Hoofdstuk 13
De latere jaren
1, 2. (a) Welke problemen kunnen er rijzen nadat kinderen het ouderlijke huis hebben verlaten? (b) Hoe trachten sommigen aan het probleem van het ouder worden het hoofd te bieden?
ALS ons leven niet met de een of andere fysieke of mentale activiteit gevuld is, gaan wij ons vervelen. Het leven schijnt dan leeg en wij worden rusteloos. Dit probleem rijst soms voor gehuwde personen wanneer hun kinderen groot zijn geworden en het ouderlijke huis hebben verlaten. Voordien was hun leven jarenlang gevuld met de verantwoordelijkheden die het ouderschap met zich brengt. Nu komt aan al deze activiteit en de verantwoordelijkheid van het grootbrengen van een gezin plotseling een eind.
2 Behalve dat beginnen er met het verstrijken der jaren fysieke veranderingen op te treden. Er verschijnen rimpels, het haar begint grijs te worden, men wordt wellicht kaal, en er treden nooit eerder opgemerkte kwaaltjes en pijntjes aan het licht. Het feit is dat wij ouder worden. Sommige personen, die weigeren de feiten onder de ogen te zien, stellen verwoede pogingen in het werk om te bewijzen dat zij nog even jong zijn als altijd. Zij worden plotseling zeer actief op sociaal gebied — door allerlei gezellige bijeenkomsten te bezoeken of intensief aan sport te gaan doen. Deze vlaag van activiteit geeft hun iets te doen, maar schenkt het blijvende voldoening? Zal het iemand het gevoel geven dat hij echt nodig is, zodat zijn leven werkelijk zin heeft?
3. Ontspanning is weliswaar aangenaam, maar wat dient vermeden te worden?
3 Ontspanning kan natuurlijk aangenaam zijn. En in uw latere levensjaren bemerkt u wellicht dat u tijd hebt voor bepaalde dingen waar u toen uw kinderen nog jong waren, niet aan toekwam. Maar als u toelaat dat het najagen van genoegens u bijna volledig in beslag gaat nemen, kan dit ernstige problemen geven. — 2 Timótheüs 3:4, 5; Lukas 8:4-8, 14.
DE SCHOONHEID VAN LOYALITEIT
4, 5. Wat kan het gevolg zijn als een oudere persoon meent dat hij moet bewijzen dat hij nog steeds aantrekkelijk is voor het andere geslacht?
4 Heel wat personen schijnen in dit levensstadium te denken dat zij moeten bewijzen dat zij nog steeds aantrekkelijk zijn voor het andere geslacht. Misschien begint het met wat geflirt op een gezellige bijeenkomst of elders. Vooral mannen hebben „affaires” met jongere vrouwen, en in deze tijd van de „nieuwe moraal” zijn er ook veel vrouwen die in buitenechtelijke „affaires” een hernieuwde verzekering zoeken. Sommigen die misschien reeds jarenlang getrouwd zijn, beginnen erover te denken een „nieuw leven” met een nieuwe huwelijkspartner te beginnen. Zij trachten hun handelwijze wellicht te rechtvaardigen door op de fouten van hun huwelijkspartner te wijzen en denken daarbij gewoonlijk licht over hun eigen tekortkomingen, met inbegrip van hun gebrek aan loyaliteit, zowel ten opzichte van hun huwelijkspartner als ten aanzien van rechtvaardige beginselen.
5 Zij weten wellicht dat Jezus zei: „Al wie zich van zijn vrouw laat scheiden, behalve op grond van hoererij [porneia: grove seksuele immoraliteit], en een ander trouwt, [pleegt] overspel.” Hoewel Jezus hier toonde dat het niet juist is om zich op „allerlei gronden” van zijn huwelijkspartner te laten scheiden, zijn zij bereid om elke grond voor echtscheiding aan te grijpen die door de wereldlijke wetten wordt erkend (Matthéüs 19:3-9). Vervolgens gaan zij ertoe over een nieuwe partner te nemen, dikwijls iemand met wie zij reeds een verstandhouding hadden voordat de echtscheidingsprocedure zelfs maar was begonnen. Hoewel zij weten wat Gods Woord over een dergelijk gedrag zegt, redeneren zij wellicht dat God het in zijn grote barmhartigheid zal „begrijpen”.
