Hoofdstuk 17
Kunt u vertrouwen stellen in de bijbel?
1. (a) Welke zienswijze hebben velen ten aanzien van de bijbel, in tegenstelling tot wat de bijbel zelf over zijn inhoud zegt? (b) Welke vraag rijst er?
VELEN bezien de bijbel eenvoudig als een boek dat is geschreven door wijze mannen uit een voorbije tijd. Professor Gerald A. Larue verklaarde: „De zienswijzen van de schrijvers zoals ze in de bijbel tot uitdrukking worden gebracht, weerspiegelen de ideeën, overtuigingen en opvattingen die in hun tijd gangbaar waren, en reiken niet verder dan de kennis reikte die men in die tijd bezat.”1 Toch maakt de bijbel er aanspraak op een boek te zijn dat door God is geïnspireerd (2 Timótheüs 3:16). Indien dit waar is, zou de bijbel beslist vrij moeten zijn van onjuiste zienswijzen die in de tijd waarin de verschillende delen ervan werden geschreven, algemeen waren. Kan de bijbel een onderzoek in het licht van de huidige kennis doorstaan?
2. Hoe is nieuwe informatie vaak van invloed op wat mensen over wetenschappelijke onderwerpen hebben geschreven?
2 Wanneer wij deze vraag gaan beschouwen, is het goed in gedachte te houden dat, naarmate de kennis toeneemt, mensen hun zienswijzen voortdurend moeten aanpassen aan nieuwe informatie en ontdekkingen. In de Scientific Monthly werd eens opgemerkt: „Men mag niet eens verwachten dat artikelen die in sommige gevallen [pas] vijf jaar geleden geschreven zijn, nu nog aanvaard kunnen worden als representatief voor de nieuwste zienswijzen op de terreinen van wetenschap waarover ze handelen.”2 Toch werd de bijbel geschreven en samengesteld gedurende een periode die zo’n 1600 jaar heeft geduurd, terwijl de voltooiing ervan nu al bijna 2000 jaar geleden tot stand kwam. Wat kan er thans over de nauwkeurigheid van de bijbel worden gezegd?
De bijbel en de wetenschap
3. Hoe dachten mensen in de oudheid dat de aarde werd ondersteund, maar wat zegt de bijbel?
3 Toen de bijbel werd geschreven, bestonden er allerlei veronderstellingen omtrent de wijze waarop de aarde in de ruimte werd ondersteund. Sommigen geloofden bijvoorbeeld dat de aarde rustte op vier olifanten die op een grote zeeschildpad stonden. Toch weerspiegelde de bijbel niet de fantastische, onwetenschappelijke ideeën van de tijd waarin hij werd geschreven, maar verklaarde eenvoudig: „[God] spant het noorden uit over de lege ruimte, hangt de aarde op aan niets” (Job 26:7). Ja, meer dan 3000 jaar geleden vermeldde de bijbel correct dat de aarde geen zichtbare ondersteuning heeft, een feit dat in overeenstemming is met de veel later ontdekte wetten van gravitatie en beweging. „Hoe Job de waarheid wist”, merkte een godsdienstgeleerde op, „is een vraag die voor degenen die de inspiratie van de Heilige Schrift ontkennen, niet gemakkelijk op te lossen is.”3
4, 5. (a) Wat hebben mensen eens geloofd omtrent de vorm van de aarde, en waar waren zij dan ook bang voor? (b) Wat zegt de bijbel over de vorm van de aarde?
4 Met betrekking tot de vorm van de aarde zegt The Encyclopedia Americana: „Het vroegst bekende beeld dat mensen van de aarde hadden, was dat ze een vlak, stevig platform was in het midden van het universum. . . . Het idee van een bolvormige aarde werd pas in de Renaissance alom aanvaard.”4 Sommige vroege zeevaarders waren zelfs bang dat zij van de rand van de platte aarde zouden afvallen! Later maakten de komst van het kompas en andere verbeteringen het echter mogelijk langere oceaanreizen te maken. Deze „ontdekkingsreizen”, zo zet een andere encyclopedie uiteen, „toonden aan dat de wereld rond was en niet plat, zoals de meeste mensen hadden geloofd”.5
5 Toch zei de bijbel reeds lang vóór die reizen, ja, ongeveer 2700 jaar geleden: „Er is er Een die woont boven het rond der aarde — waarvan de bewoners als sprinkhanen zijn” (Jesaja 40:22). Het Hebreeuwse woord choegh, dat met „rond” is vertaald, kan ook „bol” betekenen, zoals naslagwerken als Davidsons Analytical Hebrew and Chaldee Lexicon laten zien. Andere vertalingen zeggen derhalve „de globe van de aarde” (Douay Version), en „de ronde aarde” (Moffatt). De bijbel onderging dus niet de invloed van de destijds bestaande onjuiste gedachte van een platte aarde. De bijbel was nauwkeurig.
6. Welke wonderbaarlijke kringloop, waar men in oude tijden over het algemeen geen begrip van had, wordt door de bijbel beschreven?
