De vervloeking van de vijgeboom
Een tweevoudige les over geloof
EEN van de wat raadselachtige passages in de bijbel is het verhaal over Jezus en de onvruchtbare vijgeboom. Zoals in Markus 11:12-14, 20-24 beschreven staat, zag Jezus een zekere vijgeboom die bladeren had maar geen vruchten, en vervloekte hij de boom, waarop deze verdorde. Het was echter, zoals Markus duidelijk zegt, niet de tijd voor vijgen. Waarom heeft Jezus deze vijgeboom dan vervloekt? En waarom heeft Markus onder inspiratie het voorval opgetekend? Sommige bijbelcommentators van de christenheid zijn door dit verhaal in verlegenheid gebracht, maar toch blijken de feiten niet alleen Jezus’ handelingen te rechtvaardigen, maar ze onthullen ook dat Jezus hiermee een tweevoudige les over geloof gaf!
Vijgen rijpen gewoonlijk pas in juni, maar de beginnende vruchtjes zijn gewoonlijk reeds in februari aan de takken te vinden. Dit is dan twee maanden voordat eind april of begin mei de bladeren aan de takken komen. Tegen de tijd dat een vijgeboom bladeren heeft, moet hij dus zeker al vijgen hebben. Zo kunnen wij begrijpen dat toen Jezus deze bepaalde vijgeboom eind maart zag, het dan wel niet de tijd was dat een vijgeboom rijpe vijgen zou hebben, maar dat het ook de tijd nog niet was om bladeren te hebben.
Het feit dat deze boom wel bladeren had, toont dat hij bijzonder vroeg was. Het was beslist niet onredelijk dat Jezus verwachtte dat de boom ook met zijn vruchten vroeg zou zijn. Toch was de boom zonder opbrengst. Ja, zoals Markus zegt, de boom had „niets dan bladeren”, dat wil zeggen, geen vruchten. De bladeren gaven de boom stellig een bedrieglijk voorkomen.
Maar waarom vervloekte Jezus deze improduktieve vijgeboom? Jezus’ woorden bij die gelegenheid, zoals opgetekend in Markus 11:22-25, verschaffen een aanwijzing. Zoals Jezus uitlegde, hield dit voor hen een les in, namelijk ’geloof in God te hebben’. Wat had het verdorren van deze vijgeboom met geloof te maken? Ten eerste was het Jezus’ geloof waardoor de vervloeking haar uitwerking had. Kennelijk gebruikte Jezus deze gelegenheid om een aanschouwelijke les te geven over de kracht van geloof. Zoals Jezus verklaarde: „Hebt bij alle dingen waarom gij bidt en vraagt, geloof dat gij ze feitelijk reeds hebt ontvangen, en gij zult ze hebben.” — Mark. 11:24.
Maar er lijkt ook nog een ander verband te bestaan tussen het verdorren van deze vijgeboom en de hoedanigheid van geloof. Drie maanden daarvoor had Jezus een gelijkenis uitgesproken over een onvruchtbare vijgeboom die omgehakt moest worden (Luk. 13:6-9). En wat werd door de vijgeboom in deze gelijkenis afgebeeld? Deze onvruchtbare vijgeboom was een symbool van de oude joodse natie. — Vergelijk Matthéüs 21:43.
Het is dus redelijk om aan te nemen dat de onvruchtbare vijgeboom die Jezus vervloekte, eveneens een symbool was van de onvruchtbare oude joodse natie. Hoewel deze natie in een verbondsverhouding tot God had gestaan, was de uiterlijke schijn bedrieglijk, want de natie bleek geen goede vruchten op te leveren en zelfs Gods eigen Zoon te verwerpen. En wat was de oorzaak van deze onvruchtbaarheid? Het gebrek aan geloof, juist de hoedanigheid waar Jezus bij die gelegenheid de nadruk op legde (Rom. 9:31, 32). Door de vijgeboom te laten verdorren liet Jezus op heel beeldende wijze zien wat het uiteindelijke gevolg zou zijn voor die natie die geen vruchten voortbracht en geen geloof bezat.
Niet alleen vinden Jezus’ handelingen dus een rechtvaardiging in de tuinbouwkundige feiten, maar de context onthult ook dat Jezus hiermee een tweevoudige les over geloof gaf. Terwijl de afwezigheid van geloof ons onvruchtbaar kan maken en er alleen maar toe kan leiden dat wij door God verworpen worden, zal een actief geloof ons in staat stellen ’bergen te verplaatsen’, aangezien Jehovah stellig onze gebeden zal verhoren. — Matth. 17:20.