6. Hoe beziet Jehovah God minachting voor het huwelijksverbond?
6 Om niet door een dergelijke immorele denkwijze verlokt te worden, doen wij er goed aan te beschouwen wat Jehovah bij monde van zijn profeet Maleachi tot het volk Israël zei: „’Dit is het . . . [wat] gijlieden doet, hetgeen tot gevolg heeft dat het altaar van Jehovah met tranen wordt bedekt, met wenen en zuchten, zodat er niet meer [met goedkeuring] wordt omgezien naar het offergeschenk noch ook maar iets uit uw hand met welgevallen wordt aangenomen. En gij hebt gezegd: „Om welke reden?” Om deze reden, dat Jehovah zelf getuige is geweest tussen u en de vrouw van uw jeugd, jegens wie gijzelf verraderlijk hebt gehandeld . . . en gijlieden moet u hoeden met betrekking tot uw geest, en jegens de vrouw van uw jeugd mag niemand verraderlijk handelen. Want hij heeft echtscheiding gehaat’, heeft Jehovah, de God van Israël, gezegd” (Maleachi 2:13-16). Ja, verraderlijk handelen jegens onze huwelijkspartner en blijk geven van minachting voor het huwelijksverbond zijn dingen die door God worden veroordeeld; ze schaden onze verhouding tot de Levengever.
7. Waarom leidt minachting voor het huwelijksverbond niet tot geluk?
7 Is dit soms de weg tot een beter leven? Stellig niet. Elk nieuwe huwelijk dat door zulke personen wordt aangegaan, steunt op een wankel fundament. Zij hebben immers getoond zelfs in deze kostbaarste verhouding onbetrouwbaar te zijn. Het kan dan wel zijn dat zij in de persoonlijkheid van de nieuwe partner iets aantrekkelijks zien dat de vorige partner niet had, maar om dit te krijgen, hebben zij ongeacht het leed en hartzeer dat zij berokkenen, hun eigen genoegen gezocht. Dit is beslist geen hoedanigheid die tot een gelukkig huwelijk bijdraagt.
8. Wat is in het huwelijk waardevoller dan fysieke schoonheid?
8 De schoonheid van het trouw blijven aan een huwelijkspartner overtreft elke fysieke schoonheid. Fysieke schoonheid verwelkt onvermijdelijk met de jaren, maar de schoonheid van loyale toewijding neemt met elk jaar dat verstrijkt, toe. Eropuit te zijn om iemand anders gelukkig te maken en zijn of haar belangen boven die van uzelf te willen stellen, kan blijvende voldoening schenken, want het is werkelijk „gelukkiger te geven dan te ontvangen” (Handelingen 20:35). Als twee personen al een aantal jaren getrouwd zijn, en als zij altijd met elkaar gesproken hebben en vertrouwen in elkaar stellen, als zij alles — werk, doeleinden en verwachtingen, voor- en tegenspoed — altijd samen hebben gedeeld, en dit uit liefde hebben gedaan, zullen zij werkelijk één en als het ware met elkaar verweven zijn. Zij hebben in mentaal, emotioneel en geestelijk opzicht veel gemeen. De romantische liefde die hen vóór hun huwelijk misschien enigszins voor elkaars fouten en gebreken heeft verblind, zal plaats maken voor een diepgevoelde toewijding die elk van hen helpt de tekortkomingen van de ander te zien als een gelegenheid om hulp te bieden en in een behoefte te voorzien. Er bestaat tussen hen een gevoel van oprecht vertrouwen, een gevoel van zekerheid, de wetenschap dat zij, welke problemen er ook mogen rijzen, bij elkaar zullen blijven. Voor hen is het de meest vanzelfsprekende zaak om loyaal aan elkaar te zijn. In Micha 6:8 staat in dit verband: „Hij heeft u verteld, o aardse mens, wat goed is. En wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en loyale liefde lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God?” — Herziene Engelse uitgave van 1971, voetnoot.
