richtte zich ook tot degenen die als gevolg van een gekweld geweten het gewicht van hun zonden voelden. De beoefening van zonde leidt tot de ergste soort van ontaarding en corruptie en brengt de mensen tot de grootste armoede (Matth. 6:23). Deze mensen konden van hun last bevrijd worden door gunstig te reageren op Jezus’ uitnodiging ’tot hem te komen’.
HET WELDADIGE JUK EN DE VERKWIKKING
9. Hoe bracht Jezus mensen ertoe gunstig op zijn uitnodiging te reageren, zodat zij verkwikking voor hun ziel konden vinden?
9 Hoe bracht Christus de mensen ertoe gunstig op zijn uitnodiging te reageren, zodat zij verkwikking voor hun ziel konden vinden? Hij deed dit door aan hen te onthullen dat verkwikking niet komt door de lasten van het leven of van werk te ontvluchten, zoals veel hedendaagse hippies willen doen, maar door onder het juk van Christus te komen en zijn discipelen te worden. Hij zei: „Neemt mijn juk op u en wordt mijn discipelen, . . . en gij zult verkwikking vinden voor uw ziel” (Matth. 11:29). In de voetnoot van de uitgave van 1950 van de New World Translation luidt deze tekst: „Komt met mij onder mijn juk.” De mensen worden er derhalve toe uitgenodigd zich te ontdoen van hun wereldse jukken of banden en met Christus onder zijn juk te komen ten einde verkwikking voor hun ziel te vinden. Het nieuwe juk zal voor hen inhouden dat zij de verantwoordelijkheid op zich nemen waardoor zij discipelen van Jezus Christus zouden worden.
10. (a) Waarom kunnen wij zeggen dat Jezus’ juk weldadig is, en in welk opzicht verschilt het van het juk van een os? (b) Met welke uitnodiging in de Psalmen komt Jezus’ uitnodiging overeen? (c) Hoe schenkt het verkwikking onder één juk met Jezus verenigd te zijn?
10 De Israëlieten in de oudheid waren een volk van landbouwers die op de hoogte waren met jukken. Zij wisten derhalve waar Jezus over sprak. Wij moeten eveneens in gedachten houden dat Jezus, als timmerman, ongetwijfeld jukken voor ossen en schouderblokken voor mensen heeft gemaakt. Zulke schouderblokken werden vaak pasklaar gemaakt ten einde om de nek en schouders van de dragers te passen, opdat zij er water en andere voorraden mee konden dragen. Het juk van de os is echter onvrijwillig, terwijl het juk dat Jezus aanraadde te dragen, vrijwillig was. Hij nodigde de mensen ertoe uit zijn juk op zich te nemen en zijn discipelen te worden. Voor de jood betekende dit gewillig onder de Mozaïsche wet vandaan te komen ten einde een discipel van Jezus Christus te worden; het betekende met Christus onder één juk verbonden te worden ten einde God als gevolg van zijn geloof met geheel zijn hart, ziel, verstand en kracht te dienen (Matth. 22:36-40; Rom. 1:17). De raad komt overeen met de uitnodiging in Psalm 55:22: „Werp uw last op Jehóvah, en hijzelf zal u schragen. Nooit zal hij toelaten dat de rechtvaardige wankelt.” Even zeker als wij ons voor hulp op Jehovah kunnen verlaten, kunnen wij ook de woorden vertrouwen van Degene die hij heeft uitgezonden om op aarde zijn werk te doen, namelijk Jezus Christus. Jezus onthulde dat men ware verkwikking ontvangt wanneer men geloof oefent in hem als Jehovah’s voorziening voor redding. Want „er [is] in niemand anders redding, want er is onder de hemel geen andere naam die onder de mensen is gegeven, waardoor wij gered moeten worden” (Hand. 4:12). Zulk een kennis schenkt hoop. Ze verkwikt iemand met gedachten over eeuwig leven in een rechtvaardig nieuw samenstel van dingen. — 2 Petr. 3:13; 1 Joh. 1:9; 2:17.
