Hoe kunt u voordeel trekken van deze hoop?
WIE is volgens u beter af — degene die de dood als het einde van alles beschouwt of degene die de vaste overtuiging bezit dat de doden zullen worden opgewekt?
De persoon zonder hoop heeft niets om op terug te vallen. Hoogstens kan hij uitzien naar het bereiken van zeventig of tachtig levensjaren. Wanneer iemand in zijn familie of gezin door de dood wordt getroffen, heeft hij niets wat hem troost kan bieden. Voor hem is het verlies blijvend. Hij kan aan andere treurenden zijn medegevoel kenbaar maken, maar op een aanmoedigende hoop kan hij hen niet wijzen. De gedachte dat er geen hoop voor de doden bestaat, brengt hem er misschien toe om ten koste van alles, wellicht zelfs ten koste van zijn medemens, te proberen het leven te behouden.
Hoe anders is het echter gesteld met degenen die geloof stellen in de bijbelse leer over de dood en geloof stellen in de opstandingshoop die in de bijbel wordt uiteengezet. Zij weten met stelligheid dat allen in het graf uit de doodsslaap zullen ontwaken. Deze kennis heeft hen ook bevrijd van de vrees die het gevolg is van valse leerstellingen over de doden. Wetend dat de doden geen bewustzijn en geen herinnering bezitten, hebben zij die Gods Woord geloven, geen angst dat dode geliefden in een plaats van tijdelijke of blijvende pijniging lijden ondergaan. Zij beseffen dat de doden hen niet kunnen helpen en evenmin kunnen schaden, zodat zij van elke angst voor de doden bevrijd zijn.
Ja, werkelijk, wanneer u de opstandingshoop tot een deel van uzelf maakt, kunt u daar zelfs nu reeds veel voordeel van trekken. Wanneer dan ooit een geliefde vriend, of vriendin of een dierbaar familielid door de dood wordt weggerukt, zal uw overtuiging dat hij of zij tot het leven zal worden teruggebracht, u behoeden voor het verdriet waaraan degenen zijn blootgesteld die deze hoop niet bezitten. U zult ook troost, echte troost kunnen bieden aan personen die over het verlies van dierbaren rouwen.
De overtuiging dat er een opstanding is, zorgt er tevens voor dat iemand er niet in vervalt alleen voor het heden te leven. In plaats dat iemand leeft volgens de stelregel: „Laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij”, vormt de opstandingshoop een prikkel om te leven zoals het God behaagt. — 1 Kor. 15:32.
Geloof in Gods macht om de doden op te wekken, bevrijdt iemand ook van de vrees voor een vroegtijdige gewelddadige dood. Gods Woord wijst erop dat Jezus Christus het middel is geweest om allen te bevrijden „die uit vrees voor de dood hun leven lang aan slavernij onderworpen waren” (Hebr. 2:15). In de loop der eeuwen hebben talloze mensen hun beginselen verloochend en dingen gedaan waarvan zij wisten dat het verkeerd was, uit angst te moeten sterven wanneer zij niet deden wat hun superieuren zeiden. De persoon echter die een onwankelbaar geloof in de bijbelse belofte van de opstanding bezit, zal zijn geweten niet aldus schade berokkenen. En is dit geen aangenaam voordeel? Het behoud van een rein geweten. Het valt degenen ten deel die geloof stellen in de opstanding.
Maar behalve dat het u nu reeds tot voordeel strekt, roept het geloof in Gods vermogen de doden tot het leven terug te brengen, u tevens het aangename vooruitzicht in de geest de doden persoonlijk te mogen verwelkomen of te behoren tot degenen die uit de doden terugkeren. Om echter getuige te kunnen zijn van deze verwezenlijking van de opstandingshoop, is het nodig aan bepaalde vereisten te voldoen.
Niet allen die zijn gestorven, zullen een opstanding uit de doden ontvangen. Jezus Christus beduidde dat er voor degenen die tegen Gods geest zondigen, geen hoop meer bestaat. Hij merkte hierover op: „Iedere soort van zonde en lastering zal de mensen worden vergeven, maar de lastering tegen de geest zal niet worden vergeven. Spreekt iemand bijvoorbeeld een woord tegen de Zoon des mensen, het zal hem worden vergeven; maar spreekt iemand tegen de heilige geest, het zal hem niet worden vergeven, neen, niet in dit samenstel van dingen noch in het toekomende” (Matth. 12:31, 32). Voor een zonde tegen Gods geest is geen vergeving mogelijk; allen die zich aan een dergelijke zonde schuldig maken, betalen hiervoor de volledige straf van de eeuwige dood.
Vergeleken bij de miljarden gestorvenen, zijn er overigens maar betrekkelijk weinigen die zich willens en wetens schuldig hebben gemaakt aan de beoefening van een zonde die door God als onvergeeflijk wordt beschouwd. Toch zal het feit dat men zulk een zonde kan begaan, iemand wel moeten doordringen van het dwaze risico dat hij neemt wanneer hij moedwillig Gods geboden overtreedt. Geloof in Gods belofte van een opstanding uit de doden, weerhoudt iemand van het begaan van de onvergeeflijke zonde, waardoor hij voor altijd het leven zou verliezen.
