Hoe vroeg met het onderwijzen van uw kinderen te beginnen
1. Tot welke zienswijze met betrekking tot een vroege opvoeding heeft de evolutietheorie aangemoedigd?
HOE vroeg is „vroeg genoeg” om met het onderwijzen van uw kinderen te beginnen? Velen zijn van mening dat gedurende de eerste paar levensjaren alles vanzelf gaat, dat het kind min of meer automatisch bepaalde „stadiums” zal doorlopen en dat wat er in die eerste jaren gebeurt, zijn latere leven niet erg zal beïnvloeden. Zij zouden er moeilijk meer naast kunnen zijn. Er wordt nu toegegeven dat deze gedachte voornamelijk populair is geworden door de evolutietheorie zoals die door Darwin is geponeerd. Deze gedachte weerleggend, toont het boek Pre-School Education Today aan waartoe dit leidt. Op bladzijde 30 lezen wij: „Dus steeds wanneer Jantje iets ’ondeugends’ doet, [wordt] het gedrag uitgelegd door op te merken dat het slechts een stadium is dat hij doorloopt. Op grond van het fabeltje [van een zekere evolutionist] over de staart van het kikkervisje — waarin de achterpoten zich niet kunnen ontwikkelen als de staart wordt geamputeerd — moet Jantje bovendien niet in zijn ongewenste gedrag worden belemmerd, omdat dan de een of andere toekomstige wenselijke eigenschap verstikt zou kunnen worden.” Welnu, zult u bij de opvoeding van uw kind zo’n evolutionaire gedachte volgen of zult u zich door Gods Woord laten leiden?
2, 3. (a) Hoe leert de bijbel ons de vroege jaren van het leven van een kind te bezien? (b) Wanneer dient, zoals Markus 10:15 te kennen geeft, de religieuze opleiding van een kind te beginnen?
2 Regelrecht in strijd met zulk een gedachte toont de bijbel aan dat die vroege jaren kostbaar, uiterst belangrijk en kritiek zijn en niet door de ouders verspild moeten worden. Houd in gedachten dat Jezus Christus zei: „Wie het koninkrijk Gods niet ontvangt als een jong kind, zal er geenszins binnengaan” (Mark. 10:15). Het Griekse woord voor „jong kind” is paidion. Het kan in verband met een twaalfjarig kind worden gebruikt, zoals in Markus 5:40-42, waarin over een meisje wordt gesproken dat door Jezus werd opgewekt; maar het kan ook van toepassing zijn op een pasgeboren baby, zoals het in verband met het kind Jezus wordt gebruikt toen het door de herders werd bezocht. — Luk. 2:17.
3 Hoe dwaas is het, met het oog op Jezus’ verklaring, te wachten totdat een kind zijn kinderjaren is ontgroeid voordat men er ernstig over begint na te denken hem het zo belangrijke schriftuurlijke onderricht te geven! Ja, de ouder zou in dat geval moeten zeggen: ’Nu je niet langer een klein kind bent, moet je je „omkeren” en weer als een klein kind worden, opdat je in de waarheden over Gods koninkrijk onderwezen kunt worden en die kunt aanvaarden.’ Waarom zou u het kind niet onderwijzen als het die kostbare hoedanigheden van een jong kind nog bezit? Waarom zou u die schitterende tijd laten voorbijgaan als uw zoon of dochter nog een jong kind is en als zodanig nederig, plooibaar, bereidwillig en zelfs leergierig is? Wanneer dient u er dus mee te beginnen uw kind voor leven in Gods gunst op te leiden? Van de geboorte af — er is geen tijd te verliezen!
4. Tot in welke mate ontwikkelen de hersenen van een kind zich in de eerste twee levensjaren?
4 Is dit praktisch? Is het realistisch? Dit is het zeer zeker. Het is waar dat een pasgeboren baby kan ademen, voedsel kan verwerken, kan huilen, geeuwen en slapen — maar niet veel meer. Toch worden er reeds in enkele dagen of weken indrukken in zijn geest geprent. Zijn intelligentie begint reeds te functioneren. Een van de grootste fouten die ouders wellicht maken, is de intelligentie van kinderen gedurende deze vroege jaren te onderschatten. Bij de geboorte zijn de hersenen van een kind slechts een vierde van het gewicht dat ze zullen hebben als het kind volwassen is geworden. Maar in slechts twee jaar groeien de hersenen zo snel dat ze drie vierde wegen van het hersengewicht van een volwassene.