11. Wat is de verkwikking die wordt ontvangen? En hoe weten wij dat de eerste-eeuwse christenen deze ontvingen?
11 De verkwikking is voornamelijk een innerlijke ervaring, een gevoel van vreugde en kennis dat de discipel van Christus wegens geloof en niet door werken van de Mozaïsche wet als kind in het gezin van God is opgenomen. De verkwikking houdt in dat men in Jezus’ eigen ervaring van volmaakte, liefdevolle gehoorzaamheid aan Jehovah door geloof deelt en als gevolg hiervan Gods goedkeuring ontvangt. Elke keer dat de vermoeiden zich tot Christus wenden, elke keer dat zij dicht tot hem naderen, vinden zij verkwikking, een oorzaak tot vreugde. De verkwikking die wordt verkregen, is de vrede des geestes die men geniet, het geheel en al tot rust komen van het hart, een tevredenheid in het leven die alle begrip te boven gaat. De eerste-eeuwse christenen hebben deze verkwikking inderdaad ervaren en zij hebben er in de Heilige Schrift over geschreven. — Joh. 14:27; Fil. 4:7.
HET WELDADIGE JUK IN DEZE TIJD
12. Wat is Christus’ juk in deze tijd?
12 Wat is Christus’ juk echter in deze tijd? Het is niet een juk van ledigheid, en ook is het niet een vrijstelling van werk of van het voldoen aan een eerbare eis, maar het is een levenswijze met eeuwige beloningen in het vooruitzicht. Het is een leven dat offers en het stellen van een goed voorbeeld met zich brengt (Matth. 16:24-26; 19:16-29). Het is derhalve niet een onbeteugeld leven, een leven zonder verantwoordelijkheid, een leven van „teugelloze vrijheden”, welk leven spoedig ergernis veroorzaakt en verveelt doordat het geen verantwoordelijkheidsgevoel, prestaties en vaardigheid met zich brengt. Het juk is in deze tijd derhalve hetzelfde als in Jezus’ tijd. Het is een juk van volledige opdracht aan God als een discipel van Jezus Christus. Het is een levenswijze, een leven dat men leidt door als een ware dienstknecht van Jehovah geloof te oefenen met eeuwig leven in het vooruitzicht. — Hebr. 10:7-10; Ps. 40:6-8.
13. Hoe kan een christen in deze tijd verkwikking voor zijn ziel vinden, en wat moeten degenen doen die deze verkwikking niet hebben ervaren?
13 Een christen neemt een dergelijk juk vrijwillig op zich, aangezien het verkwikking schenkt. Men ontvangt er een goddelijke vrijheid door. Want „indien gij in mijn woord blijft”, zo zei Jezus, „zijt gij werkelijk mijn discipelen, en gij zult de waarheid kennen en de waarheid zal u vrijmaken.” „Indien de Zoon u daarom vrijmaakt, zult gij werkelijk vrij zijn” (Joh. 8:31, 32, 36). Om vrij te zijn en verkwikking te ervaren, moet men derhalve een discipel van Jezus Christus worden. Er is geen andere manier om deze ervaring op te doen (Rom. 7:4; Gal. 5:1). Mensen die in deze tijd christelijk beweren te zijn en die deze vrijheid of verkwikking niet ervaren, dienen hun verhouding tot God aan een onderzoek te onderwerpen, want hij is een God die zijn belofte vervult. — 1 Kon. 8:56.
