Hoe eeuwen van tevoren geschiedenis werd geschreven
HOE denkt u over de mogelijkheid dat iemand van tevoren geschiedenis neerschrijft? Sommigen beweren met klem dat zoiets onmogelijk is, en zonder verder onderzoek laten zij het daarbij.
Maar denk eens na: Vormt de ontkenning door sceptici op zich een bewijs dat echte voorspellingen onmogelijk zijn? Het zou beslist onverstandig zijn al te snel een dergelijke conclusie te trekken. Vermoedelijk bezit u in uw eigen huis bewijzen dat geschiedenis eeuwen van tevoren is opgeschreven. Hoe dat zo?
Waarschijnlijk bent u in het bezit van een exemplaar van de Heilige Schrift, die door honderden miljoenen mensen in de hele wereld als het geïnspireerde woord van God wordt beschouwd (2 Tim. 3:16). De bijbel staat vol met voorspellingen van gebeurtenissen die honderden jaren nadat ze werden geuit, plaatsvonden. Laten wij eens enkele voorbeelden beschouwen.
’TYRUS ZAL EEN DROOGPLAATS VOOR SLEEPNETTEN WORDEN’
Een voorbeeld van de verbijsterende nauwkeurigheid van bijbelprofetieën betreft de oude Fenicische zeehaven Tyrus. Deze stad werd zeer groot ten koste van andere volken. In de stad werden metalen voorwerpen, glaswaren en purperverven vervaardigd; ze was een handelscentrum voor de karavanen die voorbijtrokken en een grote opslagplaats voor in- en uitvoerartikelen. Haar kooplieden en handelaars pochten dat zij als geëerde vorsten waren (Jes. 23:8). Eens bestonden er vriendschappelijke betrekkingen tussen Tyrus en Israël. Maar deze situatie hield geen stand, want uiteindelijk verbond Tyrus zich met Israëls vijanden. Vanwege Tyrus’ verraad jegens Israël, inspireerde God zijn profeten Jesaja, Jeremia, Ezechiël en anderen ertoe om te voorspellen dat rampspoed over deze Fenicische zeehaven zou komen. Wij lezen bijvoorbeeld:
„Dit heeft de [Soevereine] Heer Jehovah gezegd: ’Zie, ik ben tegen u, o Tyrus, en wil vele natiën tegen u aanvoeren, net als de zee haar golven aanvoert. En zij zullen stellig de muren van Tyrus vernielen en haar torens omverhalen, en ik wil haar stof van haar afschrapen en haar tot een glanzend, kaal oppervlak van een steile rots maken. Een droogplaats voor sleepnetten zal ze worden, midden in de zee. . . . Zie, ik breng tegen Tyrus Nebukadrezar, de koning van Babylon, uit het noorden, een koning der koningen, met paarden en strijdwagens en ruiters en een vergadering, ja, een talrijk volk. En ik wil u tot een glanzend, kaal oppervlak van een steile rots maken. Een droogplaats voor sleepnetten zult gij worden. Nooit zult gij herbouwd worden; want ikzelf, Jehovah, heb gesproken’, is de uitspraak van de [Soevereine] Heer Jehovah.” — Ezech. 26:3-5, 7, 14; herziene Engelse uitgave van 1971.
De wereldlijke geschiedenis vermeldt dat Nebukadnezar enige tijd na de verwoesting van Jeruzalem en de tempel van Jehovah’s aanbidding in 607 v.G.T., het beleg voor Tyrus begon te slaan. De joodse geschiedschrijver Josephus zegt, daarbij gebruik makend van Fenicische annalen en andere eerder geschreven geschiedenis, dat Nebukadnezars belegering van Tyrus dertien jaar duurde. De bijbel geeft aan dat Nebukadnezars troepen Tyrus aanzienlijke schade toebrachten. — Ezech. 26:8-11.
Tyrus herstelde zich van deze door Babylon toegebrachte slag. Maar eeuwen later trokken onder Alexander de Grote Griekse troepen op tegen Tyrus, dat toen ongeveer 800 meter buiten het vasteland op een eiland was gelegen. Toen de bewoners weigerden voor Alexander te capituleren, liet hij in woede zijn mannen de ruïnes van de stad die op het vasteland had gelegen, tot het laatste restje bijeenschrapen en in zee gooien om daarmee een dam te bouwen naar de eiland-stad. Daarna vond een zeeslag plaats waarin Alexanders strijdmacht zegevierde. Na een beleg van zeven maanden namen Alexanders soldaten de eiland-stad in. Toen haar bewoners wanhopig weerstand boden, werd de stad in brand gestoken. Het bleek te zijn zoals een andere profeet, Zacharia, had voorspeld: „In het vuur zal zijzelf worden verslonden.” — Zach. 9:4.