5. (a) Welke interessante opmerkingen hebben onderzoekers gemaakt over het toenemen van de intelligentie van een kind? (b) Illustreer het intellectuele vermogen waarover kinderen beschikken.
5 De intelligentie van het kind neemt ook toe. Onderzoekers geloven dat de intelligentie van een kind gedurende zijn eerste vier levensjaren even snel groeit als gedurende de volgende dertien jaar. Sommigen zeggen dat „de begrippen die het kind vóór zijn vijfde verjaardag leert, tot de moeilijkste behoren die hij ooit zal tegenkomen”. Een van deze geleerde begrippen is taal, volgens een andere bron „waarschijnlijk de allermoeilijkste intellectuele prestatie die ooit van een menselijk wezen is verlangd”. Mocht u dit betwijfelen, probeert u dan eens een nieuwe taal te leren. In korte tijd zult u beseffen wat een wonderbaarlijke intellectuele prestatie uw peuter levert als hij leert spreken. En bedenk wel — als u een nieuwe taal begint te leren, kent u reeds een taal en weet u hoe taal in elkaar zit. Uw peuter weet dit niet. Denkt u ook eens aan kinderen wier ouders een verschillende nationaliteit hebben of die in een tweetalig gebied wonen. Vaak kunnen deze kinderen reeds op slechts vier- of vijfjarige leeftijd met gemak en vaak zonder accent niet slechts in één maar in twee talen converseren! Het is duidelijk dat de intelligentie er is. Kleine kinderen hebben een bijzonder leervermogen — maar dat vermogen dient gebruikt, ontwikkeld en geleid te worden. Hier is uw hulp bij nodig; veel hangt dus van u af.
6. (a) Wat verdient zelfs nog meer aandacht dan de verstandelijke ontwikkeling van een kind? (b) Wat vindt er in dit verband in het eerste jaar plaats?
6 Als ware discipelen dient u zich echter niet alleen om het verstand van uw kind en om de intellectuele ontwikkeling ervan te bekommeren. Het is veel belangrijker dat u zich bekommert om het hart van uw kind en om de ontwikkeling van het hart, zodat het juiste beweegredenen zal verschaffen (Spr. 4:23). Bij de geboorte is het hart van een kind betrekkelijk groot, maar gedurende het eerste levensjaar verdubbelt het in grootte, terwijl het daarna langzamer groeit. Reeds in dat eerste jaar beginnen er zich gewoonten te vormen. Gedurende dat jaar begint een kind te tonen of het al dan niet bereid is gunstig op de verlangens van volwassenen te reageren. Zoals wij weten, is gehoorzaamheid waarschijnlijk het meest fundamentele vereiste om Gods gunst te verwerven. Ze kan het verschil betekenen tussen leven en dood. Hoe belangrijk is het derhalve vanaf de geboorte van uw kind met zijn vorming te beginnen. — Pred. 12:13; Jer. 7:23.
7. (a) Wat zeggen onderzoekers over de ontwikkeling van de persoonlijkheid? (b) Waaruit blijkt dat veel moeders dit niet beseffen?
7 Dit wordt bevestigd door een artikel in Science Digest van maart 1969. Volgens Dr. M. Ack geven studies te kennen dat het „grootste gedeelte van iemands persoonlijkheid vóór de schooltijd wordt gevormd. Het is vanzelfsprekend algemeen bekend dat kinderen die nog niet naar school gaan uitermate vatbaar voor indrukken en kneedbaar zijn”. „Wij hebben evenwel ontdekt”, zo zegt hij, „dat wat zij in hun prille jeugd op het gebied van standpunten en ervaringen hebben meegemaakt vaak een blijvend en soms onveranderlijk gedragspatroon heeft teweeggebracht.” Betekent dit dat een dergelijk patroon na de leeftijd van vijf jaar niet meer veranderd kan worden? „Neen”, zo zegt een andere onderzoeker. „Het kind blijft gedurende zijn eerste zeven levensjaren behoorlijk kneedbaar, maar hoe langer u wacht, des te radicaler moet u zijn omgeving veranderen — terwijl de waarschijnlijkheid dat het kind zal veranderen met elk volgende jaar wat kleiner wordt.” Niet alle ouders beseffen dit feit. Alleen in de Verenigde Staten hebben ongeveer vier miljoen kinderen die nog niet naar school gaan een moeder die buitenshuis werkt. Misschien zijn sommige moeders gedwongen dit te doen. Maar velen zijn klaarblijkelijk de mening toegedaan dat zij hun kinderen in die vroege jaren toch weinig kunnen leren. Wat een tragische vergissing!
