Als zonen des lichts praktische wijsheid tentoonspreiden
1. Wat zijn wij verplicht ter wille van de op schapen gelijkende mensen tentoon te spreiden, en welke weg moeten wij daarom in deze ruimtevaarteeuw volgen?
HET is onze plicht ter wille van de op schapen gelijkende mensen die trouwe herders nodig hebben, praktische wijsheid tentoon te spreiden. Wij mogen niet als de Suhiet Bildad in het profetische drama van Job zijn. Deze Bildad hielp de gekwelde Job niet zijn probleem op te lossen. In plaats daarvan trok hij Jobs rechtschapenheid in twijfel en drong hij er bij hem op aan een andere handelwijze aan de dag te gaan leggen. Daarom zei Job tot Bildad: „Hoe goed hebt gij den onmachtige geholpen, en den krachtelozen arm gesteund! Wat hebt gij goeden raad gegeven aan hem die wijsheid mist, en welk een [praktische wijsheid] hebt gij overvloedig bekend gemaakt!” Mogen zulke verwijtende woorden nooit tot ons in deze ruimtevaarteeuw gericht behoeven te worden. Indien wij ons voor de op schapen gelijkende mensen in hun hedendaagse beproeving ware vrienden en oprechte troosters, en geen „kwakzalvers” willen betonen, moeten wij hun de weg der praktische wijsheid bekend maken (Job 26:1-3; NW; 13:4). Deze weg bestaat er voor ons in hun belangstelling niet op de interplanetaire ruimte, maar op de hemelen waar zij bij Jehovah God en zijn Christus bomvrij opgeslagen schatten kunnen wegleggen, te richten.
2. Wat zei een leider van ruimtevaartprogramma’s onlangs op een conferentie van geleerden over het onpraktische van hedendaagse wereldse ontwikkelingsprogramma’s?
2 Dr. A.R.J. Grosch, leider van de afdeling ruimtevaartprogramma’s van de International Business Machines Corporation, veroorzaakte toen hij over het onpraktische van de hedendaagse wereldse ontwikkelingsprogramma’s sprak een tumult op de conferentie van geleerden van het California Institute of Technology, toen hij uitriep: „Ons ontwikkelingsprogramma voor geleide projectielen vormt de zwanezang van een stervende beschaving. Wij hebben geen betere geleide projectielen nodig om elkaar te vernietigen — met die welke wij nu bezitten, kunnen wij dat al ruimschoots. Het heeft ook helemaal geen zin om met grote vaart de interplanetaire ruimte in te schieten. Wij zouden het geld beter kunnen besteden door de hier bestaande problemen op te lossen en voor onze miljoenen opeengepakte ondervoede medemensen te zorgen. Indien wij dat zouden doen, zouden wij niet de behoefte voelen nieuwe werelden te ontdekken en te koloniseren”. Hij voegde er nog aan toe: „Ik vrees dat het er slecht met ons voor staat wanneer wij ons probleem door massavernietiging proberen op te lossen of door ons naar een groter eiland in de ruimte te begeven”. — New York Times van 21 maart 1959, blz. 2.
3. (a) Hoe voorzien wij in de behoeften waar nu, voordat Armageddon aanbreekt, voor gezorgd moet worden? (b) Wat zal de voorgestelde ruimtevaart ten aanzien van de dingen die men hierbij zal zien, verre overtreffen?
3 Nu de universele oorlog van Armageddon, die van buiten de interplanetaire ruimte zal losbarsten, ons dreigend boven het hoofd hangt, eisen de behoeften der mensen hier op aarde onze onmiddellijke zorg. De weg der praktische wijsheid die wij moeten volgen is aan de hand van de Heilige Schrift te laten zien hoe mensen die vrede en geluk liefhebben beter Jehovah der legerscharen een verzoek om vrede kunnen doen dan te trachten langs elektronische weg met de maan, Venus of een andere planeet waarnaar men ruimtevaartschepen hoopt te zenden, in contact te komen. Het is belangrijker Jehovah God en zijn Zoon Jezus Christus te kennen dan iets over de maan en de planeten die door God zijn geschapen te weten, want kennis van de Schepper en van zijn Zoon, onze Redder, betekent eeuwig leven (Joh. 17:1-3). Zou iemand werkelijk iets van het universum willen zien en de dingen in de interplanetaire ruimte veilig en gemakkelijk willen bekijken, dan zou het verstandiger zijn Jezus’ raad op te volgen en, in plaats van plannen te maken om ruimtevaarder in een ruimteschip te worden, eerst Gods koninkrijk te blijven zoeken. Zij die het hemelse koninkrijk beërven, zullen veel meer zien dan de dingen in de interplanetaire ruimte. Zij zullen zich sneller kunnen voortbewegen, namelijk met de snelheid der engelen, en veel gemakkelijker en gerieflijker. Niemand zal ooit door middel van de ruimtevaart het beeld van God zelf, dat de Koninkrijkserfgenamen zullen zien, aanschouwen. — Matth. 6:33; 5:8; Ex. 33:20.
