Hoe zal eeuwig leven worden verworven?
’HOE kan eeuwig leven worden verworven?’ zult u misschien logischerwijs vragen. ’Als dat gebeurt, zullen er enkele grote veranderingen voltrokken moeten worden.’ Dat is zo. Maar door wie?
Medici zijn al lange tijd bezig veranderingen tot stand te brengen. Zij hebben de gemiddelde levensduur van de mens hoofdzakelijk doen toenemen door het gebruik van antiseptica en door een betere hygiënische verzorging. De daling in het sterftecijfer is het duidelijkst merkbaar bij pasgeboren en zeer jonge baby’s.
Maar hoeveel langer kunt u persoonlijk als gevolg van louter menselijke krachtsinspanningen verwachten te leven? De Encyclopedia Americana (uitgave van 1968, onder „Lange levensduur”) bericht:
„Hoewel ’s mensen levensverwachting bij de geboorte sinds het midden van de 19de eeuw in [de meer ’gevorderde’] landen bijna verdubbeld is, is zijn verwachting op de leeftijd van 60 met slechts één jaar toegenomen.”
In het boek The Biology of Death zegt de schrijver R. Pearl dat erfelijkheid een voorname factor in het geheim van een lang leven is. Pearl brengt deze waarheid half humoristisch onder woorden door te zeggen: „De beste verzekering voor een lange levensduur is . . . zorgvuldig zijn ouders en grootouders uit te kiezen.”
Het onmiskenbare feit is dat, zoals erkend wordt, de medische pogingen met betrekking tot het verlengen van de levensduur thans vrijwel stilstaan. En nu wordt de verontreiniging van de lucht, het water en het voedsel met de dag dodelijker, zodat het leven verkort dreigt te worden. Naar wie kan men dan opzien voor een lang leven?
Zie op naar de Bron van het leven
Als men naar een lang leven zoekt, is het dan niet redelijk dat men zich tot Degene wendt die de mens in het begin leven heeft gegeven? Alleen de Schepper zou al onze behoeften volkomen kennen en in staat zijn ze te vervullen. De bijbel zegt over hem: „Bij u is de bron van het leven” (Ps. 36:9). „Door hem hebben wij het leven en bewegen wij ons en zijn wij”, zei de apostel Paulus tot de mannen van Athene. — Hand. 17:28.
Is het dan niet logisch eens te gaan zien wat God over het leven te zeggen heeft? Zijn Woord, de bijbel, is de enige bron die een belofte bevat omtrent eeuwig leven op aarde of die een voldoening-schenkende hoop verschaft voor hen die reeds gestorven zijn.
Op dit punt zou de gedachte kunnen opkomen: ’Wij hebben de bijbel nu al eeuwenlang. Maar nog steeds zien wij thans geen mensen die al maar blijven leven.’ Welnu, de bijbel zegt ons: „Voor alles is er een vastgestelde tijd” (Pred. 3:1). Daarin wordt de tijd geïdentificeerd wanneer er levengevende zegeningen tot de gehele gehoorzame mensheid beginnen te stromen. Er wordt in aangetoond dat deze tijd nabij is.
De eerste mens, Adam, onze voorvader, begon een opstandige handelwijze van onafhankelijkheid van God te volgen. Hij besloot zijn eigen weg te gaan. Hij wilde zelf ’kennen’, bepalen en oordelen wat goed en wat slecht was (Gen. 3:5, 22). God heeft de mensen geduldig hun gang laten gaan om met hun „onafhankelijkheid” te experimenteren. Maar nu heeft de mens het hoogtepunt van moeilijkheden bereikt. En nu is het ook de tijd dat God voornemens is een eind te maken aan goddeloosheid en ellende, in dit geslacht, en zulke toestanden op aarde teweeg te brengen dat degenen die dit wensen, voor eeuwig kunnen leven. — Openb. 11:18.
Hoe zal hij dit precies tot stand brengen? Wanneer wij ons tot God en zijn Woord wenden, vernemen wij welke voorziening hij heeft getroffen opdat de mens eeuwig leven kan verwerven.
