-
Dienen met de getrouwe „slaaf”De Wachttoren 1977 | 1 april
-
-
20. (a) Welke schitterende vruchten hebben getrouwe werkers in het veld voortgebracht? (Matth. 13:23) (b) Welke aanmoediging geeft Eén Thessalonicenzen 5:1-4 ons om zulke vruchten te blijven voortbrengen?
20 Met Jehovah’s zegen heeft het werk van zijn offervaardige Getuigen schitterende vruchten voortgebracht, terwijl de organisatie zich dienovereenkomstig heeft uitgebreid. Sommige getrouwe werkers in het veld hebben Jehovah veertig, vijftig, zestig en nog meer jaren loyaal gediend, en dezen zijn nog steeds in het oog springende voorbeelden voor de gehele gemeente. Verder zijn er degenen die zich intensief hebben ingespannen om in moeilijke gebieden te „pionieren”, die de Koninkrijksboodschap naar nieuwe steden en landen hebben gebracht en die in landen waar Jehovah’s Getuigen zijn verboden, tientallen jaren achtereen „ondergronds” dienst hebben verricht. Wanneer wij allen ijverig dienst blijven verrichten, kunnen wij het vertrouwen hebben dat er helemaal tot op de tijd dat „Jehovah’s dag” plotselinge en onmiddellijke vernietiging over deze goddeloze wereld brengt, voortreffelijke vruchten voortgebracht zullen worden. — 1 Thess. 5:1-4.
21. (a) Met het oog op welke situatie moedigen de Meester en zijn „slaaf” allen aan God met ijver te dienen? (b) Welke beloningen worden door een ijverige dienst voortgebracht? (Spr. 18:10; Jes. 26:20, 21)
21 Het is duidelijk dat „uitingen door demonen geïnspireerd” thans uitgaan „tot de koningen [heersers] van de gehele bewoonde aarde, om hen te vergaderen tot de oorlog van de grote dag van God de Almachtige”. Met het oog op deze situatie geeft onze Meester de waarschuwing: „Zie! Ik kom als een dief. Gelukkig is hij die wakker blijft en zijn bovenklederen bewaart, opdat hij niet naakt wandele en men zijn schandelijkheid zie.” Dat zou rampspoedig zijn! Daarom zal de „slaaf”-klasse allen die waarheid liefhebben, ertoe blijven aanmoedigen „bovenklederen” aan te trekken en aan te houden welke hen identificeren als personen die God met ijver en „in ware rechtvaardigheid en loyaliteit” dienen. Een dergelijke ijverige, loyale dienst zal ons thans in de plaats van geestelijke zekerheid houden en zal tot resultaat hebben dat wij te Har–mágedon van de vernietiging worden gered. — Openb. 16:14-16; Ef. 4:24.
-
-
„De oude is lekker”De Wachttoren 1977 | 1 april
-
-
„De oude is lekker”
Bij een bepaalde gelegenheid stelde men aan Jezus de vraag waarom zijn discipelen niet vastten net als de discipelen van Johannes de Doper en de discipelen van de Farizeeën dit deden. Een gedeelte van zijn antwoord luidde: „Niemand [doet] nieuwe wijn in oude wijnzakken; doet hij dit echter wel, dan zal de nieuwe wijn de wijnzakken doen barsten, en hij zal weglopen en de wijnzakken zullen verloren gaan. Maar nieuwe wijn moet in nieuwe wijnzakken worden gedaan. Niemand die oude wijn heeft gedronken, wil nieuwe; want hij zegt: ’De oude is lekker.’” — Luk. 5:37-39.
Met dit antwoord bedoelde Jezus kennelijk te zeggen dat zijn leer te krachtig en te energiek was om binnen het oude systeem van het Judaïsme beperkt te blijven; dat miste daarvoor, net als oude wijnzakken, de vitaliteit en elasticiteit. Zij echter die een voorkeur hadden voor de traditionele wijn of leer van het Judaïsme, vonden Jezus’ leer verwerpelijk. Zij wezen haar af als nieuwe wijn en gaven de voorkeur aan de oude tradities. Voor hen was ’de oude lekker’.
-