Gebruik uw leven in overeenstemming met Gods wil
1. (a) Door wiens wil moeten wij ons bij het gebruik van bloed laten leiden, en welke praktijken verbiedt hij? (b) Door welk voorval in de dagen van Kaïn en Abel werd te kennen gegeven welk juiste gebruik er van vergoten bloed gemaakt mocht worden?
HET levensbloed van een schepsel wordt alleen maar op de juiste wijze gebruikt wanneer het in overeenstemming met Gods wil geschiedt. Het is verboden zich ermee te voeden. God heeft geen machtiging verleend om het onder het mom van een medische behandeling ten einde een leven in stand te houden, aan een andere persoon toe te dienen. Behalve dat bloed in het lichaam van een schepsel bij wie het hoort een levenonderhoudende taak vervult, is slechts één soort van gebruik door God gesanctioneerd. Dit trad in de dagen van Kaïn en Abel, Adams zonen, aan de dag. „Abel werd een schaapherder, maar Kaïn werd een bebouwer van de grond. En na verloop van enige tijd geschiedde het, dat Kaïn ertoe overging enkele vruchten van de grond als een offer aan Jehovah te brengen. Wat Abel echter betreft, ook hij bracht enkele eerstelingen van zijn kudde, zelfs hun vette delen. Terwijl Jehovah nu tegenover Abel en zijn offer gunstig gestemd was, was hij niet gunstig gestemd tegenover Kaïn en diens offer” (Gen. 4:2-5, NW). Kaïns offer was uit het zielloze plantaardige leven genomen, terwijl Abels offer een leven vertegenwoordigde en het uitstorten van bloed noodzakelijk maakte. Door Abels offer te aanvaarden, gaf Jehovah voor het eerst te kennen dat voor een offerande het vergieten van bloed noodzakelijk was. Kaïn aanvaardde evenwel niet Gods leiding in deze aangelegenheid; in plaats daarvan vermoordde hij zijn broer Abel — de enige man op aarde die zowel zijn eigen leven als dat van zijn kudde in overeenstemming met Gods wil gebruikte — op gewelddadige wijze.
2. Welk ene juiste gebruik van vergoten bloed stond God toe, aan wie werd dit bekendgemaakt, en op welke wijze?
2 Getrouwe dienstknechten van God beseften dat het Gods wil was om bij het brengen van een offer aan Jehovah het levensbloed van dieren uit te storten, en van Noach, Abraham en andere in de bijbel genoemde personen wordt gezegd dat zij dit op deze wijze hebben gedaan (Gen. 8:20; 22:13). Toen hun nakomelingen, de Israëlieten, bij de voet van de berg Sinaï — waar zij als een natie werden georganiseerd — bijeenwaren, vertelde Jehovah God hun in ondubbelzinnige bewoordingen dat men het vergoten bloed van een schepsel slechts op één manier juist kon gebruiken. Hij verklaarde: „Ik heb het u op het altaar gegeven om verzoening over uw zielen te doen, want het bloed bewerkt verzoening door middel van de ziel” (Lev. 17:11). Daar het bloed zo nauw bij de levensprocessen betrokken is, en zonde tot verlies van leven leidt, stelt God ter verzoening van zonde een offer van datgene wat het leven vertegenwoordigt, namelijk het bloed, als een vereiste. „Zonder bloedstorting geschiedt er geen vergeving.” — Hebr. 9:22.
3. Welk groter slachtoffer voorschaduwden die dierlijke slachtoffers, en hoe strekt het bloed daarvan de mensheid tot voordeel?