6 Lang geleden reeds hebben mensen opgemerkt dat de rivieren naar de zeeën en oceanen stromen maar dat deze laatste niet dieper worden. Voordat men ontdekte dat de aarde bolvormig is, geloofden sommigen dat dit kwam doordat er aan de randen van de aarde evenveel water afviel. Later ontdekte men dat de zon miljarden liters water per seconde in de vorm van waterdamp uit de zee „oppompt”. Hierdoor ontstaan wolken, die door de wind boven landgebieden worden gedreven, waar het vocht in de vorm van regen en sneeuw omlaagvalt. Vervolgens komt het water in de rivieren terecht en stroomt weer naar de zee. Hoewel deze wonderbaarlijke kringloop in de oudheid over het algemeen onbekend was, wordt er in de bijbel wel over gesproken: „Alle rivieren stromen naar zee, maar de zee raakt nooit vol. Het water keert terug naar de bron om opnieuw te gaan stromen.” — Prediker 1:7, Groot Nieuws Bijbel.
7, 8. (a) Hoe is de bijbel nauwkeurig gebleken in wat hij over de oorsprong van het universum zegt? (b) Hoe is de reactie van sommige astronomen op deze nieuwere informatie, en waarom?
7 Met betrekking tot de oorsprong van het universum zegt de bijbel: „In het begin schiep God de hemel en de aarde” (Genesis 1:1). Vele geleerden beschouwden dit echter als onwetenschappelijk, omdat volgens hen het universum geen begin heeft gehad. De astronoom Robert Jastrow wijst echter op nieuwere inlichtingen en zet uiteen: „De essentie van de vreemde ontwikkelingen is dat het Universum in zekere zin een begin heeft gehad — dat het op een bepaald moment in de tijd is begonnen.” Jastrow verwijst hier naar de nu algemeen aanvaarde theorie van de Big Bang, de Oerknal, die in hoofdstuk 9 is genoemd. Hij voegt eraan toe: „Nu zien wij hoe het astronomische bewijsmateriaal tot een bijbelse zienswijze omtrent de oorsprong van de wereld leidt. De details verschillen, maar de essentiële elementen in het astronomische en het bijbelse verslag van het ontstaan der dingen zijn hetzelfde.”6
8 Wat was de reactie op deze ontdekkingen? „De astronomen zijn merkwaardig verontrust”, schrijft Jastrow. „Hun reacties vormen een interessante demonstratie van de wijze waarop de wetenschappelijke geest — zogenaamd een zeer objectieve geest — reageert wanneer bewijsmateriaal dat door de wetenschap zelf is ontdekt, in conflict komt met de geloofsartikelen van ons vak. Het komt erop neer dat de geleerde net zo reageert als wij allemaal, wanneer onze geloofsovertuiging in strijd is met het bewijsmateriaal. Wij worden geïrriteerd, wij beweren dat het conflict niet bestaat, of wij verdoezelen het met nietszeggende frasen.”7 Maar het feit blijft dat hoewel ’door de wetenschap ontdekt bewijsmateriaal’ niet overeenstemde met wat geleerden lang hebben geloofd omtrent de oorsprong van het universum, het wel bevestigde wat duizenden jaren geleden in de bijbel werd geschreven.
9, 10. (a) Wat zegt de bijbel over een grote vloed? (b) Welke bewijzen tonen thans aan dat hetgeen de bijbel zegt, waar is?
9 In de dagen van Noach, zo zegt de bijbel, bedekte een grote vloed de hoogste bergen van de aarde en vernietigde alle menselijk leven buiten de enorme ark die Noach had gebouwd (Genesis 7:1-24). Velen hebben dit verslag bespot. Toch zijn er op hoge bergen zeeschelpen gevonden. En verdere bewijzen dat er in het niet al te verre verleden een vloed van enorme afmetingen heeft plaatsgevonden, worden geleverd door het grote aantal fossielen en karkassen die in bevroren modder zijn bewaard. The Saturday Evening Post merkte op: „Vele van deze dieren waren volkomen vers, volledig en onbeschadigd, en nog steeds rechtop staand of op zijn minst knielend. . . . Zie hier een beeld dat — voor onze vroegere zienswijze — werkelijk schokkend is. Grote kudden enorme, weldoorvoede beesten, niet specifiek aan extreme kou aangepast, vreedzaam grazend op zonnige weiden . . . Plotseling werden ze zonder enig zichtbaar teken van geweld en voordat ze een laatste hap voedsel ook maar konden doorslikken, allemaal gedood en vervolgens zo snel ingevroren dat elke cel van hun lichaam perfect bewaard is gebleven.”8
10 Dit is in overeenstemming met wat er tijdens de grote Vloed gebeurde. De bijbel beschrijft het in de volgende woorden: ’Alle bronnen van de grote waterdiepte werden opengebroken en de sluizen van de hemel werden geopend.’ De wateren van de stortvloed ’stegen boven de aarde’, en dit ging in de poolstreken ongetwijfeld vergezeld van ijzige winden (Genesis 1:6-8; 7:11, 19). Daar zou de temperatuurverandering het snelst en het meest drastisch zijn. Dieren van verscheidene soorten werden aldus verzwolgen en bleven bewaard in de bevroren modder. Een ervan is misschien de mammoet geweest die door opgravers in Siberië is ontdekt en die op bijgaande illustratie te zien is. Er bevond zich nog plantaardig voedsel in zijn bek en maag, en zijn vlees was zelfs nog eetbaar toen het was ontdooid.
11. Welke andere bijbelse inlichtingen worden door toegenomen kennis bevestigd, en tot welke conclusie heeft dit sommige geleerden zelfs gebracht?