8. Leg uit hoe de huiselijke omgeving een kind ten goede of ten kwade beïnvloedt.
8 De omgeving die u gedurende die eerste jaren voor uw kind schept, speelt een bijzonder belangrijke rol in het vormingsproces. Het gaat niet alleen om de woning waarin u leeft, maar om het soort van tehuis dat u van die woning maakt. Is uw huis schoon, netjes en ordelijk? Is het een vredig huis, zonder ruzie, geschreeuw en kwaadheid? Geeft u, ouders, van respect jegens elkaar blijk? Indien niet, kunt u dan redelijkerwijs verwachten dat uw kleine kind anders zal zijn en u met respect zal bejegenen? Geeft u, ouders, fouten toe? Als een kind nooit hoort dat zijn vader of moeder nederigheid tot uitdrukking brengt, hoe kan nederigheid dan zijn maatstaf worden? Hier is ook nog dit gevaar aan verbonden: Als de ouders de indruk geven dat zij nooit verkeerd handelen, kan het kind het gevoel krijgen dat het veilig alles kan doen wat zij doen en dat dit altijd goed zal zijn. Als de ouders zich schuldig maken aan het vertellen van wat zij „leugentjes” noemen, misschien tegen een buurman of een kwitantieloper, zal het kind denken dat het ook zelf „leugentjes” kan vertellen. En als ouders het niet met elkaar eens zijn over de manier waarop een kind bestraft moet worden of als zij altijd waarschuwingen uiten maar deze zelden uitvoeren, zal het kind dit snel opmerken en zal zijn respect voor de regels die zij vaststellen snel verzwakken. Er bestaat geen twijfel over — deze dingen maken een sterke en bijna onuitwisbare indruk op de prille geest van een klein kind. Zijn natuurlijke onschuld en aangeboren gevoel voor eerlijkheid en rechtvaardigheid zullen onvermijdelijk slagen krijgen naarmate het leven voortgaat. Maar zorgt u er toch alstublieft voor dat die slagen niet van u afkomstig zijn.
DE BIJBEL ZELF GEBRUIKEN — „VAN KINDSBEEN AF”
9. Waarom is het gebruik van de bijbel zelf belangrijk bij het opvoeden van kinderen, en hoe vroeg dient hiermee te worden begonnen?
9 Hoe belangrijk het geven van een goed voorbeeld ook is, toch is het niet voldoende. Het kind dient te weten waarom zijn ouders aan bepaalde maatstaven vasthouden en waarom zij van hem verlangen dat hij zich aan hetzelfde strenge onderricht onderwerpt. Dit betekent voor ouders dat zij de bijbel moeten gebruiken, en ook dit dient weer van kindsbeen af gedaan te worden. De apostel Paulus schreef aan Timótheüs: „Blijf gij echter in de dingen die gij hebt geleerd en waarin gij door overtuiging zijt gaan geloven, wetend van welke personen gij ze hebt geleerd en dat gij van kindsbeen af de heilige geschriften hebt gekend, die u wijs kunnen maken tot redding door middel van het geloof in verband met Christus Jezus.” — 2 Tim. 3:14, 15.
10. Duidt het Griekse woord dat Paulus hier gebruikt werkelijk op een kleuter of een baby of heeft het eenvoudig betrekking op de ’kinderjaren’?
