De betekenis van Christus’ wederkomst
Dienen wij een letterlijke wederkomst naar deze planeet te verwachten? Wat betekent zijn wederkomst voor de mensheid?
ONLANGS hield een Canadees nieuwsblad met een aantal geestelijken van verschillende geloofsrichtingen een vraaggesprek betreffende hun begrip van de betekenis van Christus’ wederkomst. Een van hen zei dat de tweede komst van Christus tot stand kwam doordat afzonderlijke personen Christus’ leerstellingen aanvaarden en niet doordat hij naar de aarde zou terugkeren. Een presbyteriaanse predikant zei dat hij geloofde dat „er een fysieke wederkomst van Christus zal zijn”. Nog een ander betuigde dat hij in twee komsten geloofde: de ene om de christenen in de lucht een ontvangst te bereiden en hen naar de hemel te brengen, en de andere die een terugkeer naar de aarde inhield waar hij dan voor altijd met zijn volgelingen zou regeren. En ten slotte was er een predikant die toegaf dat hij het leerstuk niet begreep.
Klaarblijkelijk bestaat er onder de godsdiensten van de wereld verwarring over dit onderwerp. Met het oog op de belangrijkheid van wat de bijbel over dit onderwerp leert, doen wij er goed aan een onderzoek in te stellen naar de werkelijke betekenis van Christus’ wederkomst en te weten te komen hoe deze wederkomst plaatsvindt.
Christus’ wederkomst betekent niet, zoals sommige geestelijken te verstaan geven, dat naarmate de wereld christelijker wordt, Christus’ komst meer tot voltooiing komt en dat, wanneer er een wereldbekering wordt bereikt, Christus in de meest volledige zin van het woord zal zijn wedergekomen. Als die leerstelling juist was, zouden wij verplicht zijn te zeggen dat Christus bezig is heen te gaan in plaats van weder te komen, aangezien niet alleen de wereld minder christelijk wordt in verhouding tot de toenemende wereldbevolking, maar zelfs de zogenaamd christelijke sectoren steeds meer vervreemd raken van de leer en het voorbeeld van Christus. Het antwoord van Jezus zelf op de vraag van zijn apostelen over zijn wederkomst toont aan dat hij niet geloofde dat zo’n wereldbekering zou plaatsvinden. — Zie Matthéüs 24:3-14, NW.
Blijft er dan voor ons nog maar één alternatief over: een letterlijke wederkomst van Christus Jezus naar onze planeet de aarde? Helemaal niet. Opnieuw zijn het Jezus’ woorden die zo’n gedachte uitschakelen. In Johannes 6:51 (NW) zegt hij: „Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald; als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid; en werkelijk, het brood dat ik zal geven, is mijn vlees ten behoeve van het leven der wereld.” Aldus offerde Jezus zijn vleselijke lichaam voor de mensheid op. Voor hoe lang moest dat offer dienen? De apostel Paulus antwoordt: „Krachtens de genoemde ’wil’ zijn wij geheiligd door middel van het offer van het lichaam van Jezus Christus, eens voor altijd” (Hebr. 10:10, NW). Christus Jezus zal daarom niet terugnemen wat hij heeft opgegeven, namelijk zijn vleselijke bestaan.
Zij die vasthouden aan het idee van een regering, door Christus Jezus vanaf een aardse troon uitgeoefend, verlagen daardoor de grootsheid van de hemelse hoop welke Jezus zijn gezalfde volgelingen in het vooruitzicht stelde. Zulke personen doen het voorkomen of de hemelse woningen die hij zijn discipelen beloofde te bereiden, hun slechts tot tijdelijke verblijfplaatsen dienen totdat zij met hem naar deze aarde wederkeren, alsof zij achteraf beschouwd toch nog beter hier konden zijn (Joh. 14:2, 3, NW). Jezus moedigde zijn volgelingen tot getrouwheid aan, terwijl hij als beloning het voorrecht in het vooruitzicht stelde, met hem bij zijn Vader op tronen te zitten. Zijn Vader zei: „De hemel is mijn troon, en de aarde is mijn voetbank” (Hand. 7:49, NW). Waarom zou Jezus deze volgelingen dus weer naar de voetbank terugbrengen? — Openb. 3:21; 2 Kor. 5:1, 16; Kol. 3:1, 2, NW.