VOLWASSEN KINDEREN — EEN NIEUWE VERHOUDING
9-11. (a) Is het Gods bedoeling dat de verhouding tussen ouders en hun kinderen gedurende hun hele leven hetzelfde zou blijven? (b) Hoe is dit van invloed op de raad die ouders wellicht aan hun volwassen kinderen geven? (c) Als hun kinderen getrouwd zijn, wiens gezag als hoofd dienen ouders dan te respecteren?
9 Hoewel man en vrouw hun leven lang bij elkaar dienen te blijven, heeft de Schepper een andere regeling getroffen met betrekking tot ouders en hun kinderen. Het is waar dat uw kinderen u in de tijd dat zij opgroeiden, elke dag nodig hadden. Er moest niet alleen in hun fysieke behoeften worden voorzien, maar zij hadden ook leiding nodig. Als zij bepaalde dingen die voor hun bestwil waren, niet prompt deden, hebt u hen er misschien toe gedwongen. Maar wanneer zij een eigen huishouding beginnen, verandert de verhouding tussen u en hen enigszins (Genesis 2:24). Dit wil niet zeggen dat uw gevoelens ten aanzien van hen veranderen, maar er vindt een verschuiving van verantwoordelijkheid plaats. De wijze waarop u dingen voor hen doet, moet dus veranderen.
10 Zo nu en dan hebben zij wellicht nog raad nodig. En het getuigt van wijsheid als zij het oor lenen aan deugdelijke raad van personen die meer levenservaring hebben (Spreuken 12:15; 23:22). Maar als u raad geeft aan zonen of dochters die op eigen benen staan, is het verstandig dit te doen op een wijze waaruit blijkt dat u erkent dat zíj nu de beslissingen dienen te nemen.
11 Dit is heel belangrijk als zij getrouwd zijn. In sommige landen bestaat het van oudsher gevestigde gebruik dat de bruid onder het toezicht van haar schoonmoeder komt te staan. Op andere plaatsen oefent de schoonfamilie een sterke invloed op gezinsaangelegenheden uit. Maar leidt dit werkelijk tot geluk? De Schepper van het gezin weet wat het beste is, en hij zegt: „Een man [zal] zijn vader en zijn moeder verlaten en hij moet zich hechten aan zijn vrouw” (Genesis 2:24). De verantwoordelijkheid voor het nemen van beslissingen berust nu noch bij de ouders van de man, noch bij de ouders van de vrouw, maar bij de man. „De man is het hoofd van zijn vrouw, evenals ook de Christus het hoofd van de gemeente is”, zegt Gods Woord (Efeziërs 5:23). Het genoegen om dingen voor uw volwassen kinderen, en later voor uw kleinkinderen, te doen, kan ten zeerste worden vergroot wanneer er respect voor deze regeling wordt getoond.
SCHEP ER VREUGDE IN DINGEN VOOR ANDEREN TE DOEN
12. (a) Hoe zouden ouders, nadat hun kinderen een eigen huishouding hebben opgezet, hun liefde jegens elkaar kunnen verdiepen? (b) Wat zouden zij nog meer kunnen doen om hun leven zinvoller te maken?