14. In welk opzicht is Christus’ juk weldadig?
14 Toen Jezus de vermoeiden uitnodigde zijn discipelen te worden, zei hij tot hen dat ’zijn juk weldadig en zijn vracht licht is’. In welk opzicht is zijn juk weldadig? Evenals in Jezus’ tijd zijn sommige jukken thans van een zachte bekleding voorzien, zodat ze niet langs de nek van de ossen schuren. Dit zouden „weldadige jukken” genoemd kunnen worden, omdat ze van consideratie en liefde blijk geven. Het christelijke juk is weldadig omdat men het juk van opdracht vrijwillig op zich neemt en omdat het met de liefde van God en Christus is bekleed. Dat iedereen zonder uitzondering, de rijke en de arme, de ontwikkelde en de onontwikkelde, de bekwame en de onbekwame, de oude en de jonge, de krachtige en de zwakke, van dit voorrecht van de opdracht gebruik kan maken, bewijst dat het een weldadig juk is. „God [is] niet partijdig”, zei de apostel Petrus, „maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid werkt, aanvaardbaar voor hem.” — Hand. 10:34, 35.
15. (a) Hoe kunnen wij Christus’ juk op ons nemen, en waarom is het een aangename ervaring? (b) Waarom voldoen wereldse jukken niet, terwijl Christus’ juk wel voldoet?
15 Het juk is Christus’ juk. „Neemt mijn juk op u”, zegt hij. Er wordt derhalve van ons verlangd dat wij Christus’ voorbeeld navolgen. Dit is een genoegen, omdat hij zichzelf beschrijft als „zachtaardig en ootmoedig van hart” (Matth. 11:29; 1 Petr. 2:21). Deze hoedanigheden vormen een tegenstelling met de strenge, veeleisende geest van wereldse autoriteiten. Aangezien Christus zachtaardig en ootmoedig van hart is, vinden wij het prettig voor hem te werken. Zijn juk is met ware liefde bekleed. Het heeft geen schurende of schavende uitwerking op ons, zoals met wereldse jukken het geval is. Wereldse jukken zijn hard, schrijnend en veeleisend. Ze doen pijn en vermoeien, niet alleen omdat ze hard zijn, maar omdat men geen blijvend voordeel, geen werkelijke vaardigheid, geen werkelijke voldoening verwerft wanneer men werkt om de zelfzuchtige verlangens van goddeloze mensen op aarde te bevredigen. Wanneer wij echter als een van Christus’ discipelen onder Christus’ juk komen, hebben wij allen de vreugde en tevredenheid die ons door het dienen van Jehovah ten deel vallen, en dit is wat voldoening schenkt. Dit bewustzijn Gods dienstknecht te zijn, schenkt ware verkwikking voor de ziel. — Spr. 10:22.
DE LICHTE VRACHT
16. Wat is de ’lichte vracht’ waarvan Christus melding maakte?
16 Jezus verzekert de zwaarbelaste zielen van thans: „Mijn vracht is licht” (Matth. 11:30). Wat is deze lichte vracht? Het is het naleven van Gods vereisten voor het leven. De apostel Johannes schreef: „Dit betekent de liefde tot God, dat wij zijn geboden onderhouden; en toch zijn zijn geboden geen drukkende last” (1 Joh. 5:3). „Wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God?” (Micha 6:8) Vraagt God te veel van ons wanneer hij verlangt dat wij rechtvaardig, liefdevol, goed en bescheiden zijn als wij met hem wandelen? Zijn dit niet de hoedanigheden die wij in anderen waarderen? Christenen hebben de opdracht gekregen het goede nieuws van Gods koninkrijk „op de gehele bewoonde aarde . . . tot een getuigenis voor alle natiën” te prediken, „discipelen van mensen uit alle natiën” te maken en hun te leren in overeenstemming met bijbelse beginselen te leven (Matth. 24:14; 28:19, 20). Is dit een uitzonderlijk zware vracht, te zwaar om te dragen? Laten wij eens zien.
