-
’Maak discipelen, hen dopende’De Wachttoren 1973 | 1 augustus
-
-
19. Wat is het bewijs dat Jehovah God het gebruik van deze vele manieren om discipelen te maken, heeft gezegend?
19 Met de zegen van Jehovah God op deze activiteit van het maken van discipelen, heeft het werk zich nu tot 208 landen over de gehele wereld, tot mensen van alle natiën, uitgebreid en het aantal dat aan het werk deelneemt, is tot meer dan 1.650.000 christelijke getuigen van Jehovah toegenomen. — Matth. 24:14.
-
-
Dopen volgt op het maken van discipelenDe Wachttoren 1973 | 1 augustus
-
-
Dopen volgt op het maken van discipelen
1. Wat is de doop, en hoe werd deze verricht in het geval van Jezus?
ER BESTOND geen twijfel over wat Jezus bedoelde toen hij zijn volgelingen gebood discipelen te „dopen”. Johannes de Doper was de eerste man die gerechtigd was de waterdoop te verrichten. Enkelen van de apostelen waren voorheen zijn discipelen en waren dus door hem gedoopt. Johannes doopte ook Jezus. Doopte Johannes door iemand met water te besprenkelen? Het verslag toont aan dat Jezus in de rivier de Jordaan werd gedoopt en dat hij, „nadat [hij] was gedoopt, . . . onmiddellijk omhoog [kwam] uit het water”. Doop en onderdompeling betekenen in de bijbel hetzelfde, want het Griekse woord baptisma duidt op indopen, namelijk onderdompelen en opkomen. Wat er dus bij de doop gebeurt, is dat iemand tijdelijk wordt „begraven”, aan het oog wordt onttrokken, en dan uit het water wordt opgeheven. — Matth. 3:13-16; Joh. 1:33; zie ook Romeinen 6:3, 4.
2. Waarom verrichtte Johannes de Doper onderdompelingen?
2 Johannes de Doper was gezonden om leden van de natie Israël te dopen die aan Jehovah God waren opgedragen en verplicht waren het Wetsverbond te houden, doch die zich schuldig hadden gemaakt aan zonden tegen Jehovah’s regeling en berouw moesten hebben. Door Israëlieten ertoe te brengen berouw te hebben ten einde van zonden te worden gereinigd en door hen in het openbaar als symbool van berouw te dopen, bereidde hij de weg voor Gods verbondsvolk om tot Christus te komen. — Luk. 3:3, 4; Hand. 19:4.
3, 4. Waarom verschilde de doop van Jezus van die van anderen, en wat werd erdoor te kennen gegeven?
3 Dit betekent niet dat toen Jezus tot Johannes kwam om te worden gedoopt, dit gebeurde omdat hij berouw moest hebben van zonden. Eén Petrus 2:22 bewijst dat Jezus nooit een zonde heeft begaan. Johannes dacht klaarblijkelijk aan de doop tot berouw toen hij er bezwaar tegen maakte Jezus in de Jordaan onder te dompelen, maar Jezus gaf te kennen dat de doop in zijn geval iets anders beduidde door te zeggen: „Laat het deze keer zo zijn, want aldus past het ons alles wat rechtvaardig is te volbrengen.” — Matth. 3:13-15.
4 Wat betekende de doop in Jezus’ geval dan? In latere geschriften, en wel in Hebreeën hoofdstuk 10, wordt er melding van gemaakt dat Jezus bij zijn komst „in de wereld” — dat wil zeggen, om zijn bediening ter hand te nemen en in gehoorzaamheid aan Jehovah’s wil zijn eigen, ’bereide’ lichaam te offeren — in overeenstemming met Psalm 40:6-8 (Septuaginta) heeft gezegd: „Slachtoffer en offerande hebt gij
-