10 Duidt het Griekse woord brephos, dat Paulus hier gebruikt, eigenlijk wel op een kleuter of een baby? Ja, inderdaad. Het wordt zelfs algemeen gebruikt voor een ongeboren kind, zoals in Lukas 1:41, 44, waar het verslag in verband met Maria’s bezoek aan Elisabeth zegt dat ’de baby in Elisabeths schoot opsprong’ toen Elisabeth Maria’s begroeting hoorde. Maar het woord brephos kan ook een pasgeboren kind of zuigeling betekenen, zoals het in Handelingen 7:19, 20 wordt gebruikt met betrekking tot de drie maanden oude baby Mozes. Paulus zegt dus niet dat Timótheüs de heilige geschriften alleen maar vanaf zijn ’jeugd’ of ’kinderjaren’ kende, maar werkelijk van kindsbeen af, ofte wel vanaf de vroegste kindsheid. Hoe was dit mogelijk?
11. Hoe kon Timótheüs de Schrift van „kindsbeen” af hebben gekend?
11 Welnu, Paulus bedoelde klaarblijkelijk dat Timótheüs, hoe ver hij ook in zijn herinnering terugging, zich geen tijd kon herinneren dat hij niet door zijn moeder en grootmoeder in het geïnspireerde Woord van God werd onderricht (2 Tim. 1:5). Timótheüs’ vroegste herinneringen aan zijn bewuste kindsheid omvatten herinneringen aan de heilige geschriften en de onderwijzingen hieruit. Timótheüs kon tot Jehovah zeggen, zoals David in Psalm 22:10: „Vanaf de buik van mijn moeder zijt gij mijn God geweest.” Zal uw kind dit kunnen zeggen? U, ouders in deze tijd, kunt hetzelfde doen wat Timótheüs’ moeder en grootmoeder deden, en evenals in Timótheüs’ geval kunt u terecht goede resultaten verwachten.
12. (a) Wie moet de kinderen thuis onderrichten? (b) Waarom is het belangrijk tijd aan uw kinderen te besteden en hun persoonlijke aandacht te geven?
12 Timótheüs’ vader was geen christen. Maar christelijke vaders zullen het onderricht van hun kinderen niet alleen aan hun vrouw overlaten. Als zij dit doen, zullen zij dit met verminderd respect van de zijde van hun kinderen moeten bekopen. De raad van de apostel in Efeziërs 6:4 luidt: „En gij, vaders, irriteert uw kinderen niet, maar blijft hen in het strenge onderricht en de gezaghebbende raad van Jehovah grootbrengen.” Eén manier om een kind te irriteren is, het de aandacht te ontzeggen waarnaar kinderen van nature hunkeren, waarop zij van hun babytijd gedijen. Is het niet zo dat als men enige belangstelling voor een baby toont, dat kleine mondje al gauw in een brede glimlach opengaat (misschien met één enkel tandje dat net zichtbaar is geworden), terwijl de een of andere eenvoudige handeling van zijn vader of moeder die van aandacht getuigt, hem doet kraaien van plezier? Oudere kinderen kunnen ook naar belangstelling van hun ouders hunkeren. Zij misdragen zich misschien zelfs om maar belangstelling te krijgen. Ja, een van de mooiste gaven die u als ouders aan uw kinderen van welke leeftijd maar ook kunt geven, is iets van uw tijd, uw persoonlijke aandacht en belangstelling te geven. Hun alleen maar gebieden of verbieden is niet voldoende; een dergelijk streng onderricht kan op zichzelf genomen irritatie verwekken. Het kind wil graag, en het heeft dit ook nodig, dat u ervoor gaat zitten en er de tijd voor neemt om de ’waaroms’ en ’waarvoors’ uit te leggen, in plaats dat u steeds maar ’doe dat’ en ’laat dat’ zegt. Zorg ervoor dat zij die hulp krijgen, want het is alleen maar liefdevol dit te doen.
13. Wat wordt er gewonnen als ouders er de tijd voor nemen om uit te leggen wat vanuit het standpunt van de bijbel bezien goed en verkeerd is?