17. Waarom kunnen wij zeggen dat deze vracht licht is?
17 Houd in gedachten dat deze vracht inhoudt dat wij met de mensen over Gods koninkrijk moeten spreken en de mensen moeten onderwijzen hoe zij discipelen van Jezus Christus kunnen worden. Is dit te veel van ons gevraagd? Bijna iedereen kan in de een of andere taal spreken, en de mensen vinden het over het algemeen prettig over de dingen te spreken die hun na aan het hart liggen. Zulk een conversatie is zelfs inspirerend en bezielend. Welnu dan, indien de liefde van God ons na aan het hart ligt, zullen wij dan niet over onze God willen spreken? Indien wij waarderen wat zijn Zoon Jezus Christus voor ons heeft gedaan door ons een volmaakt voorbeeld te geven en een losprijs te verschaffen, zullen wij er dan niet over willen spreken? Indien wij volledig begrijpen wat het koninkrijk van God voor de gehele gehoorzame mensheid zal doen door deze aarde in een paradijs te veranderen en de mensheid tot volmaaktheid en eeuwig leven op te heffen, zullen wij dan niet willen dat anderen het goede nieuws van Gods koninkrijk horen? Natuurlijk willen wij dit! Dingen die ons dierbaar zijn, vertegenwoordigen niet een last maar zijn een verkwikking voor de ziel! En dit is vooral het geval met dingen die met God, Christus en zijn koninkrijk te maken hebben. Ja, „met het hart oefent men geloof tot rechtvaardigheid, maar met de mond doet men een openbare bekendmaking tot redding.” — Rom. 10:10.
HET WERK DAT VERKWIKT
18. (a) Wat kunnen degenen doen die van mening zijn dat de vracht van de christelijke bediening zwaar is? (b) Waarvan zullen zij getuige zijn?
18 Sommigen zullen het hier echter misschien niet mee eens zijn. Zij beweren misschien dat de vracht van een discipel niet licht en ook niet verkwikkend is. Hoe kan hun worden aangetoond dat dit wel zo is? Een christen kan zulke sceptici of twijfelaars uitnodigen met hem in de dienst van God mee te gaan. Laten dezen eens zien of hij werkelijk in de bediening wordt verkwikt. Zij zullen zien dat de dienstknecht van God vreugde ondervindt wanneer er een horend oor wordt gevonden en woorden over het Koninkrijk kunnen worden meegedeeld. Zijn hart loopt werkelijk over van vreugde! Hoe blij is hij om aan de deur een horend oor te vinden! Hoe goed doet het hem wanneer hij één enkele publikatie die over Gods koninkrijk handelt bij een geïnteresseerde persoon kan achterlaten! De prediker leeft hier werkelijk van op. Hij verwerft er nieuwe kracht door. Hij loopt met nieuwe energie trappen op en af. Oude en jonge predikers ondervinden dezelfde uitwerking van Gods dienst. Waarom worden zij hier zo door gesterkt? Omdat het verkwikking schenkt Gods woord des levens met anderen te delen, dat is de reden.
19. Vormt het bezoeken van een gemeentelijke bijbelstudie een zware vracht? Waarom antwoordt u aldus?
19 Een christen wordt ertoe aangemoedigd elke week een gemeentelijke bijbelstudie bij te wonen. Is dit een te zware vracht? Mensen komen vermoeid naar deze bijbelstudies, nadat zij de gehele dag in hun wereldse betrekking hebben gewerkt, maar wanneer zij op deze vergaderingen een uur lang Gods Woord bestuderen, gaat hun vermoeide gevoel over het algemeen weg. Zij voelen zich verkwikt en zij schamen zich er niet voor dit te zeggen. Hoe geestdriftig zijn zij als zij nieuwe waarheden leren! Hun lichaam knapt er helemaal van op. Waarom voelen zij zich zo? Omdat een gedachtenwisseling over Gods Woord in zulk een omgeving verkwikkend is voor de ziel, dat is de reden!
20. Wat valt ons op bij degenen die geregeld de gemeentevergaderingen in de Koninkrijkszaal en de kring-, districts- en internationale vergaderingen bezoeken?