4. Hoe beziet iemand die praktische wijsheid bezit, de toekomst, en waarom wagen wij het daarom ook niet God en Christus thans tot vijand te hebben?
4 Iemand die praktische wijsheid bezit, beziet de toekomst verstandig, dat wil zeggen, in harmonie met wat God ons in zijn Heilige Schrift heeft verteld. Zijn wil en voornemen is dat er een rechtvaardige nieuwe wereld zal komen. Hij zal de enige God zijn die in die nieuwe wereld zal worden aanbeden, en zijn verheerlijkte Zoon Jezus Christus zal de enige Koning zijn die bij de gratie Gods over de gehele aarde en de interplanetaire ruimte zal heersen. Zullen Jehovah God en zijn regerende Koning willen en toestaan dat wij ons in die volmaakte nieuwe wereld in eeuwig leven verheugen? Wij kunnen geen vijanden van God en Christus zijn en dit toch verwachten. Daarom moeten wij ervoor zorgen dat God en zijn Koning onze eeuwige vrienden zijn en niet deze kortstondige, ten ondergang gedoemde wereld.
5. Welke gelijkenis of illustratie gaf Jezus ons ten einde ons duidelijk te maken dat wij op verstandige wijze voorzieningen voor de toekomst moeten treffen?
5 Wij moeten met praktische wijsheid voorzieningen voor de toekomst treffen. Jezus gaf ons een gelijkenis of illustratie om ons dit duidelijk te maken. Een Oosterse rentmeester werd door zijn meester met ontslag bedreigd omdat hij verkwistend met de goederen van zijn meester was omgesprongen. „Daarop zei de rentmeester tot zichzelf: ’Wat moet ik doen, nu mijn meester het rentmeesterschap van mij zal wegnemen? Ik ben niet sterk genoeg om te spitten, ik schaam mij om te bedelen. Ah! ik weet wat ik zal doen opdat de mensen mij, wanneer ik van het rentmeesterschap ontzet zal zijn, in hun huis zullen ontvangen’”. Hij liet de mensen die zware schulden bij zijn meester hadden één voor één bij zich komen en liet hen hun schuldbekentenissen tot een lager bedrag veranderen, in één geval tot op 50 percent en in een ander geval tot op 80 percent van het verschuldigde bedrag. Wat deed deze meester toen hij hoorde dat zijn rentmeester ten koste van hem vrienden probeerde te maken? Hij ontsloeg hem natuurlijk. Daar sprak Jezus echter niet over; hij zei wel om duidelijk te maken waar het in de illustratie om gaat: „En hoewel de rentmeester onrechtvaardig was, prees zijn meester hem omdat hij met praktische wijsheid had gehandeld; want de zonen van dit samenstel van dingen zijn in praktisch opzicht verstandiger jegens hun geslacht dan de zonen des lichts”. — Luk. 16:1-8, NW.
6. Op welke wijze kunnen wij de strekking van Jezus’ illustratie het best toepassen?
6 Praktische wijsheid is aanbevelenswaardig omdat ze tot resultaten leidt welke degene die praktische wijsheid beoefent tot voordeel en winst strekken. Daarom vertelde Jezus ons wat de beste manier is om de strekking van de illustratie toe te passen, namelijk, door niet de onrechtvaardigheid van de rentmeester maar zijn praktische wijsheid ten voorbeeld te nemen. Jezus wilde niet dat de zonen des lichts in praktisch opzicht minder verstandig zouden zijn dan de zonen van dit wereldse samenstel van dingen jegens hun huidige geslacht. Jezus wil dat wij in praktisch opzicht jegens God en zijn gezalfde Koning een verstandige handelwijze aan de dag leggen.