3 Deze dierlijke slachtoffers voorschaduwden alle een veel grootser slachtoffer, een slachtoffer dat de zonde voor eeuwig uit de weg zou kunnen ruimen en voor Gods dienstknechten gelegenheden tot eeuwig leven zou openen. Dit slachtoffer werd niet uit de kudden van Israël gekozen; het bestond uit Jezus Christus, Gods Zoon, degene die door Johannes de Doper werd geïdentificeerd, toen deze uitriep: „Zie, het lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt” (Joh. 1:29). Dit was Jehovah’s eigen voorziening ten behoeve van de mensheid; het leven van zijn Lam, zijn Zoon, werd als slachtoffer gegeven. Door middel van deze liefdevolle regeling is het voor mannen en vrouwen op aarde mogelijk gemaakt om het voorrecht van dienst met Christus, de Koning, in de hemelse hoven deelachtig te worden, daar zij „thans rechtvaardig zijn verklaard door zijn bloed” (Rom. 5:9, NW). Behalve deze „kleine kudde” van honderd vierenveertig duizend leden, heeft een „grote schare” van anderen die God voor de troon op zijn voetbank de aarde dienen, gebruik gemaakt van dit rantsoenoffer, en zij hebben hun gewaden gewassen en wit gemaakt in het bloed van het Lam, als gevolg waarvan zij zich verheugen in vergeving van hun zonden en in Gods ogen rechtvaardige personen zijn. — Openb. 7:14, 15.
4. Van de aanvaarding waarvan hangt ons leven af, en waarom?
4 Jezus Christus’ volmaakte slachtoffer heeft volkomen in de noodzaak van een offer aan God ten behoeve van de zondige mensheid, voorzien. Het behoeft niet herhaald te worden. Dierlijke slachtoffers zijn niet langer nodig. In feite zijn ze thans voor God verfoeilijk, daar ze van veronachtzaming van het door hemzelf verschafte slachtoffer blijk geven. Het rantsoenoffer van Jezus Christus is daarom absoluut de enige door God onder zijn christelijke getuigen ingestelde regeling waarbij het bloed van een schepsel ten behoeve van een ander gebruikt mag worden, ten einde diens leven te redden. „Door bemiddeling van hem hebben wij de verlossing door rantsoen door middel van het bloed van diegene, ja, de vergeving van onze overtredingen, krachtens de rijkdommen van zijn onverdiende goedgunstigheid” (Ef. 1:7, NW). Ons leven hangt ervanaf of wij deze voorziening, en derhalve de goddelijke regeling ten aanzien van het juiste gebruik van bloed, aanvaarden. Zij die uit Gods hand leven wensen te ontvangen, weerhouden zich er daarom wijselijk van om op een manier die niet door hem als de Levengever is gerechtvaardigd, bloed te gebruiken.
GOD LIEFHEBBEN MET ONZE GEHELE ZIEL
5. (a) Wat gaf Jezus ten antwoord toen iemand hem vroeg wat men moet doen om eeuwig leven te beërven? (b) Wat is erbij betrokken wanneer men God met zijn gehele ziel liefheeft, en waarom?
5 Een zekere persoon die de Wet goed kende, vroeg Jezus eens: „Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven?” In antwoord hierop zette Jezus een tot richtsnoer dienend beginsel uiteen dat ons helpt om vast te stellen wat wij, ten einde de beloning van het eeuwige leven te verwerven, thans met ons leven moeten doen. Hij zei: „Gij zult den Here, uw God, liefhebben uit geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht en met geheel uw verstand, en uw naaste als uzelf” (Luk. 10:25-27). Wat is er nu precies bij betrokken wanneer u God met uw gehele ziel liefhebt? Het betekent dat u door middel van de opdracht uw leven aan God schenkt, ja, dat u uw leven aan het verrichten van elk u door God opgedragen werk besteedt. Daar wij ons leven bij onze opdracht aan God hebben geschonken, dienen wij te beseffen waardoor het leven in de bijbel wordt vertegenwoordigd of voorgesteld. Dit is namelijk bloed, dat de zetel van het leven of de ziel vormt. Wanneer er daarom een leven is genomen, wordt er gezegd dat er bloed is vergoten. Bloed is zo fundamenteel bij de levensprocessen betrokken, dat de bijbel verklaart dat de ziel of het leven van een persoon zijn bloed is. Wanneer God tot Noach spreekt, gebruikt hij de uitdrukkingen ziel of leven, en bloed, parallel, zeggende: „Alleen vlees met zijn ziel, zijn bloed, zult gij niet eten” (Gen. 9:4). En tot de Israëlieten zei hij eenvoudig: „Het bloed is de ziel”, of volgens de Petrus Canisius Vertaling: „Het bloed is het leven” (Deut. 12:23). Als wij daarom ons leven aan God opdragen, moeten wij er zeker op letten dat wij hetgeen het leven vertegenwoordigt, ons bloed, in overeenstemming met zijn wet gebruiken.