Hoewel Tyrus door de eeuwen heen steeds weer heeft geprobeerd zich te doen gelden, viel de stad herhaaldelijk voor vijandelijke legers, precies zoals Gods profeet had voorzegd (Ezech. 26:3). Wat is de tegenwoordige toestand van Tyrus, dat eens een van de grote zeemachten van de oude wereld was? Ruïnes en een klein haventje, dat es-Soer heet, kenmerken de plaats waar het heeft gelegen. Nina Jidejian zegt in haar boek Tyrus door de eeuwen heen (1969): „De haven is tegenwoordig een plek voor vissersbootjes geworden en een plaats om netten uit te spreiden”, precies zoals Ezechiël had geprofeteerd. — Ezech. 26:5, 14.
MEDO-PERZIË EN GRIEKENLAND ALS OPVOLGERS VAN BABYLON
Gedurende de zesde eeuw v.G.T., toen Babylon als wereldmacht heerste, ontving de profeet Daniël in een droom een verbazingwekkend visioen waarin het om twee symbolische dieren ging. Het eerste was een ram (een mannelijk schaap) met twee horens. „En de twee horens waren hoog, maar de ene was hoger dan de andere, en de hoogste was die welke later oprees” (Dan. 8:3). Wat stelde deze ram voor? Een engel legde Daniël uit: „De ram die gij gezien hebt, die de twee horens had, beduidt de koningen van Medië en Perzië.” — Dan. 8:20.
Daniël kreeg hier met name te horen welke wereldmacht Babylon zou opvolgen. In overeenstemming met deze bijzonderheden, werd Babylon door Medo-Perzië ten val gebracht. De Meden (de kleinste horen) waren eerst de sterksten en de Perzen verkregen daarna het overwicht (de hoogste horen die later oprees).
Hoe zat het met het tweede dier in dit visioen? Zoals Daniël vertelt „kwam een geitebok van de ondergang der zon over de oppervlakte der gehele aarde, en hij raakte de aarde niet aan. En wat de bok betreft, er was een opvallende horen tussen zijn ogen”. — Dan. 8:5.
De geitebok voert strijd met de ram en overwint hem (Dan. 8:6, 7). Dan gebeurt er iets ongewoons. Daniël vervolgt: „Zodra [de bok] machtig werd, werd de grote horen gebroken, waarna er op een in het oog vallende wijze vier voor in de plaats oprezen, naar de vier windstreken van de hemel.” — Dan. 8:8.
Na bij een engel te hebben geïnformeerd naar de betekenis van dit deel van zijn symbolische visioen, kreeg Daniël het antwoord:
„En de harige bok beduidt de koning van Griekenland; en wat de grote horen aangaat die tussen zijn ogen was, die beduidt de eerste koning. En dat die gebroken werd, zodat er vier waren die ten slotte in zijn plaats opstonden: er zijn vier koninkrijken uit zijn natie die zullen opstaan, maar niet met zijn kracht.” — Dan. 8:21, 22.
Hier wordt voorzegd dat Medo-Perzië als wereldmacht door Griekenland zou worden opgevolgd.
Wat betekende de „grote horen” van de geitebok, die werd gebroken en in de plaats waarvan vier andere horens verschenen? Zoals in de uitleg van de engel werd opgemerkt, beduidde de grote horen de „eerste koning” van Griekenland als wereldmacht. Dat was Alexander de Grote. Opmerkelijk is dat Alexanders rijk na zijn dood mettertijd onder vier van zijn generaals in vier delen verdeeld werd, „naar de vier windstreken van de hemel”, zoals was voorzegd. — Dan. 8:8.
Volgens Josephus heeft men deze profetie aan Alexander laten zien toen hij in de buurt van Jeruzalem kwam. Wij lezen: „Als men hem nu Daniëls geschrift toonde, waarin deze te kennen geeft, dat een zekere Griek het Perzische Rijk vernietigen zal, geloofde hij, dat hij de hier aangewezen persoon was, en liet in de opgeruimdste stemming het volk uiteengaan. Den volgenden dag riep hij hen echter opnieuw bijeen en beval hun, dat zij hem zeggen zouden, welke gunstbewijzen zij verlangden.” — Joodsche Oudheden, Boek XI, hoofdstuk VIII, paragraaf 5, volgens de bewerking van Dr. W. A. Terwogt.
Door middel van deze paar bijzonderheden van een profetisch visioen zet het bijbelboek Daniël dus meer dan 200 jaar van tevoren geschiedenis uiteen. En hetzelfde bijbelboek reikt zelfs nog verder in de toekomst. Hoe dat zo?