IN WELK OPZICHT HIJ WEDERKOMT
De moeilijkheid is blijkbaar voor een groot deel hierin gelegen dat men niet beseft dat het woord „wederkomst” nog iets anders kan betekenen dan lichamelijk terug te gaan naar een geografische plaats waar men tevoren was. In de dagelijkse omgangstaal spreken wij immers vaak in andere opzichten over „wederkomen”, „weerkomen” of „terugkomen”. Zo zeggen wij bij voorbeeld: „Zo’n gelegenheid komt nooit weer”, of: iemand „komt tot zijn onderwerp terug”, of: „het koningschap is aan een bepaald vorstenhuis teruggekomen”.
Merk op hoe de bijbel het woord in Genesis 18:10 gebruikt. Daar zegt Jehovah God tot Abraham: „Voorzeker zal Ik over een jaar tot u wederkeren, en dan zal uw vrouw Sara een zoon hebben.” Hij hield zijn belofte, niet door Sara letterlijk een bezoek te brengen, maar door zijn macht tot haar uit te strekken zodat zij in haar ouderdom nog zwanger zou kunnen worden en aan Isaäk het leven zou schenken. — Gen. 21:1.
Aangezien Christus’ wederkomst niet een letterlijke terugkomst naar deze aarde betekent, moet het betekenen dat hij de Koninkrijksmacht ten aanzien van deze aarde opneemt en zijn aandacht naar de aarde richt. Hij behoeft zijn hemelse troon niet te verlaten en lichamelijk naar onze kleine planeet neer te dalen om dit mogelijk te maken, evenmin als de president van de Verenigde Staten naar alle vijftig staten van de natie behoeft te gaan om er president over te zijn. Vóór zijn hemelvaart zei Jezus tot zijn discipelen: „Ziet! ik ben met u alle dagen tot het besluit van het samenstel van dingen” (Matth. 28:20, NW). Op welke manier was hij met hen? Niet letterlijk, maar door middel van heilige geest.
WAT ZIJN WEDERKOMST TOT STAND BRENGT
Het bijbelse bewijs en de geschiedkundige feiten ten tijde van de vervulling bewijzen dat in het jaar 1914 G.T. Gods bestemde tijd was aangebroken dat zijn Zoon vanaf zijn hemelse troon begon te regeren en dat niet alleen zijn loyale discipelen op aarde, maar alle naties ’voor hem zouden worden vergaderd’ en voor onderzoek, inspectie en oordeel zouden worden voorgeleid. Vanaf zijn verheven troon in de hemel oordeelt Christus de naties en scheidt de mensen in „schapen” en „bokken” (Matth. 25:31-33, NW). Niet alleen door engelen brengt hij dit tot stand, maar ook door getrouwe christelijke getuigen over de gehele bewoonde aarde uit te zenden om het goede nieuws van zijn opgerichte koninkrijk bekend te maken. — Matth. 24:14, NW.
Christus’ wederkomst betekent tevens dat hij zijn aandacht richt op zowel zijn discipelen die nog in leven zijn als op andere medeërfgenamen, die nog in aardse graven slapen. De apostel vertelt ons: „Wij, de levenden, die in leven blijven tot de tegenwoordigheid van de Heer, [zullen] de ontslapenen in geen geval . . . voorgaan, want de Heer zelf zal uit de hemel neerdalen met een bevelende roep, met de stem van een aartsengel en met Gods trompet, en zij die dood zijn in eendracht met Christus zullen eerst opstaan” (1 Thess. 4:15, 16, NW). Toen hij nog op aarde was, ging Jezus voor de deur van Lazarus’ graftombe staan en riep hem naar buiten. Thans kan hij vanuit zijn hemelse positie van macht naar duizenden graven over de gehele aardbol tegelijk deze roepstem, dit signaal, uitzenden en door middel van Gods geest maken dat zijn gezalfde volgelingen als geestelijke zonen van God van de dood tot het leven worden opgewekt en zich in zijn hemelse heerschappij bij hem voegen (Openb. 14:1, NW). De bijbelse bewijzen duiden erop dat hij hiermee een begin maakte sinds 1918 G.T.
