Bent u een loyaal christen?
Wat betekent het loyaal te zijn, en wat is ervoor nodig?
DE MAN werkte in de Libanese stad Beiroet als correspondent voor twee van Londens grootste dagbladen. Hij had een van de beste scholen van Engeland doorlopen, had een charmante vrouw en een paar aardige kinderen. Op een dag vluchtte hij plotseling naar Rusland. Waarom? Omdat zijn deloyaliteit aan zijn regering aan het licht was gekomen. Ook andere natiën hebben hun sensationele gevallen van spionage, waarvan de zaak-Wennerström in Zweden een van de meest recente is.
Deloyaliteit aan regeringen is echter slechts één facet van de hedendaagse afbrokkeling van loyaliteit. Nog wijdverbreider is de deloyaliteit onder huwelijkspartners, waarvoor de omhoogvliegende echtscheidingscijfers een duidelijk bewijs vormen. Doch zelfs de echtscheidingscijfers geven ons geen compleet beeld van de deloyaliteit in het huwelijk. Dit blijkt wel uit het feit dat in het begin van dit jaar in een deftige buitenwijk van New York een bende werd opgerold waarvan het plegen van ontucht het voornaamste doel was. Als „call-girls”, een keurige betiteling voor prostituées of hoeren, traden zowaar algemeen hooggeschatte huisvrouwen uit de omgeving op die zich tegen betaling verkochten!
Nog het meest algemeen en in het oog springend is echter het gebrek aan loyaliteit jegens God en zijn Woord, de bijbel, van de zijde van degenen die beweren christenen te zijn, onder wie de geestelijken een eerste plaats innemen. Deze religieuze leiders steken hun deloyaliteit niet onder stoelen of banken, wat duidelijk uitkomt in hun preken en boeken, waarin zij het bestaan van God als persoon en de inspiratie van de bijbel loochenen. De leken verraden hun deloyaliteit door hun grove onbekendheid met de bijbel, hun materialistische gezindheid en hun hebzuchtig najagen van genoegens, terwijl er van een oprechte aanbidding van God geen sprake is.
Er zouden nog meer gebieden waarop deloyaliteit hoogtij viert, genoemd kunnen worden, maar uit het voorgaande blijkt reeds voldoende hoe algemeen dit verschijnsel is. Deze droevige stand van zaken doet ons denken aan de situatie die er in de achtste eeuw vóór Christus in het twee-stammenkoninkrijk Juda heerste. Daarover liet God zijn profeet optekenen: „De loyale is van de aarde vergaan en onder de mensen is er geen rechtschapene.” — Micha 7:2, NW.
WAT IS LOYALITEIT?
Tot de definities die van loyaliteit zijn gegeven, behoort „hardnekkige verknochtheid”. Men zegt wel dat loyaliteit „hoofdzakelijk een persoonlijke en morele kwestie is, gebaseerd op persoonlijke keuze”. Loyaliteit heeft betrekking op „alle verhoudingen waarbij betrouwbaarheid en vertrouwen een rol spelen: bijvoorbeeld een loyale onderdaan; een loyale vriend”. Ze komt neer op „getrouwheid in plichtsbetrachting, dienstbetoon, liefde, enz.” Alhoewel bij loyaliteit over het algemeen „zowel beginselen als gevoelens betrokken zijn”, wordt het woord soms gebruikt in de zin van de trouw die een onderdaan aan zijn superieur verschuldigd is, en dan ligt de nadruk veeleer op het beginsel dan op het gevoel.
Klaarblijkelijk hebben bijbelvertalers de betekenis en waarde van loyaliteit niet altijd ten volle beseft, want deze uitdrukking komt in geen enkele vorm in de Statenvertaling of de Nieuwe Vertaling van het Nederlandsch Bijbelgenootschap voor. Dank zij het licht dat er op de oorspronkelijke talen van de bijbel is geworpen, komt het woord wel voor in moderne vertalingen, zoals de Nieuwe-Wereldvertaling van de Christelijke Griekse Geschriften.
Wij zullen de nauwkeurige betekenis van „loyaal” beter kunnen begrijpen als wij het woord vergelijken met een ander woord waarmee het in belangrijke mate overeenkomt, alhoewel het er niet volkomen synoniem mee is, namelijk „trouw”. Van een dier, een hond bijvoorbeeld, kan worden gezegd dat het trouw is, want trouw zijn wil zeggen, betrouwbaar, standvastig zijn. Van een hond kan men echter niet zeggen dat hij loyaal is, omdat bij loyaliteit altijd beginselen betrokken zijn en slechts schepselen met een vrije wil, zoals de mens, beginselen kennen.