Een voorbereidende start
Er schuilt nog een voordeel in een levenswijze die gebaseerd is op de opstandingshoop. Men krijgt reeds een voorbereidende start op de weg der rechtvaardigheid. Hoe kan dat?
De opstanding van „zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen”, hun terugkeer tot leven op aarde, zal beide groepen de gelegenheid verschaffen volmaaktheid te verwerven als kinderen van God (Hand. 24:15). Allen kunnen profijt trekken van de hulp die hun door het hemelse koninkrijk in handen van Jezus Christus en zijn mederegeerders zal worden geboden. Maar de persoon die vóór zijn dood en opstanding reeds met zijn gehele hart God heeft gediend, zal zich veel gemakkelijker aan het bestuur van Jezus Christus en zijn medebestuurders kunnen onderwerpen dan iemand die weerspannig is geweest; hoe groter iemands weerspannigheid is geweest tegen Gods wil, hoe moeilijker het voor hem zal zijn tot volmaaktheid te groeien.
Jezus Christus besprak dit punt met nadruk toen hij tot ongelovige landgenoten van hem zei: „De mannen van Ninevé zullen in het oordeel opstaan met dit geslacht en zullen het veroordelen, want zij hadden berouw op hetgeen Jona predikte, maar ziet! méér dan Jona is hier. De koningin van het Zuiden zal in het oordeel worden opgewekt met dit geslacht en zal het veroordelen, want zij kwam van de einden der aarde om de wijsheid van Salomo te horen, maar ziet! méér dan Salomo is hier” (Matth. 12:41, 42). En commentaar gevend op een stad die weerspannig zou weigeren aandacht te schenken aan de boodschap van de waarheid, zei Jezus: „Het zal voor het land van Sodom en Gomorra draaglijker zijn op de Oordeelsdag dan voor die stad.” — Matth. 10:15.
De opstanding van zowel de rechtvaardige als de onrechtvaardige doden maakt een Oordeelsdag mogelijk, een periode gedurende welke de mensen kunnen tonen of zij zich werkelijk aan Gods koninkrijk onder Christus willen onderwerpen. Voor Jezus’ landgenoten die zijn prediking hoorden en getuige waren van zijn wonderen maar hem niettemin verwierpen, zal dit een moeilijk te verteren aangelegenheid zijn. Zij zullen hun trots moeten inslikken en moeten erkennen dat zij er onjuist aan hebben gedaan Jezus als de Messías te verwerpen, terwijl het stellig nederigheid van hun zijde zal vereisen zich aan de heerschappij te onderwerpen van degene die zij niet als koning over zich wensten.
De inwoners van Sodom en Gomorra daarentegen hebben nooit zo’n gelegenheid gehad als degenen die getuige waren van Jezus’ krachtige werken. In hun geval zal trots en halsstarrigheid niet zo’n groot obstakel vormen als voor de ongelovige joden uit de eerste eeuw van onze tijdrekening. De betere reactie van de uit de doden opgewekte Ninevieten en de „koningin van het Zuiden” zal een les vormen voor de uit de doden opgewekte generatie van Jezus’ landgenoten die hem werkelijk hebben horen prediken en onderwijzen. De Ninevieten uit de tijd van Jona en de „koningin van het Zuiden” in de dagen van koning Salomo, reageerden gunstig op hetgeen dienstknechten van God zeiden. Dus zal het voor hen ook gemakkelijker zijn zich te onderwerpen aan de regering van Gods uitverkoren koning, iemand jegens wie zij nooit enig vooroordeel hebben gekoesterd.
Insgelijks zullen ook thans personen die een bereidwillig en vreugdevol onderzoek instellen naar hetgeen God Woord te zeggen heeft en dit vervolgens in hun leven toepassen, veel gemakkelijker in staat zijn gedurende de Oordeelsdag vorderingen te maken. Wat mensen derhalve nu doen, kan van invloed zijn op hun eeuwige toekomst.
Een ieder die na zijn opwekking uit de doden nog eventueel in opstand zal komen tegen de goddelijke heerschappij, verspeelt zijn vooruitzicht op eeuwig leven. Hij zal de „tweede dood” ondergaan, waaruit geen opstanding meer mogelijk is. Over de „tweede dood” lezen we in Openbaring 20:14, 15 het volgende: „Dit betekent de tweede dood: het meer van vuur. Bovendien werd een ieder die niet in het boek des levens geschreven werd bevonden, in het meer van vuur geslingerd.”
In gedachten houdende dat een trotse, weerspannige houding inderdaad tot verlies van eeuwig leven kan leiden, zullen wij graag een voorbereidende start op de weg der rechtvaardigheid willen hebben. Hoe droevig zou het zijn wanneer iemand zijn hoop op eeuwig leven zou verliezen door geen voordeel te trekken van de gelegenheden die nu openstaan om voortreffelijke eigenschappen aan te kweken — eigenschappen die het hem gemakkelijker zullen maken tijdens de Oordeelsdag aan Gods vereisten te voldoen!
Maar wellicht vraagt u zich af: Wat kan ik doen om zo’n voorbereidende start op de weg der rechtvaardigheid te maken?