-
„Laat af van toorn”De Wachttoren 1976 | 1 april
-
-
eind te maken aan bittere onenigheid en hevige tegenstand. In hun geval blijken de bijbelse woorden waar te zijn: „Een zacht antwoord keert woede af” (Spr. 15:1). „Wie langzaam tot toorn is, brengt ruzie tot bedaren” (Spr. 15:18). „Een zachte tong — die kan het gebeente breken.” — Spr. 25:15.
Er bestaan beslist gezonde redenen voor om ’af te laten van toorn’. Wij varen er zowel fysiek als geestelijk wel bij. Laten wij er derhalve naar streven anderen niet tot toorn te prikkelen, en laten wij zelf op onze omgang letten, nederigheid aankweken en ervoor blijven zorgen dat wij een redelijke, evenwichtige zienswijze bewaren ten aanzien van hetgeen medemensen misschien zeggen of doen.
-
-
Christelijke grootheid spruit voort uit dienenDe Wachttoren 1976 | 1 april
-
-
Christelijke grootheid spruit voort uit dienen
„Wie onder u groot wil worden, moet uw dienaar zijn.” — Matth. 20:26.
1. Hoe steekt Jezus’ leven af bij dat van veel mensen in deze tijd?
DIENST ligt aan het ware christendom ten grondslag. Toen Gods Zoon op aarde was, zei hij dat hij niet was gekomen „om gediend te worden, maar om te dienen en zijn ziel te geven als een losprijs in ruil voor velen” (Matth. 20:28). Zijn leven steekt duidelijk af bij de zelfzuchtige en eerzuchtige houding van zovelen in deze tijd die ongevoelig zijn ten aanzien van de behoeften van anderen. Door een leven van onzelfzuchtige dienst te leiden, gaf Jezus het volmaakte voorbeeld dat al zijn ware volgelingen behoren na te volgen. Evenals in zijn geval moet ook hun leven door dienst en de geest van geven gekenmerkt worden.
2, 3. (a) Wat is kenmerkend in verband met het Griekse woord voor „dienen” dat in Matthéüs 20:28 wordt gebruikt, wanneer dit wordt vergeleken met andere Griekse woorden die op dienst betrekking hebben? (b) Wat willen wij nu te weten komen?
2 Het met „dienen” vertaalde woord dat de bijbelschrijver Matthéüs gebruikte toen hij Jezus aanhaalde, is van belang voor ons. In het oorspronkelijke Grieks is dit het werkwoord diakonéoo. Er zijn nog andere Griekse werkwoorden die op dienst betrekking hebben, en elk heeft zijn eigen gevoelsnuance of beklemtoont een bepaald aspect van dienst. Eén werkwoord kan de onderworpenheid beklemtonen die bij het dienen als slaaf betrokken is (douleuoo; Kol. 3:24), een ander werkwoord beklemtoont de heiligheid van religieuze dienst (latreuoo; Matth. 4:10) en weer een ander de openbare aard van de verrichte dienst (leitourgéoo; Hand. 13:2). Diakonéoo legt daarentegen de nadruk op de persoonlijke aard van de dienst die voor een ander wordt verricht. Zoals één autoriteit zegt, wordt in dit werkwoord „de opvatting van een liefdedienst krachtiger benaderd”. — Theological Dictionary of the New Testament, Deel II, bladzijde 81.
3 Wat omvat christelijke dienst derhalve? Is deze beperkt tot activiteiten als het prediken van Gods Woord, het maken van anderen tot discipelen of het voorzien in de strikt geestelijke behoeften van degenen in de gemeente? Wat wordt door het
-