20 Gods Woord moedigt christenen ertoe aan geregeld in de gemeente bijeen te komen (Hebr. 10:24, 25). Zij doen dit verscheidene malen per week. Is dit een overmatig drukkende vracht? Mensen wier lichaam geslagen, gebeukt en gekneusd is doordat zij de last van deze wereld hebben gedragen, komen getrouw week na week naar de Koninkrijkszaal. Waarom doen zij dit? Opdat zij in het gezelschap van hun broeders verkwikking voor hun ziel kunnen vinden, dat is de reden! Het valt voor vaders en moeders met hun gezinnen heus niet mee hun kleintjes geregeld met zich mee te nemen naar de gemeentevergaderingen, en toch doen zij het. Het valt voor hen niet mee naar kring-, districts- en internationale vergaderingen te reizen, hetgeen vaak grote onkosten voor hen meebrengt, en toch doen zij dit. Waarom doen zij het? Omdat zij op deze vergaderingen verkwikking voor hun ziel vinden, dat is de reden! „Zie! Hoe goed en hoe aangenaam is het als broeders in eenheid te zamen wonen! . . . Want daar gebood Jehovah de zegen te zijn, ja, leven tot onbepaalde tijd” (Ps. 133:1, 3). Op deze vergaderingen ervaren zij de zegeningen van Jehovah die rijk maken.
VERMOEID MAAR TEVREDEN
21. (a) Betekent dit dat christenen niet moe worden? Waarom antwoordt u aldus? (b) Waaruit blijkt dat hedendaagse christenen verkwikking van God ontvangen?
21 Dit betekent niet dat christenen niet lichamelijk vermoeid geraken, want dit is wel het geval. Jezus gaf zijn apostelen de raad ’wat uit te rusten’ (Mark. 6:31). De geest is gewillig, maar het lichaam laat ons vaak in de steek (Matth. 26:41). Maar onder dergelijke omstandigheden maakt zulk een vermoeidheid plaats voor een prettig gevoel van tevredenheid omdat men Jehovah’s wil heeft gedaan. Zij geven het niet uit zichzelf op (Gal. 6:9, 10). Vraag de volle-tijdbedienaren, degenen die het langst en het hardst in de bediening werken, maar of dit niet zo is. Het is thans niet mogelijk een gelukkiger en meer tevreden groep van mensen op de oppervlakte van de aarde aan te treffen dan de pioniers, de zendelingen, de Bethelwerkers — de volle-tijddienaren van God! Hun geluk vormt een bewijs van de verkwikking die God schenkt.
22. (a) Hoe hebben verscheidene volle-tijdbedienaren zich over de bediening van Christus uitgelaten? (b) Welke aanbeveling vormt dit?
22 Een gemeenteopziener in Brooklyn, New York, sprak met de pionierbedienaren in zijn gemeente om te zien hoe zij de volle-tijdbediening bezagen. Hun antwoorden kwamen op het volgende neer: „Na een volle dagtaak in de dienst heb ik een gevoel van vreugde en blijheid dat ik de aandacht op Gods Woord heb kunnen vestigen.” „Het is een heerlijke ervaring en ik heb er nooit spijt van gehad dat ik de pioniersdienst op me heb genomen.” „Ik weet dat ik niets lonenders zou kunnen doen dan pionieren. Ik zou wel willen dat iedereen er net zo over dacht als ik.” En overal op aarde hoort u hetzelfde zeggen. Het is beslist een lonend en verkwikkend leven. Hebt u overwogen of u kunt pionieren?
VERSTANDIGE BESLISSINGEN NEMEN EN ONTMOEDIGING BESTRIJDEN
23. (a) Wat kunnen degenen doen die pertinent beweren dat de christelijke bediening een last vormt? (b) Wat zullen zij bemerken?
23 Toch kunnen wij niet het feit negeren dat sommigen pertinent beweren dat de vracht van de christelijke bediening zwaar is, ja, zelfs een last vormt. Waarom denken zij hier zo over? Als dit uw mening is, stellen wij de vraag: „Hoe komt het dat u hier zo over denkt? Is de christelijke bediening een last of zijn het de eisen van uw wereldse betrekking? Zou het aan uw houding ten opzichte van de bediening kunnen liggen? Vermoeien uw wereldse verplichtingen en banden u dermate dat u niet de vreugde uit de bediening kunt putten die u zou moeten hebben?” Zoek uit waar het probleem ligt. Wees eerlijk in uw speurtocht en doe er dan ijverig moeite voor de noodzakelijke correcties aan te brengen. U zult onveranderlijk bemerken dat het probleem ergens in uw levenswijze gezocht moet worden en niet in de vracht van de christelijke bediening. Christus heeft per slot van rekening gezegd dat deze licht was.