13 Gaat u eens na wat u wint door er de tijd voor te nemen uw kinderen in Gods Woord te onderwijzen. Wanneer u dit niet doet, denken kleine kinderen misschien dat deze kwestie van gehoorzaamheid er voor hen alleen maar op neerkomt dat hun ouders eigenlijk met zoveel woorden zeggen: ’Kijk, wij waren hier eerst en wij zijn groter en sterker dan jij, dus wat wij zeggen moet gebeuren!’ Maar als ouders er de tijd voor nemen om uit te leggen wat vanuit het standpunt van de bijbel bezien goed en verkeerd is, zullen de kinderen gaan beseffen dat hun ouders niet slechts hun eigen idee te kennen geven. Het is wat hun Schepper zegt; het is zijn wil. Dit geeft een kracht aan ouderlijke raad die op geen enkele andere wijze geëvenaard wordt, hetgeen tot gevolg heeft dat de woorden diep in de geest en het hart van het kind doordringen. Meer dan dat, het is ook een wonderbaarlijke bron van extra kracht voor de kinderen. Het stelt hen in staat krachtig aan juiste beginselen vast te houden wanneer er in hun jonge leven ruwe plekjes beginnen te verschijnen. Uw kinderen hebben misschien veel liefde en achting voor u, als hun ouders. En toch moet u beslist beseffen dat zij in tijden van verleiding en crisis veel meer geholpen zullen worden door respect en liefde voor God. — Ps. 119:109-111; Spr. 6:20-22.
ONDERWIJS DAT HET HART BEREIKT
14. (a) Waarom stellen kinderen zoveel vragen, en wat kan het gevolg zijn als kinderen het gevoel wordt gegeven dat hun vragen alleen maar hinderlijk zijn? (b) Hoeveel aandacht moesten de Israëlieten, zoals Jehovah hun zei, aan hun kinderen besteden?
14 Wanneer kleine kinderen eenmaal leren praten, is het natuurlijk waar dat zij vraagfabrieken schijnen te worden met een massaproduktie. Maar houd in gedachten dat vragen tot de krachtigste leermiddelen behoren die kleine kinderen hebben. Als de vragen van een kind opzij geschoven worden, zal het er ten slotte misschien mee ophouden ze te stellen. Maar als ouders zo handelen, riskeren zij het dat het wederzijdse contact begint te verminderen. Nogmaals, uw kinderen willen iets van uw tijd hebben, en zij hebben dit ook nodig. Uw Schepper verlangt van u dat u tijd, heel veel tijd, aan hen besteedt. Jehovah gebood de Israëlieten: „Deze woorden, die ik u heden gebied, moeten op uw hart blijken te zijn; en gij moet ze uw zoon inscherpen en erover spreken wanneer gij in uw huis zit en wanneer gij op de weg gaat en wanneer gij neerligt en wanneer gij opstaat.” Schenkt u een dergelijke aandacht aan uw kind? — Deut. 6:6, 7.
15. Waarom is het nuttig de kinderen tijdens studieperiodes aan te moedigen vragen te stellen?
15 Wanneer u Gods Woord met uw kinderen bestudeert, dient u ervoor te zorgen dat Gods Woord niet alleen in hun hoofd terecht komt, maar ook ’op hun hart’. Moedig hen met het oog hierop aan vragen te stellen. Moedig hen aan zich te uiten. Probeer uw kinderen aan de praat te krijgen. Tracht te weten te komen wat er in hen omgaat, hoe zij over dingen denken, wat er in hun hart leeft.
16. Wat is het tweeledige doel van vragen die in het studiemateriaal staan dat het Wachttorengenootschap ouders heeft verschaft om met hun kinderen te gebruiken?
16 In het studiemateriaal dat het Wachttorengenootschap ouders heeft verschaft om met hun kinderen te gebruiken, staan gewoonlijk een aantal goedgestelde vragen. Deze hebben ten doel een gesprek te stimuleren. Houd in gedachten dat kinderen graag bij een gesprek betrokken willen worden. Zonder die betrokkenheid gaat de belangstelling van een kind snel tanen. Deze vragen zullen ertoe bijdragen die belangstelling gaande te houden. Maar wat nog belangrijker is, deze vragen zullen u helpen te weten te komen wat er in de geest en in het hart van uw kind omgaat.
17. In welk opzicht is het voor een kind heilzaam om zelf te lezen, doch waarom dient dit de leesperiodes met de ouders niet volledig te vervangen?
17 Mettertijd zal uw kind zover zijn dat het zelf artikelen kan lezen. Moedig hem hiertoe aan. Hoe meer gezonde, op de bijbel gebaseerde inlichtingen hij leest, des te meer zal de goede raad die erin is vervat, in zijn geest en hart post vatten. Maar om de banden van genegenheid en respect tussen u en uw kind te versterken, moet u dergelijke stof ook beslist geregeld samen doornemen.