De noodzaak van een „overeenkomstige losprijs”
Jezus Christus zei dat hij tot de mensenwereld was gekomen opdat de mensen eeuwig leven zouden hebben (Joh. 3:16, 17). Maar hoe kunnen zij eeuwig leven verwerven aangezien de gehele mensheid zonde en de dood van Adam heeft geërfd? Jezus verklaarde: „De Zoon des mensen [is] niet gekomen . . . om gediend te worden, maar om te dienen en zijn ziel te geven als een losprijs in ruil voor velen” (Matth. 20:28). En Jezus’ apostel Paulus zei dat Gods Zoon „zichzelf gegeven heeft als een overeenkomstige losprijs voor allen” (1 Tim. 2:5, 6). Zoals u weet, is een losprijs het middel waarmee mensen uit gevangenschap of slavernij worden losgekocht. Christus Jezus gaf zijn menselijk leven als losprijs om mensen uit slavernij aan zonde en de dood te verlossen (Rom. 5:21). Dat offer verschaft de basis voor het herstellen van de onontbeerlijke juiste verhouding tot God, de Levengever. Maar waarom wordt Jezus’ offer een „overeenkomstige losprijs” genoemd? En hoe brengt het de nodige bevrijding voor de mensheid tot stand?
In het geval van Adams nakomelingen zou niet zo maar elke soort van losprijs gebruikt kunnen worden. Het moest een „overeenkomstige losprijs” zijn. In welk opzicht? Welnu, welk waardevolle bezit verloor Adam voor zichzelf en zijn gehele nageslacht? Menselijke volmaaktheid. De werkelijke losprijs of het werkelijke offer moest derhalve overeenkomen met de volmaakte Adam en menselijke volmaaktheid bezitten. Alleen dan kon de losprijs aan Gods volmaakte gerechtigheid voldoen, die eiste dat gelijk met gelijk, ’ziel voor ziel’, werd vergolden. — Ex. 21:23-25; Deut. 19:21.
Geen enkel dier kon de losprijs betalen, want dieren zijn lager dan de mens. Ze hebben niet dezelfde waarde als de mens, en daarom was het „niet mogelijk dat het bloed van stieren en van bokken zonden [werkelijk] wegneemt”, zoals de bijbel zegt (Hebr. 10:1-4). En geen mens die van Adam afstamde, kon de „overeenkomstige losprijs” betalen. Waarom niet? Omdat zij allen onvolmaakt waren. Zij allen hadden zonde en de dood geërfd. — Rom. 5:12-14; Ps. 49:6-9.
Er was dus een volmaakt mens nodig. God voorzag in deze noodzaak door zelf een enorme prijs te betalen. Jezus zei: „God heeft de wereld zozeer liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven . . . Want God heeft zijn Zoon . . . naar de wereld uitgezonden . . . opdat de wereld door bemiddeling van hem gered zou worden” (Joh. 3:16, 17). Hoe wordt Gods liefde hierdoor vergroot! Want God gaf het leven van zijn Zoon, „de Zoon van zijn liefde”, zijn „eniggeboren Zoon”, om in de losprijs te voorzien. — Kol. 1:13; Rom. 5:6-8.
Hiervoor moest zijn Zoon mens worden, om overeen te komen met de volmaakte Adam. En God bracht dit tot stand door het leven van zijn Zoon vanuit de hemel naar de schoot van de joodse maagd Maria over te brengen (Luk. 1:26-37; Joh. 1:14). Daar Jezus zijn leven niet aan enige menselijke vader die een nakomeling van de zondaar Adam was te danken had, werd Jezus zonder enige overerving van zonde geboren. Hij was als het ware „een onbesmet en onbevlekt lam”, wiens bloed een aanvaardbaar offer kon verschaffen. — 1 Petr. 1:18, 19.
Nieuwe erfenis — het leven — door bemiddeling van Jezus Christus
Wij behoren tot een onvolmaakte familie, met de dood als erfenis. De regel is wetenschappelijk waar bevonden: Kort levende of zieke ouders dragen niet de levenskracht op hun kinderen over die sterke, gezonde ouders kunnen overdragen. Wij hebben een nieuwe erfenis — het leven — nodig. Wij hebben regeneratie nodig. Om die reden nu is Jezus naar de aarde gekomen. Maar hoe past deze nieuwe erfenis in dit beeld?
De bijbelse verklaring omtrent de wijze waarop dit gebeurt, is zowel eenvoudig als diepzinnig — evenals het probleem van de stervende toestand waarin de mensheid zich bevindt eenvoudig onder woorden gebracht kan worden maar zeer moeilijk te overwinnen is. In de eerste plaats dient men te bedenken dat toen Adam zondigde en ter dood werd veroordeeld, heel zijn geslacht of nageslacht zich ongeboren in zijn lendenen bevond en zij dus allen met hem zijn gestorven. (Vergelijk Hebreeën 7:4-19; Romeinen 7:9.) Jezus had als een volmaakt mens, „de laatste Adam”, een potentieel, nog ongeboren geslacht of nageslacht in zijn lendenen. En toen hij als een volmaakt menselijk slachtoffer onschuldig stierf, stierf dit potentiële mensengeslacht met hem. Jezus was vrijwillig geen huwelijk aangegaan en had geen eigen gezin gesticht. Daar Jezus als een kinderloze man stierf, vormde zijn ongeboren menselijk nageslacht terecht een tegenwicht tegen heel het geslacht dat Adam tot nu toe door voortplanting heeft voortgebracht. — 1 Kor. 15:45; vergelijk Romeinen 5:15-17.