24. Wat zijn enkele van de dingen die wij kunnen doen om de persoonlijke vracht in het leven lichter te maken, zodat de bediening een grotere vreugde voor ons kan vormen?
24 Er zijn enkele dingen die wij kunnen doen om onze persoonlijke vrachten in het leven lichter te maken, waardoor wij meer vreugde uit de bediening kunnen putten. Martha hield er klaarblijkelijk van anderen uitgebreid te onthalen. Dit is misschien ook uw probleem. Jezus ontmoedigde dit, omdat er veel tijd in kan gaan zitten en het uitputtend kan zijn (Luk. 10:38-42). Sommigen worden bezwaard door de vele bezittingen die zij hebben, zonder dat zij weten wat zij ermee moeten doen. Jezus’ raad was deze dingen te verkopen, indien u ze als een last beschouwt (Matth. 19:21). Anderen zijn zo onverstandig om aan de werken van het vlees toe te geven, waardoor zij tot het beoefenen van zonde vervallen (Ps. 38:3-5). Zulke lasten zijn ondraaglijk voor de geest. Stop ermee! Heb berouw en leid een leven dat in overeenstemming is met Gods wil, want anders zult u niet alleen een ellendig leven leiden, maar er het eeuwige leven bij inschieten.
25. (a) Hoe kunnen wij ontmoediging bestrijden? (b) Waar zullen wij verkwikking voor onze ziel vinden?
25 Neem snel een besluit, wat uw probleem ook is. Laat niet toe dat de lasten die u draagt, uw ijver verkoelen of u ontmoedigen Jehovah te dienen. Wees u ervan bewust dat dit voor iedereen een moeilijke tijd is (Openb. 12:12). Besef eveneens dat men in dit uur van crisis het gelukkigst in het leven is wanneer men te zamen met Christus onder zijn juk komt. Door Christus’ juk op ons te nemen en ondanks de vele problemen zijn discipelen te worden, kunnen wij toch verkwikking voor onze ziel vinden. Wij zullen verkwikking vinden in onze omgang met Jehovah en Christus in gebed, door onze omgang met reine broeders en zusters in de christelijke gemeente en door aan de Koninkrijksdienst deel te nemen. Buiten Christus’ gezin van discipelen is er geen rust en kan er geen verkwikking zijn.
26. (a) Wat dienen wij thans te doen als wij verkwikking voor onze ziel verlangen? (b) Met welk vooruitzicht voor ogen?
26 Luister derhalve naar de Koning Jezus Christus, die wenkt: „Komt allen tot mij die zwoegt en zwaar beladen zijt, en ik zal u verkwikken. Neemt mijn juk op u en wordt mijn discipelen, want ik ben zachtaardig en ootmoedig van hart, en gij zult verkwikking vinden voor uw ziel. Want mijn juk is weldadig en mijn vracht is licht.” Geloof dit! Beantwoord de uitnodiging. Neem het juk op u door een ware discipel van Christus te worden. Draag zijn lichte vracht van de christelijke bediening met waardering, opdat u er vreugde uit mag putten thans te leven, gedurende deze tijd van intense druk naarmate wij het einde van dit stervende samenstel van dingen naderen. Want ’deze vermoeide oude wereld gaat voorbij en ook haar begeerte, maar degenen die de wil van God doen, zullen niet alleen thans verkwikking genieten, maar zullen in leven blijven om tot in alle eeuwigheid een verkwikkend leven te genieten’ (1 Joh. 2:17). Indien u Christus’ uitnodiging om ’tot hem te komen’ beantwoordt, kan dat ook uw gelukkige deel zijn! — Matth. 11:28-30.