12 Wij allen hebben er behoefte aan te voelen dat ons leven nuttig is, dat het zin heeft. Het is belangrijk voor uw eigen welzijn dat er aan deze behoefte wordt voldaan. Afgezien van uw kinderen, zijn er nog vele anderen die u kunt helpen aan een behoefte in hun leven te voldoen. Hebt u hierbij wel eens aan uw eigen huwelijkspartner gedacht? Toen u nog opgroeiende kinderen had, eisten zij veel van uw aandacht op. Nu hebt u de gelegenheid om meer persoonlijke dingen voor elkaar te doen. Dit kan ertoe bijdragen de onderlinge verhouding te verstevigen. Maar waarom zou u het verrichten van vriendelijke daden tot uw eigen huisgezin beperken? U kunt u wat dit betreft ’verruimen’ door hulp te bieden aan buren die ziek worden of door wat tijd te besteden aan oudere personen die eenzaam zijn of door op welke manieren maar ook materiële hulp te bieden aan personen die buiten hun schuld in behoeftige omstandigheden zijn geraakt (2 Korinthiërs 6:11, 12). De bijbel vertelt ons over Dorkas, een vrouw die zich zeer geliefd maakte omdat zij „overvloedig [was] in goede daden en gaven van barmhartigheid” die zij ten behoeve van weduwen deed (Handelingen 9:36, 39). De bijbel prijst degenen die goedgunstig zijn jegens de ellendigen (Spreuken 14:21). Het ’zorgen voor wezen en weduwen in hun verdrukking’ wordt in de Schrift genoemd als een belangrijk onderdeel van de aanbidding die God welgevallig is (Jakobus 1:27). En de bijbel moedigt ons allen tot het volgende aan: „Vergeet bovendien niet goed te doen en anderen met u te laten delen, want zulke slachtoffers zijn God welgevallig.” — Hebreeën 13:16.
13. Welk motief maakt het helpen van anderen de moeite waard?
13 Betekent dit dat het volledig opgaan in louter menslievende daden de sleutel tot geluk is? Neen, want als er geen geestelijk motief aan ten grondslag ligt, dat wil zeggen als het niet voortspruit uit het verlangen om God in het betonen van liefde na te volgen, kan het in werkelijkheid tot frustratie leiden (1 Korinthiërs 13:3; Efeziërs 5:1, 2). Hoe dat zo? Omdat er heel goed teleurstellingen kunnen komen als mensen uw vriendelijkheid niet waarderen of als zij op onbillijke wijze misbruik van uw edelmoedigheid trachten te maken.
14, 15. Wat schenkt werkelijk geluk en voldoening in het leven?
14 Als iemand daarentegen zijn leven werkelijk in dienst van God stelt, put hij de grootste voldoening uit de wetenschap dat wat hij doet, zijn Schepper welgevallig is. En zijn vermogen om dingen voor andere mensen te doen, wordt niet door materiële middelen beperkt. Hij heeft „het glorierijke goede nieuws van de gelukkige God”, Jehovah, en hij heeft het voorrecht om het met anderen te delen (1 Timótheüs 1:11). Uit de bijbel weet hij hoe hij thans aan de problemen van het leven het hoofd kan bieden en welke schitterende hoop God met betrekking tot de toekomst biedt. En wat een vreugde schenkt het om zulk goed nieuws met anderen te delen en vervolgens hun aandacht op de Bron ervan, Jehovah God, te vestigen! De geïnspireerde schrijver van Psalm 147:1 zei hierover: „Looft Jah, want het is goed onze God te bezingen met melodieën; want het is aangenaam — lofzang is passend.”
15 Pas wanneer wij Jehovah’s wil in verband met het leven begrijpen en hem eren, wordt ons leven zinvol (Openbaring 4:11). U zult werkelijke voldoening hebben als u, voor zover uw omstandigheden het toelaten, er een volledig aandeel aan hebt de bijbelse waarheden met anderen te delen. Hoewel uw eigen kinderen misschien reeds volwassen zijn, kunt u de vreugde smaken ’geestelijke kinderen’ te helpen tot geestelijke volwassenheid te groeien. En wanneer u hen tot rijpe christenen ziet uitgroeien, zult u zich net zo voelen als de apostel Paulus toen hij aan sommigen die hij aldus had geholpen, schreef: „Wat is onze hoop of vreugde of kroon van gejuich — ja, zijt gij het niet in werkelijkheid? . . . Gij zijt stellig onze heerlijkheid en vreugde.” — 1 Thessalonicenzen 2:19, 20.