Door derhalve zijn menselijk leven te geven, te zamen met de mogelijkheid eigen kinderen te hebben, kocht Jezus Christus „ouderlijke” levensrechten die Adam had verloren. Hij bewaart het „tegoed” voor degenen van Adams familie die er gebruik van wensen te maken.
Om te illustreren hoe hierdoor aan de gerechtigheid wordt voldaan, zouden wij het voorbeeld kunnen gebruiken van een man die gestorven is en een grote schuld op zijn landbezit heeft nagelaten. Zijn kinderen kunnen de schuld niet betalen. Maar een vriend die over voldoende geld beschikt, koopt het landbezit los van de schuldeisers van de gestorven man en verdeelt het vervolgens als erfenis onder degenen die waardige kinderen zijn. In Jezus’ geval betreft het natuurlijk geen landerijen of andere stoffelijke bezittingen die hij loskoopt en aan hen geeft die ze waard zijn, maar leven, volmaakt menselijk leven.
Door de „overeenkomstige losprijs” te verschaffen, kocht Jezus de gehele mensheid die van Adam afstamt los, zodat zij zijn familie konden worden. Hij deed dit door de volle waarde van zijn loskoopoffer in de hemel aan de God van absolute gerechtigheid aan te bieden. Hij is „binnengegaan . . . in de hemel zelf, om nu ten behoeve van [de mensenwereld] voor de persoon van God te verschijnen”. — Hebr. 9:24.
Aldus kan Jezus Christus kinderen op aarde hebben, niet door natuurlijke voortplanting, maar door de loskoping van Adams nageslacht. Dit werd in Messiaanse profetieën voorzegd waarin wordt aangetoond dat Jezus als „Eeuwige Vader” „nageslacht” zal hebben (Jes. 53:10-12; 9:6, 7). Jezus zou geen „Eeuwige Vader” voor zijn aardse kinderen zijn als zij uitstierven. Wil deze titel dus waar zijn met betrekking tot hem, dan zullen de aardse kinderen van wie hij door middel van zijn losprijs vader wordt, de gelegenheid ontvangen voor eeuwig op aarde te leven.
Door geloof in Jezus Christus kunnen de stervende kinderen van de gestorven Adam daarom tot het gezin gaan behoren van een Vader die eeuwig leeft. Deze „Eeuwige Vader” kan hun geest en lichaam vernieuwen met leven en hij kan die levenskracht daarna in hen in stand houden (Rom. 6:23). Ja, door geloof in Jezus Christus kunt u een nieuwe erfenis — het leven — ontvangen. En uit deze gehele regeling spreekt op wonderbaarlijke wijze de wijsheid en rechtvaardigheid van Jehovah God. Hoe dat zo? Doordat hij de weegschaal der gerechtigheid volmaakt in evenwicht brengt terwijl hij terzelfder tijd onverdiende goedheid toont en zonden vergeeft. — Rom. 3:21-26.
Rechtvaardige heerschappij ook door bemiddeling van Jezus Christus
Ten einde voor altijd in geluk op aarde te wonen heeft de mens meer nodig dan het leven als nieuwe erfenis. Hij heeft een nieuwe regering nodig. Hierin heeft God eveneens door bemiddeling van Jezus Christus voorzien. Deze nieuwe regering is Gods koninkrijk. Jezus leerde zijn volgelingen om dit koninkrijk bidden: „Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op aarde.” — Matth. 6:10.
Opdat Gods wil op aarde zal geschieden, moet het huidige samenstel van dingen eindigen. En de bijbel toont aan dat Gods koninkrijk nu binnenkort alle menselijke stelsels die nu zoveel verdriet veroorzaken, te gronde zal richten en zal vervangen (Dan. 2:44). Die tijd van vernietiging wordt door Jezus beschreven als een „grote verdrukking . . . [zoals] er sedert het begin der wereld tot nu toe niet is voorgekomen, en ook niet meer zal voorkomen” (Matth. 24:21). Na de vernietiging van dit gehele goddeloze samenstel zal Gods koninkrijk, dat vanuit de hemel heerschappij uitoefent, alle aangelegenheden op aarde besturen.
