Wat doet u om de last te verlichten?
ER MOETEN in het leven nu eenmaal allerlei lasten gedragen worden. Tot de zwaarste behoren ongetwijfeld de lasten die met verantwoordelijkheid gepaard gaan. Zulke lasten zijn vooral zwaar voor ouders en voor degenen die een positie van toezicht bekleden, zoals werkgevers, voormannen, onderwijzend personeel en opzieners in de christelijke gemeenten. Als wij tegenover anderen net zo handelen als wij door hen behandeld zouden willen worden, zullen wij, indien dit maar enigszins mogelijk is, hun lasten veeleer willen verlichten dan verzwaren. — Luk. 6:31.
Denk bijvoorbeeld eens aan een vader. Als hoofd van zijn gezin rust op hem de last voor voedsel, kleding en onderdak te zorgen. Meer dan dat, hij moet zijn kinderen streng onderrichten, ervoor zorgen dat zij de nodige ontspanning krijgen en erop toezien dat er in de religieuze of geestelijke behoeften van zijn gezin wordt voorzien. — 1 Tim. 5:8.
Bent u een huisvrouw? Dan is het in uw eigen belang wanneer u de lasten van uw man, indien mogelijk, verlicht. U kunt dit onder andere doen door tevreden te zijn met datgene wat hij voor zijn gezin kan verschaffen. Wanneer u er een levendige belangstelling voor hebt uw huis netjes en schoon te houden en wanneer u er behagen in schept maaltijden voor uw gezin klaar te maken, zal dit stellig de lasten van uw man verlichten, want hij doet er zijn best voor u gelukkig en tevreden te houden. — Spr. 31:15, 26, 27.
Wanneer u, als een goede huisvrouw, bovendien met uw man samenwerkt in het geven van streng onderricht aan de kinderen, waarbij u hun leert hun vader te respecteren, kunt u er veel toe bijdragen de bijzonder zware last die hij in deze hedendaagse tijd moet dragen, te verlichten. Geduldig naar hem luisteren wanneer hij zijn problemen met u deelt, zal dezelfde uitwerking hebben. U kunt de last van uw man ook verlichten door met waardering over zijn getrouwheid en betrouwbaarheid te spreken. Ja, wanneer u van begrip, tevredenheid, empathie en waardering blijk geeft, kunt u de last van uw broodwinner aanmerkelijk verlichten. — Ef. 5:22, 33.
Ben je nog een tiener die bij je ouders thuis woont? Ook jij kunt de last verlichten van degenen die je het meest na staan, je ouders. Hoe dan wel? Door allereerst te beseffen dat zij je meer liefhebben en meer belangstelling voor je welzijn hebben dan welke leeftijdgenoot van jou maar ook. Het is dus in je eigen belang hun verzoeken gehoorzaam op te volgen en aan hun wensen te voldoen. Toon waardering voor alles wat je ouders voor je hebben gedaan en nog doen. Je vertegenwoordigt een grote investering van hun zijde — in tijd, geld, energie en zorg. Alles wat zij van je vragen, is dat je dit weet te waarderen; je zou nooit kunnen vergoeden wat zij allemaal aan jou gespendeerd hebben. — Ef. 6:1-3; Kol. 3:20.
Ja, heb respect voor je ouders. Voel je vrij hen in vertrouwen te nemen; de „generatiekloof” behoeft niet te bestaan. Door vertrouwelijke zaken met je ouders te bespreken, bouw je hen op; het versterkt hen en komt jezelf ten goede. Zorg bovendien goed voor de dingen die je ouders aan je geven, of dit nu kleren zijn of andere dingen, zoals een fiets. Je kunt hun last ook verlichten door goed voor je gezondheid te zorgen, want daar hebben zij eveneens belangstelling voor. Eet daarom evenwichtige maaltijden die uit gezond voedsel bestaan. Een maaltijd die voornamelijk is beperkt tot snoepgoed, cake, ijsjes en spuitwater bouwt geen gezond lichaam op. Neem geen onnodige risico’s; riskeer geen ongelukken of flirt niet met de dood in het najagen van opwinding, „kicks” of in naam van sport.