6, 7. Bezit een christen de vrijheid om zijn levensbloed ten behoeve van iemand anders af te staan, en is het medisch gezien veilig om bloed te geven?
6 Dit grootste gebod geeft daarom te kennen dat een opgedragen christen niet de vrijheid bezit zijn levensbloed af te staan zodat het door een ander gebruikt kan worden. Het leven behoort aan God toe en wij bezitten alleen maar de vrijheid om het aan hem in zijn dienst te geven. Het zou ook niet juist zijn om te argumenteren dat men uit naastenliefde bloed moet afstaan. Men betoont zijn naaste geen liefde door in een overtreding van Gods wet met hem samen te werken, en daar Gods Woord duidelijk aangeeft dat het verkeerd is om een bloedtransfusie te nemen, is het ook verkeerd om bloed voor een bloedtransfusie af te staan.
7 Voor Gods dienstknechten is het een vereiste Hem te gehoorzamen. Het is ook een zegen voor hen, want het beschermt hen tegen kwaad. Het is interessant om op te merken dat, alhoewel de organisaties die graag bloed van de mensen ontvangen, over het algemeen de indruk wekken dat de gehele procedure volmaakt veilig is, men niet overal deze mening is toegedaan. Zo wordt er bijvoorbeeld in het boek Physiology and Clinic of Blood Transfusiona onder andere het volgende verklaard: „Zoals de laatste onderzoekingen tonen, kunnen er voor de bloeddonor ernstige stoornissen in de gezondheid uit voortvloeien.” Getrouwe christenen blijven voor dergelijke gevaren welke een belemmering voor hun dienst voor God zouden kunnen vormen, gespaard.
GEVAREN DOOR GEHOORZAAMHEID VERMEDEN
8. Waarop baseren Jehovah’s getuigen hun standpunt ten aanzien van bloedtransfusie, en waarom is het desondanks goed om het medische getuigenis betreffende de aangelegenheid te beschouwen?
8 Het standpunt van Jehovah’s getuigen ten aanzien van bloedtransfusie is niet op de goedkeuring of afkeuring van deze methode door medische kringen gebaseerd. Hun beslissing wordt niet bepaald door de veilige of de gevaarlijke aspecten van deze behandelingsmethode, maar door Gods Woord. Een kennis van enkele van de gevolgen waartegen men door gehoorzaamheid aan Gods wet betreffende bloed wordt beschermd, vergroot echter iemands waardering voor de rechtvaardigheid van Jehovah’s wegen.
9. Welke mening met betrekking tot bloedtransfusie wordt er over het algemeen in de wereld op nagehouden, maar is deze mening van medisch standpunt uit bezien juist?
9 In de afgelopen jaren heeft men er onder artsen ten aanzien van het geven van bloed over het algemeen de mening op nagehouden dat het altijd wel een goede invloed heeft. Soms wordt het gegeven omdat patiënten erop aandringen of om familieleden die er zeker van willen zijn dat „al het mogelijke is gedaan”, tevreden te stellen. Het hoofd van de bloedbank van het aan de New York-universiteit verbonden „Bellevue Medical Center” verklaarde dienaangaande: „Men heeft bloedtransfusies verricht op basis van de theorie dat ze de patiënt nooit enig nadeel kunnen berokkenen en misschien wel nuttig voor hem zijn. Dit idee is verkeerd omdat er met bloedtransfusie onafscheidelijk bepaalde gevaren zijn verbonden.” In het tijdschrift van de „American Academy of General Practice” stond: „Het is ongelukkig te noemen dat velen hun vrees voor een transfusie verloren hebben en thans even vrolijk een bloedtransfusie bestellen als een fles zoutoplossing.” Ruim vierduizend jaar geleden zei Jehovah God de mens dat hij het bloed van andere schepselen niet in zijn lichaam moest opnemen, en de huidige medische wetenschap bevestigt het feit dat een overtreding van deze wet ernstige gevaren met zich meebrengt.