18. Wat moet in aanmerking worden genomen met betrekking tot de lengte van studieperiodes?
18 Maak, om het hart te bereiken, de studietijd aangenaam, niet een beproeving. Kleine kinderen kunnen zich nu eenmaal niet lang concentreren. Zelfs bij spelletjes hebben zij gauw genoeg van het ene spelletje en willen zij wat anders doen, hoewel zij misschien weer snel terugkeren naar het spelletje waar zij eerst mee bezig waren. Van nature kunnen kleine kinderen hun belangstelling nu eenmaal niet bij één bepaald punt houden; na een tijdje lijkt het wel alsof hun hersentjes zich afsluiten en zich op iets anders richten. Wanneer zij dat punt bereiken, wordt er weinig tot stand gebracht door te trachten hun belangstelling te forceren. Maak u geen zorgen als uw kind de eerste keer niet alle punten begrijpt. Op die punten kan bij andere gelegenheden dieper worden ingegaan.
19. (a) Van welke waarde is ouderlijk enthousiasme tijdens gezinsstudies? (b) Welke invloed heeft prijzen op de vorderingen van een kind?
19 Een uiterst belangrijke factor voor succesvolle studieperiodes met kinderen is ouderlijk enthousiasme. Misschien bent u niet het demonstratieve en levendige type. Maar u kunt op zijn minst tonen dat het u werkelijk vreugde en genoegen schenkt samen met uw kind te studeren. Wees als de vader in Spreuken 23:15, 16, die zegt: „Mijn zoon, indien uw hart wijs geworden is, zal mijn hart zich verheugen, ja het mijne. En mijn nieren zullen uitgelaten van vreugde zijn wanneer uw lippen oprechtheid spreken.” Geef blijk van die vreugde. En verzuim in geen geval uw kind te prijzen, aan te moedigen en complimentjes te geven wanneer hij of zij goede vorderingen maakt in het leren en toepassen van de waarheden van Gods Woord. Dit zal zijn hart verwarmen en hij zal hierdoor ontvankelijk blijven voor raad uit Gods Woord.
20. (a) Wat kan u helpen de liefde die uw kind voor Jehovah heeft, op te bouwen? (b) Waarom is dit heel belangrijk?
20 U dient liefde voor God in hun hart op te bouwen. Vergewis u er dan van dat God en zijn Zoon niet slechts vanuit een negatief standpunt worden bezien en altijd worden verbonden met „dat mag niet” en „dat behoort niet”. Help uw kind Gods goedheid, zijn vriendelijkheid en zijn edelmoedigheid te waarderen. Dan zult u beslist liefde voor God in het hart van uw kind opbouwen. De apostel Johannes schrijft in dit verband: „Wij hebben lief omdat [God] ons eerst heeft liefgehad” (1 Joh. 4:19). Het is uitermate belangrijk dat uw kind het verlangen krijgt God uit liefde te dienen, en niet slechts weet dat hij hem dienen moet (Ps. 110:3; 112:1). Als liefde niet de basis is, zal de dienst van het kind nooit een duurzame of voldoening schenkende dienst zijn. Door de nadruk te leggen waar deze behoort — op Gods goedheid en barmhartigheid — zal uw kind kunnen leren zich op God te verlaten en vol vertrouwen tot Hem te bidden, met de volmaakte liefde die ’vrees buitenwerpt’. — 1 Joh. 4:17, 18.
21. Wat moeten kinderen, willen zij ware discipelen van Jezus worden, bovendien met betrekking tot hun omgang met andere mensen leren?
21 Liefde voor God gaat gepaard met liefde voor de naaste. Kleine kinderen hebben een onschuld die bekoorlijk, innemend en verrukkelijk is. Maar die blijft niet eeuwig bestaan, is het wel? Ze verdwijnt geleidelijk aan en het leven van het kind gaat door. Waardoor zal die kinderlijke onschuld worden vervangen? U kunt uw kind helpen niet alleen schoon en netjes te zijn, maar ook respect te hebben voor alle mensen en attent, vriendelijk en behulpzaam voor anderen te zijn. Dit zijn hoedanigheden die veel innemender zijn dan alleen maar kinderlijkheid. De bijbel, waartoe ook de woorden van de Grote Onderwijzer behoren, zal u helpen uw kinderen te leren hoe uiterst belangrijk deze hoedanigheden zijn (Luk. 6:31; 1 Joh. 4:20, 21). Met een dergelijke wijsheid en met ware liefde voor uw kinderen, kunt u hen helpen ware discipelen van Gods Zoon te worden.
