-
„Vrede onder mensen van goede wil” of Armageddon — Welke van de twee?De Wachttoren 1965 | 1 januari
-
-
De met schapen te vergelijken personen willen hun liefde voor de Koning tonen door zijn geestelijke broeders goed te doen. Zij weten dat zij dit in het bijzonder kunnen doen door Christus’ geestelijke broeders te helpen het Koninkrijksgetuigenis te volbrengen. Daarom nemen zij met hen deel aan de prediking van het Koninkrijksnieuws en lijden zij met hen als Koninkrijksgetuigen. Zij zien uit naar de tijd wanneer het getuigenis aan alle naties voltooid zal zijn, want dan zal de Koning tot hen zeggen: „Komt, gij op wie de zegen van mijn Vader rust, beërft het koninkrijk dat sedert de grondlegging der wereld voor u is bereid. . . . Voorwaar, ik zeg u: Voor zover gij het voor een der geringsten van deze broeders van mij hebt gedaan, hebt gij het voor mij gedaan.” Dat de zegen van de hemelse Vader van de Koning op hen rust, wil zeggen dat zij tot Gods „mensen van goede wil” behoren. Ten einde dit te kennen te geven, heeft de Koning zulke met schapen te vergelijken personen aan zijn rechterhand geplaatst. — Matth. 25:31-40, NW.
56. Waarheen zullen de met bokken te vergelijken mensen te Armageddon gaan, maar wat zullen de met schapen te vergelijken mensen aan de rechterhand van de Koning beërven?
56 Dan zullen de met bokken te vergelijken vijanden van Gods koninkrijk een eeuwige straf ondergaan, de eeuwige afsnijding van elk bestaan waar dan ook. De rechtvaardige met schapen te vergelijken personen zullen „het eeuwige leven” onder Gods koninkrijk binnengaan (Matth. 25:46, NW). Zij zullen Gods „vrede onder mensen van goede wil” blijven genieten. God heeft reeds ver in het verleden aan zulke mensen van goede wil gedacht. Daarom heeft hij sedert de grondlegging der wereld, ongeveer zesduizend jaar geleden, voorbereidingen voor hen getroffen. Hij heeft voor hen een Paradijs op een gereinigde aarde onder het koninkrijk van zijn geliefde Zoon Jezus Christus in gedachten. In het hemelse koninkrijk zelf zullen de geestelijke broeders van de Koning met hem regeren ten einde de gehele mensheid te zegenen. De aarde, die te Armageddon gereinigd zal worden van allen die geen „mensen van goede wil” zijn, zal echter het grondgebied van het Koninkrijk zijn, het aardse rijk van het hemelse koninkrijk. Er zullen paradijsachtige toestanden heersen, waarvoor Gods koninkrijk lof en dank zal ontvangen, en het zal Satan en zijn demonenengelen niet worden toegestaan deze toestanden te verstoren.
57. Door welke handelwijze thans kan men een vredig thuis in het Paradijs op aarde verwerven?
57 Wat een heerlijk, vredig tehuis zal deze paradijsachtige aarde voor „mensen van goede wil” zijn, en dat voor eeuwig! Stelt u, lezers, daar ook belang in? Het kan voor u werkelijkheid worden indien u thans stappen doet om te ontkomen aan de vernietiging die te Armageddon over door God veroordeelde mensen zal komen en u nu van ganser harte verkiest Gods „mensen van goede wil” te worden, die zijn vrede genieten.
-
-
Ouderlijke verantwoordelijkheidDe Wachttoren 1965 | 1 januari
-
-
Ouderlijke verantwoordelijkheid
„Jeugdcriminaliteit is een van onze snelst groeiende en ernstigste problemen.” Deze uitspraak is van J. E. Hoover, het hoofd van de Amerikaanse federale recherche (F. B. I.). Hij waarschuwde:
„Men kan de achtergrond van bijna alle jeugdige misdadigers onder één noemer brengen — onachtzaamheid van de ouders.”
Bijna even laakbaar vond hij een onvoldoend krachtige tenuitvoerlegging van de wet.
In een verslag over deze kwestie in het tijdschrift Family drong het hoofd van de F. B. I. er bij ouders op aan de volgende suggesties ter harte te nemen:
„Zorg ervoor dat de band in het gezin stevig blijft en eis van uw kinderen dat zij respect hebben voor het ouderlijk gezag.
Geef uw kinderen verantwoordelijkheden te dragen door hun bepaalde taken toe te wijzen. Moedig hen aan buiten wat werkzaamheden te verrichten om geld te verdienen of anderen vrijwillig van dienst te zijn.
Houd uw kinderen bezig met gezonde activiteiten en bepaal welke televisieprogramma’s en films zij mogen zien.
Stel u er voortdurend van op de hoogte waar uw kinderen zijn en wat zij doen. Weet met wie zij omgaan en vergewis u ervan dat de feestjes die zij bijwonen onder toezicht staan.”
Hij gaf de dringende raad: „Houd u zelf aan de wet . . . Besef dat u verantwoordelijk bent voor uw kinderen en hun daden. Deins niet voor deze verantwoordelijkheid terug.”
-