Het verschil tussen deze twee uitdrukkingen blijkt ook uit het feit, dat men vaak van bepaalde onbezielde dingen, die regelmatig verschijnen of waarop men zich kan verlaten, zegt dat ze „trouw” zijn. Van de zon, de maan en de sterren kan bijvoorbeeld worden gezegd dat ze trouw of bestendig zijn, maar niet dat ze persoonlijke gehechtheid of morele standvastigheid bezitten. — Ps. 89:38 37.
LOYALITEIT JEGENS GOD
Omdat loyaliteit zo’n voortreffelijke hoedanigheid is, is het te verwachten dat de Schepper deze hoedanigheid van zijn schepselen verlangt. En hij is daarin consequent, want hij is zelf loyaal. David, een godvrezend man, bracht dit als volgt onder woorden: „Met iemand die loyaal is, zult gij loyaal handelen; met de onberispelijke sterke man zult gij onberispelijk handelen.” God geeft uiting aan een overeenkomstige gedachte wanneer hij bij monde van zijn profeet Jeremia de natie Israël, die afvallig was geworden, smeekt tot Hem terug te keren, „want ik ben loyaal”. Daar hij loyaal is op een manier waarop geen van zijn schepselen loyaal kan zijn, wordt er in de bijbel over hem gesproken als de enige loyale persoonlijkheid: „Wie zal u niet werkelijk vrezen, Jehovah, en uw naam verheerlijken, omdat gij alleen loyaal zijt?” — 2 Sam. 22:26; Jer. 3:12; Openb. 15:4, NW.
Wat wil het zeggen, loyaal te zijn jegens, God? Het betekent dat wij een onwrikbare, krachtige liefde voor hem koesteren, in erkenning van onze verplichtingen tegenover hem, de grote Soeverein en Weldoener. Loyaal zijn jegens God betekent, ons te laten leiden door zijn wil zoals die in zijn Woord, de bijbel, wordt uiteengezet. Elke dag bent u in de gelegenheid om te tonen dat u loyaal bent jegens God. U geeft van een dergelijke loyaliteit blijk wanneer u zich niet door zelfzucht maar door zijn rechtvaardige beginselen laat leiden, wanneer u zich er niet voor schaamt het goede te doen ook al is het impopulair en wordt u erom bespot. U toont in het bijzonder dat u loyaal bent jegens God wanneer u zich niet schaamt hem tegenover mensen te belijden en u vrijmoedig getuigt van zijn bestaan, zijn rechtvaardige eigenschappen en zijn voornemen met de mens.
Bij u als christen zal het natuurlijk nooit opkomen deloyaal te zijn aan de regering waaronder u leeft, of aan uw werkgever, of uw huwelijkspartner; toch dient u altijd in gedachten te houden dat loyaliteit jegens God op de eerste plaats komt. Soms kan uw loyaliteit jegens God u beperkingen opleggen ten aanzien van uw loyaliteit tegenover anderen, maar u zult er nooit door gedwongen worden deloyaal tegenover hen te zijn. Zo kan uw loyaliteit jegens God u beletten hetzelfde huis van aanbidding te bezoeken als uw vrouw, maar u zult niet deloyaal tegenover haar zijn door een verhouding aan te knopen met een andere vrouw. Met andere woorden, alleen uw loyaliteit jegens God is absoluut en tegenover alle anderen is ze relatief, doch alleen omdat ze met betrekking tot God absoluut is.
LOYALITEIT TUSSEN SCHEPSELEN
Bent u getrouwd? Zo ja, dan zijn uw huwelijkspartner en u wederzijds overeengekomen loyaal te zijn jegens elkaar, en deze loyaliteit dient niet alleen in grote maar ook in kleine dingen tot uiting te komen. Bent u een gehuwd man? De loyaliteit eist niet alleen dat u in de behoeften van uw vrouw voorziet, maar ook dat u uw seksuele belangstelling of uw pogingen uw seksuele verlangens te bevredigen, tot uw vrouw beperkt. Wanneer een getrouwde man met andere vrouwen flirt, kan dit iets onbetekenends schijnen, maar niettemin is het een kwestie van deloyaliteit en kan het licht tot ernstiger, grovere vormen van deloyaliteit leiden. — Spr. 5:15-20; Matth. 5:28, NW.
