-
De ene ware tempel waarin wij dienen te aanbiddenDe Wachttoren 1973 | 1 april
-
-
„wil” schonk Christus’ discipelen werkelijk heiliging. Daarom voegde Paulus hieraan toe: „Krachtens de genoemde ’wil’ zijn wij geheiligd door middel van het offer van het lichaam van Jezus Christus.” — Hebr. 10:10.
26. Waarom hebben de joodse priesters geen autoriteit om van het „altaar” te eten waarvan de christelijke onderpriesters eten?
26 Daarom zei Paulus later ook: „Wij hebben een altaar waarvan zij die in de tent heilige dienst verrichten, geen autoriteit bezitten te eten. . . . Daarom heeft ook Jezus, om het volk met zijn eigen bloed te kunnen heiligen, buiten de poort geleden” (Hebr. 13:10-12). Met andere woorden, wij christenen die geestelijke onderpriesters zijn, hebben een zonden-verzoenend slachtoffer op het altaar van Gods „wil” waarvan de priesters die in Herodes’ tempel dienst verrichten geen autoriteit bezitten te eten wegens hun gebrek aan geloof in Jehovah’s ware Hogepriester, Jezus Christus, de Middelaar van Jehovah’s nieuwe verbond.
27. Wanneer bood Jezus zich als slachtoffer aan, en welke basis voor slachtoffer kwam toen tot bestaan, en welke tegenbeeldige „dag” begon toen?
27 Wanneer kwam Jezus als volmaakt menselijk wezen om zich als slachtoffer op het altaar van Gods „wil”, zoals dit in de rol des boeks was voorgeschreven, aan te bieden? Dit gebeurde toen hij zich in het jaar 29 G.T. aan Johannes de Doper aanbood om in de rivier de Jordaan ondergedompeld te worden. Dat Jehovah God Jezus’ slachtoffer, namelijk diens eigen lichaam, aanvaardde, is duidelijk, want na Jezus’ waterdoop stortte Jehovah zijn heilige geest op Jezus uit en maakte hij hem tot de Christus of Gezalfde, terwijl hij hoorbaar vanuit de hemel zei: „Dit is mijn Zoon, de geliefde, die ik heb goedgekeurd” (Matth. 3:13-17; Joh. 1:29-34). Bijgevolg was dit de tijd dat Gods tegenbeeldige „altaar” tot bestaan kwam en zich daarop een aanvaardbaar zondeoffer bevond. Van die tijd af wandelde Jezus in het tegenbeeldige priesterlijke voorhof en hield hij toezicht op het tot aan de dood brengen van zijn menselijke slachtoffer. De grote tegenbeeldige Verzoendag was begonnen en de dienst die Jezus Christus als Gods Hogepriester bij Gods ware geestelijke „altaar” verrichtte, vertoonde overeenkomst met de dienst van de Aäronische hogepriester op de jaarlijkse Verzoendag, 10 Tisjri, in Jeruzalems tempel. — Hebr. 8:1-6.
-
-
Alle natiën voor aanbidding naar één tempel bijeenbrengenDe Wachttoren 1973 | 1 april
-
-
Alle natiën voor aanbidding naar één tempel bijeenbrengen
1. Hoe maakte Jehovah Jezus tot een geestelijke priester, en welk geestelijke heiligdom begon toen vorm aan te nemen?
NU BEGON het grote geestelijke tabernakelheiligdom van Jehovah God vorm aan te nemen. Hoe dat zo? Omdat nu het tegenbeeldige „Heilige” van Gods geestelijke tempel ontstond. Dit gebeurde doordat God zijn heilige geest op Jezus uitstortte en Jezus tot een geestelijke priester maakte. God verwekte Jezus met zijn geest om hem tot een geestelijke Zoon van God te maken die met de eer was bekleed van een priesterschap dat hoger was dan dat van de aardse joodse hogepriester uit het geslacht van Aäron.
-