-
Een moderne bijbelvertaling kiezenDe Wachttoren 1969 | 1 oktober
-
-
geen enkele rechtvaardiging voor dit opnieuw rangschikken van Jesaja. Het maakt het alleen maar moeilijk bepaalde bijbelteksten te vinden.
IS HET EEN NUTTIGE VERTALING?
Soms kan de gewetensvolle vertaler het verantwoord vinden een enkel woord toe te voegen ten einde de betekenis duidelijk te maken. Wanneer dit in overeenstemming met de context wordt gedaan en niet onderhevig is aan religieus vooroordeel, kunnen zulke vertolkingen zeer nuttig zijn. Zo luidt Matthéüs 26:26 (NW) bijvoorbeeld: „Dit betekent mijn lichaam”, omdat het duidelijk is dat Jezus dit bedoelde daar hij zijn eigen lichaam nog steeds bezat en het brood dus niet letterlijk zijn lichaam geweest kon zijn.
Deze zelfde vertaling is ook heel nuttig wanneer ze het woord kurios vertaalt, dat „heer” of „meester” betekent. Wanneer uit het verband blijkt dat Jehovah God bedoeld wordt, is dit woord kurios met „Jehovah” weergegeven. Is dit te radicaal? Neen, want in alle gevallen op één na is dit ook de weergave van kurios in een aantal Hebreeuwse vertalingen (Matth. 1:20, 22). De naam Jehovah is vooral passend in de christelijke Griekse Geschriften wanneer hierin aanhalingen uit de Hebreeuwse Geschriften worden gedaan waar de naam „Jehovah” wordt gebruikt. — Matth. 3:3; 4:7, 10.
Er staan de Nederlandse bijbelonderzoeker thans vele moderne bijbelvertalingen ter beschikking waaruit hij een keus kan doen. Vaak bestaan deze echter alleen uit de Griekse Geschriften. Sommige van deze vertalingen zijn tamelijk populair geworden omdat ze in een vloeiende taal zijn geschreven en veel welgekozen zinswendingen of uitdrukkingen bevatten. Zoals echter uit bovenstaande voorbeelden blijkt, kunnen deze aan dwaling onderhevig zijn door zich te veel vrijheden te veroorloven, wegens een verkeerd begrip of ten gevolge van religieus vooroordeel. Aangezien nauwkeurigheid en betrouwbaarheid de belangrijkste vereisten van een moderne bijbelvertaling zijn, zou naar het schijnt een merendeels letterlijke vertaling de voorkeur verdienen, vooral voor lezers die geloven dat de bijbel het geïnspireerde Woord van God is. Welke vertaling is naar uw mening de meest wenselijke voor u?
-
-
Interessante legendeDe Wachttoren 1969 | 1 oktober
-
-
Interessante legende
● Bijbelonderzoekers zijn reeds lang geïnteresseerd in volkslegenden uit verschillende delen der aarde, die de waarheidsgetrouwheid van de bijbelse commentaren over de vroege geschiedenis van de mens weerspiegelen. Van twee gebeurtenissen in het bijzonder wordt herhaaldelijk in zulke legenden melding gemaakt: het behoud van Noach en zijn gezin door een wereldomvattende vloed heen, en de spreiding van de mensheid vanuit Babel — in het gebied van de Eufraat boven Ur der Chaldeeën — nadat God de taal van de mensen in Babel had verward. — Genesis, de hoofdstukken 7 en 11.
In een bespreking van de achtergrond der Maori’s, de inboorlingen van Nieuw-Zeeland behorend tot het polynesische ras, merkte de geïllustreerde brochure The Family of the Maori op: „Wie waren de Maori’s? Waar komen zij vandaan? . . . Antropologen zoeken nog steeds naar het antwoord. De overleveringen der Maori’s in aanmerking genomen, zou hun oorsprong tot voorbij het Indiase continent gezocht moeten worden. Hun mondelinge overleveringen spreken van Uru als hun oorspronkelijke tehuis. Vanuit Uru vond een uittocht plaats naar Irihia. Irihia was in Oudsanskriet Vrihia — India.
Betreffende de ligging van Uru kunnen alleen maar meer gissingen worden geopperd. Zou het het oude koninkrijk van Ur aan de benedenloop van de Eufraat kunnen zijn? Deze theorie is niet zo vergezocht als het misschien wel lijkt. Het oude Egyptische beeldhouwwerk vertoont overeenkomst met dat van de Maori’s terwijl woorden die in India en op het Maleise schiereiland worden gebezigd vaak lijken op woorden in de Maori-taal.
Met het oog op de theorie over de oorsprong van dit polynesische ras, behoeft het ons niet te verbazen dat in hun religieuze mythologie de legende van een grote vloed is opgenomen. Ze komt zozeer met de geschiedenis van Noach overeen, dat hier niet verder over behoeft te worden uitgeweid.” — 1966.
-