Dat hemelse koninkrijk zal de enige regering zijn die de aarde ooit na het einde van dit goddeloze samenstel zal hebben. Het door dit koninkrijk uitgeoefende bestuur zal verreweg superieur zijn aan alles wat mensen ooit hebben ontworpen. Doordat het met gerechtigheid en rechtvaardigheid heerst, zal het werkzaam zijn om allen en niet slechts enkelen zegeningen te schenken.
Welke verzekering hebben wij dat de heerser Jezus Christus nooit corruptie in hoge posities zal toestaan? Omdat hij zijn onderworpenheid aan de Schepper heeft bewezen. En hij heerst niet voor zijn eigen heerlijkheid, maar voor die van God en voor het welzijn van de bevolking der aarde. Over hem staat geschreven dat hij ’rechtvaardigheid liefheeft en wetteloosheid haat’ (Hebr. 1:9). De bijbel spreekt in de volgende bewoordingen over zijn loyaliteit en de verheven positie die hij heeft gekregen:
„Christus Jezus . . . die, alhoewel hij in Gods gedaante bestond, geen gewelddadige inbezitneming heeft overwogen, namelijk om aan God gelijk te zijn. . . . Meer nog, toen hij zich in de hoedanigheid van een mens bevond, heeft hij zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, de dood aan een martelpaal. Juist daarom heeft God hem ook tot een superieure positie verhoogd en hem goedgunstig de naam gegeven die boven elke andere naam is.” — Fil. 2:5-11.
Herscheppingswerk onder het Koninkrijk
Zelfs na het einde van dit samenstel van dingen zullen de overlevenden van de „grote verdrukking” nog steeds een onvolmaakt lichaam hebben. Sommigen zullen het herstel van zieke of ontbrekende organen nodig hebben. Deze gezondmaking van de gehele mensheid zal gedurende de duizendjarige regering van Jezus Christus plaatsvinden. Jezus sprak over deze tijd als „de herschepping, wanneer de Zoon des mensen plaats neemt op zijn glorierijke troon”. — Matth. 19:28; Openb. 20:1-6.
Jezus zal dus vanuit de hemel herscheppingswerk verrichten. Wij herinneren ons dat hij toen hij op aarde was, mensen met elke soort van ziekte genas en lichaamsdelen en -functies herstelde, zoals verdorde handen en het gezichtsvermogen van blindgeborenen. Hij wekte zelfs een man die al vier dagen dood was op. Sommige van zijn genezingswonderen verrichtte hij van een afstand. Zo kan Jezus vanuit de hemel op een volledige wijze hier op aarde herscheppingswerk verrichten. — Mark. 3:1-5; Joh. 9:1-7; 11:38-44.
Geleidelijk zal het mensengeslacht tot volmaaktheid worden gebracht. Het zal tijd kosten om allen die dit wensen tot volmaakt leven te brengen. Hierbij zal nog het werk komen dat erin bestaat de omgeving tot een plaats te maken die geschikt is voor volmaakte mensen, tot een plaats van geneugte.
Ja, de tent van God zal „bij de mensen [zijn], en hij zal bij hen verblijven, en zij zullen zijn volken zijn. En God zelf zal bij hen zijn. En hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan”. De vroegere dingen die gekenmerkt werden door moeilijkheden zullen dan niet op hun plaats schijnen te zijn, net zoals de toekomstige toestanden die in Gods Woord worden beschreven, nu wellicht onwerkelijk schijnen te zijn. — Openb. 21:3, 4.
Eeuwig leven kan dus verworven worden, maar alleen doordat Jezus Christus, de ’Wonderbare Raadgever, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst’, een nieuwe erfenis — het leven — op het stervende geslacht van Adam overdraagt. — Jes. 9:6.
U kunt datgene verwerven wat door de wetenschappelijke schrijver „de beste verzekering voor een lange levensduur” werd genoemd, namelijk een keuze van een nieuwe ouder — de „Eeuwige Vader”, Jezus Christus. Hij kan u werkelijk leven schenken. Die gelegenheid hebt u nu. Maar is er ook iets wat u moet doen om u op eeuwig leven onder zijn heerschappij voor te bereiden?
[Illustratie op blz. 24]
Eeuwig leven onder de huidige omstandigheden klinkt misschien niet aanlokkelijk. Maar eeuwig leven in een Paradijs — zou dat geen grenzeloze vreugde zijn?
[Illustratie op blz. 25]
Zou het niet geweldig zijn, geliefden die uit de dood zijn opgestaan te verwelkomen?