U kunt op nog andere manieren blijk geven van uw loyaliteit tegenover uw vrouw, bijvoorbeeld door voorzichtig te zijn met het maken van kleinerende opmerkingen over haar of door haar zwakheden, die u zo goed leert kennen doordat u in een zo intieme verhouding met haar leeft, niet aan anderen te verraden. Meer dan dat, u zult uw vrouw wanneer zij wordt bedreigd, verdedigen, niet alleen tegen lichamelijk kwaad, maar ook tegen onvriendelijke woorden van anderen. — 1 Petr. 3:7, NW.
Bent u een gehuwde vrouw? Ook van u eist de loyaliteit dat u niet met andere mannen flirt, dat u geen ruchtbaarheid geeft aan de tekortkomingen van uw man en dat u hem verdedigt wanneer hij in een of ander opzicht wordt aangevallen. De voornaamste beproeving van uw loyaliteit zal waarschijnlijk verband houden met uw onderworpenheid. Stel dat uw echtgenoot onredelijk, eigenmachtig en bazig optreedt en dat de manier waarop hij zich van zijn taak als hoofd kwijt ook in andere opzichten veel te wensen overlaat. Ongeacht dit alles eist de loyaliteit van u, dat u wat door de vingers ziet en dit tegenover buitenstaanders althans in stilte verdraagt.
Van christenen wordt ook loyaliteit verlangd in hun verhouding tot de „superieure autoriteiten”, de regeringen van deze wereld. Dit is echter een relatieve loyaliteit, begrensd door hun loyaliteit jegens God. Omdat christenen zowel jegens God als tegenover aardse regeringen loyaal kunnen zijn, kunnen zij de eed van trouw aan de Grondwet afleggen, iets wat in sommige landen van ingezetenen wordt verlangd wanneer zij een paspoort aanvragen. Het beginsel dat bij dit alles is betrokken, is het door Jezus in Markus 12:17 (NW) genoemde: „Betaalt caesar terug wat van caesar, maar God wat van God is.”
Hebt u een speciale vriend? Dan rust op u ook de verplichting loyaal tegenover hem te zijn, het voor hem op te nemen zoals een goede vrouw het voor haar echtgenoot zou opnemen. Meer dan dat, een ware vriend vindt het prettig zijn kameraad in een tijd van tegenspoed te hulp te komen. De bijbel vertelt ons hierover: „Een ware metgezel heeft te allen tijde lief en is een broeder die voor een tijd van benauwdheid is geboren.” Een dergelijke vriendschap bestond er tussen David en Jonathan. Stoffelijk voordeel speelde hierbij geen rol. Jonathan bleef David trouw, ook al nam David zijn plaats in als de erfgenaam van de troon van Israël, en hij koos zelfs met gevaar voor zijn eigen leven Davids zijde tegenover zijn vader. Dat was nog eens loyaliteit! — Spr. 17:17, NW; 1 Sam. 20:15, 32, 33.
Deze zelfde loyaliteit dient onder alle leden van de christelijke gemeente te heersen. Het feit dat een ander een medegelovige is, dient er voor iemand alle reden toe te zijn loyaal jegens hem te zijn en bereidwillig voor hem op te komen. Iedereen maakt fouten en een christen kan, behalve in het geval van grove zonden, gewoonlijk wel verzachtende omstandigheden aanvoeren wanneer een medechristen een overtreding heeft begaan.
Deloyaliteit viert thans overal in de wereld hoogtij omdat de mensen zich door zelfzucht laten leiden en de weg van de minste weerstand volgen. Dat is de dwaze gedragslijn die alleen tot de dood kan leiden. Met deze deloyaliteit vormt de door de grote Schepper Jehovah God getoonde loyaliteit een scherp contrast. Hij heeft zich loyaal betoond vanaf het allereerste moment dat er schepselen waren jegens wie hij loyaal kon zijn. Vanaf Abel heeft hij steeds loyale mensen op aarde gehad, in weerwil van alles wat hun in de vorm van verleidingen en vervolging in de weg is gelegd. Wegens hun loyaliteit kunnen zij zeker zijn van Jehovah’s gunst en bescherming. „Jehovah heeft het recht lief en hij zal zijn loyalen niet verlaten.” — Ps. 37:28, NW.