GESCHIEDENIS DIE ZES EEUWEN VAN TEVOREN WERD GESCHREVEN
Een unieke profetie, die in Daniël hoofdstuk 9 wordt aangetroffen, verschaft meer dan zeshonderd jaar van tevoren geschiedkundige bijzonderheden. Deze voorspelling vermeldt nauwkeurig dat „Messias de Leider” negenenzestig „jaarweken . . . na het uitgaan van het woord om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen” zou verschijnen en dat kort daarna Jeruzalem en zijn tempel vernietigd zouden worden (Dan. 9:24-27; An American Translation). Hoe werd dit vervuld?
De Perzische koning Artaxerxes Longimanus vaardigde in het twintigste jaar van zijn regering een decreet uit tot herstel en herbouw van Jeruzalem. Het decreet trad in de herfst van dat jaar, in 455 v.G.T., in werking. Negenenzestig jaarweken, of 483 jaar, vooruittellend (waarbij iedere „week” zeven jaar lang is), brengt ons in het jaar 29 G.T. Volgens het schriftuurlijke verslag was dat precies het jaar waarin Jezus van Nazareth zich bij zijn doop in de rivier de Jordaan, als Messías aanbood. — Luk. 3:21-23; 4:16-21.
Deze zelfde voorspelling zegt dat de Messías zou worden „afgesneden . . . op de helft van de [zeventigste] week” (Dan. 9:26, 27). Nauwkeurig hiermee in overeenstemming stierf Jezus op de paschadag in de lente van 33 G.T., precies een halve ’jaarweek’, of drie en een half jaar, nadat hij zijn Messiaanse loopbaan bij zijn doop was begonnen. — Matth. 26:2; Joh. 13:1, 2.
In verband met Jeruzalems vernietiging verklaart deze profetie over het geslacht waarin de Messías zou verschijnen en in de dood zou worden afgesneden: „En de stad en de heilige plaats zullen door het volk van een leider die komt, ten verderve worden gebracht. En het einde ervan zal door de vloed zijn. En tot het einde zal er oorlog zijn; datgene waartoe besloten is, is verwoestingen” (Dan. 9:26). Vijf dagen voor zijn dood verschafte Jezus verdere bijzonderheden hierover, zoals wij lezen:
„En toen hij naderbij kwam [bij Jeruzalem], liet hij zijn blik over de stad gaan en weende over haar, terwijl hij zei: ’Indien gij, ja gij, op deze dag de dingen hadt onderscheiden die met vrede te maken hebben — maar nu zijn ze voor uw ogen verborgen. Want er zullen dagen over u komen waarin uw vijanden een versterking rondom u zullen bouwen met puntige palen en u zullen omsingelen en u van alle kanten zullen benauwen, en zij zullen u en uw kinderen in u tegen de grond verpletteren, en zij zullen in u geen steen op de andere laten, omdat gij de tijd waarin gij werdt geïnspecteerd, niet hebt onderscheiden.’” — Luk. 19:41-44.
Met betrekking tot de voorzegde ’versterking met puntige palen’, verhaalt Josephus dat de Romeinse generaal Titus er tijdens de joodse opstand op aandrong een muur rondom Jeruzalem te bouwen. Zijn soldaten ontbosten het land en richtten in precies drie dagen een omheining van palen rondom de stad op die bijna 8 kilometer lang was. In de algemene slachting die volgde, kwamen 1.100.000 van Jeruzalems „kinderen” om. En wat de grondigheid aangaat waarmee deze voorspellingen over de verwoesting van de stad vervuld werden: slechts drie torens en een deel van de westelijke muur bleven overeind staan. Josephus schrijft: „Al de overige muren werden door het houweel zoozeer met den grond gelijk gemaakt, dat een vreemdeling het nauwelijks gelooven zou, dat de plaats ooit bewoond geweest was.”
Deze verwoesting van Jeruzalem vond plaats in 70 G.T., ongeveer 605 jaar nadat Daniël zijn bijbelboek schreef (omstreeks 536 v.G.T.). Hoe geloofversterkend is het om de vervulling te beschouwen van gedetailleerde bijbelprofetieën die eeuwen van tevoren werden opgeschreven! Maar voorspellingen in de Schrift behandelen niet alleen het verre verleden. Vele hebben nu een opmerkelijke vervulling, en ze geven een aanwijzing hoe u een schitterende en gelukkige toekomst kunt genieten. In het volgende artikel zullen wij enkele hiervan beschouwen.
[Diagram op blz. 583]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
„ZEVENTIG WEKEN”
455 v.G.T. 33 G.T. 70 G.T.
(lente)
29 G.T. 36 G.T.
69 jaarweken 70ste
(= 483 jaar) „week”
Jezus
20ste gezalfd
jaar van Jezus Jeruzalem
Artaxerxes „afgesneden” verwoest