11 Hoe nauwkeuriger de bijbel wordt onderzocht, hoe verbazingwekkender de opmerkelijke nauwkeurigheid ervan is. Zoals op bladzijde 36 en 37 van dit boek is opgemerkt, verschaft de bijbel de scheppingsfasen precies in de volgorde die thans door de wetenschap wordt bevestigd — een feit dat moeilijk te verklaren zou zijn indien de bijbel van louter menselijke oorsprong was. Dit is nog een voorbeeld van de vele details in de bijbel die door toenemende kennis zijn bevestigd. Terecht zei een van de grootste geleerden aller tijden, Isaac Newton: „Geen enkele wetenschap wordt beter gestaafd dan de religie van de bijbel.”9
De bijbel en de gezondheid
12. Hoe heeft een arts algemeen voorkomende bijgelovige ideeën met betrekking tot de gezondheid tegenover de verklaringen in de bijbel gesteld?
12 Door de eeuwen heen heeft er grote onwetendheid bestaan op het gebied van de gezondheid. Een arts merkte zelfs op: „Vele bijgelovige ideeën worden nog steeds door grote aantallen mensen geloofd, zoals bijvoorbeeld dat een wilde kastanje in de zak reumatiek voorkomt; dat het vastpakken van padden wratten veroorzaakt; dat het dragen van een rode flanellen doek om de hals keelpijn geneest” en nog andere. Toch legde hij uit: „Zulke beweringen vindt men niet in de bijbel. Dat is op zich al opmerkelijk.”10
13. Welke gevaarlijke medische behandeling werd door de oude Egyptenaren voorgeschreven?
13 Ook opmerkelijk is het om de gevaarlijke medische behandelingen die in het verleden werden toegepast, te vergelijken met wat de bijbel zegt. De papyrus Ebers bijvoorbeeld, een medisch geschrift van de oude Egyptenaren, schreef het gebruik van uitwerpselen voor om verschillende aandoeningen te behandelen. Er werd gezegd dat menselijke uitwerpselen, vermengd met verse melk, als een papje toegepast moesten worden bij wonden waar de korst al vanaf was. En een remedie om splinters uit te trekken luidde: „Wormebloed, koken en in olie fijnmaken; mol, doden, koken en in olie drenken; ezelmest, met verse melk vermengen. Op de opening aanbrengen.”11 Zo’n behandeling kan, zo weet men nu, tot ernstige infecties leiden.
14. Wat zegt de bijbel over het zich ontdoen van uitwerpselen, en hoe is dit een bescherming geweest?
14 Wat zegt de bijbel over uitwerpselen? Er werd het volgende voorgeschreven: „Wanneer gij buiten neerhurkt, dan moet gij [met een graafwerktuig] een gat graven en u omkeren en uw uitwerpselen bedekken” (Deuteronomium 23:13). Er was dus geen sprake van dat de bijbel uitwerpselen bij een medische behandeling zou voorschrijven. In plaats daarvan stonden er in de bijbel richtlijnen om zich op een veilige manier van uitwerpselen te ontdoen. Tot aan de huidige eeuw zag men er in het algemeen geen gevaar in om uitwerpselen onbedekt te laten zodat er vliegen bij konden komen. Dit had de verbreiding van ernstige, door vliegen overgebrachte ziekten en de dood van veel mensen tot gevolg. Toch stond de eenvoudige remedie al die tijd in de bijbel opgetekend, en ze werd al meer dan 3000 jaar geleden door de Israëlieten opgevolgd.
15. Welke gewoonte die veel sterfgevallen heeft veroorzaakt, zou men in de medische wereld hebben vermeden als men de bijbelse raad had gevolgd ten aanzien van het aanraken van doden?
15 Nog in de vorige eeuw zagen artsen er geen kwaad in om zich rechtstreeks van een lijk op de snijtafel naar een onderzoek op de kraamafdeling te begeven, zonder zelfs maar hun handen te wassen. Op die manier werden smetstoffen van de doden overgebracht op de levenden en stierven nog vele anderen. Zelfs toen de belangrijkheid van het wassen van de handen werd aangetoond, verzetten velen in de medische wereld zich tegen zulke hygiënische maatregelen. Ongetwijfeld zonder het zelf te weten, verwierpen zij de wijsheid van de bijbel, want de wet die Jehovah de Israëlieten gaf, schreef voor dat een ieder die een dode aanraakte, onrein werd en zichzelf en zijn kleren moest wassen. — Numeri 19:11-22.
16. Hoe blijkt uit het gebod dat de besnijdenis op de achtste dag verricht moest worden, een wijsheid die menselijke kennis te boven ging?
16 Als teken van een verbond met Abraham zei Jehovah God: „Al wat manlijk onder u is, acht dagen oud, moet besneden worden.” Later werd dit vereiste tegenover de natie Israël herhaald (Genesis 17:12; Leviticus 12:2, 3). Er werd niet uitgelegd waarom hier speciaal de achtste dag werd genoemd, maar thans begrijpen wij dat wel. Door medische onderzoekingen heeft men ontdekt dat dan pas het voor het stollen van het bloed zo belangrijke vitamine K in voldoende mate aanwezig is. Een andere stollingsfactor, protrombine, schijnt op de achtste dag overvloediger aanwezig te zijn dan op enig ander moment in het leven van het kind. Op grond van deze gegevens concludeerde een arts, S. I. McMillen: „De volmaakte dag voor een besnijdenis is de achtste dag.”12 Was dit louter toeval? Geenszins. Deze kennis werd overgedragen door een God die dat wist.