10, 11. (a) Wat zijn enkele van de gevaren waarmee iemand die een bloedtransfusie ontvangt, wordt geconfronteerd, en kunnen doctoren deze gevaren geheel doen verdwijnen? (b) Zou u met het oog op deze feiten zeggen, dat bloedtransfusies werkelijk levens redden?
10 Een van de gevaren waarmee iemand die een bloedtransfusie ontvangt onmiddellijk wordt geconfronteerd, is de mogelijkheid van een hemolytische reactie, dat wil zeggen, de snelle vernietiging van de rode bloedlichaampjes die voor het zuurstofvervoer zorgen. Dit kan barstende hoofdpijnen en pijnen in borst en rug tot gevolg hebben, terwijl giftige stoffen door slechte werking van de nieren in het lichaam worden opgehoopt. Binnen enkele uren of dagen kan de dood intreden. De medische wetenschap heeft dit gevaar nog niet uit de weg kunnen ruimen. „Wat wij ook hebben geprobeerd, wij kunnen alleen het optreden van de reacties beperken. Wij kunnen ze niet geheel doen verdwijnen en patiënten zullen er ten gevolge van bloedtransfusies door benadeeld blijven worden”, zo verklaart W.H. Crosby, hoofd van de hematologische afdeling van het „Walter Reed Army Institute of Research”. Zelfs wanneer als gevolg van natuurlijk voorkomende antistoffen in de bloedstroom van de patiënt een dergelijke hemolytische reactie uitblijft, kunnen antigenen in het transfusiebloed de produktie van antistoffen stimuleren, zodat er een ernstige reactie zal optreden indien er ooit weer bloed dat dergelijke factoren bevat, wordt toegediend. Daar volgens mededelingen het aantal mogelijke combinaties van bekende bloedfactoren thans 15.000.000 bedraagt, is de kans dat men bloed ontvangt hetwelk gelijk is aan het eigen bloed en niet de een of andere nadelige invloed heeft, zo gering dat ze nauwelijks tot het rijk der mogelijkheden gerekend kan worden.
11 Er zijn nog andere gevaren. Daar het voor een arts moeilijk is om te weten te komen hoeveel bloed men precies heeft verloren, is het mogelijk dat hij meer bloed tracht toe te dienen dan waarvoor plaats is, hetgeen, zoals in het tijdschrift Medical Science (van 25 juli 1959) wordt bericht, veel voorkomt en rampzalige gevolgen heeft. Er kan tijdens de transfusie ook lucht in de bloedstroom komen, hetgeen wederom dodelijke gevolgen heeft. Voorts wordt bloed buiten het lichaam gemakkelijk besmet, en bepaalde bacteriën die gewoon in de lucht voorkomen, zijn van een dergelijke aard, dat ze zich zelfs bij ijskasttemperaturen in opgeslagen bloed vermenigvuldigen, waardoor zelfs het toedienen van kleine hoeveelheden van dergelijk bloed voor de ontvanger dodelijk is. Hoe kan van een dergelijke behandelingsmethode worden gezegd dat ze werkelijk levens redt?
12. Noem de gevaren in de vorm van ziekten die uit een bloedtransfusie kunnen voortspruiten, en toon aan wat de gevolgen hiervan voor de patiënt zouden kunnen zijn.