7. Wat zei Jezus ons met de onrechtvaardige rijkdommen en de slavernij ten aanzien daarvan, te doen?
7 In overeenstemming daarmee zei Jezus tot de zonen van het waarheidslicht: „En Ik zeg u: Maakt u vrienden met behulp van den onrechtvaardigen Mammon [rijkdommen], opdat, wanneer deze u ontvalt, men u opneme in de eeuwige [woonplaatsen]. Wie in zeer weinig getrouw is, is ook in veel getrouw. En wie in zeer weinig onrechtvaardig is, is ook in veel onrechtvaardig. Indien gij dus niet getrouw geweest zijt ten aanzien van den onrechtvaardigen Mammon, wie zal u dan het ware goed toevertrouwen? En indien gij niet getrouw geweest zijt ten aanzien van het goed van een ander, wie zal u het onze geven? Geen slaaf kan twee heren dienen, want hij zal óf den enen haten en den anderen liefhebben, óf zich aan den enen hechten en den anderen minachten; gij kunt niet God dienen én Mammon”. — Luk. 16:9-13; NW.
8. Wie zijn de vrienden waarvan men absoluut zeker kan zijn en met wie men op goede voet moet komen te staan, en waarom?
8 Wij kunnen ons niet door bemiddeling van Christus aan God opdragen en toch slaven van de rijkdom, van onrechtvaardige, materiële rijkdommen blijven. Wij moeten bewijzen dat wij boven onrechtvaardige rijkdommen staan en ze gebruiken om ons doel te bereiken terwijl wij als Gods slaven dienen. Dergelijke onrechtvaardige rijkdommen vormen niet de schatten die wij bij God in de hemel verzamelen, maar het is verstandig ze te gebruiken om vrienden te maken. Deze wereld kan niet altijd onze vriend blijven. Het is zeker dat ze in de „oorlog van de grote dag van God de Almachtige” zal vergaan. Gezien alle onzekerheid in het hedendaagse leven zijn de enige vrienden van wie wij absoluut zeker kunnen zijn Jehovah God en Jezus Christus. Zij zijn de enigen die ons „in de eeuwige woonplaatsen” kunnen opnemen, want zij zijn zelf onsterfelijk, eeuwig. Zij kunnen ons dus volmaakte woonplaatsen in de eeuwigdurende nieuwe wereld schenken, of die woonplaatsen nu in het hemelse koninkrijk met Jezus Christus of op de paradijsachtige aarde met alle uit de doden opgewekte getrouwe heilige mannen uit die oude tijden vóór Christus zullen zijn. Het is absoluut noodzakelijk dat Jehovah God en Jezus Christus onze vrienden worden, want zij zullen werkelijk iets hebben waarin zij ons met vreugde zullen kunnen opnemen nadat deze wereld der „ruimtevaarteeuw” te Armageddon is vernietigd en alle banden die wij met de wereld hebben gehad, verbroken zijn.
9. Hoe moeten wij ons nadat wij ons aan God hebben opgedragen, ten aanzien van de onrechtvaardige rijkdommen betonen, en hoe zal dit beloond worden?
9 Ofschoon wij de materiële rijkdommen dezer wereld helemaal niet nodig hebben om ons aan God te kunnen opdragen ten einde onder onze Leider Jezus Christus zijn slaven te worden, kunnen wij ze toch dusdanig aanwenden dat wij de vriendschappelijke verhouding waarin onze opdracht aan God door bemiddeling van Christus ons brengt, bestendigen. Wij moeten er beslist voor oppassen dat wij onze onrechtvaardige rijkdommen na onze opdracht niet zo gebruiken dat God en Christus onze vijanden worden. Die fout maakte Judas Iskariot, de ontrouwe onder Jezus’ twaalf oorspronkelijke apostelen. Wij willen er blijk van geven dat wij getrouw zijn „ten aanzien van den onrechtvaardigen Mammon”, door de materiële rijkdommen die wij nu bezitten niet te gebruiken om deze wereld of haar slaven van de Mammon (rijkdommen) te verrijken, maar om de belangen van Gods koninkrijk te dienen. Wij zullen ze gebruiken om ervoor te zorgen dat het goede nieuws van Gods opgerichte koninkrijk nog intensiever op de gehele bewoonde aarde wordt gepredikt, met het doel alle natiën, voordat hun volledige einde komt, een laatste getuigenis te geven. Sinds wij onszelf en alles wat wij bezitten aan onze Grootste Vriend, Jehovah God, hebben opgedragen, hebben wij de materiële goederen die wij temidden van deze wereld bezitten, werkelijk slechts in bewaring. Daarom moeten wij ons bij het gebruik van zulke aardse rijkdommen, net zoals bij het gebruik van alle onschatbare geestelijke rijkdommen die God ons door bemiddeling van Christus heeft geschonken, getrouw betonen. Na Armageddon zullen God en Christus ons dan in eeuwige woonplaatsen opnemen, daar wij ten aanzien van hen als onze vrienden praktische wijsheid aan de dag hebben gelegd.