17. Wat is nog een ontdekking van de wetenschap waardoor de bijbel wordt gestaafd?
17 Nog iets wat de moderne wetenschap heeft ontdekt, is de sterke mate waarin geesteshouding en emoties van invloed zijn op de gezondheid. In een encyclopedie wordt verklaard: „Sinds 1940 is steeds duidelijker geworden dat de fysiologische functie van organen en de orgaanstelsels nauw verband houden met de geestestoestand van het individu, en dat er zelfs weefselveranderingen kunnen optreden in een orgaan dat op deze wijze wordt beïnvloed.”13 Naar deze nauwe samenhang tussen onze geest en onze fysieke gezondheid werd echter reeds lang geleden in de bijbel verwezen. Daar staat bijvoorbeeld: „Een kalm hart is het leven van het vleselijke organisme, maar jaloezie is verrotting voor de beenderen.” — Spreuken 14:30; 17:22.
18. Welke richtlijnen geeft de bijbel als een hulp om schadelijke emoties te laten varen, en hoe wordt het betonen van liefde beklemtoond?
18 Daarom zegt de bijbel dat wij schadelijke emoties en gedachten moeten laten varen. „Laten wij betamelijk wandelen,” zo raadt de bijbel aan, „niet in twist en jaloezie.” Er wordt ook de raad gegeven: „Alle kwaadaardige bitterheid en toorn en gramschap en geschreeuw en schimpend gepraat worde uit uw midden weggenomen, evenals alle slechtheid. Maar wordt vriendelijk jegens elkaar, teder mededogend” (Romeinen 13:13; Efeziërs 4:31, 32). De bijbel beveelt vooral liefde aan. Er staat: „Bekleedt u bij al deze dingen . . . met liefde.” Jezus Christus, de grootste voorstander van liefde, zei tot zijn discipelen: „Ik geef u een nieuw gebod, dat gij elkaar liefhebt; net zoals ik u heb liefgehad.” In zijn Bergrede zei hij zelfs: „Blijft uw vijanden liefhebben” (Kolossenzen 3:12-15; Johannes 13:34; Matthéüs 5:44). Velen drijven hier wellicht de spot mee en bestempelen het als zwakheid, maar zij betalen daar een prijs voor. De wetenschap heeft geleerd dat gebrek aan liefde een belangrijke rol speelt bij vele geestesziekten en andere problemen.
19. Wat heeft de hedendaagse wetenschap ontdekt in verband met liefde?
19 In het Britse medische tijdschrift Lancet werd eens opgemerkt: „Verreweg de belangrijkste ontdekking van de psychiatrie is de kracht die liefde bezit om de geest te beschermen en te herstellen.”14 Dr. Hans Selye, een bekende deskundige op het gebied van stress, zei insgelijks: „Het is niet de gehate persoon of de frustraties veroorzakende baas die last krijgt van een maagzweer, hoge bloeddruk en een hartkwaal. Het is degene die haat of degene die toelaat dat hij gefrustreerd raakt. ’Heb uw naaste lief’ is een van de verstandigste medische adviezen die ooit zijn gegeven.”15
20. Hoe heeft een arts Christus’ onderwijzingen in de Bergrede vergeleken met psychiatrische adviezen?
20 Ja, de wijsheid van de bijbel is de hedendaagse ontdekkingen ver vooruit. Het is zoals een psychiater, James T. Fisher, eens schreef: „Indien u het totaal zou nemen van alle gezaghebbende artikelen die ooit door de bekwaamste psychologen en psychiaters over het onderwerp geestelijke hygiëne zijn geschreven — indien u ze zou combineren en verfijnen, en alle overbodige woorden zou weglaten — indien u alleen de essentiële dingen zou overlaten, en indien u deze onvervalste stukjes wetenschappelijke kennis door de bekwaamste van de levende dichters beknopt onder woorden zou laten brengen, zou u een onbeholpen en onvolledige samenvatting van de Bergrede hebben.”16
De bijbel en de geschiedenis
21. Hoe bezagen critici ongeveer honderd jaar geleden de historische waarde van de bijbel?
21 Nadat Darwin zijn evolutietheorie had gepubliceerd, werd het bijbelse geschiedkundige verslag van alle kanten aangevallen. De archeoloog Leonard Woolley legde uit: „Tegen het einde van de negentiende eeuw verscheen er een extreme school van critici die klaarstonden om de historische basis van praktisch alles wat in de beginboeken van het Oude Testament wordt verteld, te loochenen.”17 Ja, sommige critici beweerden zelfs dat pas in Salomo’s tijd of nog later de schrijfkunst algemeen werd; en dat men zich daarom niet op de vroege bijbelse verslagen zou kunnen verlaten, aangezien ze pas eeuwen nadat de gebeurtenissen hadden plaatsgevonden, werden opgetekend. Een van de aanhangers van deze theorie zei in 1892: „De tijd waarover de pre-Mozaïsche verhalen handelen, is een genoegzaam bewijs van hun legendarische karakter. In die tijd had men nog totaal geen kennis van de schrijfkunst.”18