12 Hoe onheilspellend dit beeld ook is, toch toont het nog niet alle gevaren waaraan een patiënt wordt blootgesteld die bloed toegediend krijgt. De dokter die de transfusie verricht, behoeft niet altijd te weten hoeveel kwaad er wordt gesticht, want door middel van transfusies overgebrachte ziekten openbaren zich niet altijd direct. Medische autoriteiten erkennen echter alle dat syfilis, malaria en leverontsteking via een bloedtransfusie kunnen worden overgebracht. Deze ziekten kúnnen niet alleen worden overgebracht, maar er worden geregeld gevallen gerapporteerd waarin dit werkelijk is gebéurd. Met de wereldomvattende uitbreiding van immoraliteit en de daarmee gepaard gaande geslachtsziekten, stijgt ook het gevaar van syfilis, een ziekte welke in vroegtijdige geboorten, gevallen van blindheid en doofheid, verlammingen, hartziekten, krankzinnigheid en de dood kan resulteren. De proef welke gebruikt wordt om syfilitisch bloed op te sporen, toont het gevaar niet aan als de ziekte nog maar in een beginstadium verkeert, en de patiënt betaalt de prijs. In februari van dit jaar stond er in de Japanse Times een bericht van een vrouw die een rechtszaak tegen het regeringsziekenhuis van de Tokio-universiteit had gewonnen; zij had een aanklacht tegen dit ziekenhuis ingediend op grond van het feit dat zij bij een transfusie syfilitisch bloed had ontvangen waardoor zij haar gezicht had verloren en haar man zich van haar had laten scheiden. De door de rechtbank opgelegde financiële compensatie vormde slechts een kleine troost voor het aangerichte kwaad. En wat valt er te zeggen over het risico malaria op te lopen? Zij die dragers zijn van malariabacillen, zijn zich hier niet altijd van bewust; bloedproeven tonen het zelden aan; iedereen die bloed ontvangt, kan er echter aan ten offer vallen. Het gevaar neemt niet af; integendeel, iemand die ooit in een malariagebied heeft gewoond of dit heeft bezocht, is een mogelijke bacillendrager, en door de internationale reizen welke de mensen maken, staat het wel vast dat het aantal nog elke dag toeneemt. De leverziekte serum-hepatitis kan beslist niet als laatste onder de gevaarlijke ziekten worden genoemd, want ze eist aandacht wegens haar veelvuldige voorkomen. Deze leverontsteking brengt zoveel gebreken en sterfgevallen met zich mee, dat dr. Alvarez, de vroegere adviserende geneesheer van de Mayo-kliniek, heeft verklaard dat hij zich nooit een bloedtransfusie zou willen laten geven, tenzij hij dit absoluut noodzakelijk achtte.
13. Welke prijs moet een vrouw die bloed heeft gekregen, bovendien misschien betalen met betrekking tot het ter wereld brengen van kinderen?
13 Alsof de aan de patiënt zelf toegebrachte schade nog niet genoeg zou zijn, eindigt het hier niet mee. Bij een vrouw kunnen de nadelige gevolgen zich zelfs tot haar ongeboren kinderen uitstrekken. Als gevolg van factoren waarvan men sommige kent, terwijl andere nog niet begrepen worden, kan een vrouw die men een transfusie heeft gegeven met niet geheel passend bloed, tot de ontdekking komen dat zij geen normale, gezonde kinderen meer ter wereld kan brengen.
14. Hoe beschermt God zijn volk tegen zulke rampspoeden?
14 Hoeveel beter is het niet naar Gods Woord te luisteren wanneer dit ons zegt ons van bloed te onthouden! Hoeveel gelukkiger zijn wij indien wij, zoals kinderen naar hun vader luisteren, acht slaan op de raad van God en er in overeenstemming mee leven. „Mijn zoon, schenk toch aandacht aan mijn woorden. Neig uw oor tot mijn uitspraken. Mogen ze niet van uw ogen wijken. Bewaar ze in het midden van uw hart. Want ze zijn leven voor wie ze vinden en gezondheid voor geheel hun vlees.” — Spr. 4:20-22, NW.
DE PERSOONLIJKHEID BEÏNVLOED
15. Hoe redeneren sommige wereldwijze mensen ten aanzien van deze met bloedtransfusies gepaard gaande gevaren, maar welke feiten betreffende de bronnen waaruit bloed wordt verkregen, werpen ernstige vragen op?
