-
Camouflage-specialisten in de dierenwereldOntwaakt! 1982 | 22 januari
-
-
gedaan. Het was beslist niet Gods voornemen dat de mens zijn medemens zou doden en zo nu en dan zelfs zou opeten. Maar ook de mens heeft het vermogen zich aan nieuwe omstandigheden aan te passen om in leven te kunnen blijven, waarbij hij in oorlogstijd zelfs gebruik maakt van camouflage.
In Gods nieuwe ordening zullen mens en dier weer in de vredige toestand geraken die God zich had voorgenomen. Noch mens noch dier zal dan bevreesd zijn voor een plotselinge dood of zich zorgen behoeven te maken over een ontoereikende voedselvoorziening. — Jes. 11:9; Hos. 2:18; Openb. 21:4, 5.
-
-
Een wijze levenslesOntwaakt! 1982 | 22 januari
-
-
Een wijze levensles
Inflatie is over de hele wereld een ernstig probleem. De prijzen blijven stijgen. De lonen houden zelden gelijke tred met de prijsverhogingen. Hierdoor wordt het leven moeilijk en is men al snel geneigd alle tijd en aandacht in beslag te laten nemen door de materiële zorg voor het levensonderhoud.
Nochtans zou geen van onze bezittingen van enige waarde zijn als wij het leven niet hadden. Waar komt het leven vandaan?
Is het een produkt van toeval? Zeker niet. Zelfs met onze menselijke intelligentie kan niemand van ons een klein zaadje ontwerpen dat zal uitgroeien tot een bloem of een boom. Evenmin zouden wij kinderen kunnen voortbrengen zonder de schitterende voorzieningen die wij bij onze geboorte meekregen. Uit het ontwerp van deze dingen spreekt duidelijk een buitengewone intelligentie. Van wie? Niet van ons. Alleen de Almachtige God bezit de macht om leven te schenken, en zijn voorzieningen onderhouden het ook. — Hand. 17:25, 28.
Om ons te helpen dat te waarderen, vertelde Jezus Christus een verhaal over een rijk man die een zeer goede oogst had. Hij had niet voldoende ruimte om de hele oogst op te slaan. Wat zou hij doen? Hij zei tot zichzelf: „Ik zal mijn voorraadschuren afbreken en grotere bouwen, en daarin zal ik al mijn graan en al mijn goede dingen bijeenbrengen; en ik zal tot mijn ziel zeggen: ’Ziel, gij hebt vele goede dingen opgelegd voor vele jaren; neem uw gemak, eet, drink en wees vrolijk.’”
Er schortte echter iets aan de denkwijze van de man. Hij handelde alsof zijn leven en materiële voorspoed enkel van hemzelf afhingen. Hij schonk geen aandacht aan God en zette geen tijd opzij om Gods wil te leren kennen en te doen. Maar God zei tot hem: „Onredelijke, nog deze nacht eist men uw ziel van u op. Voor wie zullen dan de door u opgeslagen dingen zijn?”
Jezus voegde eraan toe: „Zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zichzelf, maar niet rijk is met betrekking tot God.” — Luk. 12:16-21.
Materiële bezittingen kunnen geen leven schenken. Ongeacht hoeveel geld iemand verwerft, de dood zal hem overweldigen. Zijn leven hangt niet af van de dingen die hij bezit.
Of wij nu veel bezittingen hebben of weinig, onze persoonlijke toekomst berust bij God. Het is derhalve goed onszelf af te vragen: Hoeveel moeite doen wij om kennis te verkrijgen van Degene die de Bron van het leven is? Leven wij zo dat het zijn goedkeuring heeft? Een wijs persoon zal zich niet zo geheel in beslag laten nemen door fysieke zorgen des levens dat hij in gebreke blijft ’rijk met betrekking tot God’ te worden.
-