-
De maagdelijke geboorte — Moet u erin geloven?De Wachttoren 1983 | 15 maart
-
-
over de maagdelijke geboorte van Jezus Christus niet aan geloofwaardigheid mag inboeten wegens de spot van sceptici of wegens onschriftuurlijke en buitensporige religieuze verfraaiingen. De maagdelijke geboorte is een fundamenteel feit, essentieel voor het christelijke geloof. En ze houdt ten nauwste verband met onze vooruitzichten op eeuwig leven. — Joh. 17:3.
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1983 | 15 maart
-
-
Vragen van lezers
■ Waarom dachten sommige joden dat Johannes de Doper Elia was, zoals in Johannes 1:21 wordt vermeld?
Voordat Jezus werd gedoopt, kwamen enkele priesters en levieten naar Bethanië aan de overkant van de Jordaan, waar Johannes doopte. Zij vroegen hem of hij de Christus was. Toen Johannes zei dat hij dit niet was, vroegen zij: „Wat dan? Zijt gij Elia?” — Joh. 1:19-28.
Waarom dachten die joden dat Johannes misschien de Hebreeuwse profeet Elia was, die negen eeuwen voordien was gestorven? Wegens een profetie die ongeveer halverwege de periode tussen de tijd van Elia en het begin van Johannes’ bediening in, was geuit. Gods profeet Maleachi had voorzegd: „Ziet! Ik zend ulieden de profeet Elia, vóór de komst van de grote en vrees inboezemende dag van Jehovah” (Mal. 4:5). Kennelijk vatten sommige joden dit op als zou het betekenen dat Elia letterlijk in het vlees zou terugkeren, misschien doordat God hem uit de doden opwekte. Toen verscheen Johannes, die evenals Elia een haren kleed en een leren gordel droeg (Matth. 3:4; 2 Kon. 1:8). En evenals Elia dit had gedaan, maakte Johannes onomwonden Gods boodschap bekend waarin een oproep tot berouw werd gedaan. Daarom vroegen zij aan Johannes of hij Elia was.
Johannes antwoordde: „Dat ben ik niet.” Neen, hij was niet de werkelijke Hebreeuwse profeet Elia, die nog steeds in de dood sliep. In feite had een engel tot Zacharías gezegd (die Johannes’ vader werd) dat Johannes met „de geest en de kracht van Elia” dienst zou verrichten, om de joden tot Jehovah te doen terugkeren (Luk. 1:17). Johannes zou niet Elia zijn; hij zou echter een werk verrichten dat overeenkwam met het werk dat de reeds lang voordien overleden profeet Elia had verricht.
In overeenstemming hiermee zei Jezus later, met Johannes in gedachten: „Elia [is] reeds gekomen . . . en zij hebben hem niet herkend” (Matth. 17:12). Hij bedoelde dat Johannes de in Maleachi 4:5 opgetekende profetie had vervuld. Hij had de weg voor de Messías bereid. Toch accepteerden de meeste joden Johannes niet als degene die deze rol vervulde. Bovendien wordt er in Johannes 10:41 gezegd: „Johannes heeft weliswaar geen enkel teken verricht”, terwijl de oorspronkelijke profeet Elia acht tekenen of wonderen had verricht.
■ Wie zijn in Psalm 89:19 de „loyalen” tot wie Jehovah in een visioen sprak?
Wanneer men Psalm 89 leest, ontdekt men dat het thema van deze psalm het Koninkrijksverbond is. 89 De verzen 19, 20 en 29 luiden: „In die tijd hebt gij in een visioen tot uw loyalen gesproken, en gij hebt toen gezegd: ’Ik heb hulp gelegd op een machtige; ik heb een uitverkorene uit het volk verheven. Ik heb mijn knecht David gevonden; met mijn heilige olie heb ik hem gezalfd . . . En ik zal zijn zaad stellig bevestigen tot in eeuwigheid en zijn troon als de dagen des hemels.’”
Uit het verslag in 1 Kronieken 17 blijkt dat de belofte van een blijvende dynastie in het huis van David in een visioen aan de profeet Nathan werd onthuld. Eén Kronieken 17:15 vertelt ons: „Overeenkomstig al deze woorden en overeenkomstig heel dit visioen, aldus sprak Nathan tot David.” Daarom zijn Nathan en David de „loyalen”, waarbij David de goddelijke onthulling via Nathan ontving.
-