15 Zij die meer geneigd zijn hun vertrouwen in menselijke wetenschap dan in de wijsheid van God te stellen, kunnen de gedachte zijn toegedaan dat de zorg waarmee bloeddonors worden uitgekozen, het mogelijk maakt al deze gevaren te vermijden. Neem echter de feiten eens in overweging. Het zal waarschijnlijk een schok voor u zijn te vernemen dat het bloed van dode mensen bij bloedtransfusies in het lichaam van ziekenhuispatiënten wordt overgebracht, maar berichten uit Rusland en Spanje tonen aan dat dit daar werkelijk gebeurt. Zelfs in de Verenigde Staten van Amerika heeft men met de transfusie van lijkebloed geëxperimenteerd!b Natuurlijk is dat in uw woonplaats waarschijnlijk niet de gewoonte. Het tijdschrift Time van 26 mei 1961 beschreef echter het geval van een 49 jaar oude vrouw in het „Pontiac General Hospital”, die ruim een liter bloed ontving dat afkomstig was uit het lijk van een jongen van 12 jaar die in een nabijgelegen meer was verdronken en reeds twee en een half tot drie uur dood was. Bovendien wordt er in verteld dat reeds in 1935 een arts in een voorstad van Chicago eenzelfde methode als de Russen gebruikte en dat deze Amerikaanse dokter over een periode van twee jaar vijfendertig transfusies met lijkebloed voor zijn rekening nam. Misschien is de donor een eigen, levend familielid, een achtenswaardig persoon die moreel een rein leven leidt. Verzekert dit ons echter van veiligheid? Neen; het zal niet het gevaar van een reactie als gevolg van niet-passend bloed wegnemen, noch geeft het de garantie dat de betrokken persoon niet de drager van de een of andere ziekte is, zonder dat hij hier zelf misschien van afweet. In de meeste gevallen weet degene die bloed ontvangt echter in het geheel niet wie de donor is. Een gedeelte van het bloed kan van een gezond mens afkomstig zijn, maar ook een gedeelte van een alcoholist of een gedegenereerd persoon. Misdadigers in de gevangenis worden in de gelegenheid gesteld om bloed af te staan. Zo stond er bijvoorbeeld in de New York Times van 6 april 1961: „Gevangenen in de Sing Sing-gevangenis te Ossining zullen vandaag bloed aan het Rode Kruis afstaan.” Een aanbevelenswaardige daad! Misschien niet zo heilzaam voor hun naaste als men de mensen wel wil laten geloven.
16. (a) Welke interessante opmerking over bloed wordt er in een voetnoot van de Soncino bijbelboeken gemaakt? (b) Wat zeggen hedendaagse artsen over deze zelfde aangelegenheid, en waarom is dit voor christenen van belang?
16 Toen de Israëlieten zich erop voorbereidden om het Beloofde Land binnen te trekken, liet Jehovah Mozes zijn wet welke het eten van bloed verbood, voor hen herhalen. Hij zei tot hen, zoals in Deuteronomium 12:25 staat opgetekend: „Gij zult het niet eten; opdat het u en uw kinderen na u wèl ga, of gij doet wat recht is in de ogen des HEREN.” Een door J.H. Herz verzorgde uitgave van de Pentateuch bevat bij deze uitdrukking „opdat het u en uw kinderen wèl ga”, de volgende voetnoot: „Ibn Ezra veronderstelt dat het gebruik van bloed zowel moreel als fysiek een demoraliserende uitwerking zou hebben en toekomstige generaties erfelijk zou belasten.” Dit is een interessant punt, en dat het ten aanzien van bloedtransfusies van toepassing kan zijn, blijkt uit het getuigenis van artsen. Zo schrijft dr. A.J. Shadman bijvoorbeeld in zijn boek Who Is Your Doctor and Why?: „In elke persoon is het bloed in werkelijkheid de persoon zelf. Het bevat alle eigenaardigheden van het individu van wie het afkomstig is. Dit omvat erfelijke gebreken, ontvankelijkheid voor ziekten, giftige stoffen als gevolg van de persoonlijke levenswijze, eet- en drinkgewoonten. . . . De giftige stoffen welke de prikkel verschaffen om zelfmoord te plegen, een moord te begaan of te stelen, bevinden zich in het bloed.” De Braziliaan A. Valério, die ruim veertig jaar lang arts en chirurg is geweest, stemt hiermee in wanneer hij verklaart: „Morele krankzinnigheid, seksuele perversiteiten, dwangneurosen, minderwaardigheidscomplexen, kleine misdaden — deze volgen bloedtransfusies vaak op de voet.”c Toch geeft men in de openbare pers toe dat organisaties welker bloedvoorraad betrouwbaar wordt geacht, transfusiebloed van misdadigers verkrijgen van wie bekend is dat zij dergelijke kenmerken bezitten. Beslist niemand die pogingen doet om de werken van het vlees achter zich te laten en zijn leven te gebruiken op de door God in zijn Woord uiteengezette wijze, zal zichzelf voor een dergelijke ruïneuze toekomst openstellen. — Rom. 12:2; Ef. 4:22-24, NW.