MAAK WIJSHEID SUCCESVOL
10. Welke illustratie gebruikte Salomo in verband met het succesvol maken van wijsheid en om welke mate van voordeel te verkrijgen, wordt ons aangeraden praktische wijsheid op succesvolle wijze te gebruiken?
10 Als de koninklijke bijeenbrenger van Jehovah’s volk schreef de wijze koning Salomo: „Indien een ijzeren werktuig bot is geworden en men de snede niet gewet heeft, zal men zijn eigen krachten inspannen. En wanneer men wijsheid succesvol maakt, betekent dit voordeel” (Pred. 10:10, NW). Hoe waar is dit gezegde! Indien iemand iets moet doen waarvoor hij een werktuig met een scherpe snede nodig heeft, is het tot zijn voordeel dat hij ervoor zorgt dat het werktuig hetwelk hij gebruikt, een scherpe snijkant bezit. Indien het bot is geworden en hij het niet opmerkt en de snede niet slijpt, zal hij, wanneer hij het nog botte werktuig gebruikt, harder moeten werken. Hij zal meer lichamelijke energie en tijd nodig hebben en ondanks al het werk en zweet en de extra moeite die aan het werk zijn besteed, zal het resultaat niet zo goed zijn. Dit getuigt van ondoeltreffendheid en verkwisting en niet van praktische wijsheid van de zijde van de gebruiker van het gereedschap. Zo is het ook met de praktische wijsheid van de zijde van Gods zonen des lichts. Ook zij moeten haar succesvol doen zijn. Dat wil zeggen, zij moeten praktische wijsheid zo gebruiken dat ze een succes is of op dusdanige wijze dat het tot succes leidt. Wanneer zij dat doen, zal hun praktische wijsheid bij gebruik voordeel voor hen afwerpen. De manier waarop de onrechtvaardige rentmeester zijn praktische wijsheid toepaste, was slechts tot zijn onmiddellijke en tijdelijke voordeel. De wijze waarop ons, zonen des lichts, wordt geleerd van God afkomstige praktische wijsheid te gebruiken, strekt tot ons eeuwige voordeel.
11. (a) Waarom heeft het geen zin het onszelf moeilijk te maken? (b) Waarom werd Timotheüs gezegd het woord der waarheid goed te hanteren?
11 Het heeft geen zin het onszelf moeilijk te maken en ons te ergeren aan onbevredigende resultaten of onbekwaamheid. In dat opzicht ontving de christelijke opziener Timótheüs in verband met de kudde van Gods volk die aan zijn zorg was toevertrouwd de volgende raad: „Blijf dit in herinnering brengen en betuig in de tegenwoordigheid van God, dat men geen woordenstrijd moet voeren, die tot niets nut is, ja verderf brengt aan wie er naar horen. Maak er ernst mede u wèl beproefd ten dienste van God te stellen, als een arbeider, die zich niet behoeft te schamen, doch [die het woord der waarheid goed hanteert]. Maar vermijd de onheilige, [lege woorden]; want zij [dergelijke woorden] zullen de goddeloosheid nog verder drijven, en hun woord zal voortwoekeren als de kanker” (2 Tim. 2:14-17; NW). Het „woord der waarheid” de Heilige Schrift, is het werktuig waarmee wij mogen en moeten werken, en niet de woorden of leerstellingen die niet in Gods Woord staan en waardoor een twistgesprek omtrent de betekenis ervan ontstaat, een twistgesprek dat niet tot nuttige resultaten leidt maar degenen die ernaar luisteren, werkelijk nadeel berokkent. De woorden dezer wereld, die goddeloos zijn omdat wat voor God heilig is ermee wordt onteerd, zijn slechts leeg, missen werkelijke inhoud en zijn niet werkelijk betrouwbaar; ze leiden de mensen tot goddeloosheid en veroorzaken een kankerachtige corruptie die zich voortvreet totdat de dood volgt. Het getuigt niet van praktische wijsheid zich met dergelijke woorden, leerstellingen en lege, goddeloze gezegden of uitspraken in te laten of bezig te houden.
12. (a) Welk werktuig dienen wij dan te gebruiken, en hoe hanteren wij het op de juiste wijze? (b) Hoe houden wij het scherp voor gebruik en met welk goede resultaat?