22. Wat is men te weten gekomen omtrent de vraag of volken in de oudheid konden schrijven?
22 In recente tijden heeft zich echter een grote hoeveelheid archeologisch bewijsmateriaal opgehoopt waardoor wordt aangetoond dat men reeds lang vóór de tijd van Mozes de schrijfkunst machtig was. „Wij moeten opnieuw beklemtonen”, legde de archeoloog William Foxwell Albright uit, „dat het alfabetische Hebreeuwse schrift vanaf het Patriarchale Tijdperk in Kanaän en naburige districten werd gebruikt, en dat de snelheid waarmee de vorm van letters veranderde, een duidelijk bewijs is van veelvuldig gebruik.”19 En een andere vooraanstaande historicus en opgraver merkte op: „Dat men ooit de vraag heeft opgeworpen of Mozes wel kon schrijven, komt ons nu absurd voor.”20
23. Wat werd in verband met koning Sargon ontdekt, en welke herziening van opvattingen was daar het gevolg van?
23 Steeds opnieuw is het geschiedkundige verslag van de bijbel door het ontdekken van nieuwe informatie gestaafd. De Assyrische koning Sargon bijvoorbeeld was lange tijd alleen bekend uit het bijbelverslag in Jesaja 20:1. In de eerste helft van de vorige eeuw beschouwden critici deze bijbelse verwijzing naar hem dan ook als van geen enkele historische waarde. Toen brachten opgravingen de ruïnes van Sargons prachtige paleis in Chorsabad aan het licht, alsook vele inscripties die betrekking hadden op zijn heerschappij. Als gevolg daarvan is Sargon thans een van de bekendste Assyrische koningen. De Israëlische historicus Moshe Pearlman schreef: „Plotseling begonnen sceptici die zelfs aan de authenticiteit van de geschiedkundige gedeelten van het Oude Testament hadden getwijfeld, hun opvattingen te herzien.”21
24. Hoe nauwkeurig komt een Assyrisch verslag van Sargon overeen met het bijbelse verslag over de verovering van Samária?
24 Een van Sargons inscripties vertelt over een episode die voordien alleen uit de bijbel bekend was. Ze luidt: „Ik belegerde en veroverde Samaria, leidde als buit 27.290 inwoners ervan weg.”22 Het parallelle bijbelverslag in 2 Koningen 17:6 luidt: „In het negende jaar van Hosea nam de koning van Assyrië Samária in, waarna hij Israël in ballingschap voerde.” Pearlman zei over de frappante gelijkenis tussen deze twee verslagen: „Hier waren nu twee verslagen in de annalen van de veroveraar en van de overwonnenen, het ene bijna een spiegelbeeld van het andere.”23
25. Waarom moeten wij niet verwachten dat bijbelse en wereldlijke verslagen in alle opzichten overeenstemmen?
25 Moeten wij dan verwachten dat bijbelse en wereldlijke verslagen in elk detail overeenstemmen? Nee, zoals Pearlman opmerkt: „Dit soort van identieke ’oorlogsverslaggeving’ van beide zijden was in de oudheid in het Midden-Oosten ongebruikelijk (en tegenwoordig is dat af en toe nog zo). Het kwam alleen voor wanneer de landen die een conflict met elkaar hadden, Israël en een van zijn buurlanden waren, en alleen wanneer Israël werd verslagen. Wanneer Israël won, verscheen er in de kronieken van de vijand geen verslag van de nederlaag.”24 (Wij cursiveren.) Het wekt derhalve geen verbazing dat de Assyrische verslagen over de militaire veldtocht tegen Israël die door Sargons zoon, Sanherib, werd ondernomen, een grote leemte vertonen. En welke is dat?
26. Hoe laten de verslagen van Sanherib en van de bijbel in verband met Sanheribs militaire expeditie in Israël zich met elkaar vergelijken?
26 Er zijn muurreliëfs van koning Sanheribs paleis ontdekt waarop taferelen van zijn krijgsexpeditie in Israël staan afgebeeld, en er zijn ook geschreven verslagen van gevonden. Eén verslag op een kleiprisma luidt: „Wat Hizkia, de jood, betreft, hij onderwierp zich niet aan mijn juk, ik belegerde 46 van zijn sterke steden . . . Hemzelf maakte ik tot een gevangene in Jeruzalem, zijn koninklijke residentie, als een vogel in een kooi. . . . Ik verminderde zijn land, maar verhoogde toch de schatting en de katrû-geschenken die hij mij (als zijn) opperheer (verschuldigd was).”25 Sanheribs versie komt dus met de bijbel overeen waar het Assyrische overwinningen betreft. Maar zoals men kan verwachten, maakt hij geen melding van het feit dat hij Jeruzalem niet heeft kunnen veroveren en dat hij gedwongen was naar huis terug te keren omdat 185.000 van zijn soldaten in één nacht waren gedood. — 2 Koningen 18:13–19:36; Jesaja 36:1–37:37.
27. Hoe laat het bijbelse verslag omtrent de moord op Sanherib zich vergelijken met wat oude wereldlijke verslagen erover zeggen?