U KUNT — OOK NU NOG — LEREN
22. Hoe trachten sommigen die in hun jeugd niet zo’n goede opvoeding hebben gehad, hun gedrag te verontschuldigen?
22 Hoewel veel is gezegd over de hulp die kinderen dienen te ontvangen om van de Grote Onderwijzer te leren, is dat leren niet beperkt tot onze kinderjaren, is het wel? Sommigen van u — zowel jonge ongehuwde mannen en vrouwen als gehuwde personen — zijn misschien van mening dat uw ouders u niet alle hulp hebben gegeven die u in uw kinderjaren nodig had. U ziet misschien nu de waarde van bepaalde dingen in die zij u hadden kunnen leren maar niet hebben geleerd, misschien doordat zij geen discipelen van de Grote Onderwijzer waren of eenvoudig omdat zij niet ten volle beseften hoe belangrijk het was met u te studeren en u geregeld hulp te bieden. Zult u dat nu als een excuus gebruiken voor gedrag dat niet aan bijbelse maatstaven voldoet? Als bepaalde verkeerde handelwijzen onder uw aandacht worden gebracht, zult u dan zeggen: ’Dat kan mij niet verweten worden. Verwijt het mijn ouders. Ik ben nu eenmaal zo opgevoed. Ik kan er niets aan doen’? Is dat een gezonde redenatie?
23. Welke hedendaagse voorbeelden tonen aan dat iedereen zijn leven in overeenstemming met de onderwijzingen van Jezus kan brengen als hij dit werkelijk wil?
23 Als wij verslagen in De Wachttoren en het Yearbook of Jehovah’s Witnesses lezen, vernemen wij vaak iets over mensen, zowel mannen als vrouwen, die soms een verschrikkelijke achtergrond hadden en toch zijn veranderd. Gods Woord toont aan dat allerlei soorten van mensen, mensen die verachtelijke dingen hebben gedaan, kunnen veranderen en zijn veranderd en ware discipelen van Gods Zoon zijn geworden. Het zal u beslist geen voordeel schenken wanneer u een leven leidt waarbij u uw ouders verwijt wat zij hebben nagelaten te doen. U bent nu volledig in de gelegenheid van de Grote Onderwijzer te leren, en hij kan u helpen uw persoonlijkheid te veranderen en met de zijne in overeenstemming te brengen, uw geest te hervormen, uw verkeerde handelwijzen de rug toe te keren en een zuiver hart en een nieuwe geest te ontwikkelen (Ps. 51:10). De vraag is alleen: Wilt u dit werkelijk?
24. Welke hulp heeft God degenen verschaft die werkelijk de nodige veranderingen willen aanbrengen ten einde eeuwig leven te verwerven?
24 De wijsheid die u door bemiddeling van Gods Zoon kunt ontvangen, is ruimschoots voldoende om al uw problemen op te lossen, en Gods geest is krachtig genoeg om u te helpen het van een ongunstige achtergrond, ingewortelde gewoonten en verkeerde denk- en handelwijzen te winnen. Houd in gedachten dat ’degene die wijsheid vindt, stellig het leven zal vinden, maar dat degene die wijsheid mist, zijn ziel geweld aandoet’. Geef er blijk van dat u het leven, en niet de dood, liefhebt door die wijsheid met geheel uw hart te zoeken. Blijf iedere dag van de Grote Onderwijzer leren.
[Illustratie op blz. 305]
Het hart van een kind wordt gedurende het eerste levensjaar tweemaal zo groot; in twee jaar tijd bereiken de hersenen drie vierde van het hersengewicht van een volwassene. Een juiste opvoeding in die periode heeft een grote invloed op zijn latere leven. Maakt u bij de opvoeding van uw kind een goed gebruik van deze jaren?
[Illustratie op blz. 307]
Gods Woord geeft duidelijk te kennen dat kinderen „van kindsbeen af” op doeltreffende wijze over hun Schepper en zijn werken onderwezen kunnen worden