12 Gebruik het werktuig waardoor Gods werk tot stand wordt gebracht, namelijk, zijn heilige Woord. Wanneer wij het hanteren, moeten wij er zeker van zijn dat het op de juiste wijze wordt gehanteerd, dus niet alleen zo dat Gods Woord met zichzelf in harmonie is, maar ook met de juiste beweegreden in ons hart en met het juiste doel. Onze beweegreden moet liefde voor God en zijn geliefde schapen zijn. Ons doel moet zijn God te verheerlijken en al zijn schapen in de ene kudde onder zijn Juiste Herder, Jezus Christus, bijeen te brengen. Dit werk maakt het ook noodzakelijk Gods „woord der waarheid” te prediken. Wij moeten er nauwlettend op toezien dat ons werktuig goed geslepen en scherp is. Gods Woord is dat in feite reeds van zichzelf; wij moeten er echter voor zorgen dat ons inzicht erin helder en onze bekwaamheid het te onderwijzen en prediken levendig, doordringend en scherp blijft en niet bot, stomp en zonder overtuigingskracht wordt, wat extra tijd en moeite zou kosten om tot de kern door te dringen en het duidelijk te maken. Wanneer wij het niet gebruiken, zal ons instrument of werktuig ogenschijnlijk zo worden. Door de dringende noodzaak de schapen nu, vóór Armageddon, bijeen te brengen en op te bouwen, moeten wij wel ons uiterste best doen het Woord der waarheid goed te hanteren. Wij moeten er ter voorbereiding eerst voor zorgen de grootst mogelijke scherpte te bezitten. Dit zal ons werkelijk moeite besparen wanneer wij aan het werk zijn en tot de beste resultaten leiden.
13. Waarom zullen wij ons als werklieden nergens over behoeven te schamen?
13 In dat geval zullen wij praktische wijsheid succesvol maken. Wij zullen praktische wijsheid gebruiken ten einde successen te behalen, en dat zal tot ons eeuwige voordeel zijn. Als werklieden zullen wij ons nergens over behoeven te schamen en ons wèl beproefd aan God vertonen.
HET PRAKTISCHE FUNDAMENT
14. Hoe hanteren de religieuze mensen der christenheid het Woord der waarheid niet op de juiste wijze, en waarom maakt de naam welke men heeft aangenomen iemands handelwijze nog niet goed?
14 In deze ruimtevaarteeuw bevindt er zich in de christenheid een zeer groot aantal religieuze mensen die vele dingen in de naam van de Here Jezus doen. Zij hanteren het Woord der waarheid echter niet op de juiste wijze. Zij maken zichzelf tot een deel dezer wereld; zij raken ermee bevriend en nemen dan op zich vele dingen in overeenstemming met de doelstellingen dezer wereld te doen opdat zij er op goede voet mee blijven staan en er nooit mee in conflict komen. Dan verbinden zij met deze werken, die zij overeenkomstig de maatstaven en doelstellingen dezer oude wereld hebben verricht, de naam van Christus. Zij noemen zulke werken christelijk en beweren dat Christus hun het voorbeeld heeft gegeven om dergelijke werken ten uitvoer te brengen. Verrichtten Christus en zijn apostelen bijvoorbeeld geen genezingen? Waarom zouden zij dan geen medische zendelingen worden? De naam waaronder men voorgeeft een bepaald werk te doen, maakt het werk nog niet goed. Naast de naam moet het resultaat van het werk goed zijn.
15. Wat zei Jezus ten bewijze hiervan, en waarom handelen wetteloze werkers daarom zonder praktische wijsheid?
15 Jezus zei: „Zo zult gij hen dan aan hun vruchten kennen. Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet den wil mijns Vaders, die in de hemelen is. Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Here, Here, hebben wij niet niet in uw naam geprofeteerd en in uw naam boze geesten uitgedreven en in uw naam vele [machtige werken] gedaan? En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid” (Matth. 7:20-23; NW). Jezus Christus deed altijd de wil van zijn Vader die in de hemelen is. Nooit bedreef hij jegens God enige wetteloosheid. Het is onmogelijk zijn naam met wat niet Gods wil is — wetteloosheid — te verbinden. Het is verkeerd Jezus’ naam met wetteloosheid in verband te brengen, ook al lijkt het of door middel van die wetteloosheid prachtig werk wordt verricht. Jezus gaat niet vertrouwelijk om met werkers der wetteloosheid die zijn naam huichelachtig gebruiken om hun werken verkeerd voor te stellen en een bedrieglijke indruk te wekken. Daarom handelen zulke wetteloze werkers zonder praktische wijsheid.