27 Laten wij de moord op Sanherib eens beschouwen, en wat een recente ontdekking daarover onthult. De bijbel zegt dat twee van zijn zonen, Adrammelech en Sarezer, Sanherib hebben gedood (2 Koningen 19:36, 37). Toch noemen zowel het verslag dat aan de Babylonische koning Nabonidus wordt toegeschreven, als dat van de Babylonische priester Berossus uit de derde eeuw v.G.T. slechts één zoon in verband met de moord. Welk verslag was juist? De historicus Philip Biberfeld schreef in een commentaar op de recentere ontdekking van een fragmentarisch prisma van Esarhaddon, Sanheribs zoon die hem als koning opvolgde: „Alleen het bijbelse verslag bleek correct te zijn. Het werd in alle kleinere details door de inscriptie van Esarhaddon bevestigd en bleek nauwkeuriger met betrekking tot deze gebeurtenis in de Babylonisch-Assyrische geschiedenis dan de Babylonische bronnen zelf. Dit feit is van uitermate groot belang voor de vraag hoeveel waarde er toegekend kan worden aan bronnen — al dateren ze uit dezelfde tijd als de gebeurtenis in kwestie — die niet overeenstemmen met de bijbelse overlevering.”26
28. Hoe is de bijbel ten aanzien van Belsazar in het gelijk gesteld?
28 Eens verschilden alle bekende oude bronnen ook met de bijbel ten aanzien van Belsazar. De bijbel zegt dat Belsazar de koning van Babylon was toen dit rijk viel (Daniël 5:1-31). Wereldse geschriften maakten echter helemaal geen melding van Belsazar en zeiden dat Nabonidus destijds koning was. Critici beweerden derhalve dat Belsazar nooit had bestaan. In recentere jaren zijn er echter oude geschriften gevonden die Belsazar identificeerden als een zoon van Nabonidus en diens mederegent in Babylon. Het is kennelijk om deze reden dat de bijbel zegt dat Belsazar aanbood om Daniël tot de „derde heerser in het koninkrijk” te maken, aangezien Belsazar zelf de tweede heerser was (Daniël 5:16, 29). In een vergelijking van het bijbelboek Daniël met andere oude geschriften zei professor R. P. Dougherty van de Yale University dan ook: „Het schriftuurlijke verslag kan als uitmuntend geïnterpreteerd worden omdat het de naam Belsazar gebruikt, omdat het koninklijke macht aan Belsazar toeschrijft, en omdat het erkent dat er een dubbele heerschappij in het koninkrijk bestond.”27
29. Welke bevestiging is ontdekt met betrekking tot datgene wat de bijbel over Pontius Pilatus zegt?
29 Nog een voorbeeld van een ontdekking die de historiciteit van een in de bijbel genoemde persoon bevestigt, wordt gegeven door Michael J. Howard, die in 1979 deelnam aan opgravingen in Cesaréa (Israël). „Gedurende 1900 jaar”, schreef hij, „bestond Pilatus alleen op de bladzijden van de Evangeliën en in de vage herinneringen van Romeinse en joodse geschiedschrijvers. Er was bijna niets over zijn leven bekend. Sommigen zeiden dat hij zelfs nooit had bestaan. Maar in 1961 was er een Italiaanse archeologische expeditie aan het werk in de ruïnes van het oude Romeinse theater in Cesaréa. Een werker keerde een steen om die voor een van de trappen was gebruikt. Op de achterkant bevond zich de volgende, gedeeltelijk onduidelijk geworden inscriptie in het Latijn: ’Caesariensibus Tiberium Pontius Pilatus Praefectus Iudaeae.’ (Aan de mensen van Cesaréa Tiberium Pontius Pilatus Prefect van Judéa.) Het was een fatale klap voor de twijfels aan het bestaan van Pilatus. . . . Voor het eerst was er een uit dezelfde tijd daterende inscriptie als bewijs van het leven van de man die opdracht gaf tot de kruisiging van Christus.”28 — Johannes 19:13-16; Handelingen 4:27.
30. Wat is er in verband met het gebruik van de kameel ontdekt, waardoor het bijbelse verslag wordt gestaafd?
30 Door hedendaagse ontdekkingen kunnen zelfs relatief onbelangrijke details van oude bijbelse verslagen met bewijzen worden gestaafd. In 1964 schreef Werner Keller, daarmee de bijbel tegensprekend, dat kamelen niet vroeg in de geschiedenis gedomesticeerd werden en dat derhalve het tafereel waarin „wij voor het eerst Rebekka ontmoeten in haar geboortestad Nahor, een verandering van requisieten moet ondergaan. De ’kamelen’ die aan haar toekomstige schoonvader, Abraham, toebehoorden, en die zij bij de bron drenkte, waren — ezels”29 (Genesis 24:10). In 1978 wees de Israëlische militaire leider en archeoloog Mosje Dajan echter op bewijzen dat kamelen in die vroege tijden „als transportmiddel dienden”, en dat derhalve het bijbelverslag nauwkeurig is. „Op een reliëf uit de achttiende eeuw v. Chr. dat in Byblos in Fenicië is gevonden, staat een knielende kameel afgebeeld”, legde Dajan uit. „En op rolzegels uit de patriarchale periode, die onlangs in Mesopotamië zijn ontdekt, zijn kameelrijders te zien.”30
31. Welke verdere bewijzen zijn er dat de bijbel historisch nauwkeurig is?
31 Bewijzen dat de bijbel historisch nauwkeurig is, hebben zich onweerlegbaar opgestapeld. Het is waar dat er van de ramp die Egypte bij de Rode Zee overkwam en van andere soortgelijke nederlagen geen wereldlijke verslagen zijn gevonden, maar dit is niet verwonderlijk aangezien regeerders niet de gewoonte hadden hun nederlagen op te tekenen. Wel is op de tempelmuren van Karnak in Egypte het verslag ontdekt van Farao Sisaks succesvolle invasie van Juda tijdens de regering van Salomo’s zoon Rehábeam. De bijbel vertelt hierover in Eén Koningen 14:25, 26. Bovendien is, opgetekend op de zogenoemde Moabitische Steen, de versie ontdekt die de Moabitische koning Mesa geeft van zijn opstand tegen Israël. Het verslag is ook in de bijbel te lezen, en wel in Twee Koningen 3:4-27.