PAS U AAN WANNEER DE OMSTANDIGHEDEN VERANDEREN
16, 17. (a) Wat dient, wanneer het op problemen aankomt, vermeden te worden? (b) Wat kan, zelfs als uw huwelijkspartner sterft, een hulp zijn zodat u niet in uw eentje aan nieuwe uitdagingen het hoofd hoeft te bieden?
16 Mettertijd bemerken de meeste mensen natuurlijk dat zij niet meer zoveel kunnen doen als vroeger. Zij moeten bereid zijn zich aan te passen. Als er gezondheidsproblemen zijn, moet hier aandacht aan geschonken worden. Het is echter verstandig om evenwichtig te zijn en zich niet zo volledig door deze dingen in beslag te laten nemen, dat men de gelegenheden die elke dag van het leven biedt, uit het oog verliest. Problemen zullen er beslist zijn, en als men iets positiefs in verband ermee kan doen, is het verstandig dit te doen. Maar met piekeren bereikt men niets, en wensen dat het anders was, helpt ook niet. In plaats dat men dus naar het verleden verlangt, moet men de gelegenheden van vandaag aangrijpen.
17 Hetzelfde geldt als u in uw latere levensjaren weer in de ongehuwde staat komt te verkeren. Als u een gelukkig huwelijk hebt gehad, zult u ongetwijfeld dierbare herinneringen koesteren. Maar het leven gaat voort en u moet u aan de nieuwe omstandigheden aanpassen. U zult aan nieuwe uitdagingen het hoofd moeten bieden, maar als u door uw levenswijze blijk geeft van geloof in God, zult u nooit alleen zijn en op Zijn hulp kunnen rekenen. — Psalm 37:25; Spreuken 3:5, 6.
18-20. Welke factoren kunnen het leven zelfs in latere jaren zinvol maken?
18 Ondanks de onaangename aspecten van het leven, is er veel dat ons vreugde kan schenken — goede vrienden, gelegenheden om dingen voor anderen te doen, het genieten van een goede maaltijd, een prachtige zonsondergang en het gezang van vogels. Bovendien hebben wij, ook al zijn onze huidige omstandigheden wellicht niet ideaal, Gods verzekering dat hij een eind aan goddeloosheid zal maken en de mensheid van alle verdriet, smart, ziekte en zelfs de dood zal bevrijden. — Openbaring 21:4.
19 Mensen die er over het algemeen een materialistische zienswijze met betrekking tot het leven op na houden, kunnen hun latere levensjaren erg leeg vinden. De schrijver van het bijbelboek Prediker beschreef de resultaten van een dergelijke levenswijze door te zeggen: „Alles is ijdelheid” (Prediker 12:8). Maar over mensen des geloofs, zoals Abraham en Isaäk, zegt de bijbel dat zij, toen zij het einde van hun leven hadden bereikt, „oud en voldaan” waren (Genesis 25:8; 35:29). Waarom? Deze mensen hadden geloof in God. Zij waren ervan overtuigd dat op Gods bestemde tijd de doden wederom zouden leven en God zelf een rechtvaardige regering voor de gehele mensheid zou oprichten. — Hebreeën 11:10, 19.
20 Ook in uw situatie zal, als u zich niet door de huidige problemen laat verblinden voor de vele goede dingen om u heen en de schitterende toekomst die God voor zijn dienstknechten in petto heeft, het leven zinvol zijn en zal elke dag u, ook in uw latere levensjaren, voldoening schenken.
[Illustratie op blz. 176]
Hoe meer twee levens ineengrijpen, des te meer de twee één worden