-
Overvloedig wild in een vulkaankraterOntwaakt! 1972 | 8 april
-
-
zijn om als reactie op handgeklap met een kleurig vertoon van helroze en witte veren op de wieken te gaan.
De dieren hebben het gebied niet helemaal voor zich alleen, aangezien er veel gezinnen van de Masaï-stam in en rond de krater wonen. De Masaï zijn veetelers en -hoeders, die het fokken en verzorgen van hun vee tot de spil van hun sociale leven hebben gemaakt. Zij jagen zelden of nooit op het wild in de krater, behalve om hun kudden voor roofdieren te beschermen.
Er is echter bekend dat jonge Masaï-krijgers die willen trouwen indruk op hun meisje hebben gemaakt door enkel met een speer op leeuwen te jagen. In antwoord op de vraag van mijn vrouw of het voor veefokkers niet gevaarlijk is in een gebied te leven waar zoveel leeuwen zijn, zei Jozef: „De Masaï zijn niet bang voor de leeuwen; de leeuwen zijn bang voor de Masaï en gaan bij het zien van slechts met speren gewapende Masaï-krijgers op de loop.”
Een dag in de Ngorongorokrater is een ervaring die werkelijk de moeite waard is, al is het alleen al wegens het vluchtige genoegen om in een vredige omgeving dicht bij deze prachtige diersoorten van Jehovah’s schepping te zijn.
-
-
Waarom Jezus Christus geen openbaarheid wensteOntwaakt! 1972 | 8 april
-
-
„Uw woord is waarheid”
Waarom Jezus Christus geen openbaarheid wenste
MANNEN die het van belang vinden aanzien en status te verwerven, doen hun best om door iedereen erkend te worden. Zij proberen ’zich te verkopen’ en een enorme populariteit te creëren die zij kunnen aanwenden om macht te verkrijgen. Jezus Christus was echter niet uit op ostentatieve openbaarheid. Hij weerde deze af. Zijn koninkrijk was geen deel van de wereld en hij vond het derhalve niet nodig door de wereld erkend te worden.
In verband met de wonderbare genezingen die Jezus verrichtte, lezen wij herhaaldelijk dat hij degenen die genezen waren, gelastte er met niemand over te spreken (Matth. 9:30; Mark. 1:44; 7:36). Hij gelastte zijn discipelen ook, niet bekend te maken dat hij de Christus was. — Matth. 16:20.
Jezus’ halfbroers konden eenvoudig niet begrijpen waarom hij zijn werken schijnbaar in het verborgen in Galiléa verrichtte. Omstreeks de tijd van de viering van het loofhuttenfeest in het jaar 32 G.T., zeiden zij daarom tot hem: „Vertrek van hier en ga naar Judéa, opdat ook uw discipelen de werken kunnen aanschouwen die gij doet. Want niemand doet iets in het verborgen, als hijzelf de openbaarheid zoekt. Indien gij deze dingen doet, maak u dan aan de wereld openbaar” (Joh. 7:3, 4). Een dergelijke raad was een bewijs van hun gebrek aan geloof. Als zij geloofd hadden dat Jezus de Zoon van God was, zouden zij zich nooit hebben aangematigd hem te raden wat hij moest doen. Zij zouden getracht hebben te begrijpen waarom Jezus zijn bediening zonder opvallend openbaar vertoon verrichtte.
Bijna acht eeuwen daarvóór had Jehovah God bij monde van zijn profeet Jesaja onthuld waarom de Messías luide ruchtbaarheid zou afweren. De door de apostel Matthéüs op Jezus Christus van toepassing gebrachte profetie uit Jesaja 42:1, 2, luidt als volgt: „Zie! Mijn knecht, die ik heb uitgekozen, mijn geliefde, die mijn ziel heeft goedgekeurd! Ik zal mijn geest op hem leggen, en hij zal de natiën duidelijk maken wat gerechtigheid is. Hij zal niet twisten, noch luid roepen, noch zal iemand op de brede straten zijn stem horen” (Matth. 12:15-19). Dat Jezus de mensen gelastte zijn wonderwerken niet openbaar te
-