32. Wat kunnen bezoekers van musea thans zien waardoor bijbelverslagen worden bevestigd?
32 Bezoekers van musea in vele delen van de wereld kunnen daar muurreliëfs, inscripties en beelden zien die een bevestiging vormen van bijbelverslagen. Koningen van Juda en Israël, zoals Hizkía, Manasse, Omri, Achab, Pekah, Menahem en Hosea, komen voor in spijkerschriftverslagen van Assyrische heersers. Op de zwarte obelisk van Salmanassar is te zien hoe koning Jehu of een van zijn afgezanten schatting betaalt. Het decor van het Perzische paleis te Susan, zoals de bijbelse personen Mordechaï en Esther het hebben gekend, is herschapen en kan bezichtigd worden. Museumbezoekers kunnen ook standbeelden zien van de oude Romeinse keizers Augustus, Tiberius en Claudius, die in bijbelverslagen voorkomen (Lukas 2:1; 3:1; Handelingen 11:28; 18:2). Er is zelfs een zilveren denarius gevonden met de beeltenis van Tiberius Caesar erop — een munt waar Jezus om vroeg toen hij over de kwestie van belastingen sprak. — Matthéüs 22:19-21.
33. Hoe verschaffen het land Israël en zijn kenmerken een bewijs dat de bijbel nauwkeurig is?
33 Een hedendaagse bezoeker van Israël die bekend is met de bijbel, moet wel onder de indruk komen van de grote nauwkeurigheid waarmee de bijbel het land en zijn kenmerken beschrijft. Dr. Zeʼev Shremer, leider van een geologische expeditie op het Sinaï-schiereiland, heeft eens gezegd: „Wij hebben natuurlijk onze eigen landkaarten en geodetische opmetingen, maar waar de bijbel en de kaarten elkaar tegenspreken, kiezen wij voor Het Boek.”31 Als voorbeeld van het feit hoe men persoonlijk de geschiedenis die in de bijbel staat opgetekend, kan ervaren: Vandaag de dag kan men in Jeruzalem door een 533 meter lange tunnel lopen die meer dan 2700 jaar geleden in massieve rots werd uitgehouwen. Hij werd gemaakt om de watervoorziening van de stad zeker te stellen door water van de verborgen bron Gihon buiten de stadsmuren naar de vijver van Silóam binnen de stad te voeren. De bijbel legt uit dat Hizkía deze tunnel liet aanleggen ten behoeve van de watervoorziening van de stad toen hij zich voorbereidde op de ophanden zijnde belegering door Sanherib. — 2 Koningen 20:20; 2 Kronieken 32:30.
34. Wat hebben enkele gerespecteerde geleerden over de nauwkeurigheid van de bijbel gezegd?
34 Dit zijn slechts een paar voorbeelden die illustreren waarom het onverstandig is de nauwkeurigheid van de bijbel te onderschatten. Er zijn nog veel en veel meer voorbeelden. Twijfel aan de betrouwbaarheid van de bijbel is derhalve meestal niet gebaseerd op wat de bijbel zegt of op deugdelijke bewijzen, maar veeleer op verkeerde informatie of onwetendheid. Frederic Kenyon, de voormalige directeur van het British Museum, schreef: „De archeologie heeft haar laatste woord nog niet gesproken; maar de reeds bereikte resultaten bevestigen wat het geloof ons al ingeeft, namelijk dat de bijbel alleen maar baat kan hebben bij het toenemen van kennis.”32 En de bekende archeoloog Nelson Glueck zei: „Er kan categorisch worden gezegd dat geen enkele archeologische ontdekking ooit een bijbelse verwijzing heeft tegengesproken. Er zijn talloze archeologische ontdekkingen gedaan die in grote lijnen of in precieze details de geschiedkundige uitspraken van de bijbel bevestigen.”33
Eerlijkheid en harmonie
35, 36. (a) Welke persoonlijke tekortkomingen hebben verscheidene bijbelschrijvers toegegeven? (b) Waarom zet de eerlijkheid van deze schrijvers kracht bij aan hun bewering dat de bijbel van God afkomstig is?
35 Nog iets wat de bijbel als van God afkomstig identificeert, is de eerlijkheid van de schrijvers. Het gaat tegen de onvolmaakte menselijke aard in om vergissingen of fouten toe te geven, vooral in geschrifte. De meeste oude schrijvers tekenden alleen hun successen en deugden op. Toch schreef Mozes dat hij ’plichtvergeten had gehandeld’ en Israël niet het Beloofde Land mocht binnenleiden (Deuteronomium 32:50-52; Numeri 20:1-13). Jona vertelt zelf hoe eigenzinnig hij was (Jona 1:1-3; 4:1). Paulus erkende dat hij vroeger verkeerd had gehandeld (Handelingen 22:19, 20; Titus 3:3). En Matthéüs, een apostel van Christus, schreef dat de apostelen soms van kleingelovigheid blijk gaven, graag op de voorgrond traden, en Jezus bij zijn arrestatie zelfs in de steek lieten. — Matthéüs 17:18-20; 18:1-6; 20:20-28; 26:56.
