-
Wanneer geld geen waarde heeftDe Wachttoren 1972 | 15 november
-
-
De Schrift zegt: „Blijft de wijsheid niet roepen, en blijft het onderscheidingsvermogen zijn stem niet verheffen? Boven op de hoogten, langs de weg, bij het kruispunt der paden heeft ze post gevat. Opzij van de poorten, aan de mond van de stad, waar men de ingangen binnengaat, blijft ze luidkeels roepen: ’Tot u, o mannen, roep ik, en mijn stem is tot de zonen der mensen.’” — Spr. 8:1-4.
De bijbel is binnen uw bereik, naar alle waarschijnlijkheid in uw eigen huis. En Jehovah’s getuigen gebruiken alle redelijke middelen om u te bereiken ten einde uw aandacht op de erin opgetekende wijsheid te vestigen. U kent hen misschien van uw werk, van school, als buren of doordat zij bij u aan de deur komen. Zij kunnen u helpen om in plaats van geld, de wijsheid te verkrijgen die haar bezitters spaart opdat zij leven in Gods nieuwe ordening kunnen verwerven.
Jehovah’s getuigen zijn beslist niet op uw rijkdom uit. Zij vragen geen geld voor hun religieuze bijbelse onderwijzingswerk. Zij hebben belangstelling voor uw leven en voor het verheerlijken van de naam van Jehovah God, want alleen van hem kan gezegd worden: „De naam van Jehovah is een sterke toren. Hier snelt de rechtvaardige binnen en ontvangt bescherming” (Spr. 18:10). De wijsheid om naar deze toevluchtsplaats te vluchten, is binnen ieders bereik en wordt kosteloos verstrekt. Jehovah roept goedgunstig uit:
„Hé daar, al gij dorstigen! Komt tot het water. En zij die geen geld hebben! Komt, koopt en eet. Ja, komt, koopt wijn en melk zelfs zonder geld en zonder prijs. Waarom blijft gijlieden geld betalen voor wat geen brood is en waarom is uw moeizame arbeid voor wat niet tot verzadiging leidt? Luistert aandachtig naar mij en eet wat goed is en laat uw ziel haar heerlijke verrukking vinden in vettigheid zelf. Neigt uw oor en komt tot mij. Luistert en uw ziel zal in leven blijven.” — Jes. 55:1-3.
Zult u dit doen?
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1972 | 15 november
-
-
Vragen van lezers
● Waarom heeft Jezus, aangezien het niet de tijd voor vijgen was, een vijgeboom vervloekt die geen vruchten droeg, zoals in Markus 11:13, 14 wordt vermeld? — V.S.
Toen Jezus deze vijgeboom zag, was het 10 Nisan (28 maart) van het jaar 33 G.T. Bij de vijgebomen in dat gebied verschijnen de knoppen voor de eerste oogst van het seizoen omstreeks februari, aan takken die het voorgaande seizoen groeien, terwijl de bladeren pas tegen het eind van april of in mei verschijnen. Tegen de tijd dat de boom volop in blad staat, dient hij rijpe vruchten te dragen. Aangezien de boom die door Jezus werd gezien, ongewoon vroeg was met zijn bladeren, kon Jezus verwachten dat hij extra vroeg vruchten droeg die gegeten konden worden. Dat de boom geen vruchten droeg, wees erop dat hij onproduktief was. Zijn uiterlijke verschijning was misleidend.
Jezus vervloekte de boom, waarop hij verdorde. Waarom? Uitsluitend wegens zijn misleidende voorkomen? Jezus’ daad had klaarblijkelijk een belangrijker doel. Het was in werkelijkheid een aanschouwelijke les ten behoeve van zijn discipelen. Dit leren wij uit een later gedeelte van het verslag, waar Petrus zei: „Rabbi, zie! de vijgeboom die gij hebt vervloekt, is verdord.” En Jezus antwoordde: Hebt geloof in God. . . .Hebt bij alle dingen waarom gij bidt en vraagt, geloof dat gij ze feitelijk reeds hebt ontvangen, en gij zult ze hebben” (Mark. 11:20-22, 24). Jezus’ geloof in God maakte dat de uitgesproken vervloeking zijn uitwerking niet miste.
Bovendien zou de boom zelf een goede voorstelling kunnen vormen van de oude joodse natie uit de oudheid, die met het oog op haar verbondsverhouding tot Jehovah God en wegens het opzichtige vertoon van zelfrechtvaardigheid van de zijde van de joodse religieuze leiders, het voorkomen had vruchtbaar te zijn (Matth. 6:5; 23:25-28). De natie was echter in gebreke gebleven goede vruchten tot Gods heerlijkheid voort te brengen. Ze verwierp Jezus Christus, degene die door God was uitgezonden en die door zijn wonderen en onderwijzingen bewees Gods Zoon te zijn. Maar waarom verwierp de natie Jezus? Wegens gebrek aan geloof in Gods Woord (Luk. 13:5-9). Vandaar dat de ongelovige, onberouwvolle natie, net als de onvruchtbare vijgeboom, moest verdorren en sterven. — Matth. 21:43.
Wij in deze tijd kunnen voordeel trekken van de les die door Jezus’ vervloeking van de vijgeboom werd geleerd. Wanneer wij het geloof zouden verliezen in Gods vermogen de gebeden van zijn dienstknechten te verhoren en degenen die hem ernstig zoeken te belonen, zou dit tot onze verwerping leiden en zouden wij, net als onvruchtbare vijgebomen, vervloekt worden (Joh. 15:2-6; Hebr. 6:7, 8). Gods Woord zegt ons: „Zonder geloof [is het] onmogelijk [God] welgevallig te zijn, want wie tot God nadert, moet geloven dat hij bestaat en dat hij de beloner wordt van wie hem ernstig zoeken.” — Hebr. 11:6.
-