Zijn wederkomst betekent ook een tijd om gunst te betonen aan de getrouwe christenen die hier op aarde nog in leven zijn en daarom lezen wij in het volgende vers: „Daarna zullen wij, de levenden, die overblijven, te zamen met hen in wolken worden weggerukt, de Heer tegemoet in de lucht, en aldus zullen wij altijd met de Heer zijn” (1 Thess. 4:17, NW). Dit betekent niet dat deze christenen die nog in leven zijn, ervan zullen worden vrijgesteld hun getrouwheid tot in de dood te bewijzen, doch het betekent veeleer dat hun Koning thans zijn goedkeuring ten aanzien van hen tot uitdrukking brengt en hen in geestelijk opzicht met hem verenigt, en wel op een wijze die even onzichtbaar is voor menselijke ogen als de lucht zelf. Hij bevrijdt hen van elke slavernij aan het hedendaagse „Babylon de Grote”, het wereldrijk van valse religie, en verhoogt hen als de goedgekeurde vertegenwoordigers van zijn glorierijk koninkrijk tot een eervolle positie. Openbaring 11:11, 12 (NW) laat op symbolische wijze zien dat zelfs hun vijanden genoodzaakt zijn het bewijs van de gunst van de Koning dat zo duidelijk jegens deze loyale onderdanen wordt betoond, te aanschouwen.
Ten slotte zal zijn wederkomst eveneens de volledige verlossing van alle vervolging en lijden betekenen voor zulke getrouwe christenen die thans onbevreesd van zijn koninkrijk getuigenis afleggen. De apostel Paulus sprak de belofte uit: „Aan u die verdrukking lijdt, verlichting te zamen met ons bij de openbaring van de Heer Jezus vanuit de hemel met zijn krachtige engelen” (2 Thess. 1:7, NW). In deze eeuw van elektronisch bestuurde „grond-lucht”- en „lucht-grond”-raketten zal Christus Jezus, bekleed met ’alle autoriteit in hemel en op aarde’, zijn hemelse troon niet behoeven te verlaten en naar een plaats die geografisch dichtbij de vijandelijke tegenstanders van zijn dienstknechten op aarde is gelegen, behoeven te reizen om dergelijke goddelozen uit te schakelen. Gelijk een „scherp lang zwaard” en een roede van ijzer zal zijn macht door Gods geest en door bemiddeling van de machtige legerscharen van engelen al dergelijke personen bereiken en hen als ’druiven in een wijnpers’ vertreden. Zijn wederkomst zal daarom verdelging voor hen betekenen in de komende strijd van Armageddon. — Matth. 28:18; Openb. 19:11-15; 16:14-16, NW; Ps. 2:8, 9.
Christus’ wederkomst in Koninkrijksmacht zal een schitterende betekenis hebben voor een ongetelde menigte van personen die rechtvaardigheid liefhebben en hem als aardse onderdanen willen dienen. Tot hen zal hij zeggen: „Komt, gij op wie de zegen van mijn Vader rust, beërft het koninkrijk dat sedert de grondlegging der wereld voor u is bereid” (Matth. 25:34, NW). Christus’ duizendjarige heerschappij over hen zal hen tot menselijke volmaaktheid opheffen en hen voor eeuwig leven op de paradijsachtige aarde geschikt maken. — Openb. 20:4-6; 21:1-4, NW.
De natie Israël wachtte vijftien lange eeuwen op de komst van de Messias en toen deze plaatsvond, ontging hun de betekenis ervan. Zorg dat u de betekenis van Christus’ wederkomst thans niet ontgaat. Bestudeer dagelijks Gods Woord en laat dit uw denken tot gids dienen.