BLIJK GEVEN VAN GELOOF IN DE LEVENGEVER
17. (a) Hebben Jehovah’s getuigen op religieuze gronden bezwaar tegen alle medische behandelingsmethoden? (b) Is er iets wat ten behoeve van een christen kan worden gedaan indien hij zeer veel bloed heeft verloren?
17 Wat is de betekenis van deze feiten in het geval van een christen die zeer veel bloed heeft verloren en een medische behandeling nodig heeft? Kan men niets doen? Moet hij eenvoudig op de dood wachten? Beslist niet! Jehovah’s getuigen hebben geen religieuze bezwaren tegen een behandelingsmethode welke niet met Gods wet in strijd is, en het is een feit dat er andere behandelingsmethoden bestaan. Doctoren die de mens als een schepping van God in plaats van als een produkt der evolutie beschouwen, zijn gewoonlijk meer geneigd te beseffen dat het menselijke lichaam door God met een wonderbaarlijk herstellingsvermogen is toegerust, en zij werken hiermee samen in plaats van de mening te zijn toegedaan dat het verbod om bloed te gebruiken een hinderpaal op de weg naar herstel vormt. Ons lichaam is schitterend toegerust om het hoofd te bieden aan een noodtoestand, zelfs wanneer deze door bloedverlies in het leven is geroepen (Ps. 139:14). The Encyclopædia Britannica verklaart dienovereenkomstig: „Buiten het bloed dat werkelijk in de slagaders, aders en haarvaten circuleert, bezit het lichaam reserves welke gemobiliseerd kunnen worden. Naar men weet, zetelt één hiervan in de milt. Bij het begin van een bloeding krimpt de milt, waarbij het bloed dat er als uit een spons wordt uitgeknepen, in de bloedbaan terechtkomt.”d Met het oog hierop erkennen vele doctoren dat het veel veiliger is om met het bloed producerende systeem van het lichaam zelf samen te werken, dan te trachten de plaats hiervan in te nemen door vreemd bloed toe te dienen. Zelfs de hooggeschatte medische publikatie The Surgical Clinics of North America (van februari 1959) heeft verklaard: Men moet niet vergeten dat niet bloedtransfusie, maar de „ijzertherapie de beste behandelingsmethode vormt bij bloedarmoede als gevolg van bloedverlies”. In noodgevallen, wanneer het lichaam zeer veel vocht heeft verloren, kan men, zonder Gods verbod betreffende bloed te overtreden, „preparaten” gebruiken die het „volume van het plasma” vergroten, en deze zijn volgens het getuigenis van talloze doctoren veel veiliger dan bloedtransfusies gebleken. Hoewel het waar is dat ze niet hetzelfde voor het lichaam kunnen doen als het eigen bloed, stellen ze toch de overgebleven rode cellen in staat door het lichaam te blijven circuleren, zodat de verschillende organen gedurende de periode welke het lichaam nodig heeft om het bloedverlies te herstellen, zuurstof zullen ontvangen. In plaats dat christelijke patiënten zich dus tot het aanvaarden van bloed zullen laten dwingen onder het voorwendsel dat dit nog de enige hoop is, zullen zij een arts uitzoeken die voldoende bekwaamheid, geduld en respect voor hun religieuze geweten bezit om hen zonder bloed te willen behandelen.
18. Waarom is het dwaas om te trachten een leven te redden door Gods wet te overtreden?
18 Pogingen om een leven te redden met onschriftuurlijke middelen, kunnen nooit blijvend goede resultaten tot gevolg hebben. Hoe dwaas is het te denken dat men zijn leven kan redden door de wetten van de Levengever te overtreden! Hoewel het ogenschijnlijk op het moment zelf heilzame resultaten afwerpt, kan het uiteindelijk in de vorm van ziekten en dood geboren kinderen als een rechtstreeks gevolg van een dergelijke onverstandige handelwijze, zijn tol eisen. Zelfs indien de patiënt zelf of zijn of haar nageslacht geen fysiek nadeel ondervindt, brengt het overtreden van Gods wet iemands kans om eeuwig leven in Gods nieuwe wereld te verwerven, ernstig in gevaar.