36 Indien bijbelschrijvers iets zouden willen vervalsen, zou het dan niet de ongunstige informatie over henzelf zijn? Het ligt niet voor de hand dat zij hun eigen tekortkomingen zouden onthullen en vervolgens over andere dingen valse beweringen doen, vindt u wel? De eerlijkheid van de bijbelschrijvers zet dus kracht bij aan hun bewering dat zij bij het schrijven door God werden geleid. — 2 Timótheüs 3:16.
37. Waarom vormt de innerlijke harmonie van de bijbel zo’n krachtig bewijs dat hij door God geïnspireerd is?
37 Ook de innerlijke harmonie rond een centraal thema getuigt van het feit dat de bijbel een Goddelijke Auteur heeft. Het is gemakkelijk gezegd dat de 66 boeken van de bijbel gedurende een periode van 16 eeuwen door zo’n 40 verschillende schrijvers zijn geschreven. Maar overdenk eens hoe opmerkelijk dat eigenlijk is! Laten wij eens aannemen dat men in de tijd van het Romeinse Rijk een boek begon te schrijven, dat het schrijven voortgang vond tijdens de periode van de monarchieën, ja doorging tot in de tijd van de huidige republieken, en dat de schrijvers mensen van zeer uiteenlopende achtergrond waren, zoals soldaten, koningen, priesters, vissers, en zelfs een veehoeder en een arts. Zou u verwachten dat elk deel van dat boek één en hetzelfde thema zou volgen? Toch werd de bijbel gedurende een dergelijke tijdsperiode geschreven, onder verschillende politieke regimes, en door mensen uit alle bovengenoemde categorieën. En alle delen van de bijbel zijn in harmonie met elkaar. De fundamentele boodschap ervan heeft van begin tot eind dezelfde strekking. Verleent dit geen kracht aan de verklaring van de bijbel dat deze „mensen . . . van Godswege [hebben] gesproken zoals zij door heilige geest werden meegevoerd”? — 2 Petrus 1:20, 21.
38. Wat moet iemand doen om vertrouwen te kunnen stellen in de bijbel?
38 Kunt u vertrouwen stellen in de bijbel? Indien u werkelijk onderzoekt wat de bijbel zegt, en niet eenvoudig accepteert wat anderen beweren dat erin staat, zult u beslist redenen vinden om er vertrouwen in te stellen. Toch bestaan er nog krachtiger bewijzen dat de bijbel inderdaad door God geïnspireerd is. Dat is het onderwerp van het volgende hoofdstuk.
[Inzet op blz. 202]
„Het astronomische en het bijbelse verslag van het ontstaan der dingen zijn hetzelfde”
[Inzet op blz. 204]
De bijbel is opmerkelijk vrij van bijgelovige uitingen
[Inzet op blz. 206]
De bijbel verwees reeds lang geleden naar de nauwe samenhang tussen onze geest en onze fysieke gezondheid
[Inzet op blz. 215]
Het gaat tegen de menselijke aard in om vergissingen of fouten toe te geven, vooral in geschrifte
[Inzet op blz. 215]
Alle delen van de bijbel zijn in harmonie met elkaar
[Diagram op blz. 201]
Deze waterkringloop, in oude tijden over het algemeen onbekend, wordt beschreven in de bijbel
[Illustratie op blz. 200]
Zo dachten sommigen in de oudheid dat de aarde werd ondersteund
[Illustratie op blz. 203]
Diepgevroren mammoet, opgegraven in Siberië. Na duizenden jaren bevond er zich nog steeds plantaardig voedsel in zijn bek en maag, en zijn vlees was eetbaar toen het was ontdooid
[Illustratie op blz. 205]
Nog in de vorige eeuw wasten artsen niet altijd hun handen na een dode te hebben aangeraakt, met als gevolg weer nieuwe sterfgevallen
MORTUARIUM
KRAAMAFDELING
[Illustratie op blz. 207]
De nadruk die de bijbel op liefde legt, is in overeenstemming met goede medische raad
[Illustratie op blz. 209]
Een kalkstenen reliëf van koning Sargon, die lange tijd alleen uit het bijbelse verslag bekend was
[Illustraties op blz. 210]
Een muurreliëf van koning Sanheribs paleis in Ninevé, waarop te zien is hoe hij buit uit de Judese stad Lachis in ontvangst neemt
Dit kleiprisma van koning Sanherib beschrijft zijn militaire expeditie in Israël
[Illustraties op blz. 211]
Het overwinningsmonument van Esarhaddon, de zoon van Sanherib, vormt een aanvulling op 2 Koningen 19:37: „En zijn zoon Esarhaddon begon in zijn plaats te regeren”
Deze inscriptie, gevonden in Cesaréa, bevestigt dat Pontius Pilatus bestuurder van Judéa was
[Illustraties op blz. 212]
Dit muurreliëf bevestigt het bijbelse verslag omtrent Sisaks verovering van Juda
De Moabitische Steen maakt melding van de opstand van Moabs koning Mesa tegen Israël, die in de bijbel beschreven staat
[Illustraties op blz. 213]
Koning Jehu, of een afgezant, betaalt schatting aan koning Salmanassar III
Marmeren borstbeeld van Augustus, de keizer in de tijd dat Jezus Christus werd geboren
Zilveren denarius met inscriptie van Tiberius Caesar, de munt waar Christus om vroeg
[Illustratie op blz. 214]
Inwendige van de tunnel die koning Hizkía liet uithouwen om Jeruzalem tijdens de Assyrische belegering van water te voorzien