Hoe staat het met je gedrag op school? Je kunt er veel toe bijdragen de last die je onderwijzers dragen — doordat zij jou kennis moeten meedelen — te verlichten, en wel door je goed te gedragen en je ijverig toe te leggen op het verwerven van kennis.
Bent u een werknemer? Dan zijn dezelfde beginselen ook van toepassing op uw gedrag op de plaats waar u werkt. Bent u betrouwbaar? Let u goed op en bent u goed van aannemen? Bent u gewetensvol, eerlijk? Doet u uw best? In al zulke opzichten kunt u de last van uw werkgever of uw voorman verlichten. Een spreuk in een Amerikaans kantoor luidde heel terecht: „Helpt u het probleem op te lossen of maakt u deel uit van het probleem?” — Kol. 3:22, 23.
Deze kwestie van het verlichten van de lasten van anderen, is ook van toepassing op religieuze aangelegenheden. Toen Jezus Christus op aarde was, laakte hij de religieuze leiders. In plaats dat zij de lasten van anderen verlichtten, zo zei hij, ’bonden zij zware vrachten samen en legden die op de schouders der mensen, maar zelf wilden zij geen vinger verroeren om hen te helpen deze lasten te dragen’. — Matth. 23:2, 4.
In tegenstelling hiermee bood Jezus werkelijke hulp aan degenen die gebukt gingen onder de last die hun door hun religieuze leiders, alsmede door de economische toestanden en hun eigen zonden, werd opgelegd. „Komt allen tot mij”, zei Jezus, „die zwoegt en zwaar beladen zijt, en ik zal u verkwikken. Neemt mijn juk op u en wordt mijn discipelen, want ik ben zachtaardig en ootmoedig van hart, en gij zult verkwikking vinden voor uw ziel. Want mijn juk is weldadig en mijn vracht is licht.” — Matth. 11:28-30.
Jezus heeft de lasten van anderen op zowel praktische als nuttige wijze verlicht. Hij schonk hun de waarheid die hen bevrijdde van de religieuze lasten welke hun leiders hun hadden opgelegd. Hij hielp hen Gods goedheid, Zijn wil en Zijn voornemens te begrijpen en te waarderen. Hij toonde deernis voor hen en maakte hun duidelijk hoe zij vergeving van zonden konden ontvangen. Hij verlichtte ook veel van hun fysieke lasten door wonderen te verrichten. — Matth. 9:36; 4:23-25; Joh. 8:32.
Als u thans werkelijk een christelijke dienstknecht van God bent, zult u de mensen beslist niet in dezelfde mate van hun lasten kunnen bevrijden als Jezus. Maar u kunt hen wel helpen de lasten kwijt te raken die de valse religie hun heeft opgelegd. Door degenen die ’zwoegen en zwaar beladen zijn’ het goede nieuws van Gods koninkrijk bekend te maken en hen in te lichten over Gods voorziening voor redding door bemiddeling van zijn Zoon en te vertellen hoe zij bijbelse beginselen in hun leven kunnen toepassen, kunt u hen bijzonder verkwikken en opmonteren. Dient u, aangezien u zelf om niet hebt ontvangen, ook niet om niet te geven? — Matth. 10:7, 8.
Het schenkt voldoening de lasten van anderen te verlichten, want dan doet u tegenover anderen wat u hen graag tegenover u wilt laten doen. U schenkt daardoor niet alleen anderen geluk, maar nog meer uzelf. En wanneer de hulp die u geeft uit Gods Woord afkomstig is, gaat alle lof naar Hem toe: „De bediening van deze openbare dienst . . . [is] rijk . . . met vele dankbetuigingen aan God.” — 2 Kor. 9:12; Hand. 20:35.