19. (a) Wie beweerde dat de mens alles zou doen, ja zelfs God zou verlaten, ten einde zijn huidige leven te redden? (b) Hoe kunnen wij voordeel trekken van de berisping die Jezus Petrus met betrekking tot deze aangelegenheid gaf? (c) Welke beloning zal God schenken aan hen die hem zelfs in moeilijke tijden gehoorzamen?
19 In het geval van Job beweerde Satan dat de mens alles zou doen, ja, dat hij zich zelfs tegen God zou keren, ten einde zijn huidige leven te redden. „Al wat iemand heeft, zal hij geven voor zijn leven”, betoogde hij (Job 2:4). Hij had het echter bij het verkeerde eind. Job stelde hem als een leugenaar aan de kaak en ook Jezus Christus deed dit op een in het oog springende wijze. Bij een bepaalde gelegenheid had Jezus erover gesproken dat hij een loopbaan moest volgen welke tot zijn dood in de dienst van God zou leiden. „Hierop nam Petrus hem terzijde en begon tegenover hem krachtige bezwaren te berde te brengen.” Jezus berispte hem echter. „’Ga achter mij, Satan! Gij zijt een struikelblok voor mij, want gij denkt niet Gods gedachten, maar die der mensen.’ Toen zei Jezus tot zijn discipelen: ’Wanneer iemand achter mij wil komen, hij verloochene zich, neme zijn martelpaal op en volge mij voortdurend. Want al wie zijn ziel wil behouden, zal ze verliezen, maar wie zijn ziel om mij verliest, zal ze vinden’” (Matth. 16:21-25; Mark. 8:31-35, NW). Moge niemand van ons ooit ten aanzien van onze christelijke broeders en zusters als Satan worden, door er bij hen op aan te dringen ten gunste van de wijsheid der wereld hun vertrouwen in God te verraden! Er is slechts één manier om het leven te verwerven, en dat is door in overeenstemming met Gods wil te leven. Vertrouwen in God is nooit misplaatst. Als de Goddelijke Geneesheer kan hij doen wat geen enkele menselijke dokter ooit tot stand zou kunnen brengen: het leven van zijn dienstknechten verlengen, niet slechts met een paar zorgelijke jaren, maar tot in alle eeuwigheid — indien nodig, door middel van een opstanding uit de doden — in zijn glorierijke nieuwe wereld welke thans zo nabij is. — Ps. 23:4; Hand. 24:15.
20. Wat dienen wij thans te doen zodat wij ons leven in overeenstemming met Gods wil zullen gebruiken?
20 Laten wij die zulke wonderbaarlijke vooruitzichten hebben, voorzichtig zijn ten einde een leven te leiden in overeenstemming met Gods wil. Laten wij niet net als de wereld een zorgeloze houding aan de dag gaan leggen ten aanzien van het bloed van onze medemensen. Thans is het er de tijd voor om ons het meest om hun levensbloed te bekommeren, door er bij hen op aan te dringen geloof te oefenen in het bloed van Jezus Christus, het enige bloed dat met betrekking tot het redden van leven in Gods ogen enige werkelijke waarde bezit. Wijs hen op zijn koninkrijk, help hen de wetten ervan te leren kennen en moedig hen geduldig aan wanneer zij de weg ten leven bewandelen. Neem het vaste besluit om net als Paulus te kunnen zeggen: „Ik [ben] rein . . . van het bloed van alle mensen, want ik heb mij er niet van weerhouden u al de raad Gods te vertellen.” — Hand. 20:26, NW.
[Voetnoten]
a In 1960 te Jena in Duitsland gepubliceerd.
b Bulletin van de Amerikaanse vereniging van bloedbanken, van juni 1960.
c Ciëncia Médica, Deel xx, „Morele onvolkomenheden en bloedtransfusie.”
d Uitgave van 1946, Deel 3, blz. 743.