16. Hoe toont hoofdstuk acht van de Spreuken dat Jezus Christus met hemelse, praktische wijsheid verbonden is?
16 Jezus Christus is met hemelse en met praktische wijsheid verbonden. Hij heeft deze succesvolle hoedanigheden altijd tentoongespreid. In hoofdstuk acht van koning Salomo’s Spreuken wordt hij als Gods eerstgeboren Zoon in de hemelen — voordat hij een volmaakte man op aarde werd — verpersoonlijkt en als de gepersonifieerde goddelijke wijsheid voorgesteld. Als zodanig zegt hij: „Ik, de wijsheid, heb bij de schranderheid gewoond en vind zelfs de kennis van het denkvermogen. De vreze Jehovah’s houdt in het kwade te haten. Zelfverheffing, trots, het slechte pad en de mond vol draaierijen heb ik gehaat. Ik heb raad en praktische wijsheid. Ik — inzicht; Ik heb macht”. — Spr. 8:12-14, NW.
17. Hoe betekende het voordeel voor Jezus dat hij praktische wijsheid succesvol maakte, en welke illustratie gaf hij om niet in de val der wetteloosheid te geraken?
17 Dat Jezus toen hij op aarde was, praktische wijsheid succesvol maakte, betekende voordeel voor hem, ja, zelfs het verwerven van eeuwigdurende hemelse heerlijkheid. Luister nu naar zijn woorden van praktische wijsheid die tot ons, die niet in de val der wetteloosheid willen raken, gericht zijn: „Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man [een man die praktische wijsheid bezit], die zijn huis bouwde op de rots. En de regen viel neer en de stromen kwamen en de winden waaiden en stortten zich op dat huis, en het viel niet in, want het was op de rots gegrondvest. En een ieder, die deze mijn woorden hoort en ze niet doet, zal gelijken op een dwaas man, die zijn huis bouwde op het zand. En de regen viel neer en de stromen kwamen en de winden waaiden en sloegen tegen dat huis, en het viel in, en zijn val was groot”. — Matth. 7:24-27.
18. Waarop bouwt de dwaze christen en met welk eindresultaat?
18 Zowel dwaze als verstandige christenen horen Jezus’ woorden, net als de dwaze-maagd-klasse en de wijze-maagd-klasse (Matth. 25:1-13). De dwaze christen slaat echter geen acht op deze woorden en brengt ze niet in praktijk. Hij is onverschillig, onnadenkend, kortzichtig en ongehoorzaam. Daarom bouwt hij zijn religieuze gebouw op de basis van ongehoorzaamheid aan Jezus’ woorden. Een basis van ongehoorzaamheid verschaft de bouwer geen fundament. Het is net als zand. In de grote oordeelsvloed te Armageddon zal het religieuze gebouw van de christen die zo dwaas is ongehoorzaam te zijn, instorten. Het zal een grote instorting zijn en eeuwige vernietiging voor de bewoner van het huis betekenen.
19. (a) Wat voor soort van persoon is de succesvolle christen? (b) Waarop bouwt hij en welk voordeel zal dit voor hem afwerpen?
19 De succesvolle christen is iemand die hemelse, praktische wijsheid bezit, iemand die verstandig en bedachtzaam is en van tevoren overlegt, die voor iets blijvends, iets duurzaams, iets wat tegen vernielende kracht bestand is, werkt. Hij gehoorzaamt gezaghebbende woorden. Hij baseert zijn christelijke gebouw op gehoorzaamheid aan de woorden van Gods wijze Zoon. Gehoorzaamheid aan deze woorden vormt een rotsachtig fundament, een rotsmassa met diepgaande wortels zodat ze niet weggespoeld of ondermijnd kan worden en niet kan omkantelen. Temidden van de goddelijke oordeelsstorm te Armageddon zal het christelijke gebouw waarin deze verstandige discipel in deze ruimtevaarteeuw woont, niet worden vernietigd. Hij zal er voor eeuwig in wonen daar hij in harmonie met Gods volmaakte wil praktische wijsheid tentoongespreid zal hebben. Dat hij praktische wijsheid succesvol maakt, dat hij praktische wijsheid gebruikt om succes te behalen, zal hem in Jehovah’s eindeloze nieuwe wereld tot eeuwig voordeel strekken.